BE1020554A3 - T-verbinder en t-verbinding daarmee gerealiseerd. - Google Patents

T-verbinder en t-verbinding daarmee gerealiseerd. Download PDF

Info

Publication number
BE1020554A3
BE1020554A3 BE2012/0264A BE201200264A BE1020554A3 BE 1020554 A3 BE1020554 A3 BE 1020554A3 BE 2012/0264 A BE2012/0264 A BE 2012/0264A BE 201200264 A BE201200264 A BE 201200264A BE 1020554 A3 BE1020554 A3 BE 1020554A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
pin
connector
passage
screw
post
Prior art date
Application number
BE2012/0264A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Reynaers Aluminium Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Reynaers Aluminium Nv filed Critical Reynaers Aluminium Nv
Priority to BE2012/0264A priority Critical patent/BE1020554A3/nl
Priority to PCT/BE2013/000017 priority patent/WO2013163701A1/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1020554A3 publication Critical patent/BE1020554A3/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B2/00Walls, e.g. partitions, for buildings; Wall construction with regard to insulation; Connections specially adapted to walls
    • E04B2/88Curtain walls
    • E04B2/96Curtain walls comprising panels attached to the structure through mullions or transoms
    • E04B2/965Connections of mullions and transoms
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16BDEVICES FOR FASTENING OR SECURING CONSTRUCTIONAL ELEMENTS OR MACHINE PARTS TOGETHER, e.g. NAILS, BOLTS, CIRCLIPS, CLAMPS, CLIPS OR WEDGES; JOINTS OR JOINTING
    • F16B7/00Connections of rods or tubes, e.g. of non-circular section, mutually, including resilient connections
    • F16B7/04Clamping or clipping connections
    • F16B7/044Clamping or clipping connections for rods or tubes being in angled relationship
    • F16B7/0446Clamping or clipping connections for rods or tubes being in angled relationship for tubes using the innerside thereof
    • F16B7/0473Clamping or clipping connections for rods or tubes being in angled relationship for tubes using the innerside thereof with hook-like parts gripping, e.g. by expanding, behind the flanges of a profile

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Electromagnetism (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Joining Of Building Structures In Genera (AREA)

Description

T-verbinder en T-verbinding daarmee gerealiseerd.
De huidige uitvinding heeft betrekking op een verbeterde T-verbinder.
Meer speciaal heeft de uitvinding betrekking op een T~ verbinder van het type dat bedoeld is voor het haaks of onder een hoek met elkaar verbinden van twee profielen, meer bepaald van holle profielen, bijvoorbeeld uit aluminium.
Zulke T-verbinders worden meer bepaald gebruikt bij de bouw van glasgevels bestaande uit een kaderconstructie van verticale stijlen en horizontale liggers in de vorm van holle profielen die door middel van zulke T-verbinders met elkaar worden verbonden, waarbij de constructie dienst doet als draagconstructie voor de glaspanelen.
Hiertoe zijn de profielen uitgevoerd met een naar de voorzijde van de gevel gericht vooruitstekend gedeelte in de vorm van een lip die samen een kader vormen waarin de glaspanelen met de nodige dichtingen worden aangebracht, hierbij steunend op glassteunen die op de onderliggende regel en/of op de aanliggende stijl zijn bevestigd van het betreffend kader.
De glaspanelen worden dan langs hun omtrek vastgeklemd door middel van klemprofielen die tegen de vooruitstekende gedeelten worden vastgeschroefd, waarna deze klemprofielen worden bedekt door middel van een afdekprofiel.
Een eerste type T-verbindingen is bekend uit het EP 0.334.080 uit het EP 1.020.575, waarbij de T-verbinding tussen een stijl en een ligger kan worden gerealiseerd door de kopse kant van de ligger gedeeltelijk weg te frezen op zodanige manier dat de ligger met een overlappend gedeelte van de voorste wand tegen de voorzijde van de stijl kan gemonteerd worden en erop vastgeschroefd worden door middel van twee schroeven om het gewicht van het bovenliggend glaspaneel te kunnen ondersteunen en in verticale richting over te brengen op de stijl..
Om de rotatie van de ligger rond zijn eigen as te beletten wordt een T-verbinder gebruikt die in de holle ruimte van dit kops uiteinde van de ligger is bevestigd en die voorzien is van een pen die horizontaal in de richting van de stijl is gericht en die bedoeld is om in een vooraf voorziene pendoorgang in de wand van de stijl te worden aangebracht en die, in het geval van het EP 0.334.080, helpt voor het ondersteunen van het gewicht Van het bovenliggend glaspaneel.
Deze pen is voorzien van een groef die toelaat de pen met de rand van de groef achter de rand van de voornoemde pendoorgang te haken, waarbij de rand van de pendoorgang in de groef past zodat de pen niet ongewild terug uit de pendoorgang kan worden teruggetrokken.
Een nadeel van deze bekende T-verbinders is dat bij de montage op de werf schroeven nodig zijn om de liggers en de stijlen met elkaar permanent te verbinden.
Dit kan al wel eens voor ongemakken zorgen aangezien schroeven kunnen verloren gaan of vergeten worden.
Het inschroeven van schroeven in een metalen profiel vergt bovendien een zekere handigheid en kennis van zaken.
Daarnaast zijn de schroeven bij hoge glasgewichten vaak het zwakke punt. Door vervorming van de gevel wordt de bovenste schroef uit het profiel getrokken, waardoor de klemming van regel op stijl niet meer verzekerd is en de waterdichting niet meer verzekerd is.
Om bij het gebruik van schroeven dilatatie te kunnen opvangen moeten momenteel de gaten in de ligger sleufvormig voorzien worden. Dit geeft verhoogd risico op lucht- en waterinfiltratie
Bovendien zorgt het inschroeven van een schroef in een profiel onvermijdelijk voor een lokale verzwakking van het profiel en kan dit ook aanleiding geven tot het ontstaan van corrosie rond het schroefgat en van waterinsijpeling.
De montage van een glasgevel met klassieke T-verbinders is bijkomend relatief complex en arbeidsintensief mede door het feit dat de T-verbinders steeds in combinatie met verbindingsschroeven ter bevestiging op de stijl worden toegepast en het feit dat bij zware glaspanelen andere meer complexe types van T-verbinders worden toegepast.
Bij een tweede bekend type van T-verbindingen wordt er geen overlap voorzien tussen de ligger en de stijl. Dit type biedt het voordeel dat geen materiaal dient verwijderd te worden om het overlappend gedeelte te realiseren doch bij dit type verbindingen is een lekvrije afdichting tussen de stijl en de ligger veel moeilijker te realiseren.
De T-verbinders die bij dit type van verbindingen worden gebruikt zijn doorgaans complex en veroorzaken vaak plaatselijke vervormingen waar ze verbonden zijn met de stijl.
De huidige uitvinding heeft als doel een antwoord te bieden aan één of meer van de voornoemde en andere nadelen.
Hiertoe betreft de huidige uitvinding een T-verbinder voor het realiseren van een T-verbinding waarbij de T-verbinder is voorzien van een behuizing met zijwanden en een kopse eindwahd waaruit haaks op deze eindwand een pen met een zekere lengte uitsteekt, daardoor gekenmerkt dat de pen in haar geheel zijdelings in een richting haaks op de lengterichting van de pen verplaatsbaar is ten opzichte van de behuizing en dat de T-verbinder is voorzien of voorzien kan worden van aandri j fmiddelen om de pen in de voornoemde richting over een afstand te kunnen verplaatsen en in een positie te kunnen vasthouden, waarbij deze aandrijfmiddelen zodanig zijn dat zij van buitenaf bereikbaar zijn langs een voornoemde zijwand van de behuizing.
Voor het met elkaar verbinden van een stijl en een ligger volgens het eerste type van T-verbinding wordt de T-verbinder volgens de uitvinding in het kops uiteinde van de ligger bevestigd en wordt de ligger met een overlappend wandgedeelte tegen de stijl aangebracht, waarbij de pen van de T-verbinder in een pendoorgang in de stijl wordt aangebracht, waarna de pen door middel van de aandrijfmiddelen wordt verplaatst naar het overlappend wandgedeelte toe, waardoor de stijl wordt vastgeklemd tussen dit overlappend wandgedeelte en de betreffende pen.
Dit biedt het voordeel dat geen schroeven meer nodig zijn om de ligger op de stijl vast te klemmen aangezien de beweging van de pen zorgt voor een inklemming.
De nadelen van het gebruik van schroeven worden daarmee dan ook opgelost.
Een T-verbinder volgens de uitvinding kan bovendien wel dilatatie opvangen zonder dat gaten, in het bijzonder ook geen sleufvormige gaten, moeten voorzien worden.
Bij voorkeur maakt de pen deel uit van een penlichaam dat in een holte in de behuizing verplaatsbaar is aangebracht in de voornoemde verplaatsingsrichting van de pen, waarbij de pen via een doorgang in de voornoemde kopse eindwand met een lengte uitsteekt.
Deze uitvoeringsvorm laat een eenvoudige realisatie toe.
Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm worden de aandrijfmiddelen voor de verplaatsing van de pen gevormd door een schroef die in het penlichaam is geschroefd volgens een richting die zich uitstrekt evenwijdig met de voornoemde verplaatsingsrichting van de pen en die voorzien is van een schroefkop die voor het aanschroeven van buitenaf bereikbaar is via een aanschroefdoorgang in een zijwand van de behuizing.
Op deze manier is de schroef bereikbaar via een opening die daartoe tegenover de aanschroefdoorgang is voorzien in de ligger en kan de pen hierdoor met een schroevendraaier of ander aangepast gereedschap worden verdraaid om de ligger met de stijl te verbinden.
Zulke aandrijfmiddelen zijn eenvoudig uit te voeren en vergen geen speciaal gereedschap of voorzorgen en laten bovendien toe een relatief grote klemkracht te ontwikkelen.
Het geniet de voorkeur dat de groef van de pen gericht is naar de zijwand met de aanschroefdoorgang.
Dit biedt het voordeel dat bij het bewegen van de pen in de richting van het overlappend wandgedeelte er niet enkel een inklemming plaatsvindt, maar dat tevens de rand van de pendoorgang in de stijl gevat wordt in de groef van de pen.
Dit zorgt voor een axiale borging van de pen in de stijl.
Volgens een praktische uitvoeringsvorm is het penlichaam voorzien van twee pennen die er voor zorgen dat rotatie van de ligger ten gevolge van het gewicht van een bovenliggend glaspaneel kan worden voorkomen zonder dat er een tweede T-verbinder aan de achterzijde van de ligger dient te worden voorzien.
Alternatief kan voor het opvangen van de voornoemde rotatie een niet cilindrische pen, bijvoorbeeld een balkvormige pen, worden toegepast in plaats van twee pennen.
Bijkomend kan een T-verbinder volgens de uitvinding gebruikt worden in combinatie met een gekende verende T-verbinder wanneer de torsiekrachten op de ligger zeer hoog zijn en de profielen zeer breed zijn.
Met een T-verbinder volgens de uitvinding in combinatie met een tweede T-verbinder, al of niet volgens de uitvinding, kan de ligger ook op de stijl worden vastgeklemd zonder dat er een overlappend wandgedeelte nodig is tussen de ligger en de stijl en de ligger dus recht afgezaagd is aan zijn te verbinden kops uiteinde.
Samengevat combineeert eennieuwe T-verbinder volgens de uitvinding volgende functies: • Het aantrekken van ligger op stijl, in plaats van traditioneel met schroeven; • Het opvangen van het gewicht van de glaspanelen, in plaats van traditioneel door middel van schroeven; • Tegengaan van de rotatie van de ligger rond zijn eigen as, in plaats van traditioneel door middel van schroeven in combinatie met een klassieke verende T-verbinder.
Bijkomend kan hij dilatatie van de ligger opvangen en levert hij tijdswinst en gebruiksgemak op op de werf.
De uitvinding heeft eveneens betrekking op een T-verbinding tussen twee holle profielen, respectievelijk een stijl en een ligger die samen een gedeelte van een kader vormen van een glasgevel, waarbij de ligger met een kops uiteinde haaks of onder een hoek tegen een binnenwand van de stijl is aangebracht, met als kenmerk dat de profielen met elkaar verbonden zijn door middel van een T-verbinder zoals hierboven beschreven, waarbij de T-verbinder met zijn behuizing in de ligger is vastgeklemd en met zijn pen in een pendoorgang van de stijl steekt, waarbij de pen zodanig is verplaatst in de richting van de voorwand van de stijl dat de stijl met een gedeelte vastgeklemd zit tussen, enerzijds, de pen van de betreffende T-verbinder en, anderzijds, ofwel, een uitstekend voorste wandgedeelte aan het betreffend kops uiteinde van de ligger waarmee de ligger overlappend tegen de stijl is aangebracht, ofwel, een pen van een tweede T-verbinder waarmee de ligger met zijn betreffend kops uiteinde op de stijl is aangebracht.
Met het inzicht de kenmerken van de huidige uitvinding beter aan te tonen, is hierna als voorbeeld zonder enig beperkend karakter een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een T-verbinder volgens de uitvinding beschreven en van een T-verbinding daarmee gerealiseerd, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin: figuur 1 schematisch en in perspectief een gedeeltelijk uitgenomen constructie van een glasgevel toont met T-verbinders volgens de uitvinding; figuur 2 een T-verbinding weergeeft, respectievelijk in gemonteerde vorm en in een nog te monteren situatie; figuur 3 op grotere schaal de T-verbinder weergeeft die in figuur 2 door F3 is aangeduid; figuur 4 de T-verbinder van figuur 3 weergeeft in gedeeltelijk uiteengenomen vorm; figuur 5 de T-verbinder van figuur 3 toont langs de achterzijde en in gedeeltelijk uiteengenomen vorm; figuren 6 en 7 een doorsnede weergeven, respectievelijk volgens lijn VI-VI en lijn VII-VII in figuur 2; figuur 8 een doorsnede weergeeft volgens lijn VIII-VIII in figuur 7.
In de figuren 1 en 2 is een gedeelte van een gevelconstructie van een glasgevel 1 weergegeven, welke gevelconstructie is opgebouwd uit verticale stijlen 2 waartussen liggers 3 zijn aangebracht die samen kaders vormen waarin glaspanelen 4 kunnen worden bevestigd.
De stijlen 2 en liggers 3 zijn uitgevoerd als holle rechthoekige profielen met een naar de voorzijde van de gevel gerichte voorwand 5 en daarop aansluitende naar de binnenzijde van de kaders gerichte binnenwanden 6.
De profielen van de stijlen 2 en liggers 3 zijn op hun voorwanden voorzien van een vooruitstekend gedeelte in de vorm van een dubbele lip, waarbij de glaspanelen 4 door tussenkomst van een glassteun 8 op een onderliggend vooruitstekend gedeelte 7 steunen.
De glaspanelen 4 worden in de gevelconstructie van stijlen 2 en liggers 3 vastgezet door middel van klemprofielen 9 die op de vooruitstekende gedeelten 7 worden vastgeschroefd met schroeven 10, waarbij langs de randen van de glaspanelen 4 rondom dichtingen 11 worden voorzien tussen de glaspanelen 8 en de voorwand 5 van de stijlen 2 en liggers 3, enerzijds, dichtingen 12 tussen de glaspanelen 8 en de klemprofielen 9, anderzijds.
De glasgevel 1 wordt afgewerkt met afdekprofielen 13 die de klemprofielen afdekken.
Voor de montage van de dichtingen 11 op de voorwanden 5 van de stijlen 2 en liggers 3 zijn de voorwanden 5 aan weerszijden van het vooruitstekend gedeelte 7 op bekende wijze voorzien van profileringen 14 waarin of waarop de dichtingen 11 met een aangepaste voet kunnen vastgeklemd worden.
Op analoge manier zijn de klemprofielen voorzien van profileringen 15 voor de bevestiging van de dichtingen 12.
De liggers zijn met een kops uiteinde 16 tegen een binnenwand 6 van een stijl 2 aangebracht met een tussenliggende dichting 17.
Het materiaal van de ligger 3 is aan dit kops uiteinde 16 · over een korte afstand A gedeeltelijk verwijderd door frezen of door een andere techniek en dit op zodanige manier dat over deze afstand A enkel nog de voorwand 5 van de ligger 3 overblijft, waarbij deze overblijvende voorwand als een overlappend wandgedeelte 18 tegen de voorwand 5 van de stijl 2 wordt gemonteerd.
De ligger 3 wordt op de stijl 2 bevestigd door middel van een T-verbinder 19 volgens de uitvinding die meer in detail is weergegeven in figuren 3 tot 5.
De T-verbinder 19 bevat een behuizing 20 met twee overstaande geprofileerde zijwanden 21 en 22 die met elkaar verboden zijn door twee andere overstaande zijwanden 23 en 24.
Dé behuizing definieert een interne holte 25 die is afgedekt door een vaste kopse eindwand 26 en een kopse eindwand 27 in de vorm van een afneembaar deksel dat bijvoorbeeld is vastgeschroefd.
In de holte 25 is een beweegbaar balkvormig penlichaam 28 voorzien dat op één zijde 29 is voorzien van twee vaste, in dit geval identieke, pennen 30 die zich op een afstand van elkaar bevinden en zich in hun lengterichting met hun aslijnen X-X' evenwijdig aan elkaar uitstrekken.
In het gegeven voorbeeld is het penlichaam 28 voorzien van twee schroefdraaddoorgangen 31 die zich dwars doorheen het penlichaam 28 uitstrekken volgens een richting Y-Y' dwars op het vlak gevormd door lengterichting X-X' van de pennen 30 en de lijn Z-Z' die de centers van pennen 30 verbindt.
De schroefdraaddoorgangen 31 bevinden zich ten opzichte van de pennen 30 op eenzelfde afstand.
Het penlichaam 28 is symmetrisch ten opzichte van een vlak loodrecht op het vlak X-X' /Z-Z' in het midden tussen de aslijnen X-X' van de pennen 30.
In één van beide schroefdraaddoorgangen 31 is een schroef 32 ingedraaid met een conische kop 33 met een stervormige uitsparing 34 voor het aanschroeven met een aangepast gereedschap.
De ingang van de schroefdraaddoorgangen 31 is voorzien van een conische zitting 35 waarin de conische kop 33 van de schroef 32 op een verzonken manier kan ingedraaid worden.
De schroef 32 is bij aanvang voor de montage niet volledig ingedraaid en steekt met een gedeelte aan de kop 33 uit het penlichaam 28.
De eindwand 26 is voorzien van twee doorgangen 36 voor de pennen 30 die zijn uitgevoerd in de vorm van slipgaten die zich uitstrekken evenwijdig met de richting Y-Y' van de schroefdraaddoorgangen 31 en die op eenzelfde afstand zijn gelegen van de zijwanden 21 en 22.
Tussen het deksel 27 en het penlichaam 28 is een verend element 37 in de vorm van een drukveer 38 aangebracht die het penlichaam 28 tot tegen de binnenzijde van de eindwand 26 drukt en aldus een aanslag vormt, waarbij de pennen 30 doorheen de doorgangen 36 steken en met een lengte buiten de eindwand 26 komen zoals afgebeeld in figuur 3.
In de zijwand 23 zijn in het verlengde van de schroef 32 tegenover de schroefkop 33 van de schroef 32 aanschroefdoorgangen 39 voorzien om de schroef 32 van buitenaf te kunnen aanschroeven om het penlichaam 28 samen met de pennen 30 te kunnen verplaatsen in de richting Y-Y' van de schroefdraaddoorgangen 31 haaks op de lengterichting X-X' van de pennen 30.
In gemonteerde toestand van de T-verbinder 19 wordt de schroef 32 in axiale richting Y-Y' vastgehouden in de holte 25 van de behuizing, bijvoorbeeld doordat de schroef 32 in axiale richting Y-Y' gevat zit tussen de zijwanden 23 en 24 die de holte 25 begrenzen.
De schroef 32 wordt vóór het gebruik van de T-verbinder 19 zodanig aangeschroefd dat het penlichaam 28 en de pennen 30 in een voorgemonteerde toestand zover mogelijk weg van de zijwand 23 zijn verplaatst.
De pennen 30 zijn bij voorkeur voorzien van een groef 40 die zich haaks op de lengterichting van de pen uitstrekt tot op een zekere diepte en die met haar opening gericht is naar de zijwand 23 met aanschroefdoorgangen 39.
De behuizing 20 is optioneel voorzien van middelen 41 om de behuizing 20 in een te verbinden profiel 2-3 vast te klemmen, waarbij deze klemmiddelen kunnen bestaan uit twee ten opzichte van elkaar verplaatsbare delen 42 en 43 die door middel van een schroef 44 uit elkaar kunnen gedreven worden.
Het gebruik van een T-verbinder 19 volgens de uitvinding is zeer eenvoudig en als volgt voor het verbinden van een stijl 2 met een kops uiteinde van een ligger 3.
Het kops uiteinde van de ligger 3 wordt voorafgaandelijk bij de productie voorzien van een overlappend wandgedeelte 18.
In het kops uiteinde wordt een T-verbinder 19 volgens de uitvinding aangebracht met de pennen 30 naar buiten gericht en de aanschroefdoorgangen 39 gericht naar de voorwand 5 van de ligger 3 en met de schroef 32 in de onderste schroefdraaddoorgang 31.
De geprofileerde zijwanden 21 en 22 zijn zodanig dat de T-verbinder 19 passend in het profiel van de ligger 3 schuift zoals geïllustreerd in figuur 6.
De T-verbinder 19 wordt zodanig in de ligger 3 gepositioneerd dat de kopse eindwand 26 van de behuizing 20 gelijk komt met de rand 45 van het kops uiteinde van de ligger 3 zoals te zien is in figuur 7, waarbij de onderste aanschroefdoorgang 39 dan gepositioneerd is tegenover een doorgang 47 die vooraf op een gepaste plaats werd aangebracht in de voorwand 5 van de ligger 3 onder het niveau van het vooruitstekend gedeelte 7 van de ligger 3 op deze voorwand 5.
In deze positie wordt de T-verbinder 19 vastgezet in de ligger 3, bijvoorbeeld door de T-verbinder 19 vast te klemmen in het profiel door het aanschroeven van de schroef 44.
Vervolgens wordt de ligger 3, al dan niet samen met een tussenliggende dichting 17, met de rand 45 tegen een binnenwand 6 van de stijl 2 geplaatst, waarbij op voorhand in deze binnenwand 6 pendoorgangen 46 zijn aangebracht waarin de pennen 30 van de T-verbinder 19 in hun voornoemde voorgemonteerde toestand passen wanneer de ligger 3 met zijn overlappend wandgedeelte 18 tegen de voorwand 5 van de stijl 2 wordt gehouden.
In deze positie wordt de schroef 32 door middel van een gepast gereedschap via de doorgang 47 in de voorwand 5 van de ligger 3 aangeschroefd zodat het penlichaam 28 met de pennen 30 worden verplaatst in de richting van de voornoemde voorwand 5 van de ligger 3 zoals aangegeven met pijl B in figuur 7.
Hierbij haken de pennen 30 zich met een rand 48 van de groef 40 achter de rand 49 van een pendoorgang 46, waarbij de rand 49 van de pendoorgang 46 in de groef 40 wordt gevat en hierdoor de pen 30 niet meer uit de pendoorgang 46 kan teruggetrokken worden.
De breedte van de groef 40 is hierbij aangepast aan de dikte van de binnenwand 6 van de stijl 2, desnoods met inbegrip van de dikte van de dichting 17 en zo dat dilatatie van de ligger 3 mogelijk is.
De spoed van de verplaatsing van de pennen 30 is daarbij voldoende om toe te laten dat de bodem 50 van de groef 40 met kracht tot tegen de rand 49 van de pendoorgang 46 kan aangeschroefd worden zoals weergegeven in de linkse T-verbinding van figuur 7, zodat het gedeelte van de binnenwand 6 van de stijl 2 dat gelegen is tussen het overlappend wandgedeelte. 18 van de ligger 3 en de pendoorgangen 46 in de stijl 2 wordt vastgeklemd tussen dit overlappend wandgedeelte 18 en de pennen 30.
Aldus zijn niet noodzakelijk aparte schroeven nodig om de profielen 2 en 3 ten opzichte van elkaar vast te zetten en blijvend vast te houden.
Aangezien de T-verbinding tot stand komt door inklemming is het niet strikt noodzakelijk, alhoewel wel wenselijk, dat de pennen 30 voorzien zijn van een groef 40.
Wanneer het ander kops uiteinde van de ligger 3 dient te worden bevestigd in een volgende stijl 2, dan wordt in dit uiteinde een tweede T-verbinder 19 aangebracht, maar in een positie zoals weergegeven in figuur 8 die 180° is verdraaid rond een aslijn X-X' ten opzichte van de positie van de eerste reeds aanwezige T-verbinder 19 zoals weergegeven in figuur 6, zodat de pennen 30 van de tweede T-verbinder 19 wegwijzen van de eerste T-verbinder 19.
De schroef 32 wordt voorafgaandelijk aan de montage van de tweede T-verbinder 19 in het kops uiteinde van de ligger 3 verplaatst naar de andere van de twee schroefdraaddoorgangen 31 zodat de schroef 32 zich ook voor de tweede T-verbinder 19 in de onderste schroefdraaddoorgang 31 bevindt zoals voorgesteld in figuur 8.
In plaats van dat de schroef 33 vooraf gemonteerd en axiaal geïmmobiliseerd is in de holte 25 van de behuizing 20 is het niet uitgesloten dat de schroef 33 bij assemblage van de ligger 3 op de stijl 2 wordt gemonteerd en doorheen de doorgang 47 in de voorwand 5 van de ligger 3 en doorheen de aanschroefdoorgang 39 in de schroefdraaddoorgang 31 in het penlichaam wordt aangeschroefd, waarbij in dit geval de kop van de schroef groter is dan de doorgang 47 in voorwand 5 en hierdoor de schroef 33 het penlichaam 28 naar voren trekt.
In figuur 8 is naast de T-verbinder 19 volgens de uitvinding ook nog een klassieke T-verbinder 51 aangebracht tegen de achterwand 52 van de ligger 3, dit om torsiekrachten op te vangen die te wijten zijn aan het gewicht van de glaspanelen 4 die op het vooruitstekend gedeelte 7 van de ligger 3 rusten, waarbij de T-verbinder 19 meer naar de voorzijde van de ligger 3 is gemonteerd en hoofdzakelijk bedoeld is om het gewicht van de glaspanelen 4 op te vangen.
Een bijkomende klassieke T-verbinder 51 kan vooral nuttig zijn in geval van brede profielen 2 en 3.
Het is duidelijk dat de klassieke T-verbinder 51 ook vervangen kan worden door een T-verbinder 19 volgens de uitvinding.
Het is ook duidelijk dat in deze combinatie van T-verbinder 19 met een klassieke T-verbinder 51 of in een combinatie van twee T-verbinders 19 volgens de uitvinding een inklemming van de stijl 2 tussen de pennen van de twee T-verbinders ook mogelijk is zonder dat hiervoor een overlappend wandgedeelte 18 nodig is en met andere woorden zulke combinatie toelaat om een ligger 3 met recht afgezaagde kopse uiteinden te bevestigen op de stijl 2.
Het is ook duidelijk dat de T-verbinder 19 volgens de uitvinding niet noodzakelijk twee pennen 30 moet hebben, maar dat alternatief een T-verbinder 19 met slechts één enkele pen en/of met pen met niet-cilindrische vorm en/of met één enkele schroefdraaddoorgang 31 ook mogelijk is.
Indien de stijlen 2 reeds op voorhand gemonteerd zijn tegen de constructie van het gebouw en de liggers 3 tussen de stijlen 2 dienen te worden gemonteerd en bevestigd, dan worden de pennen ingeduwd tegen de kracht van het verend element 37 in. Bij het positioneren van de ligger 3 op de juiste plaats tegen de stijl 2 schieten de pennen 30 automatisch in de pendoorgangen 46 onder invloed van de veerkracht van het verend element 37.
Alhoewel in de figuren identieke profielen zijn gebruikt voor de stijlen 2 en liggers 3, is het niet uitgesloten dat voor de liggers 3 andere profielen worden gebruikt dan voor de stijlen 2, bijvoorbeeld profielen met een kleinere breedte.
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvorm, doch een T-verbinder volgens de uitvinding en een T-verbinding daarmee gerealiseerd kunnen in velerlei vormen en afmetingen worden verwezenlijkt, zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (24)

1. T-verbinder voor het haaks of onder een hoek met elkaar verbinden van twee holle profielen (2 en 3), waarbij de T-verbinder (19) is voorzien van een behuizing (20) met zijwanden (21 en 22) en een kopse eindwand (26) waaruit haaks op deze eindwand (26) een pen (30) met een zekere lengte uitsteekt, daardoor gekenmerkt dat de pen (30) in haar geheel zijdelings in een richting (Y-Y') haaks op de lengterichting (X-X' ) van de pen (30) verplaatsbaar is ten opzichte van de behuizing (20) en dat de T-verbinder (19) is voorzien van of voorzien kan worden van aandrijfmiddelen om de pen (30) in de voornoemde richting (Y-Y') haaks op de lengterichting (X-X') over een afstand te kunnen verplaatsen en in een positie te kunnen vasthouden, waarbij deze aandrijfmiddelen zodanig zijn dat zij van buitenaf bereikbaar zijn langs een voornoemde zijwand (23) van de behuizing (20).
2. T-verbinder volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de pen (30) deel uitmaakt van een penlichaam (28) dat in een holte (25) in de behuizing (20) verplaatsbaar is aangebracht in de voornoemde verplaatsingsrichting (Y-Y') van de pen (30), waarbij de pen (30) via een doorgang (36) in de voornoemde kopse eindwand (26) met een lengte uitsteekt.
3. T-verbinder volgens . conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat de doorgang (36) in de kopse eindwand (26) een slipgat is waarin de pen (30) over een afstand verplaatsbaar is en die zich uitstrekt in de voornoemde verplaatsingsrichting (Y-Y') van de pen (30).
4. T-verbinder volgens conclusie 2 of 3, daardoor gekenmerkt dat hij voorzien is van een verend element (37) dat het penlichaam (28) in de richting van de kopse eindwand (26) duwt en dat deze eindwand (26) een aanslag vormt voor het penlichaam (28).
5. T-verbinder volgens conclusie 4, daardoor gekenmerkt dat de behuizing (20) een tweede kopse eindwand (27) bezit en dat het voornoemde verend element (37) is aangebracht tussen het penlichaam (28) en deze tweede eindwand (27).
6. T-verbinder volgens conclusie 5, daardoor gekenmerkt dat de tweede kopse eindwand (27) is uitgevoerd als een verwijderbaar deksel.
7. T-verbinder volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de aandrijfmiddelen voor de verplaatsing van de pen (30) worden gevormd door een schroef (32) die in het penlichaam (28) is geschroefd of geschroefd kan worden volgens een richting die zich uitstrekt evenwijdig met de voornoemde verplaatsingsrichting (Y-Y') van de pen (30) en die voorzien is van een schroef kop (33) die voor het aanschroeven van buitenaf bereikbaar is.
8. T-verbinder volgens conclusie 7, daardoor gekenmerkt dat de schroef (32) in axiale richting (Y-Y') is geïmmobiliseerd in de holte (25) van de behuizing (20).
9. T-verbinder volgens conclusie 8, daardoor gekenmerkt dat de schroef (32) zich doorheen een schroefdraaddoorgang (31) dwars doorheen het penlichaam (28) uitstrekt, waarbij de schroefdraaddoorgang van buitenaf bereikbaar is via een aanschroefdoorgang (39)in een zijwand (23) van de behuizing (20).
10. T-verbinder volgens conclusie 9, daardoor gekenmerkt dat de schroef (32) in axiale richting (Y-Y') is geïmmobiliseerd doordat zij in deze richting gevat zit tussen twee wanden (23-24) die de holte (25) van de behuizing begrenzen.
11. T-verbinder volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de pen (30) is voorzien van een groef (40) die zich haaks op de lengterichting (X-X') van de pen (30) uitstrekt.
12. T-verbinder volgens conclusie 11, daardoor gekenmerkt dat de groef (40) van de pen (30) gericht is naar de zijwand (23) met de aanschroefdoorgang (39).
13. T-verbinder volgens één van de conclusies 2 tot 12, daardoor gekenmerkt dat het penlichaam (28) voorzien is van twee evenwijdige pennen (30) die op een afstand van elkaar via een voornoemde doorgang (36) met een lengte uit de eindwand (26) uitsteken.
14. T-verbinder volgens conclusies 13, daardoor gekenmerkt dat de behuizing (20) is voorzien van twee overstaande zijwanden (21 en 22) die met elkaar verbonden zijn door de voornoemde zijwand (23) met aanschroefdoorgang (39) en dat de pennen (30) zich op eenzelfde afstand bevinden van deze twee overstaande zijwanden (21 en 22) en zich met hun centers op een lijn (Z-Z') bevinden die zich uitstrekt loodrecht op de verplaatsingsrichting (Y-Y') van de pennen (30).
15. T-verbinder volgens conclusies 13 of 14, daardoor gekenmerkt dat het penlichaam (28) is voorzien van twee schroefdraaddoorgangen (31) en dat tegenover elke schroefdraaddoorgang (31) in de behuizing (20) een aanschroefdoorgang (39) is voorzien.
16. De T-verbinder volgens conclusie 13 of 14, daardoor gekenmerkt dat hij is uitgevoerd met een links en rechts stuk met telkens één aanschroefdoorgang (39).
17. T-verbinder volgens conclusie 16, daardoor gekenmerkt dat hij is voorzien van slechts één enkele schroef (32) in één van de schroefdraaddoorgangen (31) van het penlichaam (28).
18. T-verbinder volgens conclusie 16 of 17, daardoor gekenmerkt dat de twee schroefdraaddoorgangen (31) zich ten opzichte van de pennen (30) op eenzelfde afstand bevinden.
19. T-verbinder volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat hij is voorzien van middelen (41) om de behuizing (20) in een te verbinden profiel (3) vast te klemmen.
20. T-verbinding tussen twee holle profielen, respectievelijk een stijl (2) en een ligger (3) die samen een gedeelte van een kader vormen van een glasgevel (1), waarbij de ligger (3) met een kops uiteinde (16) haaks of onder een hoek tegen een binnenwand (6) van de stijl (2) is aangebracht, daardoor gekenmerkt dat de profielen (2-3) met elkaar verbonden zijn door middel van een T-verbinder (19) volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de T-verbinder (19) met zijn behuizing (20) in de ligger (3) is vastgeklemd en met zijn pen (30) in een pendoorgang (46) van de stijl (2) steekt, waarbij de pen (30) zodanig is verplaatst in de richting van de voorwand (5) van de stijl (2) dat de stijl (2) met een gedeelte vastgeklemd zit tussen, enerzijds, de pen (30) van de betreffende T- verbinder (19) en, anderzijds, ofwel, een uitstekend voorste wandgedeelte (18) aan het betreffend kops uiteinde van de ligger (3) waarmee de ligger (3) overlappend tegen de stijl (2) is aangebracht, ofwel, een pen (30) van een tweede T-verbinder (19 of 51) waarmee de ligger (2) met zijn betreffend kops uiteinde (16) op de stijl (3) is aangebracht.
21. T-verbinding volgens conclusie 20, daardoor gekenmerkt dat de T-verbinder (19) met zijn aanschroefdoorgang (39) is gericht naar de voorste wand (5) met het overlappende wandgedeelte (18) van de ligger (3) en dat in deze voorste wand (5) een doorgang (47) is voorzien tegenover de aanschroefdoorgang (39) van de T-verbinder (19).
22. T-verbinding volgens conclusie 21, daardoor gekenmerkt dat de stijl en de ligger op hun voorwand (5) zijn voorzien van een vooruitstekend gedeelte (7) in de vorm van een lip waarop een glaspaneel (4) kan rusten en dat de voornoemde doorgang (47) in de ligger (3) tegenover de aanschroefdoorgang (39) van de T-verbinder (19) zich onder het niveau bevindt van dit vooruitstekend gedeelte (7) van de betreffende ligger (3).
23. T-verbinding volgens één van de conclusies 20 tot 22, daardoor gekenmerkt dat tussen het kops uiteinde (16) van de ligger (3) en de binnenwand (6) van de stijl (2) een dichting (17) is voorzien.
24. T-verbinding volgens één van de conclusies 20 tot 23, daardoor gekenmerkt dat de stijl (2) en de ligger (3) met elkaar verbonden zijn door middel van een T-verbinder waarvan de pen (30) voorzien is van een groef (40) die in de pendoorgang (46) van de stijl (2) steekt met de groef (40) gericht naar de voorwand (5) van de ligger (3) en met de rand (48) van de groef (40) hakend achter de rand (49) van de pendoorgang (46).
BE2012/0264A 2012-04-20 2012-04-20 T-verbinder en t-verbinding daarmee gerealiseerd. BE1020554A3 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2012/0264A BE1020554A3 (nl) 2012-04-20 2012-04-20 T-verbinder en t-verbinding daarmee gerealiseerd.
PCT/BE2013/000017 WO2013163701A1 (en) 2012-04-20 2013-04-10 T-connector and t-connection realised with it

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2012/0264A BE1020554A3 (nl) 2012-04-20 2012-04-20 T-verbinder en t-verbinding daarmee gerealiseerd.
BE201200264 2012-04-20

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1020554A3 true BE1020554A3 (nl) 2013-12-03

Family

ID=48468114

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2012/0264A BE1020554A3 (nl) 2012-04-20 2012-04-20 T-verbinder en t-verbinding daarmee gerealiseerd.

Country Status (2)

Country Link
BE (1) BE1020554A3 (nl)
WO (1) WO2013163701A1 (nl)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
IT201900000589A1 (it) * 2019-01-14 2020-07-14 L M Dei F Lli Monticelli S R L Staffa di supporto e struttura di supporto per sistemi di facciata.
DE102020103627B4 (de) 2019-02-14 2023-10-12 HUECK System GmbH & Co. KG Federstiftstossverbinder

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3574367A (en) * 1968-01-26 1971-04-13 Johannes Jankowski Coupling
SU838110A1 (ru) * 1979-05-16 1981-06-15 Musyakin Vyacheslav E Замок дл креплени профилей
EP0334080A1 (de) * 1988-03-24 1989-09-27 SCHÜCO International GmbH & Co. T-Verbindung zwischen zwei Profilen, vorzugsweise einem Sprossen- und einem Pfostenprofil einer Fassade

Family Cites Families (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE19901775A1 (de) 1999-01-18 2000-07-20 Schueco Int Kg T-Verbindung zwischen einem Sprossen- und einem Pfostenprofil einer Fassade oder eines Lichtdaches

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3574367A (en) * 1968-01-26 1971-04-13 Johannes Jankowski Coupling
SU838110A1 (ru) * 1979-05-16 1981-06-15 Musyakin Vyacheslav E Замок дл креплени профилей
EP0334080A1 (de) * 1988-03-24 1989-09-27 SCHÜCO International GmbH & Co. T-Verbindung zwischen zwei Profilen, vorzugsweise einem Sprossen- und einem Pfostenprofil einer Fassade

Also Published As

Publication number Publication date
WO2013163701A1 (en) 2013-11-07

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US8689515B2 (en) Hinge assembly for a frame structure
JP6887426B2 (ja) 三方コーナー・アセンブリ
EP3379016A1 (de) Schiebeelement mit dichtungsvorrichtung und dichtungselement
BE1020554A3 (nl) T-verbinder en t-verbinding daarmee gerealiseerd.
CA3018532A1 (en) Structure with hollow or partially hollow structural elements, with modular and improved system of joints
DK2738317T3 (en) Wall construction plate element
CN103459734B (zh) 栅栏板
CN100425778C (zh) 用于正面组装结构的支撑框架
EP2738329A1 (en) Embedded hinge for reversible door
CN210888648U (zh) 一种门窗的拼角结构
JP2007144015A (ja) 組立式デスク
EP1124035A1 (de) Fenster-/Türsystem
RU2563109C1 (ru) Оконная рама фасадного блока
FR3064969B1 (fr) Poutre centrale pour chassis arriere de vehicule comprenant en partie arriere un profile de renfort
JP7102167B2 (ja) 床構造体
US20040128931A1 (en) Modular rail system
BE1027051B1 (nl) T-verbinder voor het haaks verbinden van profielen
JP3514232B2 (ja) 間仕切パネルシステム
KR102094495B1 (ko) 커튼월 외장 시스템의 외부 장식물 설치 구조
RU145588U1 (ru) Оконная рама фасадного блока
EP2132394A1 (en) Panel connector arrangement
KR101923264B1 (ko) 창유리 지지부재
DE102005001801A1 (de) Stossverbinder zum winkeligen Verbinden von Hohlprofilen
NL1011854C2 (nl) Gevelconstructie voor een kas of warenhuis.
US20090223138A1 (en) Post assembly for partitioning walls