BE1020381A3 - Bulkloods. - Google Patents

Bulkloods. Download PDF

Info

Publication number
BE1020381A3
BE1020381A3 BE2012/0106A BE201200106A BE1020381A3 BE 1020381 A3 BE1020381 A3 BE 1020381A3 BE 2012/0106 A BE2012/0106 A BE 2012/0106A BE 201200106 A BE201200106 A BE 201200106A BE 1020381 A3 BE1020381 A3 BE 1020381A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
bulk
shed
dump
space
pouring
Prior art date
Application number
BE2012/0106A
Other languages
English (en)
Inventor
Luc Holvoet
Original Assignee
Engicon Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Engicon Nv filed Critical Engicon Nv
Priority to BE2012/0106A priority Critical patent/BE1020381A3/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1020381A3 publication Critical patent/BE1020381A3/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G69/00Auxiliary measures taken, or devices used, in connection with loading or unloading
    • B65G69/04Spreading out the materials conveyed over the whole surface to be loaded; Trimming heaps of loose materials
    • B65G69/0408Spreading out the materials conveyed over the whole surface to be loaded; Trimming heaps of loose materials by relatively moving an endless feeding means
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G69/00Auxiliary measures taken, or devices used, in connection with loading or unloading
    • B65G69/18Preventing escape of dust
    • B65G69/181Preventing escape of dust by means of sealed systems
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G69/00Auxiliary measures taken, or devices used, in connection with loading or unloading
    • B65G69/18Preventing escape of dust
    • B65G69/181Preventing escape of dust by means of sealed systems
    • B65G69/182Preventing escape of dust by means of sealed systems with aspiration means

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Filling Or Emptying Of Bunkers, Hoppers, And Tanks (AREA)

Description

BULKLOODS
Deze uitvinding betreft een bulkloods omvattende: - een loodsruimte; - een toevoerinrichting voor het toevoeren van bulkgoed bovenin de bulkloods; - en stortmiddelen voor het storten van bulkgoed vanaf de toevoerinrichting in de loodsruimte.
Deze uitvinding betreft eveneens een werkwijze voor het aanpassen van een bestaande bulkloods tot een bulkloods volgens deze uitvinding.
Dergelijke bulkloodsen zijn meestal vlakloodsen. Bij vlakloodsen met een toevoerinrichting in de daknok, gebeurt het vullen bij grote capaciteiten meestal met behulp van mechanische systemen. Een eerste veelgebruikt mechanisch systeem omvat een zelfverrijdbare transportband, die ongeveer een lengte heeft van de helft van de lengte van de vlakloods, waarbij centraal in de vlakloods het bulkgoed op deze transportband wordt gestort. Door verrijden en gebruik makend van afwisselend de linkse en de rechtse draaizin van de transportband, wordt dit bulkgoed verdeeld over de lengte van de vlakloods. Een ander mechanisch systeem omvat een transportband met een verrijdbare tripperwagen (afstortwagen). Deze vlakloodsen, waar vulcapaciteiten tot 2500 m3/u en meer niet vreemd zijn, moeten continu (zonder onderbreking) gevuld kunnen worden. Vast gepositioneerde stortzones zijn bij dergelijke vlakloodsen uitgesloten omwille van praktische logistieke overwegingen.
Een probleem hierbij is dat bij het vullen van een dergelijke loods met bulkgoed stof gaat opdwarrelen. De toevoerinrichtingen bevinden zich dan ook in een explosiegevoelige zone. Bij het vullen van een bulkloods met explosiegevoelig bulkgoed bestaat zo een groot risico op explosiegevaar wanneer bijvoorbeeld door de beweging van deze mechanische systemen een vonk (ontsteking) ontstaat. Een ontstekingsbron kan bijvoorbeeld ook veroorzaakt worden door een defect.
De gekende systemen worden bij nieuwe plaatsingen dan ook momenteel minder gekozen op basis van de huidige ATEX reglementering, zodat volop naar minder explosiegevoelige alternatieven wordt gezocht. Deze ATEX reglementering heeft betrekking op twee Europese richtlijnen op het gebied van explosiegevaar onder atmosferische omstandigheden, nl. richtlijn 1999/92/EG en richtlijn 94/9/EG.
Het doel van deze uitvinding is om te voorzien in een bulkloods die explosieveiliger is uitgevoerd.
Dit doel van de uitvinding wordt bereikt door te voorzien in een bulkloods omvattende - een loodsruimte; een toevoerinrichting voor het toevoeren van bulkgoed bovenin de bulkloods; - stortmiddelen voor het storten van bulkgoed vanaf de toevoerinrichting in de loodsruimte; - en een afscheiding, die de loodsruimte opdeelt in een toevoerruimte bovenin de bulkloods, waarin de toevoerinrichting is opgesteld en een stortruimte onderin de bulkloods, die met behulp van deze afscheiding van de toevoerruimte is afgeschermd, waarbij in deze afscheiding minstens één stortgang is voorzien, die deel uitmaakt van de stortmiddelen, voor het storten van het bulkgoed doorheen de stortgang, en waarbij elke stortgang minstens één afdichtingsflap omvat, die de stortgang afsluit en uitwijkbaar is om ëen opening te vormen doorheen de stortgang voor het storten van het bulkgoed.
Volgens de uitvinding wordt dus een fysische afscheiding gerealiseerd tussen de stortruimte en de toevoerruimte van waaruit de toevoerinrichting de loodsruimte vult met bulkgoed. Hierdoor wordt verhinderd dat opdwarrelend stof vanuit de stortruimte in het bovencompartiment (de toevoerruimte) bij het mechanische transportsysteem (de toevoerinrichting) terecht komt. Het explosiegevaar wordt hierdoor aanzienlijk verminderd. De levensduur van de toevoerinrichting wordt bovendien sterk verlengd, doordat deze in een afgeschermde zone wordt opgesteld, en dus minder onderhevig is aan stof en beter onderhouden kan worden. Verder is een minder grote capaciteit vereist voor de ontstoffingsinstallatie in de loodsruimte.
Dankzij deze uitvinding blijft een continue (ononderbroken) loodsbelading mogelijk, zelfs bij grote capaciteiten.
Bij voorkeur is de genoemde afdichtingsflap flexibel uitgevoerd. Deze afdichtingsflap is bij voorkeur zo opgesteld dat deze de stortgang zo goed mogelijk afsluit op momenten dat ter plaatse van de aansluiting geen bulkgoed wordt gestort. Een dergelijke flexibele afdichtingsflap is uiterst geschikt als afdichtingsmateriaal dat toelaat om bij vullen van de loods een doorlaatopening te creëren waardoorheen het bulkgoed gestort kan worden. Alternatief zou de afdichtingsflap bijvoorbeeld ook uit rigide materiaal vervaardigd kunnen worden, waarbij deze afdichtingsflap dan scharnierend in de stortgang is opgesteld. Een dergelijke scharnierende doorgang is echter stofgevoeliger, zodat deze meer onderhoud vereist. Bovendien wordt met een dergelijke rigide afdichtingsflap telkens een opening over de volledige breedte van deze afdichtingsflap geopend, terwijl met een flexibele flap er beter voor gezorgd kan worden dat deze eventueel enkel lokaal zal uitwijken wàar het bulkgoed gestort wordt.
De toevoerinrichting van een bulkloods volgens deze uitvinding omvat bij voorkeur minstens één stortschacht, voor het storten van bulkgoed doorheen deze minstens één stortschacht. Deze minstens één stortschacht maakt deel uit van de genoemde stortmiddelen, en strekt zich bij voorkeur zodanig in de stortgang uit, dat deze stortschacht de afdichtingsflap minstens gedeeltelijk doet uitwijken om de genoemde opening te vormen.
Alternatief, maar minder voorkeurdragend, zou de stortschacht ook zo opgesteld kunnen worden dat de afdichtingsflap uitwijkbaar is onder invloed van hierop gestort bulkgoed. Echter in dat geval zal er meer stofontwikkeling zijn in de stortgang ter hoogte van de afdichtingsflap. Wanneer het gestorte bulkgoed uit de stortschacht kan stromen, zonder hindernissen tegen te komen (doordat de stortschacht zelf de afdichtingsflap doet uitwijken), dan is er minder stofontwikkeling in de stortgang.
De genoemde stortgang omvat verder bij voorkeur een afschermplaat, die de stortgang minstens gedeeltelijk afschermt naast de afdichtingsflap. Deze afschermplaat is bij voorkeur schuin opgesteld in de bulkloods, zodat een schuin boven de afschermplaat bevestigde en neerhangende afdichtingsflap onder invloed van de zwaartekracht de opening naast de afschermplaat kan afsluiten.
Bij voorkeur wordt het bulkgoed bij storten ervan in de bulkloods geleid met behulp van deze minstens één stortschacht, waarbij dan een zijwand van deze stortschacht dienst doet als een geleidingsplaat. Het bulkgoed zou minder voorkeurdragend bijvoorbeeld ook geleid kunnen worden met behulp van de afschermplaat van de stortgang, die dan dienst doet als geleidingsplaat. Echter, gezien het bulkgoed via deze geleidingsplaat in de stortruimte wordt gestort, is dit onderdeel sterk onderhevig aan slijtage. Wanneer de geleidingsplaat deel uitmaakt van de stortgang, dan dient bij slijtage deze plaat in de stortgang vervangen te worden. Wanneer deze geleidingsplaat deel uitmaakt van een stortschacht van de toevoerinrichting, dan dient enkel deze geleidingsplaat aan de toevoerinrichting zelf vervangen te worden bij slijtage ervan. Bovendien kan, wanneer de geleidingsplaat deel uitmaakt van een stortschacht, deze geleidingsplaat een extra afdichting vormen om te verhinderen dat stofdeeltjes tot bij de bewegende onderdelen van de toevoerinrichting kunnen komen.
Om verder te verhinderen dat stofdeeltjes tot bij de bewegende onderdelen van de toevoerinrichting kunnen komen, kunnen ook afdichtingsmiddelen, zoals bijvoorbeeld afdichtingsborstels tussen de stortschacht en de stortgang aangebracht worden.
Bij een bijzonder voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een bulkloods volgens deze uitvinding staat de stortruimte minstens gedeeltelijk in onderdruk ten opzichte van de toevoerruimte. Hierdoor wordt nog verder verhinderd dat uit de stortruimte opdwarrelend stof kan doordringen tot in de toevoerruimte.
Bij voorkeur omvat een dergelijke bulkloods dan afzuigmiddelen voor het minstens gedeeltelijk in onderdruk brengen van de stortruimte ten opzichte van de toevoerruimte. Deze afzuigmiddelen kunnen meer specifiek minstens één afzuigkanaal omvatten. De genoemde afschermplaat van de stortgang kan hierbij gebruikt worden om het genoemde afzuigkanaal minstens gedeeltelijk te begrenzen. Verder kunnen dergelijke afzuigmiddelen nog meer specifiek regelbare afzuigmonden omvatten, die aangesloten zijn op het afzuigkanaal. De regelbare afzuigmonden kunnen regelkleppen zijn, die geopend of gesloten kunnen worden afhankelijk van waar men wenst af te zuigen. Een bijzondere uitvoeringsvorm van een dergelijke bulkloods kan daarnaast ook regelmiddelen omvatten, voor het regelen van de afzuigmonden, voor het plaatselijk in onderdruk brengen van de stortruimte. Het is niet steeds nodig om de volledige bulkloods op een zelfde onderdruk te brengen. De meeste bulkloodsen zijn gecompartimenteerd uitgevoerd. In plaats van de volledige bulkloods in onderdruk te brengen, is het dan ook mogelijk om één of meerdere compartimenten ervan in onderdruk te plaatsen. Plaatselijk waar het bulkgoed gestort wordt, kan bijvoorbeeld tijdelijk (bijkomend) afgezogen worden waarbij de bulkloods dan plaatselijk onder (een grotere) onderdruk komt te staan.
In een meer specifieke uitvoeringsvorm van een bulkloods volgens deze uitvinding omvat elke stortgang meerdere flexibele afdichtingsflappen, die over de lengte van de stortgang verspreid zijn opgesteld, waarbij elke twee op elkaar volgende afdichtingsflappen elkaar gedeeltelijk overlappen. Door meerdere dergelijke op elkaar aansluitende afdichtingsflappen te voorzien, kan over een relatief grote lengte een goede afdichting voorzien worden, die telkens slechts lokaal onderbroken wordt ter plaatse van de locatie waar het bulkgoed doorheen de stortgang wordt gestort. Enkel waar het bulkgoed wordt gestort, zullen daar lokaal de afdichtingsflappen uitwijken, terwijl iets verder de afdichtingsflappen in hun gesloten stand blijven hangen, waarbij ze de stortgang afsluiten naast de geleidingsplaat.
Meer specifiek kan de stortgang zich nagenoeg over de lengte van de bulkloods uitstrekken. De stortgang kan verder ook opgedeeld worden in meerdere van elkaar gescheiden stortopeningen. Wanneer meerdere dergelijke stortopeningen worden voorzien, dan omvat de stortgang bij voorkeur per stortopening een genoemde afdichtingsflap.
Elke afdichtingsflap van een bulkloods volgens de uitvinding is voorkeurdragend uit brandvertragend slijtrubber vervaardigd. Dergelijk brandvertragend slijtrubber is bij voorkeur ATEX gekeurd.
De stortgang is bij voorkeur minstens gedeeltelijk afgebakend met behulp van vonkvrije antistatische slijtvaste platen. Door de stortgang lokaal te bekleden met dergelijke platen, dient de loods zelf niet over zijn volle lengte met dergelijke platen bekleed te worden om te voldoen aan de reglementeringen naar explosieveiligheid toe.
Verder omvat de afscheiding van een bulkloods volgens deze uitvinding bij voorkéur een loopbrug. Met behulp van een dergelijke loopbrug blijft de toevoerinrichting ook tijdens bedrijf steeds toegankelijk.
Het doel van deze uitvinding wordt eveneens bereikt door te voorzien in een werkwijze voor het aanpassen van een bulkloods omvattende een loodsruimte; - een toevoerinrichting voor het toevoeren van bulkgoed bovenin de bulkloods; - stortmiddelen voor het storten van bulkgoed vanaf de toevoerinrichting in de loodsruimte; tot een bulkloods volgens de uitvinding zoals hierboven beschreven waarbij deze werkwijze de volgende stappen omvat: - het aanbrengen van een afscheiding in de loodsruimte onder de toevoerinrichting zodat de loodsruimte met behulp van deze afscheiding opgedeeld is in een toevoerruimte bovenin de bulkloods, waarin de toevoerinrichting is opgesteld en een stortruimte onderin de bulldoóds; - het aanbrengen van minstens één stortgang in deze afscheiding; - het aanbrengen van minstens één geleidingsplaat voor het geleidend storten van het bulkgoed doorheen de stortgang, - het aanbrengen van minstens één afdichtingsflap aan de stortgang, om de stortgang naast de geleidingsplaat af te sluiten en bij storten van het bulkgoed uit te wijken om een opening te vormen doorheen de stortgang.
Dankzij deze werkwijze kunnen bestaande bulkloodsen met een aantal beperkte ingrepen eenvoudig omgevormd worden tot een explosieveiligere bulkloods.
Deze uitvinding wordt nu nader toegelicht aan de hand van de hierna volgende gedetailleerde beschrijving van enkele voorkeurdragende bulkloodsen en een werkwijze volgens deze uitvinding. De bedoeling van deze beschrijving is uitsluitend verduidelijkende voorbeelden te geven en om verdere voordelen en bijzonderheden van deze bulkloodsen en deze werkwijze aan te duiden, en kan dus geenszins geïnterpreteerd worden als een beperking van het toepassingsgebied van de uitvinding of van de in de conclusies opgeëiste octrooirechten.
In deze gedetailleerde beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezen naar de hierbij gevoegde tekeningen, waarbij in - figuur 1 een eerste uitvoeringsvorm van een vlakloods volgens de uitvinding met een transportbandsysteem als toevoerinrichting in langsdoorsnede is weergegeven; - figuur 2 de vlakloods uit figuur 1 in dwarsdoorsnede is weergegeven; - figuur 3 de bovenzijde van de vlakloods uit figuur 1 in meer detail in dwarsdoorsnede is weergegeven; - figuur 4 detail X uit figuur 3 in meer detail is weergegeven; - figuur 5 een tweede uitvoeringsvorm van een vlakloods volgens de uitvinding met een stortwagen als toevoerinrichting in langsdoorsnede is weergegeven; - figuur 6 de vlakloods uit figuur 5 in dwarsdoorsnede is weergegeven; - figuur 7 de bovenzijde van de vlakloods uit figuur 5 in meer detail in dwarsdoorsnede is weergegeven; - figuur 8 detail Y uit figuur 7 in meer detail is weergegeven.
De afgebeelde vlakloodsen (1) . omvatten volgens de uitvinding telkens een afscheiding (4) die de loodsruimte (2, 3) opdeelt in een toevoerruimte (2) en eén stortruimte (3). De hier afgebeeldé vlakloodsen (1) zijn ópgetrokken met A-vormige spanten (13), waarbij de toevoerruimte (2) opgehangen is aan deze A-vormige spanten (13). Minder voorkeurdragend kan de toevoerruimte (2) bijvoorbeeld ook bovenop de spanten van een vlakloods (1) opgesteld worden.
In de toevoerruimte (2) is telkens de toevoerinrichting (5) opgesteld, voor het toevoeren van bulkgoed (10) bovenin de vlakloods (1). In de figuren 1 tot en met 4 omvat de toevoerinrichting (5) meerdere transportbanden (5a, 5b). Met de vast opgestelde bovenste transportband (5a) wordt het bulkgoed (10) in de bulkloods (1) binnengebracht en centraal in de toevoerruimte (2) op de onderste transportband (5b) gestort. De onderste transportband (5b) is verplaatsbaar opgesteld, om het bulkgoed (10) verspreid over de vlakloods (1) te kunnen storten. Door verrijden van deze onderste transportband (5b) en gebruik makend van de linkse en rechtse draaizin ervan, wordt het bulkgoed verdeeld over de stortruimte (3). Beide transportbanden (5a, 5b) strekken zich hier in de lengterichting van de bulkloods (1) uit. Afhankelijk van de randvoorwaarden kan de bovenste transportband (5a) zich bijvoorbeeld ook dwars op de onderste transportband (5b) uitstrekken, om het bulkgoed (10) centraal in de bulkloods (1) binnen te brengen.
In de figuren 5 tot en met 8 omvat de toevoerinrichting (5) een stortwagen (5c) die verplaatsbaar is op een zich in lengterichting van de vlakloods (1) uitstrekkende transportband (5d).
In beide uitvoeringsvormen is de toevoerinrichting (5) aan weerszijden voorzien van een stortschacht (7) waardoorheen bulkgoed (10) gestort kan worden om de stortruimte (3) te vullen met bulkgoed (10). Elke stortschacht (7) is telkens aan zijn onderzijde schuin opgesteld voor het geleidend storten van het bulkgoed (10).
Met behulp van de afscheiding (4) is de toevoerruimte (2) afgeschermd van de stortruimte (3), zodat verhinderd wordt dat opdwarrelend stof de toevoerinrichting (5) bereikt. Om bulkgoed (10) vanaf de toevoerinrichting (5) in de stortruimte (3) te kunnen storten, is telkens per stortschacht (7) een stortgang (6) in de afscheiding (4) voorzien. Om explosiegevaar verder te reduceren, zijn de vaste wanden van deze stortgangen (6) bedekt met antistatische slijtvaste platen. Aan de onderzijde zijn de stortgangen (6) telkens voorzien van een schuin opgestelde afschermplaat (8), voor het maximaal afschermen van de stortruimte (3) van de toevoerruimte (2). Op deze manier zijn de stortgangen (6) uitgewerkt als stortgoten (6).
De stortopening van elke stortgang (6) waardoorheen het bulkgoed (10) kan gestort worden, strekt zich uit over nagenoeg de volledige vullengte van de vlakloods (1). Deze stortopening is telkens afgeschermd met meerdere elkaar opeenvolgende en elkaar gedeeltelijk overlappende flexibele afdichtingsflappen (9), die uit brandvertragend slijtrubber zijn vervaardigd. Deze afdichtingsflappen (9) zijn schuin boven de corresponderende afschermplaat (8) aan de afscheiding (4) bevestigd om samen met de afschermplaat (8) de stortgang (6) af te schermen. In rusttoestand strekken deze afdichtingsflappen (9) zich nagenoeg verticaal uit onder invloed van de zwaartekracht.
De stortschachten (7) strekken zich telkens uit tot in de stortgangen (6), waarbij deze plaatselijk de afdichtingsflap (9) doen uitwijken. De onderzijde van deze stortschachten (7) strekt zich net boven een corresponderende afschermplaat (8) uit en heeft een met de corresponderende afschermplaat (8) corresponderende hélling.
Om maximaal opdwarrelend stof tegen te houden, kunnen de stortgoten (6) naast de stortschachten (7) voorzien worden van borstels, die toelaten dat de stortschachten (7) ten opzichte van de stortgoten (6) verplaatst kunnen worden, en toch de opening tussen beide maximaal afsluiten.
De dikte van de afdichtingsflappen (9) wordt zo gekozen dat deze onder de zwaartekracht voldoende doorhangen om de stortgang (6) met grote zekerheid af te dichten naast de plaats waar bulkgoed (10) wordt gestort, maar dat deze toch voldoende flexibel blijven om bij storten van bulkgoed (10) lokaal een doorgang voor dit bulkgoed (10) vrij te maken door uit te wijken onder invloed van de corresponderende stortschacht (7). Doordat meerdere opeenvolgende afdichtingsflappen (9) zijn voorzien, kan verzekerd worden dat de uitwijking enkel plaatselijk gebeurt, en niet over een grote lengte van de stortgang (6).
Naast de stortgangen (6) is de afscheiding (4) voldoende stevig uitgevoerd zodat deze bewandeld kan worden, en is deze voorzien van de nodige leuningen, zodat de afscheiding (4) naast de stortgangen (6) dienst kan doen als een loopbrug (11).
De stortruimte (3) wordt in onderdruk gebracht ten opzichte van de toevoerruimte (2) door een afzuiginrichting te voorzien in deze stortruimte (3). Dankzij deze onderdruk wordt verhinderd dat stof uit de stortruimte (3) terug in de stortgangen (6) wordt gezogen. De ruimte (12) onder de afschermplaten (8) van de stortgangen (6) kunnen hierbij uitgewerkt worden als afzuigkanalen (12), waarbij afzuigmonden worden voorzien om (plaatselijk) lucht af te zuigen, en zo de stortruimte lokaal (meer) in onderdruk te brengen. Als afzuigmonden kunnen bijvoorbeeld regelkleppen voorzien worden. Deze regelkleppen kunnen dan bijvoorbeeld zo afgeregeld worden, dat deze enkel of meer geopend worden in de nabijheid van de plaats waar de stortschachten (7) zich op dat moment bevinden.
Een bestaande vlakloods (1) kan eenvoudig tot een vlakloods (1) volgens deze uitvinding omgebouwd worden, door hierin een dergelijke afscheiding (4) aan te brengen met een met de stortschachten (7) corresponderend aantal stortgangen (6).
Deze stortgangen (6) worden hierbij telkens voorzien van flexibele afdichtingsflappen (9) om de doorgangsopening voor storten van bulkgoed (10) naast de stortschachten (7) af te schennen.

Claims (15)

1. Bulkloods ( 1 ) omvattende - een loodsruimte (2, 3); - een toevoerinrichting (5) voor het toevoeren van bulkgoed (10) bovenin de bulkloods ( 1 ) ; - stortmiddelen (6, 7, 8, 9) voor het storten van bulkgoed (10) vanaf de toevoerinrichting (5) in de loodsruimte (2, 3); met het kenmerk dat de bulkloods (1) een afscheiding (4) omvat, die de loodsruimte (2, 3) opdeelt in een toevoerruimte (2) bovenin de bulkloods (1), waarin de toevoerinrichting (5) is opgesteld en een stortruimte (3) onderin de bulkloods (1), die met behulp van deze afscheiding (4) van de toevoerruimte (2) is afgeschermd, waarbij in deze afscheiding (4) minstens één stortgang (6) is voorzien, die deel uitmaakt van de stortmiddelen (6, 7, 8, 9), voor het storten van het bulkgoed (10) doorheen de stortgang (6), en waarbij elke stortgang (6) minstens één afdichtingsflap (9) omvat, die de stortgang (6) afsluit en uitwijkbaar is om een opening te vormen doorheen de stortgang (6) voor het storten van het bulkgoed (10).
2. Bulkloods (1) volgens conclusie 1, de afdichtingsflap (9) flexibel is uitgevoerd.
3. Bulkloods (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de toevoerinrichting (5) minstens één stortschacht (7) omvat, die deel uitmaakt van de genoemde stortmiddelen (6, 7, 8, 9) en zich zodanig in de stortgang (6) uitstrekt, dat deze stortschacht (7): de afdichtingsflap (9) minstens gedeeltelijk doet uitwijken om de genoemde opening te vormen.
4. Bulkloods (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de genoemde stortgang (6) een afschermplaat (8) omvat die de stortgang minstens gedeeltelijk afschermt naast de afdichtingsflap (9).
5. Bulkloods (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de stortruimte (3) minstens gedeeltelijk in onderdruk staat ten opzichte van de toevoerruimte (2).
6. Bulkloods (1) volgens conclusie 4 en 5, met het kenmerk dat deze afzuigmiddelen omvat voor hét minstens gedeeltelijk in onderdruk brengen van de stortruimte (3) ten opzichte van de toevoerruimte (2), waarbij deze afzuigmiddelen minstens één afzuigkanaal (12) omvatten en dat de genoemde afschermplaat (8) het genoemde afzuigkanaal (12) minstens gedeeltelijk begrenst.
7. Bulkloods (1) volgens conclusie 6, met het kenmerk dat de afzuigmiddelen meerdere regelbare afzuigmonden omvatten, die aangesloten zijn op het afzuigkanaal (12).
8. Bulkloods (1) volgens conclusie 7, met het kenmerk dat deze regelmiddelen omvat, voor het regelen van de afzuigmonden, voor het plaatselijk in onderdruk brengen van de stortruimte (3).
9. Bulkloods (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat elke stortgang (6) meerdere flexibele afdichtingsflappen (9) omvat, die over de lengte van de stortgang (6) verspreid zijn opgesteld, waarbij elke twee op elkaar volgende afdichtingsflappen (9) elkaar gedeeltelijk overlappen.
10. Bulkloods (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de stortgang (6) zich nagenoeg over de lengte van de bulkloods (1) uitstrekt.
11. Bulkloods (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de stortgang (6) opgedeeld is in meerdere van elkaar gescheiden stortopeningen.
12. Bulkloods (1) volgens conclusie 11, met het kenmerk dat de stortgang (6) per stortopening een genoemde afdichtingsflap (9) omvat.
13. Bulkloods (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat elke afdichtingsflap (9) uit brandvertragend slijtrubber is vervaardigd.
14. Bulkloods (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de stortgang (6) minstens gedeeltelijk afgebakend is met behulp van vonkvrije antistatische slijtvaste platen.
15. Werkwijze voor het aanpassen van een bulkloods omvattende - een loodsruimte (2, 3); - een toevoerinrichting (5) voor het toevoeren van bulkgoed (10) bovenin de bulkloods (1); - stortmiddelen (6, 7, 8, 9) voor het storten van bulkgoed (10) vanaf de toevoerinrichting (5) in de loodsruimte (2, 3); tot een bulkloods volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat deze werkwijze de volgende stappen omvat: - het aanbrengen van een afscheiding (4) in de loodsruimte (2, 3) onder de toevoerinrichting (5) zodat de loodsruimte (2, 3) met behulp van deze afscheiding (4) opgedeeld is in een toevoerruimte (2) bovenin de bulkloods (1), waarin de toevoerinrichting (5) is opgesteld en een stortruimte (3) onderin de bulkloods (1); - het aanbrengen van minstens één stortgang (6) in deze afscheiding (4) - voor het storten van het bulkgoed (10) doorheen de stortgang (6), - het aanbrengen van minstens één afdichtingsflap (9) aan de stortgang (6), om de stortgang (6) af te sluiten, die uitwijkbaar is, om een opening te vormen doorheen de stortgang (6) voor het storten van het bulkgoed (10).
BE2012/0106A 2012-02-22 2012-02-22 Bulkloods. BE1020381A3 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2012/0106A BE1020381A3 (nl) 2012-02-22 2012-02-22 Bulkloods.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2012/0106A BE1020381A3 (nl) 2012-02-22 2012-02-22 Bulkloods.
BE201200106 2012-02-22

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1020381A3 true BE1020381A3 (nl) 2013-08-06

Family

ID=45954231

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2012/0106A BE1020381A3 (nl) 2012-02-22 2012-02-22 Bulkloods.

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1020381A3 (nl)

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1860903A (en) * 1930-11-01 1932-05-31 Nelson Hans Andry Ore bin structure
US2268530A (en) * 1940-02-23 1941-12-30 Link Belt Co Sealing means for bins, bunkers, or the like
DE2108380A1 (de) * 1971-02-22 1972-09-07 Lucks + Co GmbH Industriebau, 3300 Braunschweig Beschickungsvorrichtung fur Behal ter großen Querschnitts

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1860903A (en) * 1930-11-01 1932-05-31 Nelson Hans Andry Ore bin structure
US2268530A (en) * 1940-02-23 1941-12-30 Link Belt Co Sealing means for bins, bunkers, or the like
DE2108380A1 (de) * 1971-02-22 1972-09-07 Lucks + Co GmbH Industriebau, 3300 Braunschweig Beschickungsvorrichtung fur Behal ter großen Querschnitts

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US2717703A (en) Device for storing pourable solid stock such as shavings, fibers, shreds, and the like
CN104973412A (zh) 一种带式输送转载装置
CN104340697A (zh) 一种物料仓及其平出仓装置
CN108861369A (zh) 一种agv小车柔性烟丝输送系统
US20200062513A1 (en) Conveyor belt cleaning apparatus
UA121917C2 (uk) Установка шихтоподачі для доменної печі
BE1020381A3 (nl) Bulkloods.
US20150308265A1 (en) Device for excavating a shaft
US6745701B2 (en) Angled cargo discharge gate
KR970074605A (ko) 벌크 적하물의 저장/매축 시스템 및 방법
US11008183B2 (en) Air flow system for waste treatment systems
JP2012240696A (ja) 粉粒体運搬車
KR20150061557A (ko) 연속언로더
US11059682B2 (en) Offloading vacuum tank
JP5181233B2 (ja) 粉粒体運搬車
RU2323259C2 (ru) Способ и оборудование для загрузки бункера
CN208898005U (zh) 自封闭落料斗
JP2015221714A (ja) ヤード積付量の増加装置
US2330642A (en) Grain conveyer and storage tank
CN105645134A (zh) 一种散粮码头覆盖带式连续输送装置
CA1261296A (en) Particulate material handling
EP0714364A1 (en) Hopper for dusty materials
KR200339550Y1 (ko) 언로더 양방향 벨트의 스커트 자동 개폐장치
CN204777523U (zh) 一种带式输送转载装置
US4318467A (en) Conveyors