BE1020060A3 - Sensoropstelling voor de meting van parameters in smelt. - Google Patents

Sensoropstelling voor de meting van parameters in smelt. Download PDF

Info

Publication number
BE1020060A3
BE1020060A3 BE2011/0431A BE201100431A BE1020060A3 BE 1020060 A3 BE1020060 A3 BE 1020060A3 BE 2011/0431 A BE2011/0431 A BE 2011/0431A BE 201100431 A BE201100431 A BE 201100431A BE 1020060 A3 BE1020060 A3 BE 1020060A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
sensor arrangement
tube
guide tube
arrangement according
melt
Prior art date
Application number
BE2011/0431A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Heraeus Electro Nite Int
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Heraeus Electro Nite Int filed Critical Heraeus Electro Nite Int
Application granted granted Critical
Publication of BE1020060A3 publication Critical patent/BE1020060A3/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01KMEASURING TEMPERATURE; MEASURING QUANTITY OF HEAT; THERMALLY-SENSITIVE ELEMENTS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • G01K13/00Thermometers specially adapted for specific purposes
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B22CASTING; POWDER METALLURGY
    • B22DCASTING OF METALS; CASTING OF OTHER SUBSTANCES BY THE SAME PROCESSES OR DEVICES
    • B22D2/00Arrangement of indicating or measuring devices, e.g. for temperature or viscosity of the fused mass
    • B22D2/006Arrangement of indicating or measuring devices, e.g. for temperature or viscosity of the fused mass for the temperature of the molten metal
    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01JMEASUREMENT OF INTENSITY, VELOCITY, SPECTRAL CONTENT, POLARISATION, PHASE OR PULSE CHARACTERISTICS OF INFRARED, VISIBLE OR ULTRAVIOLET LIGHT; COLORIMETRY; RADIATION PYROMETRY
    • G01J5/00Radiation pyrometry, e.g. infrared or optical thermometry
    • G01J5/0037Radiation pyrometry, e.g. infrared or optical thermometry for sensing the heat emitted by liquids
    • G01J5/004Radiation pyrometry, e.g. infrared or optical thermometry for sensing the heat emitted by liquids by molten metals
    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01JMEASUREMENT OF INTENSITY, VELOCITY, SPECTRAL CONTENT, POLARISATION, PHASE OR PULSE CHARACTERISTICS OF INFRARED, VISIBLE OR ULTRAVIOLET LIGHT; COLORIMETRY; RADIATION PYROMETRY
    • G01J5/00Radiation pyrometry, e.g. infrared or optical thermometry
    • G01J5/02Constructional details
    • G01J5/0255Sample holders for pyrometry; Cleaning of sample
    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01JMEASUREMENT OF INTENSITY, VELOCITY, SPECTRAL CONTENT, POLARISATION, PHASE OR PULSE CHARACTERISTICS OF INFRARED, VISIBLE OR ULTRAVIOLET LIGHT; COLORIMETRY; RADIATION PYROMETRY
    • G01J5/00Radiation pyrometry, e.g. infrared or optical thermometry
    • G01J5/02Constructional details
    • G01J5/04Casings
    • G01J5/041Mountings in enclosures or in a particular environment
    • G01J5/042High-temperature environment
    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01JMEASUREMENT OF INTENSITY, VELOCITY, SPECTRAL CONTENT, POLARISATION, PHASE OR PULSE CHARACTERISTICS OF INFRARED, VISIBLE OR ULTRAVIOLET LIGHT; COLORIMETRY; RADIATION PYROMETRY
    • G01J5/00Radiation pyrometry, e.g. infrared or optical thermometry
    • G01J5/02Constructional details
    • G01J5/08Optical arrangements
    • G01J5/0818Waveguides
    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01JMEASUREMENT OF INTENSITY, VELOCITY, SPECTRAL CONTENT, POLARISATION, PHASE OR PULSE CHARACTERISTICS OF INFRARED, VISIBLE OR ULTRAVIOLET LIGHT; COLORIMETRY; RADIATION PYROMETRY
    • G01J5/00Radiation pyrometry, e.g. infrared or optical thermometry
    • G01J5/02Constructional details
    • G01J5/08Optical arrangements
    • G01J5/0818Waveguides
    • G01J5/0821Optical fibres
    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01JMEASUREMENT OF INTENSITY, VELOCITY, SPECTRAL CONTENT, POLARISATION, PHASE OR PULSE CHARACTERISTICS OF INFRARED, VISIBLE OR ULTRAVIOLET LIGHT; COLORIMETRY; RADIATION PYROMETRY
    • G01J5/00Radiation pyrometry, e.g. infrared or optical thermometry
    • G01J5/02Constructional details
    • G01J5/08Optical arrangements
    • G01J5/0887Integrating cavities mimicking black bodies, wherein the heat propagation between the black body and the measuring element does not occur within a solid; Use of bodies placed inside the fluid stream for measurement of the temperature of gases; Use of the reemission from a surface, e.g. reflective surface; Emissivity enhancement by multiple reflections

Landscapes

  • Physics & Mathematics (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Spectroscopy & Molecular Physics (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Measuring Temperature Or Quantity Of Heat (AREA)
  • Measuring Fluid Pressure (AREA)
  • Testing Or Calibration Of Command Recording Devices (AREA)

Abstract

De uitvinding betreft een sensoropstelling voor het meten van parameters in smelt, in het bijzonder de temperatuur in metaal- of kryolietsmelt, met een bovenste gedeelte en met een onderste gedeelte waarbij aan een dompeluiteinde van het onderste gedeelte een coaxiaal verlopende buis is opgesteld met een open uiteinde en waarbij in het bovenste gedeelte een coaxiaal lopende open geleidingsbuis beweegbaar geplaatst is die door middel van een elastisch lichaam met een druk in beweging is gezet en dat een opening van de geleidingsbuis en het open uiteinde van de buis van het onderste gedeelte naast elkaar coaxiaal aangebracht zijn.

Description

Sensoropstelling voor de meting van parameters in smelt
De uitvinding betreft een sensoropstelling voor het meten van parameters in smelt, in het bijzonder voor de meting van de temperatuur en dan in het bijzonder in metaal- of kryolietsmelt met een smeltpunt van meer dan 500°C, met een bovenste gedeelte en met een onderste gedeelte dat van het bovenste kan worden losgemaakt. De metaalsmelt kan bijvoorbeeld een staal- of een ijzersmelt zijn.
Gelijkaardige sensoropstellingen zijn onder meer bekend uit DE 44 33 685 C2. Daar wordt beschreven dat aan een draaglichaam een thermisch element opgesteld is. Dat thermische element steekt in een houder, waar de afkoeltemperatuur van de smelt wordt gemeten. Andere sensoropstellingen voor het meten van temperaturen in smelt zijn onder meer uit DE 103 31 124 B3 bekend, waarbij glasvezels als sensorelement worden gebruikt. In EP 1 034 419 B1 wordt bovendien een sensoropstelling beschreven die net als in DE 44 33 685 C2 een thermisch element gebruikt. Een andere temperatuursensor is bijvoorbeeld uit JP 07 229 791 A bekend. Hier wordt een glasvezel voor de meting gebruikt, die de straling uit de smelt meet en naar een meeteenheid doorstuurt, waarin de temperatuur op basis van de gemeten straling op de bekende manier wordt bepaald.
Het is de bedoeling van deze uitvinding om de beschikbare installaties te verbeteren en de betrouwbare werking ervan nog te vereenvoudigen.
Deze opdracht wordt ingevuld door de uitvinding met de kenmerken van de onafhankelijke conclusies. De voordelige verdere uitwerkingen van de uitvinding worden beschreven in de onder-conclusies. Doordat aan een van het bovenste gedeelte afgewende dompeluiteinde van het onderste gedeelte een coaxiaal ten opzichte van een lengteas van het onderste gedeelte lopende buis geplaatst is, dat aan zijn van het bovenste gedeelte afgewende uiteinde gesloten is en aan het andere uiteinde open is, dat in het bovenste gedeelte een coaxiaal ten opzichte van een lengteas van het bovenste gedeelte lopende aan beide zijden open geleidingsbuis in een geleidingshuls (in het bijzonder in de richting van de lengteas) beweeglijk geplaatst is, dat de geleidingsbuis door middel van een elastisch lichaam met een in de richting van het onderste gedeelte werkende druk in beweging wordt gezet en bij het onderste gedeelte aansluit en dat een opening van de geleidingsbuis en het open uiteinde van de buis van het onderste gedeelte naast elkaar coaxiaal ten opzichte van de lengteas van het onderste gedeelte geplaatst is, zijn de meting en de doorsturing van de lichtstraling voor de temperatuur (of andere parameters zoals het gehalte aan toevoegstoffen) die uit de straling van een smelt kan worden bepaald, op een eenvoudige manier mogelijk. Daarnaast kan een bijvoorbeeld in de geleidingsbuis van het bovenste gedeelte en de buis van het onderste gedeelte geplaatste optische vezel heel eenvoudig voor meerdere meetcycli worden gebruikt.
De bij voorkeur voor de geleiding van het licht en daaruit voortvloeiende temperatuur- of para-meterbepaling gebruikte optische vezel wordt namelijk in het algemeen van een rol afgewikkeld en doorheen de sensoropstelling tot aan het uiteinde geleid. De optische vezel bestaat uit een kem van glas (bijvoorkeur kwartsglas), die door een metalen mantel omgeven is. Deze laatste maakt in de eerste plaats de hantering van het glas mogelijk en voorkomt dat het glas bijvoorbeeld ongewild breekt. Daartoe sluit de metalen mantel - die meestal van staal is gemaakt -heel nauw bij de kem aan. Dergelijke optische vezels zijn gemakkelijk in de handel verkrijgbaar. Voor de meting wordt de optische vezel doorheen de sensoropstelling tot aan het uiteinde van de buis van het onderste gedeelte, d.w.z. tot aan zijn gesloten uiteinde, geleid. De sensoropstelling wordt met haar dompeluiteinde in de smelt ondergedompeld, waarbij in het bijzonder het ondergedompelde onderste gedeelte tot dezelfde temperatuur als de smelt opwarmt. De straling van de smelt wordt door het uiteinde van de optische vezel geregistreerd en voor de meting doorgestuurd.
Bij metingen in smelt met een hoge temperatuur - zoals kryoliet- of staalsmelt - wordt het uiteinde van de optische vezel dat aan de smelt wordt blootgesteld, door de effecten van de hoge temperatuur beschadigd, zodat het meestal slechts één keer voor een betrouwbare meting kan worden gebruikt. Daarom wordt na de meting, nadat de sensoropstelling uit de smelt werd getrokken, het onderste gedeelte van het bovenste gedeelte gescheiden. Daarbij wordt de geleidingsbuis door de druk van het elastische lichaam uit het bovenste gedeelte geschoven over een afstand die door de opstelling van de begeleidingsbuis in het bovenste gedeelte en dan in het bijzonder door de opstelling van mechanische aanslagen wordt bepaald. Die afstand kan bijvoorbeeld 1 tot 5 cm bedragen. De optische vezel, die oorspronkelijk tot aan het uiteinde van de buis van het onderste gedeelte uit het bovenste gedeelte werd geschoven, wordt daarbij over de verplaatsingsafstand van de geleidingsbuis door die buis omgeven en daarbij mechanisch gestabiliseerd. Het uiteinde van de optische vezel dat daarbij nog uit de geleidingsbuis steekt, kan dan op een eenvoudige manier, bijvoorbeeld door zijdelingse mechanische effecten - d.w.z. door verbuiging - worden afgebroken. Daarna beschikt men over een nieuw uiteinde van de optische vezel voor een verdere meting. Er wordt daarvoor een onderste gedeelte op het bovenste gedeelte gestoken, de optische vezel wordt doorheen de sensoropstelling tot in het uiteinde van de buis van het onderste gedeelte gevoerd en de meting kan worden uitgevoerd.
De lengte van het uiteinde van de optische vezel dat moet worden afgebroken, wordt daarbij in essentie door de lengte van de buis van het onderste gedeelte en de onder druk van het elastische lichaam veroorzaakte beweging van het begeleidingsomhulsel bepaald. Opdat aan de breukplaats van de optische vezel geen wezenlijke vervorming kan ontstaan, is de binnendia-meter van de begeleidingsbuis enerzijds groot genoeg, zodat de optische vezel er gemakkelijk kan in bewegen, maar anderzijds niet veel groter dan de buitendiameter van de optische vezel, om zo veel mogelijk te voorkomen dat de optische vezel aan het uiteinde van de geleidingsbuis bij het afbreken verbuigt en om er daarbij voor te zorgen dat de diameter van de optische vezel inclusief de metalen mantel aan de breukplaats in essentie behouden blijft. In dat verband bleek een verschil tussen beide diameters van ongeveer 0,5 mm of zelfs minder dan 0,5 mm geschikt. De voeding van de geleidingsbuis wordt, zoals eerder al beschreven, door de concrete constructie van het bovenste gedeelte begrensd, zodat de buis zo kan worden gevormd, dat er zo weinig mogelijk van de optische vezel wordt afgebroken, zodat op die manier zoveel mogelijk kosten kunnen worden bespaard.
De sensoropstelling is bij voorkeur zo gevormd, dat het elastische lichaam als schroefveer gevormd is, die concentrisch rond de lengteas van het bovenste gedeelte kan worden opgesteld. Op die manier wordt de druk gelijkmatig over de volledige geleidingsbuis verdeeld, zodat ze niet kan kantelen of klem raken. Het van het onderste gedeelte afgewende uiteinde van de geleidingsbuis is om praktische redenen in een behuizing ondergebracht die het elastische element omgeeft. Daardoor kan een beschadiging van het bewegingsmechanisme van buitenaf op een doeltreffende manier worden verhinderd. De afsluitingen aan de voorkant van de binnenzijde van de behuizing kunnen de veerweg van het elastische lichaam en daardoor ook de beweging van de geleidingsbuis bepalen.
Het is voordelig dat het elastische element, bij voorkeur binnen de behuizing, aan een kraag van de geleidingsbuis aansluit, zodat er een gelijkmatige druk op de geleidingsbuis wordt uitgeoefend. Die kraag kan gelijktijdig als rondomliggende verdikking worden gevormd met een van het elastische lichaam afgewende aanslagzijde, die tegen een aanslagvlak van de behuizing van het bovenste gedeelte gedrukt is, wanneer de geleidingsbuis zich in haar uitgeschoven stand bevindt. De behuizing kan dan ook cilindervormig rond de lengteas van het bovenste gedeelte worden gebouwd, waarbij de naar het onderste gedeelte gerichte voorzijde voorzien is van een opening voor de geleidingsbuis, waar de optische vezel doorheen wordt geleid en waarbij de tegenoverliggende voorzijde van een andere opening voor de optische vezel voorzien is.
Bij voorkeur zijn het bovenste gedeelte en het onderste gedeelte door middel van telkens één verbindingsgedeelte met elkaar verbonden. Daarbij is het nuttig dat minstens een van de ver-bindingsgedeelten van minstens één groef en minstens het andere verbindingsgedeelte van minstens één verdikking voorzien is, waarbij een verdikking van het ene verbindingsgedeelte en minstens één groef van het andere verbindingsgedeelte in elkaar grijpen. Daardoor is een soort clipverbinding mogelijk, die door de druk van beide gedeelten (onderste en bovenste gedeelte) met elkaar worden verbonden en door de tegengestelde trekkracht kunnen worden losgemaakt. Daartoe moet minstens een van de verbindingsgedeelten van een elastisch materiaal worden gemaakt.
Een van de verbindingsdelen is om praktische redenen aan zijn naar het andere verbindingsgedeelte gerichte uiteinde buisvormig gevormd, waarbij de buis ook in de lengterichting van meerdere gleuven kan voorzien zijn, om de elasticiteit die nodig is voor het invoegen en lossen te garanderen. Daarbij omvat deze buis het andere verbindingsgedeelte aan het uiteinde dat naar hem gedraaid is. Dit andere, door het buisvormige verbindingsgedeelte omvatte, verbindingsgedeelte kan ook de vorm van een buis hebben.
Het is nuttig dat het aan het onderste gedeelte van de sensoropstelling opgestelde verbindingsgedeelte van een axiaal-symmetrische conus voorzien is, waarvan de kleinere diameter dicht bij het open uiteinde van de buis van het onderste gedeelte opgesteld is. In het uiteinde van de conus met de grotere diameter kan bij het verbinden van het bovenste gedeelte en het onderste gedeelte het naar hem gerichte, bij voorkeur ook conisch gevormde uiteinde van de geleidings- buis ingrijpen, zodat deze extra wordt gecentreerd en de verplaatsing van de optische vezel niet door trappen of iets dergelijks wordt gehinderd.
Minstens een gleuf en minstens een verdikking verlopen om praktische redenen rond de lengteassen van het bovenste en het onderste gedeelte, zodat een extra axiaal-symmetrische geleiding en een gelijkmatige druk gewaarborgd zijn en het bovenste gedeelte en het onderste gedeelte niet ten opzichte van elkaar kantelen. Hierdoor kan de geleiding van de optische vezel worden verbeterd.
Het is nuttig dat aan het van het bovenste gedeelte afgewende uiteinde van het onderste gedeelte een houder opgesteld is met een inloopopening voor de smelt, waarin het gesloten uiteinde van de buis van het onderste gedeelte steekt. In die houder kan smelt voor de meting van de liquiduscurve worden opgenomen. De houder is aan zijn van het onderste gedeelte afgewende uiteinde gesloten en is voorzien van een inloopopening, die zijdelings of in de richting van het onderste gedeelte wijzend kan opgesteld zijn. Het kan ook nuttig zijn dat de buis van het onderste gedeelte door de inloopopening van de houder verloopt.
De houder is bij voorkeur concentrisch rond de buis van het onderste gedeelte opgesteld en is aan zijn van het onderste gedeelte afgewende uiteinde van een gesloten uiteinde voorzien. Het uiteinde dat naar het onderste gedeelte van de sensoropstelling gericht is, kan open zijn. Het is echter ook mogelijk om beide uiteinden dicht te maken en een zijdelingse opening in het man-telvlak van het vat te voorzien. De houder is om praktische redenen thermisch zo goed mogelijk van het onderste gedeelte losgekoppeld. Dat kan op de voor de vakman bekende wijze met behulp van afzonderlijke tussenstukken worden uitgevoerd, die rond de lengteas van de houder of het onderste gedeelte zijn opgesteld en de houder met het onderste gedeelte verbinden. Hoe kleiner de oppervlakte van de doorsnede van de tussenstukken in totaal is, des te beter is de thermische ontkoppeling.
Verder is het voordelig dat het van het onderste gedeelte afgewende uiteinde van het bovenste gedeelte aan een draagbuis of een dompellens bevestigd is, zodat de sensoropstelling op een eenvoudige manier in de smelt kan worden ondergedompeld en er opnieuw worden uit gehaald. Hiertoe kunnen de bekende stekkerverbindingen worden gebruikt, waarvan de contacten aan de specifieke toepassing zijn aangepast, zodat naast een mechanische verbinding ook elektrische en/of optische contacten kunnen worden voorzien. Daarmee kunnen behalve optische signalen ook elektrische signalen worden doorgestuurd, die bijvoorbeeld van thermische elementen of elektrochemische sensoren afkomstig zijn.
Ter bescherming van het uiteinde dat wordt ondergedompeld, kan aan dat uiteinde een be-schermkap op een bekende manier worden voorzien, die het gesloten uiteinde van de buis van het onderste gedeelte en eventueel de opstelling van de houder tijdens het onderdompelen in de smelt tegen mechanische beschadiging beschermt.
Volgens de uitvinding is daarnaast een bovenste gedeelte, dat voor de toepassing in een hierboven beschreven sensoropstelling voorzien is, evenals een onderste gedeelte, dat voor de toepassing met zo’n bovenste gedeelte voorzien is.
In het navolgende wordt de uitvinding aan de hand van in de tekeningen weergegeven uitvoe-ringsvoorbeelden nader toegelicht. In de tekening toont:
Afbeelding 1 een overzichtsweergave van de aan de dompellans bevestigde sensoropstelling
Afbeelding 2 een doorsnede doorheen het bovenste gedeelte en het onderste gedeelte van de sensoropstelling, waarbij beide onderdelen van elkaar gescheiden zijn
Afbeelding 3 de doorsnede van de sensoropstelling
Afbeelding 4 de doorsnede van de sensoropstelling met ingeschoven optische vezel
Afbeelding 5 de sensoropstelling na het scheiden van het bovenste gedeelte van het onderste gedeelte na de meting en
Afbeelding 6 het afbreken van het uiteinde van de optische vezel
In afbeelding 1 is een overzicht van de sensoropstelling volgens de uitvinding schematisch weergegeven. Het bovenste gedeelte 1 bestaat in essentie uit het contactblok 2, dat gelijktijdig aan zijn uiteinde dat van het onderdompeleinde afgewend is, via contactstuk 3 met lans 4 verbonden is en ook de behuizing omvat, waarvan van het dompeluiteinde de met veerspanning in beweging gebrachte geleidingsbuis 5 zichtbaar is.
In afbeelding 2 wordt een doorsnede doorheen het bovenste gedeelte 1 en het onderste gedeelte 6 weergegeven. Uit het onderste gedeelte 1 steekt aan zijn bovenste uiteinde doorheen de contactstukken de optische vezel 7. De optische vezel 7 wordt van een rol afgewikkeld en door de lans 4 tot in het onderste gedeelte 6 doorgevoerd. Het bovenste gedeelte 1 is grotendeels als een soort behuizing gevormd, die een holle ruimte vormt voor de opname van een afgesneden deel van de optische vezel, dat het ene uiteinde van de geleidingsbuis 5 en een schroefveer 11 bevat.
De behuizing 8 is van een stalen omhulsel gevormd, dat aan zijn bovenste voorzijde 9 een omlopende aanslag 10 voor het bovenste uiteinde van de schroefveer 11 bevat. Het onderste uiteinde van de schroefveer 1 drukt tegen een aanslag 12 van de geleidingsbuis 5, zodat de geleidingsbuis 5 in de weergegeven toestand van de opstelling, d.w.z. wanneer het bovenste gedeelte 1 en het onderste gedeelte 6 niet met elkaar verbonden zijn, in zijn uitgeschoven stand staat. Daarbij wordt de u'rtschuifbeweging begrensd door de aanslag 12, die aan de onderste voorzijde 13 van de behuizing in de behuizing ligt. De onderste voorzijde 13 wordt in het weergegeven voorbeeld door de bovenste begrenzing van het verbindingsgedeelte 14 van het bovenste gedeelte 1 weergegeven. Aan het tegenovergestelde uiteinde is in het verbindingsgedeelte 14 een rondom lopende groef voorzien.
Het onderste gedeelte 6 is voorzien van een lichaam 16 van keramiek. Doorheen het lichaam 16 loopt buis 17, die aan zijn dompeluiteinde 18 gesloten is. Aan het dompeluiteinde 18 is de buis door een monsterhouder 19 omgeven, die door het tussenstuk 20 met het lichaam verbonden is. Aan zijn uiteinde dat van het dompeluiteinde afgewend is, is aan het onderste gedeelte 6 een verbindingsgedeelte 21 geplaatst, dat aan zijn buisvormige uiteinde 22 op het verbindingsgedeelte 14 van het bovenste gedeelte 1 kan worden gestoken. Daartoe is aan zijn binnenzijde van het buisvormige uiteinde 22 een rondom lopende verdikking aangebracht, die in de samengebrachte toestand in de rondom lopende groef ingrijpt.
Het verbindingsgedeelte 21 is voorzien van een coaxiale conus 24, waarvan het uiteinde met de kleinste diameter aan het open uiteinde van de buis 17 aansluit en met zijn grotere uiteinde het eveneens conisch gevormde uiteinde van de geleidingsbuis 5 kan opnemen. Buis 17 kan van staal of koper of kwartsglas gemaakt zijn; de houder 19 en het tussenstuk 20 kunnen van staal gemaakt zijn. De houder 19 kan een volume van ongeveer 4 cc hebben met een hoogte van ongeveer 28 mm en een binnendiameter van ongeveer 14 mm.
Afbeelding 3 geeft het onderste gedeelte 6 weer dat op het bovenste gedeelte 1 gestoken is, waarbij het naar het dompeluiteinde gekeerde uiteinde van de geleidingsbuis 5 in de behuizing 8 van het bovenste gedeelte 1 wordt gedrukt. Daarbij wordt de schroefveer samengedrukt. Bij het ineenschuiven van het bovenste gedeelte 1 en het onderste gedeelte 6, dus bij het samendrukken van schroefveer 11, wordt het naar het dompeluiteinde van de sensoropstelling gekeerde uiteinde van de optische vezel 7 in het buis 17 enkele millimeters ingeschoven. Voor de meting wordt de optische vezel 7 tot aan het gesloten onderdompeluiteinde 18 van de buis 17 doorgestoken. Daarbij steekt de vezel ongeveer 60 mm uit de geleidingsbuis 5 van het bovenste gedeelte 1. De ineengeschoven opstelling wordt in de afbeeldingen 3 en 4 weergegeven, waarbij afbeelding 4 de naar voren geschoven optische vezel 7 toont.
Met de in afbeelding 4 weergegeven opstelling volgt na het onderdompelen van de sensoropstelling in de smelt een monsterneming in de monsterhouder 19. Daarna wordt de sensoropstelling uit de smelt teruggetrokken en kan de afkoelcurve met behulp van de optische vezel worden bepaald. Tijdens dat procédé kan de sensoropstelling via de lans 4 op de bekende manier aan het trillen worden gebracht. Natuurlijk kan ook alleen de temperatuur van de smelt worden gemeten. Een houder is daarvoor niet nodig. De door de smelt afgegeven straling wordt door de optische vezel gemeten en via een detector doorgestuurd. Op basis van de straling wordt op de bekende manier de temperatuur bepaald.
In de afbeeldingen 5 en 6 wordt de sensoropstelling volgens de meting weergegeven. Het bovenste gedeelte 1 en het onderste gedeelte 6 worden van elkaar gescheiden, zodat het bij de meting verbruikt onderste gedeelte 6 door een nieuw exemplaar kan worden vervangen. Bij de scheiding van het onderste gedeelte 6 van het bovenste gedeelte 1 valt de druk op de schroefveer 11 weg, zodat de geleidingsbuis 5 uit de behuizing 8 met ongeveer 2 cm naar buiten wordt gedrukt. De positie van de optische vezel 7 verandert daarbij niet, zodat het uit de geleidingsbuis 5 stekende uiteinde van de optische vezel 7 door de beweging van de begeleidingsbuis 5 wordt ingekort. Vervolgens wordt het uit de geleidingsbuis 5 stekende en nu met de beweging van de geleidingsbuis verkorte uiteinde van de optische vezel 7 manueel afgebroken door het uiteinde van de geleidingsbuis 5 heen en weer te bewegen.
Het afgebroken uiteinde van de optische vezel 7 werd tijdens de meting minstens gedeeltelijk in zijn structuur beschadigd, waardoor het niet meer bruikbaar is voor een verdere meting. Door het voedingsmechanisme voor de geleidingsbuis 5 wordt het af te breken uiteinde van de opti- sehe vezel 7 zoveel mogelijk beperkt, zodat zo weinig mogelijk van het intacte gedeelte van de optische vezel wordt weggeworpen.
Daarna kan een nieuw onderste gedeelte 6 op het bovenste gedeelte worden gestoken en kan een nieuwe meting worden uitgevoerd.

Claims (13)

1. Sensoropstelling voor de meting van parameters in smelt, in het bijzonder voor de meting van de temperatuur en in het bijzonder in metaal- of kryolietsmelt met een smeltpunt van meer dan 500°C, met een bovenste gedeelte en een aan het bovenste gedeelte verwijderbaar bevestigde onderste gedeelte, dat daardoor wordt gekenmerkt, dat aan een van het bovenste gedeelte afgewende dompeluiteinde van het onderste gedeelte een coaxiaal ten opzichte van zijn lengteas van het onderste gedeelte verlopende buis is opgesteld, die aan zijn van het bovenste gedeelte afgewende uiteinde dicht en aan het andere uiteinde open is, dat in het bovenste gedeelte een coaxiaal ten opzichte van een lengteas van het bovenste gedeelte lopende en aan beide zijden open geleidingsbuis beweegbaar geplaatst is, dat de geleidingsbuis door middel van een elastisch lichaam met een in de richting van het onderste gedeelte werkende druk in beweging is gezet en aan het onderste gedeelte aansluit en dat een opening van de geleidingsbuis en het open uiteinde van de buis van het onderste gedeelte naast elkaar coaxiaal ten opzichte van de lengteas van het onderste gedeelte aangebracht zijn.
2. Sensoropstelling volgens conclusie 1, die daardoor wordt gekenmerkt dat het elastische lichaam als schroetveer gevormd is, die concentrisch rond de lengteas van het bovenste gedeelte opgesteld is.
3. Sensoropstelling volgens conclusie 1 of 2, die daardoor wordt gekenmerkt dat het van het onderste gedeelte afgewende uiteinde van de geleidingsbuis in een behuizing geplaatst is, die het elastische element omvat.
4. Sensoropstelling volgens minstens een van de conclusies 1-3, die daardoor wordt gekenmerkt, dat het elastische element aan een kraag van de geleidingsbuis aansluit.
5. Sensoropstelling volgens minstens een van de conclusies 1-4, die daardoor wordt gekenmerkt dat het bovenste gedeelte en het onderste gedeelte telkens met een verbin-dingsgedeelte met elkaar verbonden zijn.
6. Sensoropstelling volgens conclusie 5, die daardoor wordt gekenmerkt dat minstens een van de verbindingsgedeelten minstens één groef en minstens het andere verbindingsge-deelte minstens één verdikking vertoont, waarbij minstens één verdikking van het ene verbindingsgedeelte en minstens één groef van het andere verbindingsgedeelte in elkaar grijpen.
7. Sensoropstelling volgens conclusie 6, die daardoor wordt gekenmerkt dat de minstens ene groef en de minstens ene verdikking rondom de lengteassen van het bovenste gedeelte en het onderste gedeelte opgesteld zijn.
8. Sensoropstelling volgens minstens een van de conclusies 1-7, die daardoor wordt gekenmerkt dat in de geleidingsbuis van het bovenste gedeelte en de buis van het onderste gedeelte een optische vezel aangebracht is.
9. Sensoropstelling volgens minstens een van de conclusies 1-8, die daardoor wordt gekenmerkt dat aan het van het bovenste gedeelte afgewende uiteinde van het onderste gedeelte een houder met een inloopopening voor de smelt opgesteld is, waarin het gesloten uiteinde van de buis van het onderste gedeelte steekt.
10. Sensoropstelling volgens conclusie 9, die daardoor wordt gekenmerkt dat de buis van het onderste gedeelte door de inloopopening van de houder loopt.
11. Sensoropstelling volgens minstens een van de conclusies 1-10, die daardoor wordt gekenmerkt dat het van het onderste gedeelte afgewende uiteinde van het bovenste gedeelte aan een draagbuis of een dompellans bevestigd is.
12. Bovenste gedeelte voor het gebruik in een sensoropstelling volgens minstens een van de conclusies 1-11.
13. Onderste gedeelte voor het gebruik met een bovenste gedeelte volgens conclusie 12.
BE2011/0431A 2011-02-23 2011-07-07 Sensoropstelling voor de meting van parameters in smelt. BE1020060A3 (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE102011012175 2011-02-23
DE102011012175A DE102011012175A1 (de) 2011-02-23 2011-02-23 Sensoranordnung zur Messung von Parametern in Schmelzen

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1020060A3 true BE1020060A3 (nl) 2013-04-02

Family

ID=44653051

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2011/0431A BE1020060A3 (nl) 2011-02-23 2011-07-07 Sensoropstelling voor de meting van parameters in smelt.

Country Status (8)

Country Link
US (1) US9366578B2 (nl)
EP (1) EP2678649B1 (nl)
CN (1) CN103403509B (nl)
BE (1) BE1020060A3 (nl)
BR (1) BR112013021302B1 (nl)
CA (1) CA2827803C (nl)
DE (1) DE102011012175A1 (nl)
WO (1) WO2012113498A1 (nl)

Families Citing this family (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE102010020715A1 (de) * 2010-05-17 2011-11-17 Heraeus Electro-Nite International N.V. Sensoranordnung zur Temperaturmessung sowie Verfahren zum Messen
US9523650B2 (en) * 2013-09-06 2016-12-20 Conax Technologies Llc Spring loaded exhaust gas temperature sensor assembly
EP2940441B1 (en) * 2014-04-30 2020-01-01 Heraeus Electro-Nite International N.V. Device for measuring the temperature of a molten metal
BR102014033086A2 (pt) * 2014-12-30 2016-10-18 Ecil Met Tec Ltda sonda de imersão e conjunto de sublança de imersão e sonda de imersão para um forno conversor
GB2543319A (en) * 2015-10-14 2017-04-19 Heraeus Electro Nite Int Cored wire, method and device for the production
CN105865529B (zh) * 2016-06-03 2017-11-14 山东省科学院激光研究所 光纤温度压力传感器
WO2023010215A1 (en) * 2021-08-05 2023-02-09 National Research Council Of Canada Refractory lance assembly and refractory lance tube
DE102021122293A1 (de) 2021-08-27 2023-03-02 Endress + Hauser Wetzer Gmbh + Co. Kg Temperatursensor zum Erfassen der Temperatur eines flüssigen oder gasförmigen Mediums
CN114264374B (zh) * 2021-12-27 2023-08-25 西南交通大学 一种金属线快速加热设备测温校准的方法
US20230407766A1 (en) * 2022-05-31 2023-12-21 Pratt & Whitney Canada Corp. Joint between gas turbine engine components with a spring element

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPH07229791A (ja) * 1994-02-22 1995-08-29 Nkk Corp 溶融金属の温度測定装置および温度測定方法
JPH07318433A (ja) * 1994-05-27 1995-12-08 Nkk Corp 溶融金属測定用プローブのホルダー
EP1614758A2 (de) * 2004-06-16 2006-01-11 Heraeus Electro-Nite International N.V. Vorrichtung zur Durchführung von Messungen und/oder Probenahmen in Metallschmelzen

Family Cites Families (33)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3773641A (en) * 1968-12-23 1973-11-20 G Fitterer Means for determining the oxygen content of liquid metals
DE2929693C2 (de) * 1979-07-21 1981-05-07 Ströhlein GmbH & Co, 4000 Düsseldorf Vorrichtung zur Entnahme einer schmelzflüssigen Probe von Metall oder von Metallegierungen un zum Messen der Abkühlungskurve der Probe
FR2492096A1 (fr) * 1980-10-14 1982-04-16 Saint Gobain Emballage Canne pyrometrique
US4444990A (en) * 1982-09-08 1984-04-24 Servo Corporation Of America Heat sensing device
CA1209367A (en) * 1982-10-08 1986-08-12 Omer P.I. Cure Immersion measuring probe for use in molten metals
US4528849A (en) * 1983-10-05 1985-07-16 General Signal Corporation Receptacle with mechanical stop for expendable immersion devices
FR2562662B1 (fr) * 1984-04-04 1987-08-28 Valeo Sonde thermique pour mesurer la temperature d'un produit chauffe dans un four micro-ondes
US4614443A (en) * 1984-11-29 1986-09-30 Societe De Dietrich & Cie Thermal sensor for chemical reactor
US4896549A (en) * 1988-06-10 1990-01-30 Falk Richard A Molten metal sampler
US4852451A (en) * 1988-11-02 1989-08-01 Rogers Ronald O Powder level sensing device
DE4303687C1 (de) * 1993-02-09 1994-06-30 Heraeus Electro Nite Int Probennehmer für Metallschmelze
DE4431291B4 (de) * 1994-09-02 2004-03-25 Alstom Hochtemperatursonde
DE4433685C2 (de) 1994-09-21 1997-02-13 Heraeus Electro Nite Int Sensoranordnung zur Temperaturmessung, Temperaturmeßeinrichtung und - verfahren
US5518560A (en) * 1994-09-26 1996-05-21 Ford Motor Company Method and system for controlling electromagnetic field generator for adhesive curing and sensing device for use therein
US5632557A (en) * 1994-12-16 1997-05-27 Weed Instrument Company, Inc. Modular temperature sensing apparatus
DE29619778U1 (de) * 1996-11-15 1998-03-12 Steinel Ag Druck- und Temperatursensor
SE511376C2 (sv) 1997-11-28 1999-09-20 Sintercast Ab Provtagningsanordning för termisk analys av stelnande metall
DE20106011U1 (de) * 2001-04-05 2001-08-09 Mesure Technology Co Thermometer mit auswechselbaren Messköpfen
US7080940B2 (en) * 2001-04-20 2006-07-25 Luxtron Corporation In situ optical surface temperature measuring techniques and devices
DE10241833A1 (de) * 2002-09-09 2004-03-18 Mettler-Toledo Gmbh Wechselarmatur mit einem Sensor
DE10331124B3 (de) 2003-07-09 2005-02-17 Heraeus Electro-Nite International N.V. Verfahren und Vorrichtung zum Messen der Abkühlkurve von Schmelzenproben und/oder der Aufheizkurve von Schmelzenproben sowie deren Verwendung
ES2385346T3 (es) * 2003-12-14 2012-07-23 Actherm Inc. Termómetro electrónico clínico con sonda desmontable
US7153023B2 (en) * 2004-01-12 2006-12-26 General Electric Company Methods and apparatus for installing process instrument probes
US6964516B2 (en) * 2004-02-11 2005-11-15 Heraeus-Electro Nite International N.V. Device and method for measuring temperature in molten metals
JP4606867B2 (ja) * 2004-12-22 2011-01-05 株式会社荏原製作所 シース型計測器及び軸受、並びに回転機械
DE102006005476A1 (de) * 2006-01-26 2007-09-13 Heraeus Electro-Nite International N.V. Vorrichtung zum Bestimmen einer Kenngröße einer Metallschmelze oder einer auf der Metallschmelze aufliegenden Schlackeschicht
US20090110026A1 (en) * 2007-10-24 2009-04-30 Heraeus Electro-Nite Co. Expendable immersion device
US8047054B2 (en) * 2008-07-24 2011-11-01 Fram Group Ip Llc Particulate matter sensor
US8413482B2 (en) * 2008-12-10 2013-04-09 Ngk Spark Plug Co., Ltd. Sensor
EP2386843B1 (de) * 2010-05-11 2016-08-03 Innovatherm Prof. Dr. Leisenberg GmbH & Co. KG Thermoelement
CN102385035A (zh) * 2010-08-31 2012-03-21 深圳富泰宏精密工业有限公司 触摸键测试笔
US8764289B2 (en) * 2011-12-21 2014-07-01 Unison Industries, Llc Expandable/retractable thermocouple
US9255848B2 (en) * 2013-05-07 2016-02-09 Radiant Innovation Inc. Probe thermometer

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPH07229791A (ja) * 1994-02-22 1995-08-29 Nkk Corp 溶融金属の温度測定装置および温度測定方法
JPH07318433A (ja) * 1994-05-27 1995-12-08 Nkk Corp 溶融金属測定用プローブのホルダー
EP1614758A2 (de) * 2004-06-16 2006-01-11 Heraeus Electro-Nite International N.V. Vorrichtung zur Durchführung von Messungen und/oder Probenahmen in Metallschmelzen

Also Published As

Publication number Publication date
CA2827803C (en) 2018-10-16
US9366578B2 (en) 2016-06-14
BR112013021302B1 (pt) 2021-09-08
WO2012113498A1 (de) 2012-08-30
DE102011012175A1 (de) 2012-08-23
EP2678649A1 (de) 2014-01-01
CN103403509A (zh) 2013-11-20
BR112013021302A2 (pt) 2020-10-27
CN103403509B (zh) 2016-12-14
US20130322489A1 (en) 2013-12-05
CA2827803A1 (en) 2012-08-30
EP2678649B1 (de) 2018-07-25

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1020060A3 (nl) Sensoropstelling voor de meting van parameters in smelt.
CA2739070C (en) Sensor arrangement for temperature measurement, and method for the measurement
JP2019049538A5 (nl)
CA2491869C (en) Device and method for measuring temperature in molten metals
KR20060026014A (ko) 용융물의 냉각 곡선 측정 방법 및 측정 장치
JP4956691B1 (ja) 標本スライドガラス識別システム
CN104698025A (zh) 热分析装置
CA2522366C (en) Aligning and measuring temperatures in melting by means of optical fibers
JP6244093B2 (ja) 磁石固定式温度計
KR20190113524A (ko) 피복제거장치
KR102517433B1 (ko) 용이하게 교체가능한 열전쌍을 구비한 온도측정 스틱
KR100348980B1 (ko) 고온용체의온도측정방법과온도제어방법및이에사용되는온도측정장치
JP2876881B2 (ja) 溶融金属の温度測定装置及びレベル測定装置
CN201724741U (zh) 高温金属液体测温传感器
DE10359447B4 (de) Eintauchsensor
ITMO20000219A1 (it) Apparecchiatura per misurare variazioni dimensionali indotte su corpida variazioni di temperatura
RU113836U1 (ru) Устройство измерения температуры расплава
CN113607296A (zh) 一种用于高炉铁沟监测的温度传感器
KR101727802B1 (ko) 용강용 온도 측정장치
CN101251423A (zh) 辐射快速测量熔融金属液温度的方法及其传感装置
CN210774419U (zh) 一种蓝宝石光纤光栅高温传感器
JPH08114390A (ja) 電気炉
JPH11211580A (ja) 光ファイバ式蛍光温度計
CN202869696U (zh) 光纤温度传感器
RU200353U1 (ru) Устройство для измерения температуры расплавов

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20220731