BE1019940A4 - Verkeersdetectie-inrichting. - Google Patents

Abstract

Inrichting voor de automatische detectie van weggebruikers in het verkeer, omvattende beeldregistratiemiddelen en minstens één verwerkingseenheid voor de verwerking van signalen afkomstig van de genoemde beeldregistratiemiddelen, waarbij de verwerkingseenheid voorzien is om op basis van de genoemde signalen een onderscheid te maken tussen minstens twee verschillende types weggebruikers. Via deze inrichting kunnen fietsen op een doelbetreffende wijze gedetecteerd worden.

Description

VERKEERSDETECTIE-INRICHTING

Deze uitvinding betreft een inrichting voor de automatische detectie van weggebruikers in het verkeer, waarbij gebruik wordt gemaakt van beeldregistratiemiddelen en minstens één verwerkingseenheid voor de verwerking van signalen afkomstig van de genoemde beeldregistratiemiddelen.

Weggebruikers kunnen zowel gemotoriseerde voertuigen zijn zoals wagens, vrachtwagens, motors of motorrijders. Weggebruikers kunnen echter ook fietsers, voetgangers enz. zijn.

Het automatisch detecteren van voertuigen, zoals wagens en vrachtwagens, in het verkeer is de laatste jaren in populariteit toegenomen. Het vlotte en veilige verloop van het verkeer is inderdaad een prioriteit bij vele overheden en dit op wereldwijde schaal.

Cameragebaseerde detectiesystemen hebben hun populariteit onder meer te danken aan het feit dat ze toelaten om op een kost efficiënte en automatische wijze voertuigen te detecteren op en rond kruispunten. Bovendien is het bij hun installatie, in tegenstelling tot inductieve lussen, niet nodig om het wegdek te beschadigen of het verkeer te hinderen. Vandaag wordt videodetectie op kruispunten vooral gebruikt voor de detectie van de aanwezigheid van wachtende voertuigen aan de stoplijn bij verkeerslichten.

Ondanks het feit dat voertuigen correct worden gedetecteerd is dit niet steeds het geval voor fietsers. Fietsers zijn aanzienlijk kleiner dan voertuigen en zijn daarom moeilijker te detecteren. Dit kan leiden tot gevaarlijke situaties omdat een fietser die niet gedetecteerd wordt in sommige gevallen geen groen licht verkrijgt. Deze is dan verplicht om te wachten tot een wagen naast hem wel gedetecteerd wordt om dan tijdens de periode van groen licht het kruispunt over te steken: Indien de fietser wel gedetecteerd wordt dan kunnen de huidige systemen het onderscheid niet maken tussen een fietser en een voertuig. Dit betekent dan dat de fietser groen licht verkrijgt gedurende eenzelfde periode als een voertuig ondanks het feit dat een fietser typisch een tragere snelheid heeft dan een voertuig en dus ook meer tijd nodig heeft om het kruispunt over te steken. In bepaalde gevallen kan dit eveneens tot gevaarlijke situaties leiden omdat voertuigen uit de andere richting al groen licht kunnen verkrijgen terwijl de fietser zich nog op het kruispunt bevindt.

Onderhavige uitvinding heeft tot doel te voorzien in een inrichting voor de automatische detectie van weggebruikers in het verkeer, gebruik makend van beeldregistratiemiddelen en minstens één verwerkingseenheid voor de verwerking van signalen afkomstig van de genoemde beeldregistratiemiddelen, waarmee dergelijke gevaarlijke situaties op doeltreffende wijze kunnen voorkomen worden, en waarmee bijvoorbeeld kan voorkomen worden dat fietsers hetzij niet gedetecteerd worden hetzij verkeerd gedetecteerd worden als zijnde een gemotoriseerd voertuig.

Het doel van de uitvinding wordt bereikt door te voorzien in een inrichting voor de automatische detectie van weggebruikers in het verkeer, gebruik makend van beeldregistratiemiddelen en minstens één verwerkingseenheid voor de verwerking van signalen afkomstig van de genoemde beeldregistratiemiddelen, waarbij de verwerkingseenheid voorzien is om op basis van de genoemde signalen een onderscheid te maken tussen minstens twee verschillende types weggebruikers.

De verwerkingseenheid verwerkt de genoemde signalen en de verwerking omvat onder meer een analyse van de bekomen signalen aan de hand van beeldverwerkingstechnieken en algoritmes die in software geïmplementeerd zijn. Deze beeldverwerkingstechnieken maken gebruik van objectherkenningstechnieken om verschillende types weggebruikers te kunnen detecteren om deze vervolgens doorheen de tijd te kunnen volgen in het beeld. Om de diverse soorten weggebruikers van elkaar te kunnen onderscheiden wordt rekening gehouden met drie factoren: de plaats waar ze zich bevinden, de snelheid en de richting waarmee ze zich voortbewegen en ten slotte hun grootte. Enkele voorbeelden hiervan zijn: -Fietsers rijden in de richting van de voertuigen maar typisch op een aparte rijstrook en met een andere snelheid. Fietsers zijn bovendien veel kleiner dan voertuigen.

-Voetgangers worden enkel gezocht en gedetecteerd op het zebrapad en bewegen ook met een andere snelheid en richting dan voertuigen. -Motorrijders hebben ongeveer dezelfde grootte als fietsers maar bewegen zich dan weer met een grotere snelheid over de weg.

Op deze manier kan er voor elke weggebruiker relevante verkeersinformatie worden bekomen, zoals over welk type weggebruiker het gaat, en kan er onder meer bepaald worden op welk tijdstip het groen licht van bepaalde verkeerslichten moet aangaan en voor hoelang.

Bij voorkeur is de verwerkingseenheid voorzien om op basis van de genoemde signalen een onderscheid te maken tussen fietsers en andere types weggebruikers, zoals gemotoriseerde voertuigen. Dit omdat het zeer belangrijk is dat fietsers worden gedetecteerd, om gevaarlijke verkeerssituaties te voorkomen. Een fietser moet ook als een fietser worden gedetecteerd, zodanig dat de tijd dat het groene licht van een verkeerslicht brandt, aangepast is aan de snelheid van een fietser.

In een voordelige uitvoeringsvorm is minstens één beeldverwerkingsmiddel een videocamera. Nog meer voorkeursdragend is deze videocamera een thermische camera. Thermische camera’s hebben het voordeel dat ze ook in volledige duisternis een perfect beeld kunnen vormen. Hierdoor wordt het mogelijk om ook ’s nachts weggebruikers zoals fietsers op een nauwkeurige manier te detecteren. Daarnaast hebben thermische camera’s ook geen last van schaduwen veroorzaakt door bijvoorbeeld bewegende voorwerpen, waardoor de detectie nog nauwkeuriger kan gebeuren.

In een typische uitvoeringsvorm van de uitvinding is de verwerkingseenheid voorzien om de signalen afkomstig van elk beeldregistratiemiddel van de inrichting te verwerken.

Bij voorkeur is de verwerkingseenheid zo uitgevoerd dat de eenheid een alarmsignaal genereert wanneer een fietser gedetecteerd wordt. Verder kan er slechts een alarmsignaal gegeneerd worden als een fietser gedetecteerd wordt in een bepaald gedeelte van het gedetecteerd gebied. De gebruiker kan dit gedeelte vooraf instellen of dit kan automatisch geconfigureerd worden door de inrichting zelf.

In een bepaalde vorm van de uitvinding zijn de beeldregistratiemiddelen en de verwerkingseenheid in dezelfde behuizing opgenomen. De inrichting kan bijgevolg als een vrij compact toestel uitgevoerd worden.

De inrichting volgens deze uitvinding omvat bij voorkeur ook een digitale communicatie-interface waarlangs allerlei signalen, onder meer voor controledoeleinden, kunnen worden uitgewisseld. De uitgewisselde signalen kunnen dienen voor configuratie van de inrichting (bijvoorbeeld aanduiding van de ligging van de rijstroken, richting van het verkeer per rijstrook, kalibratie van het beeld voor snelheidsmetingen, enz.), voor het rapporteren van gebeurtenissen en uiteraard ook voor het afleveren van analoge of digitale videobeelden.

Deze uitvinding betreft eveneens een dergelijke inrichting die in een gebruikssituatie geïnstalleerd is. Volgens deze uitvinding is minstens één beeldregistratiemiddel, bij voorkeur alle beeldregistratiemiddelen, van de geïnstalleerde inrichting boven een verkeerslicht geïnstalleerd. Hierdoor kunnen voertuigen en fietsers die wachten bij het verkeerslicht duidelijk gedetecteerd worden door de beeldregistratiemiddelen.

Bij voorkeur wordt het of elk beeldregistratiemiddel op het verkeerslicht geïnstalleerd.

Bij voorkeur zijn bij deze inrichting de verwerkingseenheid en de beeldregistratiemiddelen in eenzelfde behuizing opgenomen en is deze behuizing boven het verkeerslicht geïnstalleerd.

Om de eigenschappen van deze uitvinding verder te verduidelijken en om bijkomende voordelen en bijzonderheden ervan aan te duiden volgt nu een meer gedetailleerde beschrijving van de inrichting overeenkomstig deze uitvinding. Het weze duidelijk dat niets in de hierna volgende beschrijving kan geïnterpreteerd worden als een beperking van de in de conclusies opgeëiste bescherming voor deze uitvinding.

De verkeersdetectie-inrichting volgens de uitvinding is bruikbaar bij kruispunten waar het verkeer geregeld wordt met behulp van verkeerslichten. Uiteraard is deze inrichting ook bruikbaar op plaatsen die geen kruispunten zijn, maar die wel verkeerslichten hebben om het verkeer te regelen.

Deze inrichting omvat een thermische camera en een verwerkingseenheid voor de verwerking van signalen afkomstig van deze camera. De camera en de verwerkingseenheid zijn in dezelfde behuizing opgenomen waardoor de inrichting een compact toestel is.

De inrichting wordt geplaatst op een verkeerslicht. De inrichting hoeft geen groot gebied te kunnen detecteren, zoals bijvoorbeeld een volledig kruispunt, om te kunnen bepalen of een verkeerslicht al dan niet een werkend groen licht mag hebben. De inrichting is bruikbaar vanaf dat het gebied wordt gedetecteerd waar de weggebruikers halt houden bij een rood of oranje licht. De weggebruikers houden meestal halt aan de stoplijn die geschilderd/aangebracht is voor het verkeerslicht.

Indien er door de inrichting een detectie is van één of meerdere fietsers die wachten voor een rood stoplicht, zal de fietser of zullen de fietsers een groen licht verkrijgen dat voldoende lang blijft branden zodanig dat de fiets of fietsers voldoende tijd hebben oin bijvoorbeeld het kruispunt over te steken. Indien gewenst kan er een alarmsignaal worden gegenereerd als er een fiets of fietsers zijn gedetecteerd.

De inrichting omvat ook een digitale communicatie-interface waarlangs allerlei signalen kunnen worden uitgewisseld. De uitgewisselde signalen dienen voor configuratie van het toestel, bijvoorbeeld de aanduiding van de ligging van de rijstroken, bepaling van het soort rijstrook (fietspad, rijstrook voor gemotoriseerde voertuigen,...) richting van het verkeer per rijstrook, kalibratie van het beeld voor snelheidsmetingen, enz. Hierdoor is niet meer nodig om vooraf de inrichting te configureren, wat kosten bespaart. De configuratie van de inrichting zorgt voor een nog betere detectie.

Via de digitale communicatie-interface wordt het ook mogelijk om gebeurtenissen te rapporteren zoals ongevallen in de buurt van de verkeerslichten, weggebruikers die blijven stilstaan ondanks een groen licht, enz.

Deze informatie kan snel worden doorgegeven, aan bijvoorbeeld een verkeerscontrolecentrum, zodanig dat er snel actie kan worden ondernomen en bijvoorbeeld een ambulance snel ter plaatse is indien een ongeval heeft plaatsgevonden en er gewonden zijn, en/of het verkeerpunt snel terug vrij kan worden vrijgemaakt na een ongeval.

Claims (9)

1. Inrichting voor de automatische detectie van weggebruikers in het verkeer, omvattende beeldregistratiemiddelen en minstens één verwerkingseenheid voor de verwerking van signalen afkomstig van de genoemde beeldregistratiemiddelen, met het kenmerk dat de verwerkingseenheid voorzien is om op basis van de genoemde signalen een onderscheid te maken tussen minstens twee verschillende types weggebruikers.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de verwerkingseenheid voorzien is om op basis van de genoemde signalen een onderscheid te maken tussen fietsers en andere types weggebruikers.

3. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat minstens één beeldregistratiemiddel een videocamera is.

4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk dat de videocamera een thermische camera is.

5. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de verwerkingseenheid voorzien is om de signalen afkomstig van elk beeldregistratiemiddel van de inrichting te verwerken.

6. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de verwerkingseenheid voorzien is om een alarmsignaal te genereren wanneer een fietser gedetecteerd wordt.

7. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de beeldregistratiemiddelen en de verwerkingseenheid in dezelfde behuizing zijn opgenomen.

8. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de inrichting een digitale communicatie-interface omvat.

9. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat minstens één beeldregistratiemiddel van een geïnstalleerde inrichting boven een verkeerslicht is geïnstalleerd.