BE1019618A3 - Plaatmateriaal, werkwijzen voor het vervaardigen van plaatmateriaal en paneel dat dergelijk plaatmateriaal bevat. - Google Patents

Plaatmateriaal, werkwijzen voor het vervaardigen van plaatmateriaal en paneel dat dergelijk plaatmateriaal bevat. Download PDF

Info

Publication number
BE1019618A3
BE1019618A3 BE2009/0538A BE200900538A BE1019618A3 BE 1019618 A3 BE1019618 A3 BE 1019618A3 BE 2009/0538 A BE2009/0538 A BE 2009/0538A BE 200900538 A BE200900538 A BE 200900538A BE 1019618 A3 BE1019618 A3 BE 1019618A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
sheet material
flax
cork
aforementioned
granulate
Prior art date
Application number
BE2009/0538A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Unilin Bvba
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Unilin Bvba filed Critical Unilin Bvba
Priority to BE2009/0652A priority Critical patent/BE1018993A3/nl
Priority to EP10723322A priority patent/EP2419250A2/en
Priority to PCT/IB2010/051667 priority patent/WO2010119431A2/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1019618A3 publication Critical patent/BE1019618A3/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B27WORKING OR PRESERVING WOOD OR SIMILAR MATERIAL; NAILING OR STAPLING MACHINES IN GENERAL
    • B27NMANUFACTURE BY DRY PROCESSES OF ARTICLES, WITH OR WITHOUT ORGANIC BINDING AGENTS, MADE FROM PARTICLES OR FIBRES CONSISTING OF WOOD OR OTHER LIGNOCELLULOSIC OR LIKE ORGANIC MATERIAL
    • B27N3/00Manufacture of substantially flat articles, e.g. boards, from particles or fibres
    • B27N3/005Manufacture of substantially flat articles, e.g. boards, from particles or fibres and foam
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B27WORKING OR PRESERVING WOOD OR SIMILAR MATERIAL; NAILING OR STAPLING MACHINES IN GENERAL
    • B27NMANUFACTURE BY DRY PROCESSES OF ARTICLES, WITH OR WITHOUT ORGANIC BINDING AGENTS, MADE FROM PARTICLES OR FIBRES CONSISTING OF WOOD OR OTHER LIGNOCELLULOSIC OR LIKE ORGANIC MATERIAL
    • B27N3/00Manufacture of substantially flat articles, e.g. boards, from particles or fibres
    • B27N3/02Manufacture of substantially flat articles, e.g. boards, from particles or fibres from particles
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B27WORKING OR PRESERVING WOOD OR SIMILAR MATERIAL; NAILING OR STAPLING MACHINES IN GENERAL
    • B27NMANUFACTURE BY DRY PROCESSES OF ARTICLES, WITH OR WITHOUT ORGANIC BINDING AGENTS, MADE FROM PARTICLES OR FIBRES CONSISTING OF WOOD OR OTHER LIGNOCELLULOSIC OR LIKE ORGANIC MATERIAL
    • B27N3/00Manufacture of substantially flat articles, e.g. boards, from particles or fibres
    • B27N3/08Moulding or pressing
    • B27N3/10Moulding of mats
    • B27N3/14Distributing or orienting the particles or fibres

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Manufacturing & Machinery (AREA)
  • Wood Science & Technology (AREA)
  • Forests & Forestry (AREA)
  • Dry Formation Of Fiberboard And The Like (AREA)
  • Laminated Bodies (AREA)

Abstract

Plaatmateriaal, dat hoofdzakelijk is samengesteld uit verbonden lignocellulose partikels (2), daardoor gekenmerkt dat minstens één vlakke zijde (6) van het plaatmateriaal (1) hoofdzakelijk gevormd is door verbonden kurkgranulaat (13) en dat het voornoemde plaatmateriaal (1) verder nog één of meerdere van de volgnde eigenschappen vertoont: -de eigenschap dat zowel de verbinding tussen de afzonderlijke granules (14) als de verbinding tussn het granulaat (13) en de onderliggende lignocellulose partikels (2) minstens gedeeltelijk door middel van polycondensatielijm tot stand is gebracht; -de eigenschap dat het plaatmateriaal (1) een interne overgangszone (15) tussen het verbonden kurk granulaat (13) en de verbonden lignocellulose partikels (2) vertoont, waarbij deze overgangszone (15) een verbonden mengsel van kurkgranules (14) en lignocellulose partikels (2) omvat.

Description

Plaatmateriaal, werkwijzen voor het vervaardigen van plaatmateriaal en paneel dat dergelijk plaatmateriaal bevat.
Deze uitvinding heeft betrekking op plaatmateriaal, op werkwijzen voor het vervaardigen van plaatmateriaal en op panelen die dergeiijk plaatmateriaal bevatten.
Meer speciaal heeft de uitvinding betrekking op plaatmateriaal van het type dat hoofdzakelijk is samengesteld uit verbonden vlaslemen, ook wel vlasscheven of vlasspanen (Engels: flax shives). Dergelijk plaatmateriaal is op zich ruim bekend. Vlaslemen worden gewonnen uit vlas als afvalproduct bij de vlasvezelproductie en betreffen in spanen opgebroken stukken uit de stengel van de vlasplant. De uitvinding heeft echter ook betrekking op plaatmateriaal· van andere types, bijvoorbeeld op plaatmateriaal van het typé dat hoofdzakelijk is samengesteld uit verbonden lignocellulosepartikels. ------------------------------—------------------------------- . ..
Vlasplaten staan bekend als lichtë^goèdkó^ëeplatenridie bijvoorbeeld kunnen worden aangewend als vulmateriaal voor eeh jdéürpànëèir-als basis voor een meubel- of wandpaneel of als milieuvriendelijke isolatieplaat. Vlasspaanplaat heeft tevens goede akoestische eigenschappen Vérv''heefteen 1 groter brandvertragend vermogen dan hoütspaandërplaat; - ' oor. λ .; ·.· ......; ;·. ,Γ <·,«.. DisfC'ei··*' Γ'έιοΐΓ -,:,1:-, iStä’i · ·:· . : ; ‘
Uit het DE 20 2007 G17 713 Ü1 Is hét voor1'hö^fspaahdërplateh 'reeds bekend het gewicht té reducerên döor hét toepassen in de middelste laag van dêrgélijke Η0υΙ^ρΐά^ιήέΐ^|$Ϊ^Ϊ.ν#ΓόΐγΗΙνΓ0ί''ο^'/ρ0ίγ8^Ι^β4Βη' staat op zich Békend als een bi^mJ'GÎri^eil^3wöMein’vöornoemd document tevens vOOrgesteld afzónderlijke brandvertragende additieven in dergelijke plaat toe te passen.
V,.;.· /:>>·.·. :io y i !icn:c. goedkope'plbtéiTdië; bijvoorbeeld kunne-:·
De huidige üitvifidihg " bëöbgt^'^Oplaten nóg vérder te optimaliseren. Hierbij wordt gestreefd aan te bieden die toch eën bëpérkt ’ jjéwiciht 'fièbÏfein,1 zodët -déÉl p^ë^^^Mèi^ónó^iëch' zijn in gebruik en meèr ecologisch in transport. Hiertoe betreft de uitvinding, volgens haar eerste onafhankelijk aspect, een plaatvormig materiaal van het type dat hoofdzakelijk is samengesteld uit VefbOndén VÎàSlêmervJlrriëtüals ‘fcënméik Sat: hfet Vóbrrtoemde plaatmateriaal partikelvormig vulmateriaal, bij voorkeur opgeschuimde partikels, bevat dat zich minstens tussen de voornoemde vlaslemen bevindt. Doordat de vlaslemen op zich een brandvertragend vermogen bezitten kunnen partikelvormige vulmaterialen worden toegepast die een minder brandvertragend vermogen bezitten, met slechts een beperkte afname van het globale brandvertragend vermogen van dergelijke plaat. Bij voorkeur wordt gewerkt met een synthetisch vulmateriaal. Het is mogelijk zonder toevoeging van afzonderlijke brandvertragende additieven te werken of met minder dergelijke additieven, en eventueel toch. een gelijkaardig resultaat op vlak van brandveiligheid te bereiken als het geval is met de houtspaanderplaten uit bovenvermelde stand van de techniek.
Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm wordt een partikelvormig vulmateriaal tóeg^ptast- datëeri 4a^«r%rfdéhèâflèif;'"lli@Sit^aAiVftéfêfiiéllSiÎ^ti.c^P<&âEb*HôëQI;f'fol:dôà:ë-dènsitêil-minstens1 i 0%'; ' ên' béter Wog c2Ö%^ëgeir dariedèi' derfèitèit' vancVlaslëmëri; " Dërgelijk dërisiteitsvërSchil· kan ’bereikt Worden1 bif vulfö^^ partikels. Zödoeridekaneenlichtëfevlasspêanpla^^ voorts alle positieve eigehëchappëif ^ähö^âë",ct§Ëâirkl'^aSTf·*"!ctó' techniek vertoont. Zo bijvoorbeeld kari^1 als partikëlvörmigrVülmëtënaëlgewérkt Wörden met een materiaal dat minstens polÿstyrëëri^ôm^atr^zôaréPmët 'ôpgéschüimde0partikels dié Polystyrol of polyétÿreén bevëttéh^of'WIërÏtö0 bë§t&h?iCCft>k '°ië"!ïïftét mögëlijk als partikelvormig vulmatëriëal’pölyuréthaahdëëltjes têe feipaSsën.nou!5i-1'M L '‘ iJ.-ita.’io ν\·ίί' de tochniek.
Volgens een andere mogelijkheid kan ook gewerkt worden met natuurlijk partikelvormig mëtëriëël,1';1É)ÎjvôôV6ëëfâ^s'/inlÎ wfië^ikilMV?nig 'völmateriaal dat kurkgranulaat omvat.·νόΙςθη8-:)β0ή'<:^έΐβ^η|^η^Ιί0^θΙ0'^0η^θΙ^ΙιΜ(:'-νάη lage densiteit, dat tijdens ‘de veivaérdigihg£vari kurkproducteriais afval wordt beschouwd, worden aangewend. Bij ‘ vóörkélir Ve'rtoörit'ftië^kiirt^tóftÜisiiff een déhsiteit van 10 tot 80 kg/rh3, of beter nog; van èd ' tóf ^Ó-'kg/m^^Zödbëhdy^órdt' hög’eèri voorbeeld verkregen van de hierboven Vérmèldë vöörkêurdragënde uitvoeringsvorm. Bovendien vertoont kurk op zich een btóndVertrèfdend^èim<^ri,tiÖdët'Wëii1déëal'‘g'èsd1ikt is om te worden gecombineerd met vlasIèmeri. BóvéndiéW wordt óp deze manier een zeer ecologisch verantwoord plaëtrhateriâël "VëVÎireâ'ëH^^iBij ' voorkeur vërtoont het kurkgranulaat dat'wötótfi^épëëi'^h3dêmÏOTeidêVi^k^i9,r,S'otte gelegen tussen 0,3 en 5 millimeter, en beter nog tussen 0,5 en 3 millimeter. Dergelijk granulaat is namelijk uitstekend géschikT öm te'wördbn^aangewënd^s vQfmftyriaalviKcviaëleriien, óf zelfs, volgens een afwijkende variante, tussen houtspaanders. Het is mogelijk het kurkgranulaat zo te selecteren dat aan voornoemde gemiddelde partikelgrootte is voldaan. Op die manier wordt een voorbewerking van de partikels onnodig of nagenoeg onnodig.
Volgens nog een andere mogelijkheid kan gëwerkt worden met kurkpoeder. Hierbij gaat het dan om mechanisch opgebroken kurkgranules, bijvoorbeeld vermalen kurkgranulaat. Het toepassen van dergelijke kleine kurkdeeltjes in een oppervlaktelaag van een plaatmateriaal worden geïncorporeerd. Op deze manier kunnen bijvoorbeeld geluidsdempende effecten worden bereikt zonder dat afbreuk wordt gedaan aan de eigenschappen van de eventueel uit fijne spanen opgebouwde oppervlaktelagen. De afmetingen van kurkpoeder zijn uiterst geschikt om als vulmateriaal te worden aangewend in vezelplaten zoals MDF of HDF'.
Zoals vermeld is het toépasseri van kurkgranulaat èn/of kurkpoeder ook in andere plaattypes interessant. Daarom betreft de uitvinding volgens een afwijkend aspect ook een plaatmateriaal met de kenmerken van het eerste aspect, of de voorkeurdragende uitvoeringsvormen daarvan/ waarbij 3in dè plaats van ^laslemeh houtspaanders of houtvezels worden toegepast en wäärbij het partikelvormig vulmateriaal hetzij minstens een fractie kurkgranulaat ëri/óf kurkpoëder bevat, hetzij hoofdzakelijk of volledig hieruit bestaat. Hierbij wordt dus ëen gemodificeerde spaanplaat, OSB plaat, houtvezelplaat, MDF of HDF plaat bekomen. Hët is ook mogelijk kurkgranulaat en/of kurkpoeder als vulmateriaal toe te passen in een plaatmateriaal dat hoofdzakelijk is samengesteld uit een verbonden mengsel van hout- en vlasdeeltjes, zoals uit een verbonden mengsel van houtspaanders ên vlaslemen. Deze uitvoeringsvorm is interessant gezien de beschikbaarheid van vlaslemen sterk kan fluctueren naargelang het seizoen. Bij een lage beschikbaarheid van dergèlijke vlaslemen kunnen deze dan worden aangevuld met houtspaanders: ‘ uiVi *'·”- v^u
Er wordt opgemerkt dat de geometrië van véfpersfviasiëmën góed geschikt is om plaats te bieden aan vulmaterialen, ' en in hët bijzonder1 aan kogel- of partikelvormige vulmaterialen. Doordat vlaslemën typisch grover zijn dan houtspanen bouwen zij eerder tussenruimten voor dergelijk vulmateriaal, bovendien kan vulmateriaal eenvoudiger op relatief homogene wijze doorheen de vlaslemen worden verdeeld.
Bij voorkeur zijn de in het eerste aspect voornoemde vlaslemen verbonden aan de hand van een polycondensatielijm. Bij voorkeur bevat de voornoemde polycondensatielijm minstens ureumformaldehyde. Al dan niet in combinatie met ureumformaldehyde kan dergelijke polycondensatielijm ook minstens lignosulfonaat bevatten en/of stoffen bevatten die gekozen zijn uit de lijst van melaminelijm, melamineformaldehydelijm, methaandifenyldiisocyanaatlijm, fenolformaldehydelijm, resorcinolformaldehydelijm en resorcinolfenolformaldehydelijm. Bij voorkeur bestaat voornoemde polycondensatielijm in hoofdzaak uit een thermohardende polycondensatielijm. Bij voorkeur wordt gewerkt met een gewichtsverhouding van bindmiddel, bijvoorbeeld polycondensatielijm, tot vlaslemen gelegen tussen 2:98 en 12:88. Bij voorkeur wordt, bij de vervaardiging van het plaatmateriaal van de uitvinding en in het geval van het gebruik van ureumformaldehyde als bindmiddel voor vlaslemen, gewerkt met een toéslag aan ureum1 zódat eventuele vrije formaldehyde alsnog kan worden gebonden. Het is duidelijk dat dé hiér vermelde verhoudingen bij voorkeur ook opgaan wanneer in de plaats van vlaslemen, houtspaanders of houtvezels worden toegepast, waarbij dan de gewichtsverhouding van bindmiddel tot lignocellulose partikels wordt beschouwd.
Het hierboven nog vermelde lignosulfonaat kan bijvoorbeeld worden verkregen als afvalproduct uit papierproductie en een plaatmateriaal die minstens een fractie lignosulfonaat als bindmiddel bevat, kan dus als zeer ecologisch worden beschouwd. Een ideale combinatie ontstaat wanneer dergelijk lignosulfonaat wordt toegepast bij partikelvormig vulmateriaal dat hoofdzakelijk of volledig uit kurkgranulaat bestaat.
Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van het eerste aspect vormt het verbonden vlaslemen een laag die zich centraal in dé dikte van het plaatmateriaal bevindt, terwijl één of beide oppervlakken van het plaatmateriaal gevormd wordt door een laag die verbonden houtspanen of houtvezels bevat. Aan de hand van deze voorkeurdragende uitvoeringsvorm worden verschillende effecten bereikt. Doordat één of beide van de oppervlakken de samenstelling van houtspaanderplaat vertoont, wordt een laag met relatief hoge densiteit aan deze oppervlakken bekomen die op significante wijze kan bijdragen tot de sterkte van het plaatmateriaal, en in het bijzonder tot de buigsterkte en/of de weerstand tegen impactbelastingen en/of de hardheid van de plaat of het plaatmateriaal. Bovendien kan aan de hand van dergelijke laag een eenvoudig af'te'wérken oppervlak worden verkregen dat, eventueel na het schuren ervan, uitstekend geschikt is om te worden afgewerkt met een laminaatlaag, een fineerlaag, een laklaag of een andere bij voorkeur decoratieve laag die al dan niet een patroon vertoont. Bij voorkeur maakt de dikte van de laag die gevormd wordt door de vlaslemen minstens 70% van de dikte van het plaatmateriaal uit. Doordat het grootste gedeelte van het plaatmateriaal uit vlaslemen bestaat, worden de positieve eigenschappen van vlaslemen, zoals de lage densiteit ervan, grotendeels behouden. Bij voorkeur zijn de gemiddelde afmetingen van de houtspanen of houtvezels die zich aan één of beide oppervlakken bevinden kleiner dan de gemiddelde afmetingen van de vlaslemen die zich centraal bevinden. Hierdoor wordt verkregen dat de textuur van de oppervlakken, eventueel na het schuren ervan, glad kan worden uitgevoerd. Als maatgevende afmeting wordt bij voorkeur gewerkt met de langste afmeting van de betreffende spanen of lemen.
Het is duidelijk dat het plaatmateriaal in het'géval van1 het bóvën nóg vermelde afwijkende aspect eveneens verschillende lagen kan vertonen, waarbij het vulmateriaal zich dan bij voorkeur minsterts in%én centrale laag’ houtspaanders of houtvezels bevindt, terwijl aanéén of béide’ÖppëiS/lakkehëerïléag wórdt gevormd met houtspanen of houtvezels van kléinere gemiddelde afmetingen, waarbij deze lagen bij voorkeur vrij zijn van het voornoemde vulmateriaal, :-J
Bij voorkeür vertoont het plaatmatériàèi van rde uitvinding een totale dikte gelegen tussen 18 en 60 millimeter, en beter-nog 'gëlégen tusséh 25 én 50 millimeter. In dit bereik kan éen significante gewichtSreductie worden bereikt.
Bij voorkeur is het voornoemde partikelvormig materiaal, bijvoorbeeld de voornoemde opgeschuimde partikels of het voornoemde kurkgranulaat, zoals boven nog vermeld, homogeen of nagenoeg homogeën Γη de volledige laag gevormd door vlaslemen verspreid. Op die manier komt de uitvinding'keer góed tot haar récht: Eén homogene of nagenoeg homogene verspréiding vah’ hëfvülmàfëfiaal rhinîmàlïsëért hét risico op het ontstaan van defecten, zoals' pöréüzë 'gebièdëh;' irv éeh óp' hét plaatmateriaal aangebrachte laminaattoplaäg: Inhömbgèhitêitën kunnen namelijk leiden tot drukverschillen in de persinrichting, die op hun beurt aanleiding geven tot defecten bij het uitharden van melamine of andèr Hars dat zich ih'Óë laminaéttopiaëg bevindt.
Bij voorkeur bevindt het voomoemdé partikelvormig materiaal, bijvoorbeeld de voornoemde opgeschuimde partikels of het voornoemde kurkgranulaat, zich hoofdzakelijk slechts in de laag die gevormd is door de vlaslemen. Beter nog zijn dergelijke partikels afwezig in eventuele andere lagen die vrij of althans toch nagenoeg vrij zijn van vlaslemen.
Bij voorkeur is de laag gevormd door het vlaslemen vrij of nagenoeg vrij van houtspaanders en/of ander spaanvormig materiaal.
Bij voorkeur vertoont het plaatmateriaal van de uitvinding een densiteit van minder dan 500 kilogram per kubieke meter, en betér nog van minder dan 300 kilogram per kubieke meter.
Volgens een tweede onafhankelijk : aspect'5betreft^rdè 'uitvinding bok nog een plaatmateriaal van bovenvermeld type.'daérdóör0 gëkéhmèrkt dat ‘ de voornoemde vlaslemen minstens gedeeltelijk verbonden zijnJaan dé hènd van een opgeschuimd bindmiddel. Het spreekt voor zich dat aan de hand van dergelijk plaatmateriaal gelijkaardige effecten kunnen worden bereikt zoals met de plaatmaterialen hierboven voor wat betreft gewichtsreductie. Bovendien is het mogelijk een meer uitgesproken gewichtsreductie te bekomen. Het voornoemde opgeschuimd bindmiddel kan bijvoorbeeld melamineschuim, ureumschuim en/of polyurethaanschuim bevatten. Het kan ook gaan om een opgeschuimd bindmiddel óp basis van polyethyleen, polysytreen, poiyurethaan, Polyvinylchloride of dérgelijké. Bij voorkeur betreft het ook hier een plaat die aan één of beide oppervlakken ervan een laag vertoont die gevormd is door verbonden houtspanen of houtvezels.
Bij voorkeur vindt het opschuimen van het bihdmiddél "minstens gedeeltelijk plaats in een persinrichting. Zo bijvoorbeeld kan vóór hét vérvaardigën van het plaatmateriaal van het tweede aspect gebruik worden gemaakt van een werkwijze waarbij wordt uitgegaan van een materiaalmassa die vlaslemen en bindmiddel omvat, waarbij deze materiaalmassa in een persinrichting wordt gebracht, of daardoor gevoerd, en waarbij het opschuimen of expanderen van het bindmiddel minstens gedeeltelijk in de persinrichting geschiedt. De persinrichting kan dan op zich aangewend worden als calender voor het instellen van de uiteindelijke dikte van het betreffende plaatmateriaal.
Een werkwijze waarbij een bestanddeel van een plaatmateriaal in de persinrichting wordt opgeschuimd of geëxpandeerd, is op zich interessant onafhankelijk van het feit of dit betreffende bestanddeel nu als bindmiddel, vulmateriaal of op zichzelf staande laag wordt aangewend. Dergelijke werkwijze vormt dan ook een derde onafhankelijk aspect van de huidige uitvinding. Zo bijvoorbeeld kan het partikelvormig vulmateriaal van het eerste aspect op deze manier zijn opgeschuimd of geëxpandeerd of kan met behulp van dergelijke werkwijze een plaatmateriaal worden bekomen dat intern een laag van geschuimde of geëxpandeerde kunststof vertoont. Het is duidelijk dat voor het materiaal van dergelijk bestanddeel de in verband met het eerste aspect genoemde opschuimbare of expandeerbare materialen kunnen worden aangewend. Bij voorkeur wordt gewerkt met polyurethaan of polystyreen bevattende kunststoffen. Bij voorkeur vertoont het volgens het derde aspect verkregen plaatmateriaal één of meer lagen, bijvoorbeeld oppervlaktelagen, die verbonden vlaslemen en/of houtspaanders en/of houtvezels bevatten. Op die manier wordt dan terug een lichte, ecologische plaat verkregen, die toch een voldoende stevigheid heeft en/of een goede afwerking van de vlakke zijden ervan toelaat.
Het is duidelijk dat de uitvinding volgens het voornoemde derde onafhankelijk aspect kan gedefinieerd worden als een werkwijze voor het vervaardigen van plaatmateriaal, met als kenmerk dat wordt uitgegaan van een materiaalmassa die minstens vlaslemen en een expandeerbaar of opschuimbaar bestanddeel omvat, waarbij deze materiaalmassa in een persinrichting wordt gébracht, of daardoor gevoerd, en waarbij het opschuimen of expanderen van het voornoemde expandeerbaar of opschuimbaar bestanddeel minstens gedeeltelijk in de persinrichting geschiedt. Bij voorkeur wordt de persinrichting hierbij op zich aangewend voor het instellen van de uiteindelijke dikte van het plaatmateriaal. Bij voorkeur wordt hierbij een persinrichting van het continue type aangewend. Het is echter niet uitgesloten dat met zogenaamde taktpersen wordt gewerkt. Bij voorkeur ondergaat de voornoemde materiaalmassa minstens twee al dan niet direct op elkaar volgende perscycli, waarbij in de tweede perscyclus een lagere druk en/of temperatuur wordt toegepast dan in de eerste perscyclus, en waarbij de expansie van het voornoemde bestanddeel hoofdzakelijk plaatsvindt tijdens deze tweede perscyclus. In de eerste perscyclus kan de daar aanwezige hogere druk en/of temperatuur worden aangewend minstens voor hét verbinden van de materiaalmassa die zich in de oppervlaktelagen van het plaatmateriaal zal bevinden.
Volgens een afwijkende variante van de bovenstaande aspecten van de uitvinding kunnen in de plaats van vlaslemen spanen worden toegepast die bekomen zijn uit gedroogde grassoorten, zoals uit stro, hooi, hennep, olifantengras, bamboo en dergelijke meer.
Volgens een vierde onafhankelijk aspect beoogt de uitvinding een alternatief plaatmateriaal dat volgens verschillende voorkeurdragende uitvoeringsvormen bijzondere decoratieve en/of technische eigenschappen kan hebben en/of toelaat dat een decoratief en/of technisch superieure plaat op relatief eenvoudige wijze kan worden vervaardigd. Hiertoe heeft de uitvinding betrekking op een plaatmateriaal dat hoofdzakelijk is samengesteld uit verbonden lignocellulose partikels, bijvoorbeeld in de vorm van vlokken, spanen, poeder en/of vezels, met als kenmerk dat minstens één vlakke zijde van het plaatmateriaal hoofdzakëlijk' gèvormd is door verbonden kurkgranulaat. Bij voorkeur is zowel de 'verbinding tussen de afzonderlijke kurkgranules als de verbinding tussen hét granulaat en de onderliggende lignbcellulose partikels door middel van polycondensatielijm tot stand gebracht, bij voorkeur aan de hand van dezelfde polycondensatielijm. Hiertoe kunnen de in verband met andere aspecten vermelde polycondensatiëlijmen worden toegepast. Als kurkgranulaat kan het boven vermelde kurk van lage densiteit worden toegepast en/of kurk met de aldaar vermelde partikélgrootte. Bij voorkeur vertoont het plaatmateriaal van het vierde aspect een interne overgangszone tussen de verbonden lignocellulose partikels en het verbonden kurkgranulaat, Waarbij !dëze overgangszone eëh verbonden mengsel van kurkgrariules en lignocellülosé partikels omvat.
De voornoemde lignocellulose partikels zijn bij"voorkeur gékózen uit de reeks van houtpartikels, graspartikels en vlaspartikels. Het J kah 'bijvoorbeeld gaan om houtspaanders, houtvezels of vlaslemen. Vöor de verbinding tussen de lignocëllulose partikels kunnen eveneens de boven nog verméldè polÿcohdënsatièlijmënj al dan niet iri bovenvermelde verhoudingen, worden aangëwénd: ; . f .
De totale dikte van het plaatmateriaal uit het vierde aspect is bij voorkeur gelegen tussen 5 en 25 millimeter, en beter nog tussen 10 en 20 millimeter. Dergélijke dikte is bijvoorbeeld geschikt wanneer het plaatmateriaal van het tweede aspect als uitgangsmateriaal dient voor het vervaardigen Van vloérpanëlen of andere decoratieve interieurpanelen. Zo bijvoorbeeld kan de betreffende vlakke zijde worden afgewerkt met een lak-, vernis- of melaminelaag, waarbij dan het uitzicht van de sierzijde van de betreffende panelen bij voorkeur wordt bepaald door het voornoemde kurkgranulaat. Volgens een ander voorbeeld kan aan de betreffende vlakke zijde een ander decorvormend materiaal worden opgebracht, zoals een gedrukt decor of een fineer, waarbij het kurkgranulaat dan bijvoorbeeld minstens gedeeltelijk de functie vervult van het dempen van geluiden die ontstaan bij het gebruik van de panelen.
Volgens een bijzondere uitvoeringsvorm van het voornoemde vierde aspect is op het kurkgranulaat, al dan niet rechtstreeks daarop, een bedrukking uitgevoerd. Bij voorkeur zijn hiertoe op het kurkgranulaat één of meerdere grondlagen aangebracht, zoals grondlagen die spachtelmateriaal omvatten en/of die een nagenoeg uniforme, of uniforme basiskleur verlenen aan hét plaatmäteriaal of paneel. De bedrukking kan dan rechtstreeks op deze grondlagen worden uitgevoerd aan de hand van een techniek zoals rotatie-ofsettdruk of rotatiediepdruk of aan de hand van een digitale techniek zoals inktjetprinten. Dergelijke bedrukking kan dan vérder zijn afgewerkt aan de hand van één of meerdere transparante lak-, vernis- of melaminelaag, waarbij dergelijke lagen harde partikels zoals aluminiumoxide kunnen omvatten, ter verhoging van de slijtwerende eigenschappen van dergelijk plaatmateriaal of paneel. Volgens deze bijzondere uitvoeringsvorm wordt een decoratief paneel bekomen dat zeer goede geluidsisolerende of geluidsdempende eigenschappen bezit.
Bij voorkeur wordt het plaatmateriaal van het vierde aspect vervaardigd aan de hand van een werkwijze waarbij de verbinding tussen de kurkgranules, zowel als de verbinding tussen het kurkgranulaat en dé al dan niet réeds verbonden lignocellulose partikels, gelijktijdig of althans toch nagenoèg gelijktijdig wordt bekomen, bijvoorbeeld in dezelfde persinrichting. Zo bijvoorbeeld kan worden uitgegaan van een al dan niet voorverdichte en/of al dan niet reeds geconsolideerde materiaalmassa die minstens een laag belijmde lignocellulosepartikels omvat, waarbij op deze materiaalmassa bij voorkeur onverbonden, of nog niet volledig verbonden kurkgranules worden aangebracht, waarbij het geheel van materiaalmassa en kurkgranules in een verwarmde persinrichting wordt aangebracht, of daar doorheen wordt gevoerd, waarbij zowel de verbindingen tussen de kurkgranules onderling, als de verbinding tussen het krukgranulaat en de onderliggende materiaalmassa in voornoemde persinrichting worden verkregen. Bij voorkeur wordt aan de hand van dezelfde persbewerking ook de uiteindelijke verbinding tussen de lignocellulose partikels bekomen. Hiertoe kunnen bijvoorbeeld de continue persinrichtingen worden aangewend die gebruikelijk zijn in de productie van vlasspaanplaat of houtspaanderplaat. Voor het samenstellen van voornoemde materiaalmassa kunnen één of meerdere strooibewerkingen worden toegepast. Ook voor het opbrengen van de losse kurkgranules kunnen één of meerdere strooibewerkingen worden toegepast. Eventueel kan het geheel van materiaalmassa en kurkgranules, of slechts een gedeelte daarvan, worden voorverdicht of ontlucht alvorens zij in de eigenlijke persinrichting wordt gebracht. Het is zelfs mogelijk dat de materiaalmassa van lignocellulose partikels reeds volledig is verbonden en verdicht, alvorens de losse kurkgranules erop aan worden gebracht. Het is duidelijk dat de hier beschreven werkwijze op zich een bijzonder onafhankelijk aspect van de huidige uitvinding uitmaakt.
Er wordt opgemerkt dat, volgens het vierde aspect, in het verbonden kurkgranulaat nog andere bestanddelen kunnen zijn aangebrächt. Zo bijvoorbeeld kunnen metaalpartikels of kleurpigmenten worden ingemengd, waarbij dan een zeer aantrekkelijk decoratief effect kan worden bereikt.
Er wordt nog opgemerkt dat volgens een afwijkende variante van het voornoemde vierde aspect en de voorkeurdragende uitvoeringsvormen daarvan, in de plaats van kurkgranulaat een bij voorkeur samendrukbaar ander granulaat kan worden toegepast, zoals bijvoorbeeld een kunststofgranulaat zoals een granulaat op basis van polystyreen. Met “samendrukbaar” wordt hier bedoeld meer samendrukbaar dan de lignocellulose partikels die in hetzelfde plaatmateriaal zijn aangewend. Ook is het mogelijk dat het granulaat een mengsel van verschillende granulaten, al dan niet op basis van kurk, omvat. Het verschil tussen de granulaten kan zich bijvoorbeeld manifesteren in een verschil in korrelgrootte, kleur en/of materiaal of dergelijke. Volgens deze afwijkende variante kunnen bijzonder interessante effecten worden bereikt. Eventueel kunnen zelfs motieven worden gerealiseerd, die al dan niet herhaalbaar zijn en/of vooraf kunnen worden ingesteld.
De uitvinding heeft ook betrekking op panelen die vervaardigd zijn op basis van de plaatmaterialen van de uitvinding. Hiertoe betreft de uitvinding een paneel voor meubels, deuren of wanden, daardoor gekenmerkt dat dit paneel hoofdzakelijk bestaat uit het bovenvermelde plaatmateriaal, waarbij één of beide oppervlakken van dit paneel zijn voorzien van een afwerking slaag op basis van papier en/of kunststof en/of een laag hout, zoals fineer. Het kan bijvoorbeeld gaan om een laklaag, een melaminelaag, een laminaatlaag of om een laag hout dikker dan fineer. Bij voorkeur wordt hierbij het plaatmateriaal van de uitvinding als vulmateriaal toegepast.
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, een voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven, met verwijzing naar de bijgaande enige tekening, waarin: figuur 1 in doorsnede doorheen de dikte de samenstelling van een plaatmateriaal met de kenmerken van onder andere het eerste aspect van de uitvinding weergeeft; figuur 2 in eenzelfde zicht de samenstelling van een plaatmateriaal met de kenmerken van onder andere het vierde aspect van de uitvinding weergeeft; figuur 3 enkele stappen weergeeft in één mógelijke'werkwijze voor het vervaardigen van een plaatmateriaal met dë' kenmerken van hët vierde aspect; en ··,; ’' ··· i: - ' 1 ä'-; >; :vi;·ί ·!·α r· ·· ·· · ·'.:··'·· -··’ figuur 4 in een zich gelijkaardig aan dat Van figuren 1 en 2 dé samenstelling van een plaatmateriaal dat bekofrien is; aan de hand van een werkwijze met de kenmerken van het derde aspect.
Zoals weergegeven in figuur 1 betreft de hüidigé uitvinding volgëns haar eerstë aspect een plaatmateriaal 1 van het type dat hoofdzakëïijk is samengesteld uit verbonden vlaslemen 2. Oe verbonden vlaslemen 2 vormen een laag 3 die zich minstens centraal in de dikte T van het plaatmateriaal 1 bevindt. De dikte Tl van de'betreffende laag 3 bedraagt hierbij minstens 70%, ëri in dit geval zëlfsméèr dan 90% vén de totale dikte T van het plaatmateriaal 1. . c . :: > ; . . ·. ......Maut n-Ci k'-.ï .·! v... -
Het bijzondere van het eerste aspect van de huidige uitvinding bestaat erin dat het plaatmateriaal 1 vulmateriaal bevat; in dit géval óp^ëëcihüifnde polystyreen partikels 4, die zich minstens tussen voörnoémdé vlaslemen 2 bèvindén. In dit géval'bevinden de opgeschuimde partikels 4 zich uitsluitend in de voornoemde laag 3 die gevormd is door verbonden vlaslemen 2.
Terwijl de totale dikte T van het plaatmateriaal 1 van het voorbeeld ongeveer 30 millimeter bedraagt, beslaat de centrale laag 3 die vlaslemen 2 bevat hiervan een dikte T1 van ongeveer 28 millimeter, en worden de buitenste lagen 5 van het plaatmateriaal 1 telkens gevormd door een ongeveer 1 millimeter dikke afzonderlijke laag 5. Figuur 1 geeft dit duidelijk weer. Beide oppervlakken 6 van het plaatmateriaal 1 worden, in dit geval, gevormd door een afzonderlijke laag 5 die fijner materiaal bevat, bijvoorbeeld verbonden houtspanen of houtvezels. Zo bijvoorbeeld kan het plaatmateriaal 1 aan het oppervlak de typische samenstelling van een houtspaanderplaat of een houtvezelplaat vertonen, waarbij de voornoemde houtdeeltjes bij voorkeur verbonden worden met een gelijkaardig of hetzelfde bindmiddel als de vlaslemen 2 van de centrale laag 3, het is te zeggen eveneens aan de hand van een polycondensatielijm gekozen uit de boven nog vermelde mogelijkheden hiervoor.
Figuur 1 geeft tevens weer dat de uiterste zones 7 van de centrale laag 3 meer verdicht zijn dan de interne zone 8 van deze centrale laag 3. Het zich in de uiterste zones 7 bevindende vulmateriaal 4 is dan in hOofdzaäk: ook minder geëxpandeerd of opgeschuimd dan het vulmateriaal 4 dat zich in de interne zone 8 bevindt, of meer samengedrukt zijn dan het vulmateriaal 4 dat zich in de interne zone 8 bevindt. De meer verdichte zones 7 beslaan samen ongeveer een derde van de dikte T1 van de centrale laag 3 die vlaslemen 2 bevat.
Figuur 1 illustreert ook dat de opgeschuimde partikels 2 nagenoeg homogeen in de volledige laag 3 gevormd door het vlaslemen zijn verspreid.
In streeplijn 9 is nog weergegeven dat aan de hand van dergelijk plaatmateriaal 1 een paneel kan worden vervaardigd dat aan minstens één van voornoemde oppervlakken 6, doch bij voorkeur aan beide oppervlakken 6, voorzien is van één of meerdere afwerkingslagen (10-11-12). Doordat in het voorbeeld aan beide oppervlakken 6 een afwerking wordt voorzien, wordt het risico op krommen van het paneel geminimaliseerd. Eventueel kan aan één van deze oppervlakken 6 gewerkt worden met een zogenaamde balanceerlaag 10, die als hoofddoel heeft een dergelijke kromming zo goed mogelijk tegen te werken. Aan het andere oppervlak 6 kan dan, zoals in het voorbeeld, gewerkt worden met een laminaatlaag die bijvoorbeeld een decorlaag 11 en een doorzichtige of doorschijnende beschermlaag 12 of overlay bevat, beiden bij voorkeur op basis van papier en kunststof. Voornoemde decorlaag kan bijvoorbeeld voorzien van een bedrukking van een motief, doch dit is hier niet weergegeven.
Het is duidelijk dat op basis van het voorbeeld van figuur 1 eveneens een voorbeeld van het in de inleiding vermelde afwijkende aspect kan worden gevormd, wanneer de voornoemde vlaslemen worden vervangen door houtspaanders en wanneer in de betreffende laag wordt gewerkt met partikelvormig vulmateriaal dat kurkgranulaat omvat.
Figuur 2 geeft een plaatmateriaal 1 weer dat hoofdzakelijk is samengesteld uit verbonden lignocellulose partikels, in dit geval houtspaanders en/of vlaslemen 2. In het voorbeeld is één vlakke zijde of oppervlak 6 van het plaatmateriaal 1 gevormd door verbonden granulaat 13, in dit geval verbonden kurkgranulaat. Zowel de verbinding tussen de afzonderlijke kurkgranules 14 als tussen het kurkgranulaat en de onderliggende houtspaanders en/of vlaslemen 2 is bekomen door middel van polycondensatielijm. Ook de onderliggende houtspaanders en/of vlaslemen 2 zelf zijn door polycondensatielijm verbonden. Het weergegeven plaatmateriaal 1 vertoont in dit geval tevens een overgangszone 15 tussen het granulaat 13 en de verbonden lignocellulose partikels, waarbij deze overgangszone 15 een verbonden mengsel van kurkgranules 14 en lignocellulose, namelijk houtpartikels en/of vlaslemen 2, omvat. In deze zone 15 zijn de granules 14 eerder als partikelvormig vulmateriaal 4 aanwezig. Ook dit mengsel is verbonden door middel van polycondensatielijm. Het is duidelijk dat, volgens een variante van de uitvoeringsvorm weergegeven in figuur 2, in de plaats van houtspaanders en/of vlaslemen 2, bijvoorbeeld ook houtvezels kunnen worden toegepast.
Figuur 3 geeft weer hoe een dergelijke variante kan zijn gevormd door consolidatie van een uitsluitend of hoofdzakelijk uit partikels bestaande samengestelde materiaalmassa 16.
Figuur 3 geeft hiertoe schematisch enkele stappen S0-S1-S2 weer in een werkwijze met de kenmerken van het in de inleiding vermelde bijzondere onafhankelijk aspect van de uitvinding. In het voorbeeld betreft het een werkwijze die wordt uitgevoerd aan de hand van een productielijn 17 die hoofdzakelijk overeenstemt met een typische MDF of HDF productielijn. Hierbij wordt uitgegaan van een materiaalmassa 18 die in een voorafgaandelijke stap SO minstens aan de hand van twee bestanddelen is samengesteld. In dit geval worden beide bestanddelen tegelijk aan een strooimachine 19 toegevoerd onder de vorm van voorafgaandelijk van bindmiddel, namelijk polycondensatielijm, voorziene houtdeeltjes, meer speciaal van polycondensatielijm voorziene houtvezels 20.
De strooimachine 19 van dergelijke productielijn 17 kan eender hoe zijn opgebouwd. In het voorbeeld is een strooimachine 19 toegepast zoals die op zich bekend is uit het WO 03/053642. De strooimachine 19 van het voorbeeld is voorzien van meerdere agiteerelementen 21 die de belijmde houtvezels 20 in beweging brengen in de strooikamer 22. Aan de hand van de houtvezels 20 die de strooikamer 22 aan de onderzijde verlaten, wordt de materiaalmassa 18 samengesteld op de zich eronder bevindende transportinrichting of transportband 23. Voor verdere beschrijving van dergelijke strooimachine 19 wordt naar de voornoemde internationale octrooiaanvrage verwèzen. Andere types strooimachines zijhuitëraardbok geschikt, zöais bijvdorbeeld de strooimachines beschreven in dë -intëmàtiohàlë'bârôôiaàhvragéh WO 99/36623 en WO 2005/044529. Het is duidelijk dat wanneer in de plaats van met houtvezels 20, met houtspaanders en/of vlaslemen 2 wordt gewerkt, bij voorkeur minstens de strooimachine 19 hieraan is aangepast. -
In doorloop gezien bevindt zich na de strooimachine 19 een zogenaamde'scalpelwals 24 die èventueel overtollige houtvëzels 20 van ?de materiaalmassa 18 verwijdert, waarna dan een materiaalmassa 18 met ëen vlak of quasi vlak bovenoppervlak wordt bekomen. Er wordt opgemerkt dat het niét noodzakelijk is 'mèt dergelijke scalpelwals 24 te werken. - ' ^ .· · , s ··;- >_- ; -;V' > '•"ν';·'' ! )r,:· t\.‘ï·.· ;, ,,·_
In doorloop gezien bevindt zich na de ströbirHächine'"V9 ;eenr inrichting 25 voor het op de materiaalmassa 18 aanbrengen van onverbonden, doch van polÿcondénsatielijm voorziene, kurkgranules 14. In dit geval voërt de inrichting 25 een strooibewerking uit. Hiertoe kan bijvoorbeeld een strooiinrichting worden aangewend zoals op zich bekend uit het GB 1,003,597 of het GB 1,035,256. Zoals afgebeeld in figuur 3 kan dergelijke strooiinrichting een recipiënt 26 omvatten dat in verbinding staat met een doseerrol 27 die de granules 14 uit het recipiënt 26 wegvoert. Dergelijke doseerrol 27 is bij voorkeur gestructureerd uitgevoerd, waarbij de granulés 14 dan hoodzakelijk via de lagergelegen structuurgedeelten van dé doseerrol 27 worden meegevoerd. Verder omvat dergelijke strooiinrichting bij voorkeur nog een inrichting 28 die de granules 14 losmaakt van voornoemde doseerrol 27. In dit géval is daarvoor een borstelinrichting aangewend. Aan de hand van dergelijke stroomrichting kan een voldoende homogeen strooibeeld worden gekomen.
De aldus verkregen samengestelde materiaalmassa 16 kan een dikte D vertonen die tot 50 maal of meer groter is dan de dikte T van het uiteindelijk te bekomen plaatmateriaal 9, vermits zij in één of meerdere verdichtingstappen S1-S2 verperst wordt tot deze vereiste dikte T van de plaat 1 of het paneel bereikt is. Tijdens deze verdichtingstappen S1-S2 ondervindt de samengestelde materiaalmassa 16 bij voorkeur minstens een verdubbeling van zijn dichtheid. Deze verdere verdichtingstappen S1-S2 zijn hier tevens schematisch weergegeven.
In doorloop na de voornoemde scalpelwals 24 bevindt zich een verdichtingsinrichting of voorpers 29 waarin de samengestelde materiaalmassa 16 voorafgaandelijk aan het eigenlijke warme persen in stap S2 geleidelijk wordt verdicht tot een toestand waarin zij op een meer eenvoudige wijze kan worden getransporteerd in vergelijking met de onverdichte samengestelde materiaalmassa 16. Hiertoe wordt de samengestelde materiaalmassa 16 tijdens stap S1 bij voorkeur, zoals hier weergegeven, tussen persbanden 30 getransporteerd, waarbij deze persbanden 30 een in doorloop afnemende tussenafstand vertonen. Bij deze voorverdichting in de voorpers 29 wordt bij voorkeur geen warmte toegevoerd en/of wordt; bij voorkeur, het aanwezige bindmiddel nog niet of slechts gedeeltelijk géactiveerd. Veeleer gaat het bij de voorverdichting bij voorkeur om een minstens gedeeltelijk verwijderen van de in de samengestelde materiaalmassa 16 aanwezige gassen, zoals lucht.
Volgens een variante van de in figuur 3 weergegeven werkwijze worden de granules 14 of een gedeelte daarvan slechts op de materiaalmassa 18 aangebracht nadat voornoemde voorverdichting in stap S1 is uitgevoerd.
Na de verdichtingsinrichting of voorpers 29 bevindt zich in doorlooprichting bekeken de eigenlijke persinrichting 31 waarin de al dan niet reeds voorverdichte samengestelde materiaalmassa 16 onder invloed van warmte wordt verperst. De toegepaste temperatuur kan bijvoorbeeld tussen 100°C en 150°C liggen en de toegepaste druk kan bijvoorbeeld gemiddeld tussen 4 en 10 bar liggen, kortstondige piekdrukken tot 40 bar zijn hierbij echter niet uitgesloten. Bij voorkeur vindt de activatie van minstens het op de granules 14 aanwezigé bindmiddel hoofdzakelijk in deze persinrichting 31 plaats. Bij voorkeur vindt hier ook de activatie van het op de houtvezels 20 aanwezige bindmiddel plaats. In het geval van een polycondensatielijm kan in deze persinrichting 31 water of eerder stoom ontstaan.
De hier afgebeelde persinrichting 31 is van het continue type, namelijk van het type waarbij de samengestelde materiaalmassa 16 tussen persbanden 30 wordt getransporteerd en/of geleidelijk wordt verperst. In doorloop van dergelijke persinrichting 31 kan een druk- en/of temperatuurverloop zijn ingesteld. Aan de hand van deze persinrichting 31 kan de dichtheid van de reeds gedeeltelijk verdichte samengestelde materiaalmassa 16 nog minstens worden verdubbeld. Het is duidelijk dat de werkwijze van de uitvinding ook met andere persinrichtingen kan worden uitgevoerd, zoals bijvoorbeeld met een dampdrukpers, met een meeretagepers of met een zogenaamde kurztaktpers. Bij deze andere persinrichtingen 31 kan de aangewende druk en/of temperatuur in functie van de tijd dat de betreffende materiaalmassa 16 in de persinrichting 31 verblijft, worden ingesteld.
Aan de hand van de hier weergegeven productielijn 17 kan ook een werkwijze met de kenmerken van het derde aspect worden uitgevoerd. Hiertoe dient in de materiaalmassa 18 een expandeerbaar of opschuimbaar middel te zijn opgenomen, welk dan in de persinrichting 31 expandeert of opschuimt. Hiertoe kan het temperatuur- en/of drukverloop in de persinrichting 31 zodanig zijn aangepast dat de materiaalmassa 18 minstens twee op elkaar volgende perscycli ondergaat, waarbij in de tweede perscyclus een lagere druk en/of temperatuur wordt toegepast dan in de eerste perscyclus. Hiermede kan worden bereikt dat de expansie of het opschuimen van het betreffende middel hoofdzakelijk in voorrioemde tweede perscyclus plaatsgrijpt. Hierbij kan de persinrichting 31 dan als calender aangewend worden voor het instellen van de dikte T van het uiteindelijke plaatmateriaal 1. De eerste perscyclus kan hoofdzakelijk leiden tot het verbinden van de materiaalmassa 16 in de lagen 5 aan het oppervlak 6 van het uiteindelijke plaatmateriaal 1. Een dergelijke werkwijze is hier niet geïllustreerd.
Figuur 4 illustreert evenwel een plaatmateriaal 1 dat aan de hand van dergelijke werkwijze kan zijn bekomen. Het betreft hierbij een plaatmateriaal 1 waarbij het geëxpandeerde of opgeschuimde middel een op zichzelf staande interne laag 32 vormt. Dit wil zeggen dat deze laag 32 in hoofdzaak vrij is van lignocellulose partikels.
Aan beide oppervlakken 6 vertoont het plaatmateriaal 1 een laag 5 die verbonden houtspaanders en/of vlaslemen 2 bevat, of zelfs hoofdzakelijk hieruit bestaat.
In het algemeen wordt opgemerkt dat in de figuren weergegeven dikte van de verschillende lagen van het plaatmateriaal als niet beperkend dient te worden geïnterpreteerd.
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvormen, doch dergelijk plaatmateriaal, panelen en werkwijzen kunnen volgens verschillende varianten worden gerealiseerd zonder buiten het kader van de huidige uitvinding te treden.

Claims (20)

1. Plaatmateriaal, dat hoofdzakelijk is samengesteld uit verbonden lignocellulose partikels (2), daardoor gekenmerkt dat minstens één vlakke zijde (6) van het plaatmateriaal (1) hoofdzakelijk gevormd is door verbonden kurkgranulaat (13) en dat het voornoemde plaatmateriaal (1) verder nog één of meerdere van de volgende eigenschappen vertoont: - de eigenschap dat zowel de verbinding tussen de afzonderlijke granules (14) als de verbinding tussen het granulaat (13) en de onderliggende lignocellulose partikels (2) minstens gedeeltelijk door middel van polycondensatielijm tot stand is gebracht; - de eigenschap dat het plaatmateriaal (1) een interne overgangszone (15) tussen het verbonden kurk granulaat (13) en de verbonden lignocellulose partikels (2) vertoont, waarbij deze overgangszone (15) een verbonden mengsel van kurkgranules (14) en lignocellulose partikels (2) omvat.
2. Plaatmateriaal volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde lignocellulose partikels (2) gekozen zijn uit de reeks van houtpartikels, graspartikels en vlaspartikels (2).
3. Plaatmateriaal volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat in de plaats van kurkgranulaat (13) een ander samendrukbaar granulaat wordt toegepast.
4. Werkwijze voor het vervaardigen van plaatmateriaal, waarbij wordt uitgegaan van een materiaalmassa (18) die minstens een laag belijmde lignocellulosepartikels (2) omvat, daardoor gekenmerkt dat op deze materiaalmassa (2) kurkgranules (14) worden aangebracht, waarbij het geheel van materiaalmassa (2) en kurkgranules (14) in een verwarmde persinrichting (31) wordt aangebracht, waarbij zowel de verbindingen tussen de kurkgranules (14) onderling, als de verbinding tussen het krukgranulaat (13) en de onderliggende materiaalmassa (2) in voornoemde persinrichting (31) worden verkregen.
5. Werkwijze voor het vervaardigen van plaatmateriaal, daardoor gekenmerkt dat wordt uitgegaan van een materiaalmassa (18) die minstens vlaslemen (2) en een expandeerbaar of opschuimbaar bestanddeel omvat, waarbij deze materiaalmassa (18) in een persinrichting (31) wordt gebracht, of daardoor gevoerd, en waarbij het opschuimen of expanderen minstens gedeeltelijk in de persinrichting (31) geschiedt.
6. Plaatmateriaal van het type dat hoofdzakelijk is samengesteld uit verbonden vlaslemen (2), daardoor gekenmerkt dat de voornoemde vlaslemen (2) minstens gedeeltelijk verbonden zijn aan de hand van een opgeschuimd bindmiddel.
7. Plaatmateriaal van het type dat hoofdzakelijk is samengesteld uit verbonden vlaslemen (2), daardoor gekenmerkt dat het voornoemde plaatmateriaal (1) partikelvormig vulmateriaal (4) bevat dat zich minstens tussen de voornoemde vlaslemen (2) bevindt.
8. Plaatmateriaal volgens conclusie 7, daardoor gekenmerkt dat de vlaslemen (2) verbonden is aan de hand van een polycondensatielijm.
9. Plaatmateriaal volgens conclusie 7 of 8, daardoor gekenmerkt dat voornoemde partikelvormig vulmateriaal opgeschuimde partikels omvat.
10. Plaatmateriaal volgens conclusies 9, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde opgeschuimde partikels (4) minstens polystyreen omvatten.
11. Plaatmateriaal volgens één van de conclusies 7 tot 10, daardoor gekenmerkt dat voornoemd partikelvormig vulmateriaal kurkgranulaat omvat.
12. Plaatmateriaal volgens conclusie 11, daardoor gekenmerkt dat het voornoemde kurkgranulaat een densiteit vertoont van 10 tot 80 kg/m3, en bij voorkeur van 20 tot 40 kg/m3.
13. Plaatmateriaal volgens conclusié 11 of 12/ daardoor gekenmerkt dat het voornoemde kurkgranulaat een gemiddelde partikelgrootte vertoont gelegen tussen 0,3 en 5 millimeter, en bij voorkeur tussen 0,5 en 3 millimëter.
14. Plaatmateriaal volgens één van de conclusies 11 tot 13, daardoor gekenmerkt dat in de plaats van vlaslemen houtspaanders öf houtvezels worden toegepast.
15. Plaatmateriaal volgens één van de conclusies 7 tot 14, daardoor gekenmerkt dat het verbonden vlaslemen (2) een laag (3) vormt die zich centraal in de dikte (T) van het plaatmateriaal (1) bevindt, terwijl één of beide oppervlakken (6) van het plaatmateriaal (1) gevormd wordt door een laag (5) die verbonden houtspanen of houtvezels bevat.
16. Plaatmateriaal volgens conclusie 15, daardoor gekenmerkt dat de gemiddelde afmetingen van de houtspanen of houtvezels die zich aan één of beide oppervlakken (6) bevinden kleiner zijn dan de gemiddelde afmetingen van de vlaslemen (2) die zich "·} centraal bevinden.
17. Plaatmateriaal volgens één van de conclusies 7 tot 16, daardoor gekenmerkt dat het voornoemdë partikelvormig vulmateriaal ((4)ylioWo|èen'of nagenoeg homogeen in de volledige laag (3) gevormd door de vlaslemen (2) is-vërspreid. '
18. Plaatmateriaal volgens één van de conclusies 7 tot 17, daardoor gékenmerkt dat zij een densiteit vertoont van minder dan 500 kilogram per kubieke meter.
19. Paneel voor meubels, deuren of wanden, daardoor gekenmerkt dat dit paneel hoofdzakelijk bestaat uit het plaatmateriaal (1) van één van de voorgaande conclusies, waarbij één of beide oppervlakkën (6) ; van dit paneel zijn voorzien van een afwerkingslaag (10-11-12) op basis van papier en/of kunststof en/of een laag hout, zoals fineer.
20. Paneel volgens conclusie 19, daardoor gekenmerkt dat het voornoemde plaatmateriaal (1) wordt toegepast als vulmateriaal: 1 1
BE2009/0538A 2009-04-16 2009-09-03 Plaatmateriaal, werkwijzen voor het vervaardigen van plaatmateriaal en paneel dat dergelijk plaatmateriaal bevat. BE1019618A3 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2009/0652A BE1018993A3 (nl) 2009-04-16 2009-10-23 Plaatmateriaal, werkwijzen voor het vervaardigen van plaatmateriaal en paneel dat dergelijk plaatmateriaal bevat.
EP10723322A EP2419250A2 (en) 2009-04-16 2010-04-16 Board material, methods for manufacturing board material and panel which contains such board material.
PCT/IB2010/051667 WO2010119431A2 (en) 2009-04-16 2010-04-16 Board material, methods for manufacturing board material and panel which contains such board material.

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2009/0239A BE1018721A3 (nl) 2009-04-16 2009-04-16 Plaatmateriaal en paneel dat dergelijk plaatmateriaal bevat.
BE200900239 2009-04-16
BE2009/0329A BE1018765A3 (nl) 2009-04-16 2009-05-28 Plaatmateriaal en paneel dat dergelijk plaatmateriaal bevat.
BE200900329 2009-05-28

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1019618A3 true BE1019618A3 (nl) 2012-09-04

Family

ID=41211872

Family Applications (4)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2009/0239A BE1018721A3 (nl) 2009-04-16 2009-04-16 Plaatmateriaal en paneel dat dergelijk plaatmateriaal bevat.
BE2009/0329A BE1018765A3 (nl) 2009-04-16 2009-05-28 Plaatmateriaal en paneel dat dergelijk plaatmateriaal bevat.
BE2009/0538A BE1019618A3 (nl) 2009-04-16 2009-09-03 Plaatmateriaal, werkwijzen voor het vervaardigen van plaatmateriaal en paneel dat dergelijk plaatmateriaal bevat.
BE2009/0652A BE1018993A3 (nl) 2009-04-16 2009-10-23 Plaatmateriaal, werkwijzen voor het vervaardigen van plaatmateriaal en paneel dat dergelijk plaatmateriaal bevat.

Family Applications Before (2)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2009/0239A BE1018721A3 (nl) 2009-04-16 2009-04-16 Plaatmateriaal en paneel dat dergelijk plaatmateriaal bevat.
BE2009/0329A BE1018765A3 (nl) 2009-04-16 2009-05-28 Plaatmateriaal en paneel dat dergelijk plaatmateriaal bevat.

Family Applications After (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2009/0652A BE1018993A3 (nl) 2009-04-16 2009-10-23 Plaatmateriaal, werkwijzen voor het vervaardigen van plaatmateriaal en paneel dat dergelijk plaatmateriaal bevat.

Country Status (3)

Country Link
EP (1) EP2419250A2 (nl)
BE (4) BE1018721A3 (nl)
WO (1) WO2010119431A2 (nl)

Families Citing this family (11)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FI129913B (fi) 2010-02-19 2022-10-31 Metsaeliitto Osuuskunta Menetelmä komposiittilevyn valmistamiseksi
WO2011107365A1 (de) * 2010-03-04 2011-09-09 Basf Se Lignocellulosewerkstoffe mit guten mechanischen eigenschaften
KR102052223B1 (ko) * 2011-12-23 2019-12-04 바스프 에스이 중심부에 불균일 분포로 존재하는 팽창된 플라스틱 입자를 포함하는 리그노셀룰로오스 물질
US9266308B2 (en) 2011-12-23 2016-02-23 Basf Se Lignocellulosic materials with expanded plastics particles present in nonuniform distribution in the core
DE102012020145B3 (de) * 2012-10-15 2014-02-20 Lutz Helmrich Kontinuierliches Verfahren zur Herstellung einer Leichtbau-Sandwichplatte
DE102013103272B4 (de) * 2013-04-02 2016-09-15 Homann Holzwerkstoffe GmbH Verfahren zur Herstellung einer Sandwich-Faserplatte
CN106313264B (zh) * 2016-08-29 2018-04-06 龙岩学院 一种竹木复合聚氨酯发泡材料人造板的制备方法
US10745563B2 (en) 2017-03-14 2020-08-18 E&K Holdings, Llc Flax straw fiber based building material
BE1027774B1 (nl) * 2019-11-21 2021-06-21 Bilterijst N V Composiethout met spanningselement
GB2597652B (en) * 2020-07-16 2023-02-08 Rolls Royce Plc Battery case
WO2023102639A1 (en) * 2021-12-07 2023-06-15 Inca Renewable Technologies Inc. Methods for increasing absorption capacity of plant hurd material and products therefrom

Citations (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB1118221A (en) * 1965-09-16 1968-06-26 Monsanto Chemicals Composite materials
DE1808349A1 (de) * 1968-11-12 1970-05-21 Remy Friedr Nfg Verfahren zur Herstellung von Leichtbaukoerpern bzw.-platten
WO1998025002A1 (en) * 1996-12-06 1998-06-11 Agro Biomass Consult Aps Method for production of cores for doors, partitions, furniture and the like, and such cores
EP1048424A2 (de) * 1999-04-23 2000-11-02 Schlingmann GmbH &amp; Co. Korkverbundplatte und Verfahren zur Herstellung einer solchen Verbundplatte
JP2003025311A (ja) * 2001-07-19 2003-01-29 Uchiyama Mfg Corp 木質床材とその製造方法
DE202007002288U1 (de) * 2007-02-09 2008-03-20 Igv Institut Für Getreideverarbeitung Gmbh Geformtes Schalldämmmaterial mit brandhemmender Ausrüstung
DE202007017713U1 (de) * 2007-12-17 2008-04-03 Nolte Holzwerkstoff Gmbh & Co. Kg Gewichtsreduzierte Spanplatte durch Kombination von Holzspänen und Polystyrol
DE102008004154A1 (de) * 2008-01-14 2009-07-16 Amorim Revestimentos S.A. Verfahren zum Herstellen einer mehrschichtigen Pressplatte

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB1177656A (en) * 1966-05-19 1970-01-14 Airscrew Weyroc Ltd Particle Board.
GB2191207B (en) * 1986-06-06 1989-12-13 Enigma Nv Substitute for amino and phenolic resins
DE202006016046U1 (de) * 2006-10-17 2007-01-11 H-Flachs Gmbh Arbeitsplatte mit Flachseinlage

Patent Citations (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB1118221A (en) * 1965-09-16 1968-06-26 Monsanto Chemicals Composite materials
DE1808349A1 (de) * 1968-11-12 1970-05-21 Remy Friedr Nfg Verfahren zur Herstellung von Leichtbaukoerpern bzw.-platten
WO1998025002A1 (en) * 1996-12-06 1998-06-11 Agro Biomass Consult Aps Method for production of cores for doors, partitions, furniture and the like, and such cores
EP1048424A2 (de) * 1999-04-23 2000-11-02 Schlingmann GmbH &amp; Co. Korkverbundplatte und Verfahren zur Herstellung einer solchen Verbundplatte
JP2003025311A (ja) * 2001-07-19 2003-01-29 Uchiyama Mfg Corp 木質床材とその製造方法
DE202007002288U1 (de) * 2007-02-09 2008-03-20 Igv Institut Für Getreideverarbeitung Gmbh Geformtes Schalldämmmaterial mit brandhemmender Ausrüstung
DE202007017713U1 (de) * 2007-12-17 2008-04-03 Nolte Holzwerkstoff Gmbh & Co. Kg Gewichtsreduzierte Spanplatte durch Kombination von Holzspänen und Polystyrol
DE102008004154A1 (de) * 2008-01-14 2009-07-16 Amorim Revestimentos S.A. Verfahren zum Herstellen einer mehrschichtigen Pressplatte

Also Published As

Publication number Publication date
BE1018721A3 (nl) 2011-07-05
BE1018993A3 (nl) 2011-12-06
WO2010119431A2 (en) 2010-10-21
BE1018765A3 (nl) 2011-08-02
EP2419250A2 (en) 2012-02-22
WO2010119431A3 (en) 2011-01-20

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1019618A3 (nl) Plaatmateriaal, werkwijzen voor het vervaardigen van plaatmateriaal en paneel dat dergelijk plaatmateriaal bevat.
EP2574455B2 (de) Leichte mehrschicht-holzwerkstoffplatte
BE1019736A3 (nl)
NO339429B1 (no) Sponplate samt fremgangsmåte ved fremstilling av denne
EP3784456B1 (en) Fiberboard and method of forming a fiberboard
CN115351867A (zh) 定向刨花板、制造定向刨花板的方法和制造定向刨花板的设备
WO2001064408A1 (en) Impact resistant substrate particleboard and composite material using same
WO2002002886A1 (en) Structural biocomposite materials, systems, and methods
US20110308694A1 (en) Medium Density Fibreboard
US7662465B2 (en) Wood composite material containing paulownia
RU2502603C2 (ru) Древесностружечная плита со средним слоем из дефибрированных древесных частиц
CN106808555B (zh) 用于生产多层材料板的方法和设备及材料板
WO2015118814A1 (ja) 木質ボードの製造方法
US20090061189A1 (en) &#34;Balanced&#34; Engineered Wood Composite Comprising &#34;Unbalanced&#34; Wood Materials and Method Therefor
RU2546272C2 (ru) Легкая древесная плита
NL2015667B1 (en) A process for preparing a wood chip board.
US20080042313A1 (en) Molded composite manufacturing process
US20040032054A1 (en) Compression molded panels
Razinkov et al. Analysis of low requirement justification of the current standard for the strength of wood particle boards
JP7064630B1 (ja) 木質積層ボード
US20070151662A1 (en) Integrated process for simultaneous manufacture of oriented strand lumber and board products
RU2781987C2 (ru) Древесноволокнистая плита и способ формирования древесноволокнистой плиты
PL238848B1 (pl) Płyty zrębkowe i sposób ich wytwarzania
BADRUN et al. WOOD COMPOSITE TECHNOLOGY-Wood Particleboard
JP2023163280A (ja) 木質ボード

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20160930