BE1027774B1 - Composiethout met spanningselement - Google Patents

Composiethout met spanningselement Download PDF

Info

Publication number
BE1027774B1
BE1027774B1 BE20195819A BE201905819A BE1027774B1 BE 1027774 B1 BE1027774 B1 BE 1027774B1 BE 20195819 A BE20195819 A BE 20195819A BE 201905819 A BE201905819 A BE 201905819A BE 1027774 B1 BE1027774 B1 BE 1027774B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
wood
composite wood
composite
reinforcing element
chips
Prior art date
Application number
BE20195819A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1027774A1 (nl
Inventor
Eric Leemans
Original Assignee
Bilterijst N V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Bilterijst N V filed Critical Bilterijst N V
Priority to BE20195819A priority Critical patent/BE1027774B1/nl
Priority to EP20209187.2A priority patent/EP3825086A1/en
Publication of BE1027774A1 publication Critical patent/BE1027774A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1027774B1 publication Critical patent/BE1027774B1/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B27WORKING OR PRESERVING WOOD OR SIMILAR MATERIAL; NAILING OR STAPLING MACHINES IN GENERAL
    • B27NMANUFACTURE BY DRY PROCESSES OF ARTICLES, WITH OR WITHOUT ORGANIC BINDING AGENTS, MADE FROM PARTICLES OR FIBRES CONSISTING OF WOOD OR OTHER LIGNOCELLULOSIC OR LIKE ORGANIC MATERIAL
    • B27N3/00Manufacture of substantially flat articles, e.g. boards, from particles or fibres
    • B27N3/02Manufacture of substantially flat articles, e.g. boards, from particles or fibres from particles
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B27WORKING OR PRESERVING WOOD OR SIMILAR MATERIAL; NAILING OR STAPLING MACHINES IN GENERAL
    • B27NMANUFACTURE BY DRY PROCESSES OF ARTICLES, WITH OR WITHOUT ORGANIC BINDING AGENTS, MADE FROM PARTICLES OR FIBRES CONSISTING OF WOOD OR OTHER LIGNOCELLULOSIC OR LIKE ORGANIC MATERIAL
    • B27N1/00Pretreatment of moulding material
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B27WORKING OR PRESERVING WOOD OR SIMILAR MATERIAL; NAILING OR STAPLING MACHINES IN GENERAL
    • B27NMANUFACTURE BY DRY PROCESSES OF ARTICLES, WITH OR WITHOUT ORGANIC BINDING AGENTS, MADE FROM PARTICLES OR FIBRES CONSISTING OF WOOD OR OTHER LIGNOCELLULOSIC OR LIKE ORGANIC MATERIAL
    • B27N3/00Manufacture of substantially flat articles, e.g. boards, from particles or fibres
    • B27N3/08Moulding or pressing
    • B27N3/18Auxiliary operations, e.g. preheating, humidifying, cutting-off
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B27WORKING OR PRESERVING WOOD OR SIMILAR MATERIAL; NAILING OR STAPLING MACHINES IN GENERAL
    • B27NMANUFACTURE BY DRY PROCESSES OF ARTICLES, WITH OR WITHOUT ORGANIC BINDING AGENTS, MADE FROM PARTICLES OR FIBRES CONSISTING OF WOOD OR OTHER LIGNOCELLULOSIC OR LIKE ORGANIC MATERIAL
    • B27N3/00Manufacture of substantially flat articles, e.g. boards, from particles or fibres
    • B27N3/08Moulding or pressing
    • B27N3/28Moulding or pressing characterised by using extrusion presses
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B27WORKING OR PRESERVING WOOD OR SIMILAR MATERIAL; NAILING OR STAPLING MACHINES IN GENERAL
    • B27NMANUFACTURE BY DRY PROCESSES OF ARTICLES, WITH OR WITHOUT ORGANIC BINDING AGENTS, MADE FROM PARTICLES OR FIBRES CONSISTING OF WOOD OR OTHER LIGNOCELLULOSIC OR LIKE ORGANIC MATERIAL
    • B27N7/00After-treatment, e.g. reducing swelling or shrinkage, surfacing; Protecting the edges of boards against access of humidity
    • B27N7/005Coating boards, e.g. with a finishing or decorating layer
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29CSHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
    • B29C70/00Shaping composites, i.e. plastics material comprising reinforcements, fillers or preformed parts, e.g. inserts
    • B29C70/04Shaping composites, i.e. plastics material comprising reinforcements, fillers or preformed parts, e.g. inserts comprising reinforcements only, e.g. self-reinforcing plastics
    • B29C70/28Shaping operations therefor
    • B29C70/54Component parts, details or accessories; Auxiliary operations, e.g. feeding or storage of prepregs or SMC after impregnation or during ageing
    • B29C70/56Tensioning reinforcements before or during shaping
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B27WORKING OR PRESERVING WOOD OR SIMILAR MATERIAL; NAILING OR STAPLING MACHINES IN GENERAL
    • B27NMANUFACTURE BY DRY PROCESSES OF ARTICLES, WITH OR WITHOUT ORGANIC BINDING AGENTS, MADE FROM PARTICLES OR FIBRES CONSISTING OF WOOD OR OTHER LIGNOCELLULOSIC OR LIKE ORGANIC MATERIAL
    • B27N3/00Manufacture of substantially flat articles, e.g. boards, from particles or fibres
    • B27N3/04Manufacture of substantially flat articles, e.g. boards, from particles or fibres from fibres

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Manufacturing & Machinery (AREA)
  • Wood Science & Technology (AREA)
  • Forests & Forestry (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Composite Materials (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Dry Formation Of Fiberboard And The Like (AREA)

Abstract

In een eerste aspect heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een composiethout (10) bevattende: (i) houtsnippers (20), (ii) een bindmiddel (30), en (iii) een spanningselement (40); waarbij de houtsnippers (20) en het bindmiddel (30) uitgehard zijn rond het spanningselement (40).

Description

COMPOSIETHOUT MET SPANNINGSELEMENT Toepassingsgebied van de uitvinding Deze uitvinding heeft in het algemeen betrekking op composiethout en meer bijzonder op composiethout verstevigd met een intern element. Achtergrond van de uitvinding Verscheidene soorten composiethout zijn reeds gekend, waaronder bijvoorbeeld spaanplaat, OSB, MDF, HDF, multiplex, etc. Composiethout kent verscheidene toepassingen, waarbij het composiethout bijvoorbeeld vaak als vervanging van massief hout ingezet wordt. De voordelen zijn talrijk, maar omvatten onder andere: de veelzijdigheid in eigenschappen en vormgeving die bekomen kan worden en het efficiënt gebruik van hout (waaronder ook houtafval).
Een nadeel van composiethout is echter dat het vaak minder stevig is dan massief hout, vooral in vochtigere omstandigheden. Vervorming—al dan niet door vocht geïnduceerd—, zoals scheeftrekking, van het composiethout is dan bijvoorbeeld ook een recurrent probleem. Composiethout wordt daarom vaak niet toegepast in buitenshuise toepassingen, waar het vrij blootgesteld wordt aan regen en wind.
Er is dus nog nood aan een composiethout dat minstens gedeeltelijk tegemoetkomt aan bovenstaande nadelen.
Samenvatting van de uitvinding Het is een doelstelling van uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding om een verstevigd composiethout te voorzien. Het is een verdere doelstelling van uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding om daarmee geassocieerde productiemethoden en producten te voorzien. Deze doelstelling wordt verwezenlijkt door composiethout, methoden, gebruiken en producten volgens de onderhavige uitvinding.
Het is een voordeel van uitvoeringsvormen volgens de onderhavige uitvinding dat het composiethout beter om kan met belasting (e.g. trekbelasting) dan een soortgelijk composiethout zonder wapeningselement. Het is een verder voordeel van uitvoeringsvormen volgens de onderhavige uitvinding dat het composiethout beter bestand is tegen doorbuiging en/of afschuiving.
Het is een voordeel van uitvoeringsvormen volgens de onderhavige uitvinding dat het composiethout elastischer is dan een soortgelijk composiethout zonder wapeningselement.
Het is een voordeel van uitvoeringsvormen volgens de onderhavige uitvinding dat het composiethout minder makkelijk vervormt en dus vormvaster blijft dan een soortgelijk composiethout zonder wapeningselement.
Het is een voordeel van uitvoeringsvormen volgens de onderhavige uitvinding dat het composiethout minder makkelijk barst—e.g. ten gevolge van krimp bij droging — dan massief hout.
Het is een voordeel van uitvoeringsvormen volgens de onderhavige uitvinding dat het composiethout beter bestand is tegen regen en wind—of andere vochtige omstandigheden— dan een soortgelijk composiethout zonder wapeningselement.
Het is een voordeel van uitvoeringsvormen volgens de onderhavige uitvinding dat verschillende types composiethout verbeterd kunnen worden.
Het is een voordeel van uitvoeringsvormen volgens de onderhavige uitvinding dat voor het composiethout verscheidene houtsoorten aangewend kunnen worden.
Het is een voordeel van uitvoeringsvormen volgens de onderhavige uitvinding dat producten met goede eigenschappen, geschikt voor gebruik in allerlei toepassing, bekomen kunnen worden op relatief goedkope en meer ecologische/duurzame manier.
Het is een voordeel van uitvoeringsvormen volgens de onderhavige uitvinding dat een slijtvast composiethout bekomen kan worden.
Het is een voordeel van uitvoeringsvormen volgens de onderhavige uitvinding dat een esthetisch mooi ogend composiethout bekomen kan worden.
Binnen de onderhavige uitvinding werd verrassend ontdekt dat de introductie van een wapeningselement in een composiethout resulteert in een aanzienlijk steviger composiethout. Zonder gebonden te zijn aan theorie, wordt vermoed dat composiethout typisch beter bestand is tegen drukbelasting dan tegen trekbelasting. Deze eigenschap kan dan benut worden door het composiethout—aan de hand van het voorgespannen wapeningselement— onder een continue drukbelasting te plaatsen. Hierdoor wordt bij uitoefening van een externe trekbelasting deze tegengewerkt,
waarbij— uiteraard afhankelijk van de gebruikte voorspanning en de externe trekbelasting—de vectorsom van een externe trekbelasting en de interne drukbelasting vaak nog steeds een netto drukbelasting is. Het onderhavig composiethout is aldus beter bestand tegen belasting (in het bijzonder trekbelasting), heeft een betere elasticiteit en een betere vormvastheid (e.g. door het tegengaan van kromming, doorbuiging en/of afschuiving) in vergelijking met een soortgelijk composiethout zonder wapeningselement.
Voor een kwalitatief begrip kan bij bovenstaande bijvoorbeeld de analogie gemaakt worden met voorgespannen beton, waarin een wapeningselement na voorspanning een drukbelasting op het beton uitoefent. Het zal echter duidelijk zijn dat de eigenschappen van beton en composiethout significant verschillen en dat deze tot andere toepassingsgebieden behoren. De kennis rond (voorgespannen) beton is dan ook niet rechtstreeks vertaalbaar naar composiethout; deze ex post facto analogie — die hier slechts voor een makkelijker begrip meegegeven wordt—mag dus geen afbreuk doen aan de inventiviteit van de onderhavige uitvinding.
In een eerste aspect heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een composiethout bevattende: (i) houtsnippers, waarbij de houtsnippers vezels en/of draden en/of stukken en/of brokken van loofhout en/of naaldhout en/of bamboe bevatten, (ii) een bindmiddel, waarbij het bindmiddel een polyurethaanlijm is, en (iii) een wapeningselement; waarbij de houtsnippers en het bindmiddel uitgehard zijn rond het wapeningselement.
In een tweede aspect heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een methode voor het maken van een composiethout volgens een uitvoeringsvorm van het eerste aspect, bevattende: (a) mengen van houtsnippers met een bindmiddel ter vorming van een mengsel, waarbij de houtsnippers vezels en/of draden en/of stukken en/of brokken van loofhout en/of naaldhout en/of bamboe bevatten, en waarbij het bindmiddel een polyurethaanlijm is, (b) gieten van het mengsel rond een wapeningselement, en (c) uitharden van het mengsel rond het wapeningselement waarbij voornoemd wapeningselement wordt voorgespannen voor, tijdens of na stap c.
In een derde aspect heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een gebruik van een wapeningselement in een composiethout ter versteviging van het composiethout, waarbij het composiethout een bindmiddel bevat, en waarbij het bindmiddel een polyurethaanlijm is.
In een vierde aspect heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een product bevattende een composiethout volgens een uitvoeringsvorm van het eerste aspect.
Specifieke en voorkeursdragende aspecten van de uitvinding zijn opgenomen in de aangehechte onafhankelijke en afhankelijke conclusies.
Kenmerken van de afhankelijke conclusies kunnen worden gecombineerd met kenmerken van de onafhankelijke conclusies en met kenmerken van andere afhankelijke conclusies zoals aangewezen en niet enkel zoals uitdrukkelijk in de conclusies naar voor gebracht.
Deze en andere aspecten van de uitvinding zullen duidelijk zijn van en verhelderd worden met verwijzing naar de hiernavolgende beschreven uitvoeringsvorm(en). Korte beschrijving van de figuren FIG1 toont schematisch de productie van een composiethout volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding.
FIG 2 toont schematisch een composiethout volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding.
In de verschillende figuren verwijzen dezelfde referentienummers naar dezelfde of gelijkaardige elementen.
Gedetailleerde beschrijving van illustratieve uitvoeringsvormen De huidige uitvinding zal beschreven worden met betrekking tot bijzondere uitvoeringsvormen en met verwijzing naar bepaalde tekeningen, echter de uitvinding wordt daartoe niet beperkt maar is enkel beperkt door de conclusies.
De beschreven tekeningen zijn slechts schematisch en niet beperkend.
In de tekeningen kunnen voor illustratieve doeleinden de afmetingen van sommige elementen vergroot en niet op schaal getekend zijn.
De afmetingen en de relatieve afmetingen komen soms niet overeen met de actuele praktische uitvoering van de uitvinding.
Referentienummers in de conclusies mogen niet worden geïnterpreteerd om de beschermingsomvang te beperken.
Verder worden de termen eerste, tweede, derde en dergelijke in de beschrijving en in de conclusies gebruikt voor het onderscheiden van gelijkaardige elementen en niet noodzakelijk voor het beschrijven van een volgorde, noch in de tijd, noch spatiaal, noch in rangorde of op enige andere wijze. Het dient te worden begrepen dat de termen op 5 die manier gebruikt onder geschikte omstandigheden verwisselbaar zijn en dat de uitvoeringsvormen van de uitvinding hierin beschreven geschikt zijn om in andere volgorde te werken dan hierin beschreven of weergegeven.
Bovendien worden de termen bovenste, onderste, boven, voor en dergelijke aangewend voor beschrijvingsdoeleinden en niet noodzakelijk om relatieve posities te beschrijven. Het dient te worden begrepen dat de termen die zo aangewend worden onder gegeven omstandigheden onderling kunnen gewisseld worden met hun antoniemen en dat de uitvoeringsvormen van de uitvinding hierin beschreven ook geschikt zijn om te werken volgens andere oriëntaties dan hierin beschreven of weergegeven.
Het dient opgemerkt te worden dat de termen “bevat” of “omvat” niet als beperkt tot de erna beschreven middelen dient geïnterpreteerd te worden; deze termen sluit geen andere elementen of stappen uit. Ze zijn zodoende te interpreteren als het specificeren van de aanwezigheid van de vermelde kenmerken, waarden, stappen of componenten waarnaar verwezen wordt, maar sluit de aanwezigheid of toevoeging van één of meerdere andere kenmerken, waarden, stappen of componenten, of groepen daarvan niet uit. De termen “bevat” en “omvat” dekken dus de situatie waarin slechts de vermelde kenmerken aanwezig zijn en de situatie waarin deze kenmerken en één of meer andere kenmerken aanwezig zijn. Dus, de omvang van de uitdrukking “een inrichting bevattende middelen A en B” dient niet beperkt te worden tot inrichtingen die slechts uit componenten A en B bestaan. Het betekent dat met betrekking tot de huidige uitvinding, A en B de enige relevante componenten van de inrichting zijn.
Verwijzing doorheen deze specificatie naar “één uitvoeringsvorm” of “een uitvoeringsvorm” betekent dat een specifiek kenmerk, structuur of karakteristiek beschreven in verband met de uitvoeringsvorm is opgenomen in ten minste één uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding. Dus, het voorkomen van de uitdrukkingen “in één uitvoeringsvorm” of “in een uitvoeringsvorm” op diverse plaatsen doorheen deze specificatie hoeft niet noodzakelijk telkens naar dezelfde uitvoeringsvorm te refereren, maar kan dit wel doen. Voorts, de specifieke kenmerken, structuren of karakteristieken kunnen gecombineerd worden op eender welke geschikte manier, zoals duidelijk zou zijn voor een gemiddelde vakman op basis van deze bekendmaking, in één of meerdere uitvoeringsvormen.
Vergelijkbaar dient het geapprecieerd te worden dat in de beschrijving van voorbeeldmatige uitvoeringsvormen van de uitvinding verscheidene kenmerken van de uitvinding soms samen gegroepeerd worden in één enkele uitvoeringsvorm, figuur of beschrijving daarvan met als doel het stroomlijnen van de openbaarmaking en het helpen in het begrijpen van één of meerdere van de verscheidene inventieve aspecten. Deze werkwijze van openbaarmaking dient hoe dan ook niet geïnterpreteerd te worden als een weerspiegeling van een intentie dat de uitvinding meer kenmerken vereist dan expliciet vernoemd in iedere conclusie. Eerder, zoals de volgende conclusies weerspiegelen, liggen inventieve aspecten in minder dan alle kenmerken van één enkele voorafgaande openbaar gemaakte uitvoeringsvorm. Dus, de conclusies volgend op de gedetailleerde beschrijving zijn hierbij expliciet opgenomen in deze gedetailleerde beschrijving, met iedere op zichzelf staande conclusie als een afzonderlijke uitvoeringsvorm van deze uitvinding.
Voorts, terwijl sommige hierin beschreven uitvoeringsvormen sommige, maar niet andere, in andere uitvoeringsvormen inbegrepen kenmerken bevatten, zijn combinaties van kenmerken van verschillende uitvoeringsvormen bedoeld als gelegen binnen de reikwijdte van de uitvinding, en vormen deze verschillende uitvoeringsvormen, zoals zou begrepen worden door de vakman. Bijvoorbeeld, in de volgende conclusies kunnen eender welke van de beschreven uitvoeringsvormen gebruikt worden in eender welke combinatie.
In de hier voorziene beschrijving worden talrijke specifieke details naar voren gebracht. Het is hoe dan ook te begrijpen dat uitvoeringsvormen van de uitvinding kunnen uitgevoerd worden zonder deze specifieke details. In andere gevallen zijn welgekende werkwijzen, structuren en technieken niet in detail getoond om deze beschrijving helder te houden.
Binnen het toepassingsgebied van de onderhavige uitvinding wordt courant gebruik gemaakt van Engelstalige termen en daarop gebaseerde afkortingen, waarvoor niet altijd een eenduidig Nederlandstalig alternatief voor handen is. Ter ondersteuning van het begrip van de vakman wordt daarom —waar nuttig —de Engelstalige term hierin mee vermeldt.
In een eerste aspect heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een composiethout bevattende: (i) houtsnippers, waarbij de houtsnippers vezels en/of draden en/of stukken en/of brokken van loofhout en/of naaldhout en/of bamboe bevatten, (ii) een bindmiddel, waarbij het bindmiddel een polyurethaanlijm is, en (iii) een wapeningselement; waarbij de houtsnippers en het bindmiddel uitgehard zijn rond het wapeningselement.
Een composiethout of samengesteld hout (Engels: engineered wood) is een van hout afgeleid product, gemaakt door het binden of fixeren van houtsnippers— typisch met behulp van een bindmiddel—ter vorming van een composiet. Een composiethout wordt ook soms plaatmateriaal genoemd; het zal echter duidelijk zijn dat het composiethout binnen de onderhavige uitvinding niet beperkt is tot een plaatvormige structuur. In uitvoeringsvormen kan het composiethout plaatvormig of balkvormig zijn, of eender welke andere vorm hebben in functie van een beoogde toepassing. De onderhavige uitvinding is niet speciaal gelimiteerd tot bepaalde types composiethout. Afhankelijk van de toepassing die men voor ogen heeft, kan dus een geschikt type composiethout gekozen worden. In uitvoeringsvormen kan het composiethout bijvoorbeeld geselecteerd zijn uit de lijst van spaanplaat (Engels: particle board), gerichtehoutschilferplaat (Engels: oriented strand board, OSB), middelharde vezelplaat (Engels: medium-density fibreboard; MDF) en harde vezelplaat (Engels: hardboard of high-density fibreboard; HDF); waarbij opnieuw het woord ‘plaat’ niet limiterend is voor de vorm. Composiethout dient niet verward te worden met hout-kunststof-composiet (Engels: wood-plastic composite; WPC)—ook wel kortweg houtcomposiet genoemd—, wat een geperst materiaal is gemaakt uit houtvezels of houtmeel en een — thermoplastisch polymeer. Hout-kunststof-composiet kan in sommige uitvoeringsvormen als een type composiethout aanzien worden, waarbij het thermoplastisch polymeer dan het bindmiddel is. Ook een hout-kunststof-composiet kan dus verstevigd worden met behulp van een wapeningselement volgens de onderhavige uitvinding. Door de aanwezigheid van het thermoplastisch polymeer verschillen hout-kunststof-composieten echter in bepaalde opzichten van andere typische composiethouttypes. Zo zijn hout-kunststof-composieten typisch op zich al vrij vormstabiel en hebben ze typisch een hogere duurzaamheid (e.g. met een duurzaamheidsklasse 1, 2 of 3) dan traditioneel composiethout, waardoor ook al in buitenshuise toepassingen ingezet worden. Binnen de onderhavige uitvinding is het composiethout in bepaalde uitvoeringsvormen dan ook een composiethout dat geen hout-kunststof-composiet is.
Het wapeningselement is een spanningselement (Engels: tendon) dat— tijdens het maken van het composiethout (cf. het tweede aspect)—voorgespannen wordt, zodoende dat deze nadien een drukbelasting op het composiethout uitoefent. In uitvoeringsvormen kan het wapeningselement een metaalwapening (e.g. een staalwapening), een glasvezelwapening of een koolstofwapening zijn. Glasvezelwapening en koolstofwapening zijn typisch duurder dan metaalwapening, maar daartegenover staat dat deze typisch minder corrosiegevoelig zijn. In uitvoeringsvormen kan het wapeningselement bestaan uit één of meerdere draden (e.g. kabels) of uit een met uitsteeksels uitgeruste staaf (e.g. een staaf met schroefdraad). In uitvoeringsvormen kan het wapeningselement over zijn volledige lengte in het composiethout verhecht zijn (in tegenstelling tot bijvoorbeeld enkel aan de uiteinden). In uitvoeringsvormen kan het composiethout meerdere wapeningselementen bevatten; zoals tussen 2 en 20, liever tussen 3 en 15, nog liever tussen 4 en 10, liefst tussen 5 en 8, zoals 6. In uitvoeringsvormen kunnen de wapeningselementen parallel of gekruist georiënteerd zijn; naar gelang de noden met betrekking tot de uit te oefenen interne drukbelasting.
In uitvoeringsvormen kan het composiethout ook een niet-voorgespannen wapeningselement bevatten. Ondanks het gebrek aan voorspanning kan een dergelijk wapeningselement toch onder spanning komen bij belasting van het composiethout en zodoende het wapeningselement ondersteunen in zijn functie. In uitvoeringsvormen kan het niet-voorgespannen wapeningselement een metaalwapening (e.g. een staalwapening), een glasvezelwapening of een koolstofwapening zijn. In uitvoeringsvormen kan het niet-voorgespannen wapeningselement bestaan uit één of meerdere draden (e.g. kabels of vezels). Het composiethout kan bijvoorbeeld korte draden (e.g. met een lengte van 5 tot 200 mm)—vermengd met de houtsnippers en bindmiddel—bevatten die dan bij belasting van het composiethout onder spanning komen.
In uitvoeringsvormen kunnen de houtsnippers vezels en/of draden en/of stukken en/of brokken zijn. In uitvoeringsvormen kunnen de houtsnippers een lengte hebben van 5 tot 120 mm, liever minstens 10 mm, zoals van 20 tot 80 mm. Houtsnippers met minstens een zekere minimumlengte (e.g. minstens 5 of 10 mm) komen voordelig de stevigheid van het composiethout ten goede. Bovendien vergt de productie van kleinere houtsnippers typisch meer energie. In uitvoeringsvormen kunnen de houtsnippers een dikte hebben van 2 tot 20 mm, zoals van 4 en 15 mm. Hierbij zijn de lengte en de dikte respectievelijk de langste en kortste dimensie van de houtsnippers.
In uitvoeringsvormen kunnen de houtsnippers loofhout en/of naaldhout bevatten. In uitvoeringsvormen kunnen de houtsnippers azobéhout bevatten. Hoewel niet afkomstig van een boom maar van een verhout gras, wordt bamboehout binnen de onderhavige uitvinding ook als een vorm van hout gezien. In uitvoeringsvormen kunnen de houtsnippers dan ook bamboe bevatten. In uitvoeringvormen kunnen de houtsnippers verscheidene houtsoorten bevatten. In uitvoeringsvormen kunnen de houtsnippers afkomstig zijn van houtafval en/of gerecycleerd hout en/of minderwaardig hout. Onder minderwaardig hout wordt hier begrepen hout van een mindere kwaliteit (e.g. lagere inherente duurzaamheid), zodat de eigenschappen van het hout op zich niet—of minder— geschikt zijn voor een beoogde toepassing. Houtafval, gerecycleerd hout en minderwaardig hout zijn typisch ruim voorhanden en goedkoper dan nieuw, volwaardig hout van hogere kwaliteit. Het gebruik van deze types hout draagt ook bij aan een duurzamer en ecologischer procedé en product.
De gebruikte houtsnippers zijn in principe niet gelimiteerd wat betreft hun duurzaamheidsklasse; zeker wanneer het composiethout een bekleding (cf. infra) omvat. Afhankelijk van de beoogde toepassing kunnen dus houtsnippers van een geschikte duurzaamheidsklasse geselecteerd worden. Toch kan het voordelig zijn houtsnippers van een hogere duurzaamheidsklasse te selecteren. In uitvoeringsvormen kunnen de houtsnippers hout van duurzaamheidsklasse 1 en/of 2 en/of 3 bevatten. Hierbij verwijst de duurzaamheidsklasse naar de classificatie vastgelegd in Europese Norm EN-350:2016. Composiethout op basis van hout met deze duurzaamheid laat voordelig toe om het ook in buitenshuise toepassingen (i.e. onder andere in vochtige omstandigheden) in te zetten—dit is in het bijzonder relevant wanneer de houtsnippers rechtstreeks aan de omgeving blootgesteld zijn, maar ook bij gebruik van een beplanking. In uitvoeringsvormen kunnen de houtsnippers verduurzaamd hout bevatten. Verduurzaamd hout (ook wel gemodificeerd hout genoemd) is hout waarvan de duurzaamheid verhoogd is (eg. naar een hogere duurzaamheidsklasse opgewaardeerd is) door een chemische en/of thermische behandeling.
De gebruikte houtsnippers zijn typisch niet gelimiteerd wat betreft hun sterkteklasse. Afhankelijk van de beoogde toepassing kunnen dus houtsnippers van een geschikte sterkteklasse geselecteerd worden.
In sommige uitvoeringsvormen kunnen naast de houtsnippers ook andere plantaardige vezels aanwezig zijn. Zulke andere plantaardige vezels omvatten bijvoorbeeld vezels van rogge, tarwe, rijst, hennep, kenaf, bagasse (suikerriet), jute of katoen. In sommige uitvoeringsvormen kunnen naast de houtsnippers ook houtzaagsel, houtpulp of houtmeel aanwezig zijn. Dit hout met kleine afmeting kan bijvoorbeeld voordeling poriën in het composiethout opvullen.
Het bindmiddel is een middel dat geschikt is voor het verhechten van de houtsnippers (i.e. hout) onderling en de houtsnippers met het wapeningselement (e.g. metaal, glasvezel of koolstofvezel). In uitvoeringsvormen kan het bindmiddel een lijm zijn. In uitvoeringvormen kan het bindmiddel een houtlijm van klasse D3 of D4 zijn.
Hierbij verwijst de klasse naar de classificatie vastgelegd in Europese Norm NBN EN 204. Composiethout op basis van lijm van deze klasse laat opnieuw voordelig toe om het ook in buitenshuise toepassingen (i.e. onder andere in vochtige omstandigheden) in te zetten. Merk hierbij nog op dat een houtlijm geschikt is voor het verlijmen van hout, maar daarom niet noodzakelijk minder geschikt is voor verlijmen van andere materialen.
In uitvoeringsvormen kan de volumeverhouding houtsnippers:bindmiddel van 10:90 of hoger zijn, bij voorkeur 30:70 of hoger, liever 50:50 of hoger, nog liever 70:30 of meer, liefst 90:10 of meer, zoals 95:5 of meer. Bindmiddel is typisch duurder dan houtsnippers, waardoor het voordelig is om een composiethout met minder bindmiddel en meer houtsnippers te maken. Daartegenover staat dat bij te weinig bindmiddel de verhechting van de houtsnippers onvolmaakt en dus de stevigheid van het composiethout in het gedrang komt. Een geschikte verhouding houtsnippers:bindmiddel hangt hierbij onder andere af van de grootte van de houtsnippers (c.f. supra).
Het bindmiddel is een polyurethaanlijm (eg. Rectavit Rectan). Een polyurethaanlijm heeft typisch een hoge afschuifsterkte, waardoor een goede verbinding tussen de houtsnippers en het wapeningselement bekomen wordt—zelfs voor een relatief hoge voorspanning van het wapeningselement. Bovendien mag het hout bij een polyurethaanlijm typisch een relatief hoge vochtigheid hebben (e.g. tot 20%, liever tot 30%, nog liever tot 35%, liefst tot 40%). Dit is vooral interessant in het geval van zeer harde houtsoorten, zoals de houtsoort Azobé, waarbij het natuurlijke droogproces minder eenvoudig en langdurig is. Bij een polyvinylacetaatlijm is een vochtgehalte tussen 8 en 12% typisch meer aangeraden en deze wordt dus beter gecombineerd met een zachtere houtsoort.
In uitvoeringsvormen kan het composiethout een lengte hebben van 10 cm tot 25 m, liefst van 50 cm tot 20 m, nog liever van 1 m tot 15 m, liefst van 2 m tot 10 m, zoals 6 m. In uitvoeringsvormen kan het composiethout een breedte hebben van 2 cm tot 20 m, liefst van 25 cm tot 15 m, nog liever van 50 cm tot 10 m, liefst van 1 m tot 5 m, zoals 2 m. In uitvoeringsvormen kan het composiethout een dikte hebben van 0,2 cm tot 5 m, liefst van 0,5 cm tot 1 m, nog liever van 1 cm tot 50 cm, liefst van 2 cm tot 10 cm, zoals 5 cm. In uitvoeringsvormen kan het composiethout plaatvormig of balkvormig zijn, of eender welke andere vorm hebben in functie van een beoogde toepassing.
In uitvoeringsvormen kan minstens één oppervlak van het composiethout een bekleding bevatten; zoals een beplanking. In uitvoeringsvormen kan bijvoorbeeld een bovenkant en/of een onderkant van het composiethout bekleed zijn; of kunnen alle kanten van het composiethout bekleed zijn. In voorkeursdragende uitvoeringsvormen kan de bekleding een massiefhouten bekleding zijn. Het massiefhout kan bijvoorbeeld geselecteerd zijn uit een houtsoort zoals hierboven beschreven voor de houtsnippers;
inclusief verduurzaamd hout.
Aangezien de bekleding in gebruik typisch direct blootgesteld wordt aan de omgeving, heeft het massiefhout hierbij liefst een duurzaamheidsklasse en/of sterkteklasse die minstens gelijk—en liever beter—is dan deze van de houtsnippers.
In andere uitvoeringsvormen kan de bekleding een kunststofbekleding (e.g. rubber), textielbekleding (e.g. tapijt) of gelijk welke andere wenselijke bekleding zijn.
In sommige toepassingen kan het composiethout in gebruik blootgesteld worden aan allerlei externe omstandigheden die bijvoorbeeld tot aantasting en afbrokkeling van de houtsnippers en het bindmiddel kunnen leiden.
Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan een rijplaat, waarbij zware voortuigen—
zoals vrachtwagens— herhaaldelijk hierover af en aan rijden en daarbij het oppervlak van de rijplaat afslijten.
In dergelijke toepassingen kan een slijtvastere bekleding (e.g. hoogwaardige massiefhouten planken) voordeling gebruikt worden ter bescherming van het composiethout (e.g. van de houtsnippers en het bindmiddel). Daarnaast—of alternatief—kan de bekleding dienst doen als afwerking van het composiethout; e.g. door het afdekken van de houtsnippers en het bindmiddel met een esthetischere bekleding.
Zo kan bijvoorbeeld een composiethout met het uitzicht van massiefhout bekomen worden.
In nog andere toepassingen kan de bekleding gelijk welke andere nuttige functie (e.g. een antislipfunctie) vervullen.
In uitvoeringsvormen kan eender kenmerk van eender welke uitvoeringsvorm van het eerste aspect, onafhankelijk, zijn zoals overeenkomstig beschreven voor eender welke uitvoeringsvormen van een ander aspect.
In een tweede aspect heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een methode voor het maken van een composiethout volgens een uitvoeringsvorm van het eerste aspect, bevattende: (a) mengen van houtsnippers met een bindmiddel ter vorming van een mengsel, waarbij de houtsnippers vezels en/of draden en/of stukken en/of brokken van loofhout en/of naaldhout en/of bamboe bevatten, en waarbij het bindmiddel een polyurethaanlijm is, (b) gieten van het mengsel rond een wapeningselement, en (c) uitharden van het mengsel rond het wapeningselement; waarbij het wapeningselement wordt opgespannen voor, tijdens of na stap c.
In uitvoeringsvormen kan bij de methode gebruik gemaakt worden van een gietvorm. Het mengsel kan bijvoorbeeld in de gietvorm gegoten worden in stap b en het uitgeharde composiethout kan daaruit verwijderd worden na stap c. Daarbij kan het wapeningselement al voor het gieten in de gietvorm aanwezig zijn, of kan het wapeningselement achteraf (maar nog steeds als onderdeel van stap b) aangebracht worden. De gietvorm heeft typisch een vorm die aangepast is voor een beoogd composiethout of toepassing daarvan. In uitvoeringsvormen kan bij de methode gebruik gemaakt worden van een extrusiepers. Hierbij kan bijvoorbeeld in stap b het mengsel — omheen het wapeningselement— geëxtrudeerd worden.
In uitvoeringsvormen kan het uitharden in stap c plaatsvinden op een temperatuur en gedurende een periode in functie van het gekozen bindmiddel. In uitvoeringsvormen kan tijdens stap c een verhoogde druk (i.e. hoger dan de normale luchtdruk) op het mengsel uitgeoefend worden. Door het uitoefenen van druk op—e.g. samenpersen van—het mengsel kan voordelig bewerkstelligd worden dat de ruimtes tussen de houtsnippers goed opgevuld raken (e.g. door bindmiddel) en dat het uiteindelijke composiethout geen—of althans een minimale hoeveelheid— holtes bevat.
In uitvoeringsvormen kan het wapeningselement worden opgespannen onder een trekkracht van 50 tot 250 kN, bij voorkeur 100 tot 200 kN, zoals ongeveer 150 kN. Voor het opspannen (i.e. voorspannen) van het wapeningselement bestaan verschillende mogelijkheden, die ruwweg onderverdeeld kunnen worden in twee categorieën: voorrekken en narekken. Bij voorrekken wordt het wapeningselement opgespannen tijdens (en typisch al voor) het uitharden in stap c. Bij narekken daarentegen wordt het wapeningselement opgespannen na uitharding van het mengsel. Het zal echter duidelijk zijn dat deze in uitvoeringsvormen ook gecombineerd kunnen worden. Voorrekken is typisch simpeler toe te passen dan narekken en kan om die reden de voorkeur genieten. In het geval er meerdere wapeningselementen aanwezig zijn kunnen deze afzonderlijk opgespannen worden of simultaan.
In uitvoeringsvormen kan het wapeningselement langer zijn dan het uiteindelijke composiethout. Dit laat voordelig toe om bij het opspannen een eenvoudige aangrijping op het wapeningselement te hebben—in de vorm van een of meer uitstekende delen—
wat dus toelaat de nodige trekkracht daarop uit te oefenen. Het wapeningselement kan dan nadien naar de maat van het composiethout bijgesneden worden.
In uitvoeringsvormen kan de methode een stap d van bevatten van: (d) verhechten van een bekleding aan een oppervlak van het composiethout. In uitvoeringsvormen kan stap d tijdens of na stap c uitgevoerd worden; bij voorkeur tijdens. De verhechting kan bijvoorbeeld bewerkstelligd worden door het contacteren van de bekleding met het bindmiddel alvorens deze laatste volledig is uitgehard.
In uitvoeringsvormen kan de methode een stap e, na stap c, bevatten van: (e) versnijden van het composiethout. Daarbij kan het versnijden parallel met wapeningselement gebeuren of kan het wapeningselement doorgesneden worden. Door de aanhechting van het wapeningselement over zijn lengte doorheen het composiethout, blijft bij het doorsnijden van een wapeningselement de voorspanning — en dus de interne drukkracht— behouden.
In uitvoeringsvormen kan de methode een stap a', voor stap a, bevatten van: (a') versnipperen van hout ter vorming van de houtsnippers. In uitvoeringsvormen kan het hout versnipperd worden met behulp van een houtversnipperaar.
In uitvoeringsvormen kan eender kenmerk van eender welke uitvoeringsvorm van het tweede aspect, onafhankelijk, zijn zoals overeenkomstig beschreven voor eender welke uitvoeringsvormen van een ander aspect.
In een derde aspect heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een gebruik van een wapeningselement in een composiethout ter versteviging van het composiethout, waarbij het composiethout een bindmiddel bevat, en waarbij het bindmiddel een polyurethaanlijm is.
De versteviging kan bijvoorbeeld een verbeterde bestandheid tegen belasting (in het bijzonder trekbelasting) en/of een hogere elasticiteit en/of een betere vormvastheid (e.g. door het tegengaan van kromming, doorbuiging en/of afschuiving) zijn.
In uitvoeringsvormen kan eender kenmerk van eender welke uitvoeringsvorm van het derde aspect, onafhankelijk, zijn zoals overeenkomstig beschreven voor eender welke uitvoeringsvormen van een ander aspect.
In een vierde aspect heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een product bevattende een composiethout volgens een uitvoeringsvorm van het eerste aspect.
In uitvoeringsvormen kan het product een bouwmateriaal zijn. Het bouwmateriaal kan bijvoorbeeld een vloerplank, een meubelplank of een steunbalk zijn.
In uitvoeringsvormen kan het product een rijplaat zijn.
In uitvoeringsvormen kan eender kenmerk van eender welke uitvoeringsvorm van het vierde aspect, onafhankelijk, zijn zoals overeenkomstig beschreven voor eender welke uitvoeringsvormen van een ander aspect.
De uitvinding zal nu beschreven worden aan de hand van een gedetailleerde beschrijving van verschillende voorbeelden. Het is echter duidelijk dat ook andere uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding geconfigureerd kunnen worden, volgens de kennis van de vakman, zonder af te wijken van het technisch onderricht van de onderhavige uitvinding. De uitvinding is dan ook slechts gelimiteerd door de bijhorende conclusies.
Voorbeeld Verwijzend naar FIG 1, wordt een mengsel van houtsnippers (20) (e.g. bestaande uit de houtsoort Azobé) met een bindmiddel (30) (e.g. een Rectavit Rectan polyurethaanlijm) uitgegoten in een gietvorm (50) waarin zich een aantal (e.g. 6) wapeningselementen (40) bevinden. De wapeningselementen (40) kunnen bijvoorbeeld een lengte van 6 m hebben. De wapeningselementen (40) worden opgespannen door voorrekking (e.g. onder een trekkracht van 150 kN) en vastgehouden terwijl het mengsel rond het wapeningselement (40) uithardt en zich daarmee verbindt. Eventueel kan tezelfdertijd ook een optionele bekleding (niet weergegeven in FIG 1) aangebracht worden. Zo kan het mengsel uitgegoten worden over een massiefhouten onderplank en kan daarbovenop een massiefhouten bovenplank aangebracht worden. Bij uitharding van het bindmiddel wordt dan onmiddellijk ook de aanhechting van de optionele bekleding bewerkstelligd. Alternatief kan de optionele bekleding eventueel ook nadien op het composiethout aangebracht worden.
Na gehele (e.g. 6 u) of gedeeltelijke (e.g. 3u) uitharding wordt de trekkracht op de wapeningselementen (40) gestopt, wordt het composiethout (10) uit de gietvorm
(50) verwijderd en worden de wapeningselementen (40) in lengte bijgeknipt.
Het resultaat is een composiethout (10) waarbij de wapeningselementen (40) een continue drukbelasting op het composiethout (10) uitoefenen; zoals weergegeven in FIG 2.

Claims (13)

CONCLUSIES
1.- Een composiethout (10) bevattende: i. houtsnippers (20), waarbij de houtsnippers (20) vezels en/of draden en/of stukken en/of brokken van loofhout en/of naaldhout en/of bamboe bevatten, ii. een bindmiddel (30), waarbij het bindmiddel (30) een polyurethaanlijm is, en il. een wapeningselement (40); waarbij de houtsnippers (20) en het bindmiddel (30) uitgehard zijn rond het wapeningselement (40).
2.- Het composiethout (10) volgens conclusie 1, waarin het wapeningselement (40) een metaaldraad is.
3.- Het composiethout (10) volgens een van de voorgaande conclusies, waarin de houtsnippers (20) een lengte hebben van 5 tot 120 mm, liever van 10 tot 80 mm.
4.- Het composiethout (10) volgens een van de voorgaande conclusies, waarin minstens één oppervlak van het composiethout een bekleding bevat.
5.- Het composiethout (10) volgens conclusie 4, waarin de bekleding een massiefhouten bekleding is.
6.- Een methode voor het maken van een composiethout (10) zoals gedefinieerd in een van conclusies 1 tot en met 7, bevattende: a. mengen van houtsnippers (20) met een bindmiddel (30) ter vorming van een mengsel, waarbij de houtsnippers (20) vezels en/of draden en/of stukken en/of brokken van loofhout en/of naaldhout en/of bamboe bevatten, en waarbij het bindmiddel (30) een polyurethaanlijm is, b. gieten van het mengsel rond een wapeningselement (40), en c. uitharden van het mengsel rond het wapeningselement (40); waarbij het wapeningselement wordt opgespannen voor, tijdens of na stap c.
7.- De methode volgens conclusie 6, bevattende een stap a’, voor stap a, van: a'. versnipperen van hout ter vorming van de houtsnippers (20).
8.- De methode volgens conclusie 6 of 7, waarin het wapeningselement (40) wordt opgespannen onder een trekkracht van 50 tot 250 kN, bij voorkeur 100 tot 200 kN.
9.- De methode volgens conclusie 6 tot 8, bevattende een stap d van: d. verhechten van een bekleding aan een oppervlak van het composiethout.
10.- Gebruik van een wapeningselement (40) in een composiethout (10) ter versteviging van het composiethout (10), waarbij het composiethout (10) een bindmiddel (30) bevat, en waarbij het bindmiddel (30) een polyurethaanlijm is.
11.- Een product bevattende een composiethout (10) zoals gedefinieerd in een van conclusies 1 tot en met 5.
12.- Het product volgens conclusie 11, zijnde een bouwmateriaal.
13.- Het product volgens conclusie 11 of 12, zijnde een rijplaat.
BE20195819A 2019-11-21 2019-11-21 Composiethout met spanningselement BE1027774B1 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20195819A BE1027774B1 (nl) 2019-11-21 2019-11-21 Composiethout met spanningselement
EP20209187.2A EP3825086A1 (en) 2019-11-21 2020-11-23 Composite wood with reinforcing element

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20195819A BE1027774B1 (nl) 2019-11-21 2019-11-21 Composiethout met spanningselement

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1027774A1 BE1027774A1 (nl) 2021-06-15
BE1027774B1 true BE1027774B1 (nl) 2021-06-21

Family

ID=68762343

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE20195819A BE1027774B1 (nl) 2019-11-21 2019-11-21 Composiethout met spanningselement

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP3825086A1 (nl)
BE (1) BE1027774B1 (nl)

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1012748B (de) * 1955-06-20 1957-07-25 Max Himmelheber Dipl Ing Armierte Spanholzformkoerper mit ueberwiegender Laengsrichtung
WO2010119431A2 (en) * 2009-04-16 2010-10-21 Unilin, Bvba Board material, methods for manufacturing board material and panel which contains such board material.
CN102218765A (zh) * 2010-04-16 2011-10-19 陈若飞 水泥刨花板的预制拍浆法生产工艺

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1012748B (de) * 1955-06-20 1957-07-25 Max Himmelheber Dipl Ing Armierte Spanholzformkoerper mit ueberwiegender Laengsrichtung
WO2010119431A2 (en) * 2009-04-16 2010-10-21 Unilin, Bvba Board material, methods for manufacturing board material and panel which contains such board material.
CN102218765A (zh) * 2010-04-16 2011-10-19 陈若飞 水泥刨花板的预制拍浆法生产工艺

Also Published As

Publication number Publication date
BE1027774A1 (nl) 2021-06-15
EP3825086A1 (en) 2021-05-26

Similar Documents

Publication Publication Date Title
Cai et al. Mechanical properties of wood-based composite materials
US6511567B1 (en) Composite building components and method of making same
Bal et al. Some technological properties of poplar plywood panels reinforced with glass fiber fabric
US6773791B1 (en) Composite building components, and method of making same
US6204312B1 (en) Process for manufacturing organic and inorganic compositions, moulded flat or extruded to give complex formation, dimensional stability, added strength, biological resistance, using non toxic resin formulations
Moradpour et al. Laminated strand lumber (LSL) reinforced by GFRP; mechanical and physical properties
US10590648B2 (en) Outdoor wood decking board
CN108698380A (zh) 具有由胶合板制成的中间层的由木质材料构成的复合板
CA2903917C (en) Method for producing an at least two-layered board, and an at least two-layered board
BE1027774B1 (nl) Composiethout met spanningselement
US6565959B1 (en) Use of synthetic fibers in a glueline to increase resistance to sag in wood and wood composite structures
US20030150189A1 (en) Laminated wood piece and door containing the same
EP2599622B1 (de) Verbundprofil aus Holz und holzfaserverstärktem Kunststoff und Verwendung eines derartigen Profils
US20220298789A1 (en) Method to produce a building panel and a building panel
US20020020033A1 (en) Wooden bridge deck with fiber-reinforced plastic coating
WO2005082612A3 (fr) Poteaux en materiau composite a base de bois, procede de fabrication et applications
US20050202226A1 (en) Wooden element and method for its manufacture
Lee et al. Flexural modulus of larch boards laminated by adhesives with reinforcing material
CN1803416A (zh) 竹木复合层状性能材料及其生产方法
Öztürk et al. The Effect of Wood species and strip width on bending strength and modulus of elasticity in end-grain core blockboard
JP7072781B1 (ja) 木質複合材及び床材
Motlagh et al. Experimental investigation on mechanical properties of old wood members reinforced with frp composite
WEGNER Integrated Technologyfor Biobased Composites
EP3513966A1 (de) Bodenplatte zur verwendung als laderaumboden und verfahren zur herstellung einer bodenplatte
Cai et al. Integrated technology for biobased composites

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20210621