BE1019433A5

BE1019433A5 - Constructie voor een schuifdak, schuifdaksysteem, vrachtwagen met schuifdaksysteem, schuifzeiltrailer met een schuifdaksysteem.

Info

Publication number: BE1019433A5
Application number: BE2010/0461A
Authority: BE
Inventors: Luc Theodorus Julien Rayen; Joris Leurs
Original assignee: Vbg Group Truck Equipment N V
Priority date: 2010-07-23
Filing date: 2010-07-23
Publication date: 2012-07-03
Also published as: PL2595825T3; WO2012010618A1; EP2595825A1; EP2595825B1; DE202011110682U1; CN103068603A; CN103068603B

Abstract

Een constructie voor een schuifdak bevat langsliggers (2) en dwarsliggers (3), en vouwplaten (4) tussen de dwarsliggers (3) en verbonden met de dwarsliggers (3). De vouwplaten en de langsliggers voorzien zijn van complementaire profielen (9,10,13) zich uitstrekkende in een richting parallel aan de langsliggers (2). De complementaire profielen hebben een versterkende werking.

Description

Constructie voor een schuifdak, schuifdaksysteem, vrachtwagen met schuifdaksysteem, schuifzeiltrailer met een schuifdaksysteem.

De uitvinding heeft betrekking op een constructie voor een schuifdak bevattende langsliggers, dwarsliggers, vouwplaten tussen de dwarsliggers die verbonden zijn met de dwarsliggers.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een schuifdaksysteem, en op een vrachtwagen en schuifzeiltrailer voorzien van een schuifdaksysteem.

Een dergelijke constructie is onder meer bekend van daksystemen voor trailers en vrachtwagens.

Een schuifdak van een vrachtwagen bevat twee langsliggers (meestal van aluminium of staal). Hierover zijn een aantal dwarsliggers geplaatst waarop lagers zijn gemonteerd. Deze dwarsliggers (daktogen) zijn aan elkaar verbonden door vouwbare platen (vouwplaten) meestal van kunststof. Over deze daktogen wordt een dakzeil aangebracht. Tijdens het open- en dichtmaken van het schuifdak vouwen de vouwplaten zich bij het openen omhoog en strekken zich bij het sluiten.

In Europa heeft men een aantal normen opgesteld voor het zekeren van ladingen op vrachtwagens. Een van deze normen is de EN12642 Code XL.,Deze norm geeft aan hoe sterk een opbouw moet zijn bij een bepaald laadvermogen van de vrachtwagen. Het gaat hierbij vooral dat de constructie de krachten kan weerstaan die door de lading kan worden uitgeoefend op de zijden van de vrachtwagen Indien de vrachtwagen is uitgerust met een schuifdak moet dit schuifdak, in sommige gevallen ook een vast dak, worden verstevigd. Dit gebeurd door middel van extra middelen toe te voegen in de vorm van een diagonale kabelversteviging of een versterkt dakzeil of verstevigingen in de langsliggers of een combinatie van deze. Dergelijke versteviging doet het gewicht van het schuifdak en de complexiteit van constructie toenemen.

Het is een doel van de uitvinding een constructie voor een schuifdak te verschaffen dat het schuifdak verstevigd.

Hiertoe is de constructie voor een schuifdak volgens de uitvinding gekenmerkt doordat de vouwplaten en de langsliggers voorzien zijn van complementaire profielen zich uitstrekkende in een richting parallel aan de langsliggers.

De complementaire profielen, bijvoorbeeld een sleuf in de langsligger en een opstaande rand in de vouwplaten of balk aan de vouwplaat, grijpen in elkaar of liggen langs elkaar wanneer de vouwplaten neerliggen. In een uitvoeringsvorm zijn de complementaire profielen zo vormgegeven dat de vouwplaten zich niet meer naar boven kunnen bewegen wanneer de langsliggers gaan doorbuigen.

Hierdoor is bij neerliggende vouwplaten een mechanische verbinding gevormd tussen de vouwplaten en de langsliggers. Via de vouwplaten is daarmee ook een mechanische verbinding gemaakt tussen de langsliggers en de dwarsliggers. Deze mechanische verbinding kan krachten overbrengen tussen de langsliggers en de dwarsliggers. De constructie als geheel is daardoor verstevigd. De profielen verhinderen dat langsliggers zich naar binnen of naar buiten gaan bewegen. Een profiel kan gevormd zijn door een sleuf, een gleuf, een balk of een opstaande rand. Een balk kan in een sleuf vallen. Ook kunnen twee opstaande randen, een van vouwplaat en een in de langsligger tegen elkaar aanliggen.

In een voorkeur uitvoeringsvorm bevatten de vouwplaten twee buitendelen, gekoppeld aan een dwarsligger, gescheiden door een flexibel middendeel, waarbij de twee buitendelen taps toelopen naar het middeldeel. De uitwaaierende vorm van de vouwplaten naar de dwarsliggers leidt de krachten naar een relatief lang deel van de dwarsliggers.

Bij voorkeur bevat een dergelijke vouwplaat verstevigingribbels die in een waaiervorm uiteenlopen. Hierdoor worden de krachten effectief naar de langsliggers geleid.

In een geprefereerde uitvoeringsvorm bestaat een vouwplaat uit een uit een stuk geproduceerd onderdeel in kunststof of een combinatie van kunststof met toegevoegde materialen, zoals verstevigingmaterialen. Deze toegevoegde materialen kunnen Kevlar of Twaron of Glasvezel zijn

In een uitvoeringsvorm is een aantal dwarsliggers zo gevormd dat zij een complementair profiel hebben en van de langsliggers los kunnen komen bij het openen van het schuifdak

Gewoonlijk zijn alle dwarsliggers aan beide zijden voorzien van loopwagens die de dwarsliggers laten voortbewegen langs de langsliggers en niet toestaan dat deze loskomen van de langsliggers. In een uitvoeringsvorm zijn de dwarsliggers dusdanig gevormd dat een aantal los kan komen van de langsliggers.

Deze en verdere aspecten van de uitvinding worden hier volgend beschreven en geïllustreerd aan de hand van de tekening.

In de tekening illustreert:

Figuur 1 een dakconstructie voor een schuifdak;

Figuur 2 een detail met een bekende constructie;

Figuren 3 en 4 een detail van een constructie volgens de uitvinding;

Figuur 5 en 6 verdere uitvoeringsvormen van de uitvinding;

Figuur 7 een aantal complementaire profielen.

De figuren zijn niet op schaal getekend, gelijke onderdelen worden in de regel met gelijke verwijzingscijfers aangeduid.

Figuur 1 toont een schuifdak 1 voor een vrachtwagen. Een schuifdak van een vrachtwagen bevat twee langsliggers 2 (gewoonlijk van aluminium of staal). Hierover zijn een aantal dwarsliggers 3 geplaatst waarop lagers zijn gemonteerd. Deze dwarsliggers (daktogen) zijn aan elkaar verbonden door kunststof opvouwbare platen (vouwplaten) 4. Over deze daktogen wordt een dakzeil aangebracht, hier niet getoond. Aan de achterzijde van de vrachtwagen bevindt zich een klapbalk 5 die omhoog geklapt kan worden zodanig dat al de aan elkaar gemonteerde daktogen zich naar voren kunnen bewegen en het dak wordt geopend.

Figuur 2 toont een bekende constructie, bekend uit het Duitse Gebrauchsmuster DE202006005850.

De vouwplaten 4 zijn aan beide zijden verbonden met de dwarsliggers 3. De dwarsliggers zijn aan beide uiteinden voorzien van delen 7 voorzien van lagers. Deze delen zorgen ervoor dat de dwarsliggers over en langs de langsliggers kunnen bewegen. Een middengedeelte 8 van de vouwplaten kan scharnieren of is elastisch. Bij het bijeenbrengen van de dwarsliggers beweegt het middengedeelte 8 omhoog en vouwen de vouwplaten dubbel. In uitgevouwen toestand, als getoond in figuur 2, is de afstand tussen de dwarsliggers gelijk aan de breedte van de vouwplaten. De vouwplaten kunnen aanliggen tegen de langsliggers 2.

Vanuit de Europese regelgeving worden er strengere eisen gesteld aan de stevigheid van het schuifdak. Het gaat hierbij vooral om krachten die door de lading kan worden uitgeoefend op de zijden van de vrachtwagen door bijvoorbeeld de lading.

Om aan deze eisen te voldoen wordt het schuifdak extra verstevigd door bijvoorbeeld stalen kabels toe te voegen of de langsliggers te verstevigen met stalen onderdelen.

Dergelijke versteviging doet het gewicht van het schuifdak en de complexiteit van constructie toenemen.

Het is een doel van de uitvinding een constructie voor een schuifdak te verschaffen dat het schuifdak verstevigt.

Figuren 3 en 4 tonen details van een constructie volgens de uitvinding.

De vouwplaten zijn aan de naar de langsligger gelegen zijde voorzien van balken 9. De langsliggers zijn aan de naar de vouwplaten gerichte zijde voorzien van een langssleuf 11 in vorm complementair met de vorm van de balken 9. De langssleuf 11 kan tevens dienst doen als een geleidingssleuf voor de lagers op deel 7. In neergeslagen toestand liggen de balken 9 in de sleuf 11. Hierdoor is de constructie verstevigd. In deze uitvoeringsvorm zijn de vouwplaten 4 voorzien van delen 10 die in breedte uitlopen naar de dwarsliggers 3. Hierdoor is een groot contactoppervlak met de dwarsligger verschaft en kunnen de krachten goed geleid worden naar de dwarsliggers. Tussen de twee delen 10 bevindt zich een flexibel of scharnierend deel.

Figuren 5 en 6 tonen een aantal verdere uitvoeringsvormen van een schuifdakconstructie volgens de uitvinding.

Figuur 5 toont de vouwplaten volgens uitvinding uit 1 deel geproduceerd, uitgevoerd met complementaire delen in de vorm van balken 9 en aanslagen 13. De aanslagen 13 liggen, in neergevouwen toestand, aan tegen een verticale rand van een langsligger 2. De rand grijpt dan als het ware om de rand van de langsligger. Deze figuur toont ook dat de vouwplaten voorzien zijn van verstevigingribbels 14 die uitwaaieren naar de dwarsliggers.

In figuur 6 is de constructie zo gemaakt dat er twee type dwarsliggers zijn, type 3a die verbonden blijven met de langsliggers 2 en type 3b die in geopende toestand loskomt van de langsliggers 2. In dit type is het uiteinde van de dwarsliggers voorzien van een profiel complementair aan het profiel in de langsligger. In figuur 6 is deel 15 voorzien van twee balken en een aanslag.

Figuur 7 geeft een aantal mogelijke complementaire profielen en aanslagen. In deze voorbeelden zijn de vouwplaten voorzien van balken èn de langsliggers van een gleuf of sleuf. Uiteraard kunnen ook de vouwplaten voorzien zijn van een of meer sleuven en de langsliggers van balken. Geprefereerd is echter dat de vouwplaten van balken zijn voorzien omdat de langssleuf van de langsligger dan ook dienst kan doen als geleidingssleuf voor de dwarsliggers. De vouwplaten kunnen van verstevigingribbels voorzien zijn om de krachten te geleiden. De onderste figuur toont een uitvoeringsvorm waarbij de profielen een grijpfunctie hebben. De balk 9 en de opstaande rand 13 zijn voorzien van haakvormige delen om in te haken in overeenkomstige delen van de langsligger in de sleuf 11 of aan de rand van de langsligger.

Het zal duidelijk zijn dat in het kader van de uitvinding vele variaties mogelijk zijn en de uitvinding niet beperkt is tot de hierboven gegeven voorbeelden.

(

Claims

1. Constructie voor een schuifdak met een dekzeil bevattende langsliggers (2) en dwarsliggers (3), en vouwplaten (4) tussen de dwarsliggers (3) en verbonden met de dwarsliggers (3), met het kenmerk dat de vouwplaten en de langsliggers voorzien zijn van complementaire profielen (9, 10, 13) zich uitstrekkende in een richting parallel aan de langsliggers (2) voor het vormen van een mechanische verbinding tussen neerliggende vouwplaten en de langsliggers.

2. Constructie voor een schuifdak volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de complementaire profielen een balk (9) bevatten aan een vouwplaat (4) en een gleuf (10) in een langsligger (2).

3. Constructie volgens conclusie 2 met het kenmerk dat de vouwplaat van meer dan een balk (9) voorzien is en meerdere gleuven (10) in een langsligger (2).

4. Constructie volgens conclusie 2 of 3 met het kenmerk dat de vouwplaat voorzien is van een opstaande rand (13).

5. Constructie volgens 2, 3 of 4 met het kenmerk dat de een profiel van de vouwplaat voorzien is van een grijpfunctie.

6. Constructie volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de vouwplaten twee buitendelen (11), gekoppeld aan een dwarsligger (3), gescheiden door een flexibel middendeel bevatten, waarbij de twee buitendelen taps toelopen naar het middeldeel.

7. Constructie volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de buitendelen van de vouwplaten rechthoekig gevormd zijn.

8. Constructie volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de vouwplaten uit een stuk geproduceerd zijn.

9. Constructie volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de vouwplaten verstevigingmateriaal bevatten.

10. Constructie volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een aantal dwarsliggers (3b) zo gevormd dat zij een complementair profiel hebben en van de langsliggers los kunnen komen bij het openen van het dekzeil.

11. Schuifdaksysteem bevattende een constructie volgens een der voorgaande conclusies.

12. Vrachtwagen bevattende een schuifdaksysteem volgens conclusie 11.

13. Schuifzeiltrailer bevattende een schuifdaksysteem volgens conclusie 11.