BE1019368A3 - Samengesteld profiel. - Google Patents

Abstract

Samengesteld profiel voor het kader van een raam, met een buitenschaal (2) en een binnenschaal (3) die door middel van minstens één isolatiesteeg (5) met elkaar zijn verbonden, waarbij de randen van de isolatiesteeg worden ingerold en het inrollen zodanig is uitgevoerd dat een eerste langse rand (26) van de isolatiesteeg (5) vastgeklemd is in een eerste groef (23) zonder enige bewegingsvrijheid, terwijl de tweede langse rand (25) van de isolatiesteeg (5) gevat zit in de tweede groef (16) op zodanige manier dat deze tweede rand (25) een bewegingsvrijheid heeft in de langsrichting van de groef (16), doch geen of nagenoeg geen bewegingsvrijheid dwars op deze langsrichting heeft.

Description

Samengesteld profiel

De huidige uitvinding heeft betrekking op een samengesteld profiel voor het kader van een raam, een deur of dergelijke.

Meer specifiek is de uitvinding bedoeld voor het vast kader van een raam of deur, waarin een verdraaibare vleugel met bijvoorbeeld een glaspaneel is voorzien.

Men kent reeds lang samengestelde profielen met een metalen buitenschaal en binnenschaal, bijvoorbeeld uit aluminium, die door een thermische brug zijn verbonden.

Het is reeds lang bekend dat dergelijke metalen schalen door hun hoge thermische uitzettingscoëfficiënt onder invloed van warmte kunnen uitzetten.

Door de voornoemde isolerende thermische brug tussen de metalen buiten- en binnenschaal, wordt beoogd de koudestroming te verhinderen.

Hoewel dergelijke isolatie uiteraard gewenst is vanuit gebruikerstandpunt, brengt de aanwezigheid van de thermische brug met zich mee dat grote temperatuursverschillen tussen de buiten- en binnenschaal zich kunnen voordoen, welke op hun beurt tot ongewenste vervormingen leiden.

Klassiek is dat elke isolatiesteeg met zijn langs gerichte randen gevat zit in een groef van de buitenschaal (2) en in een groef van de binnenschaal, waarbij elke groef gevormd wordt door evenwijdige ribben op een afstand van elkaar, waarbij, na het aanbrengen van de randen in de groeven, minstens één ribbe door inrollen wordt omgeplooid in de richting van de andere ribbe voor het vastklemmen van de betreffende rand in de groef zonder enige bewegingsvri j heid.

Zeker bij zuidelijk georiënteerde gevels warmt de buitenschaal op warme, zonnige dagen sterk op en kan de buitenschaal dan ook sterk uitzetten.

De binnenschaal daarentegen zal beduidend minder uitzetten, en door het verschil in thermische uitzetting tussen buiten- en binnenschaal kan het profiel kromtrekken.

Een nadeel is dat de kromtrekking het sluiten van de raam-of deurvleugel sterk bemoeilijkt of zelfs verhindert.

Nog een nadeel is dat er door de kromtrekking openingen tussen het kader en de vleugel kunnen ontstaan.

Zeker bij grote kaders met donkergelakte buitenschalen die veel warmte absorberen, is dit probleem van kromtrekken niet verwaarloosbaar.

Bovendien maakt een goede isolatie tussen buiten- en binnenschaal het probleem van kromtrekking alleen erger.

Immers, hoe beter de thermische isolatiewaarde van het profiel, hoe hoger het thermisch verschil tussen buiten- en binnenschaal kan oplopen, en dus hoe groter het verschil in thermische uitzetting tussen buiten- en binnenschaal.

Om een oplossing te bieden aan dit probleem is het dan ook bekend om de randen van de isolatiestrips aan de buiten- of binnenschaal niet in te rollen, waardoor deze randen vrij in de groeven van deze buiten- of binnenschaal kunnen bewegen.

Een nadeel is dat hierdoor de stabiliteit van de vleugel afneemt.

Men kent dan ook verbeterde isolatieprofielen, zogenaamde "dilatatie"-isolatiestegen die in hun axiale richting voorzien zijn van een verzwakking, bijvoorbeeld in de vorm van gaten die in de langsrichting verspreid zijn over de isolatiestegen, één en ander zodat de buiten- en binnenschaal onafhankelijk van elkaar kunnen uitzetten, waardoor de kromtrekking wordt verminderd of vermeden.

Een nadeel is dat deze isolatiestegen veel duurder zijn dan de klassieke isolatiestegen.

Nog een nadeel is dat door de axiale verzwakking in de isolatiesteeg de stabiliteit van de vleugel vermindert, waardoor de toepassing van deze speciale isolatiestegen slechts voor specifieke gevallen mogelijk is waarbij in het profiel van het vast kader andere isolatieprofielen worden toegepast.

Bovendien vormen de gaten niet alleen een verzwakking in de lengterichting maar ook in de dwarsrichting.

Om het indringen van water tegen te gaan, wordt bij de bekende oplossingen een deksel over de gaten aangebracht, wat zulke samengestelde profielen erg duur maakt.

De huidige uitvinding heeft tot doel aan één of meerdere van de voornoemde en/of andere nadelen een oplossing te bieden doordat zij voorziet in een samengesteld profiel voor het kader van een raam, een deur of dergelijke, waarbij het samengesteld profiel een buitenschaal en een binnenschaal bevat die door middel van minstens één isolatiesteeg met elkaar zijn verbonden, waarbij de isolatiesteeg met zijn langsgerichte randen gevat zit in een groef van de buitenschaal en in een groef van de binnenschaal, waarbij elke groef gevormd wordt door twee ribben op een afstand van elkaar, waarbij, na het aanbrengen van de randen in de groeven, minstens één ribbe door inrollen wordt omgeplooid in de richting van de andere ribbe voor het vasthouden van de betreffende rand in de groef, en waarbij het inrollen zodanig is uitgevoerd dat een eerste langse rand van de isolatiesteeg vastgeklemd is in een eerste groef zonder enige bewegingsvrijheid, terwijl de tweede langse rand van de isolatiesteeg gevat zit in de tweede groef op zodanige manier dat deze tweede rand een bewegingsvrijheid heeft in de langsrichting van de groef, doch geen of nagenoeg geen bewegingsvrijheid dwars op deze langsrichting heeft.

Een voordeel is dat de isolatiesteeg de binnen- en buitenschaal op stevige wijze verbindt.

Een ander voordeel is dat onder invloed van thermische uitzetting van de buitenschaal, de isolatiesteeg volgens de lengterichting van de groef kan verschuiven zodat de thermische uitzetting van de buitenschaal enigszins gecompenseerd wordt en het samengesteld profiel niet kromtrekt.

Een daaraan verbonden voordeel is dat de vleugel onder alle omstandigheden makkelijk in het vast kader kan worden geplaatst en het raam of de deur steeds makkelijk te openen of sluiten is.

Een ander voordeel is dat het samengesteld profiel van eender welk type van isolatiesteeg kan worden voorzien en dus ook de klassieke isolatiestegen zonder verzwakking.

De uitvinding maakt het dus mogelijk om complexe isolatiestegen, zoals meerkamer isolatiestegen met meerdere van elkaar gescheiden kamers, tussen de buiten- en binnenschaal aan te brengen, zodat een goede isolatie wordt verkregen.

Dankzij de uitvinding kan dan ook een samengesteld profiel worden gerealiseerd dat een hoge mechanische stevigheid met een hoge thermische isolatiewaarde combineert en dat een differentiële dilatatie toelaat tussen de buiten- en binnenschaal.

In de meest praktische uitvoeringsvorm is de ribbe die bij het inrollen wordt omgeplooid, de zogenaamde inrolribbe, van de eerste groef voorzien van een verdikking of een uitstekende rand ten opzichte van een overeenstemmende inrolribbe van de tweede groef en zijn beide ribben in dezelfde mate zijn omgeplooid of ingerold.

Een voordeel is dat het samengesteld profiel op de klassieke wijze zonder aangepast gereedschap kan worden geassembleerd, waarbij de contactvlakken van dit gereedschap met de inrolribben bij voorkeur in eenzelfde vlak liggen.

Hierdoor is het mogelijk het verbeterd samengesteld profiel op goedkope wijze te realiseren zonder extra kosten voor een aangepast gereedschap.

Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, een voorkeurdragende uitvoeringsvorm beschreven van een samengesteld profiel volgens de uitvinding, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin: figuur 1 schematisch een doorsnede van een samengesteld profiel volgens de uitvinding weergeeft; figuur 2 een detail F2 van figuur 1 weergeeft; figuur 3 een variant van figuur 2 weergeeft; figuur 4 een detail F4 van figuur 1 weergeeft; figuur 5 een variant van figuur 4 weergeeft; figuren 6 en 7 de doorsnede van figuur 1 weergeeft tijdens enkele stappen uit de realisatie van het samengesteld profiel;

In figuur 1 is schematisch een eerste uitvoeringsvorm van een samengesteld profiel 1 volgens de uitvinding weergegeven.

Dergelijk samengesteld profiel 1 is hoofdzakelijk opgebouwd uit een buitenschaal 2 en een binnenschaal 3, bij voorkeur uit aluminium, doch andere materialen en in het bijzonder metalen, zijn volgens de uitvinding niet uitgesloten.

Het samengesteld profiel 1 is verder voorzien van een thermische brug 4 in de vorm van één of meerdere isolatiestegen 5-6, die een verbinding tussen de voornoemde buiten- en binnenschaal 2-3 vormen.

In het samengesteld profiel 1 van figuur 1 zijn, zowel de buiten-, als binnenschaal 2-3 in de vorm van holle kokervormige profielen uitgevoerd, met respectievelijk een buitenkamer 7 en een binnenkamer 8.

Op de buitenschaal 2 is er voor de bevestiging van elke isolatiesteeg 5-6 één paar ribben 9-10 voorzien.

In de weergegeven uitvoeringsvorm zijn er vier ribben 11-14 voorzien, geschikt volgens voornoemde twee paren 9-10.

Deze ribben 11-14 bevinden zich op de naar de binnenschaal 3 gerichte wand 15 en elk paar 9-10 ribben definieert een groef 16-17. Op analoge wijze is de naar de buitenschaal 2 gerichte wand 18 van de binnenschaal 3 van gelijkaardige ribben 19-22 voorzien.

De voornoemde ribben 19-22 definiëren twee groeven 23-24 op de binnenschaal 3 die zich in de weergegeven uitvoeringsvorm tegenover de groeven 16-17 van de buitenschaal 2 bevinden.

Hoewel het de voorkeur geniet dat de ribben op buiten- en binnenschaal tegenover elkaar gelegen zijn, is het geen strikte vereiste voor de uitvinding.

De isolatiesteeg 5 is in het weergegeven voorbeeld als een enkelvoudig profiel uitgewerkt en is met zijn langse randen 25-26 in de respectievelijk groef 16 van de buitenschaal 2 en groef 17 van de binnenschaal 3 aangebracht.

Hoewel het de voorkeur geniet dat de voornoemde langse randen 25-26 van de isolatiesteeg zwaluwstaartvormig zijn uitgevoerd, is dit geen strikte vereiste.

Volgens de uitvinding is een eerste langse rand van de isolatiesteeg in een eerste groef vastgeklemd en dit op zodanige wijze dat de rand zonder enige bewegingsvrijheid is bevestigd.

In de weergegeven doorsnede van figuur 1 wordt de voornoemde eerste groef gevormd door de groef 23 van de binnenschaal 3 en is de rand 26 van de isolatiesteeg 5 in deze groef 23 op vaste wijze ingeklemd.

Daartoe is ribbe 19 van de voornoemde groef 23 voorzien van een verdikking of uitstekende rand 27, zoals meer in detail in figuur 2 is weergegeven.

Het voorbeeld van figuur 2 geeft duidelijk weer dat, na het inrollen, de rand van de isolatiesteeg stevig tussen de ribben 19 en 20 van de groef 23 wordt ingeklemd.

In het voorbeeld van figuur 2 is de verdikking 27 aan de naar de groef gerichte zijde voorzien, doch zoals de variant van figuur 3 laat zien kan ook de andere zijde van de ribbe, of met andere woorden de van de groef weggerichte zijde van een verdikking 27 zijn voorzien.

Het is volgens een niet weergegeven variant ook mogelijk dat beide zijden van de ribbe van een uitstekende rand of verdikking zijn voorzien.

Het is duidelijk dat de verdikking 27 op de ribbe 19 ook kan worden verwezenlijkt door de andere ribbe 11 dunner uit te voeren dan de inrolribbe 19.

Volgens de uitvinding zit de andere langse rand 25 van de isolatiesteeg 5 in een tweede groef 16 gevat, in dit geval een groef 16 van de binnenschaal 2, en dit op zodanige wijze dat deze tweede rand 25 een bewegingsvrijheid heeft in de lengterichting van de groef 16, zoals in figuren 4 en 5 is weergegeven.

In de weergegeven uitvoeringvorm van figuur 1 wordt dit verwezenlijkt doordat, na het inrollen, de groef 16 een zwaluwstaartvorm heeft overeenkomstig met de zwaluwstaartvormige rand 25 van de isolatiesteeg 5.

In de uitvoeringsvorm van figuur 4 wordt het contactoppervlak tussen de isolatiesteeg 5 en de inrolribbe 11 gevormd door een omgeplooide rand die daartoe specifiek aan het vrije uiteinde van de inrolribbe is voorzien.

In de variant van figuur 5 echter stemt de profilering van de inrolribbe, na het inrollen, overeen met de profilering van de rand 25 van de isolatiesteeg 5, zodat er in dit geval een groter contactoppervlak tussen isolatiesteeg 5 en inrolribbe 11.

Op analoge wijze kan de tweede isolatiesteeg 6 met een rand in een eerste groef 24 vastgeklemd zijn en met zijn andere rand in een tweede groef 17 aangebracht zijn, waarbij de inklemming in de eerste groef 24 geen enkele bewegingsvrijheid toelaat, daar waar de andere rand nog enige bewegingsvrijheid volgens de lengterichting van de tweede groef 17 heeft.

De werkwijze voor het vervaardigen van het samengesteld profiel 1 volgens de uitvinding is zeer eenvoudig en als volgt.

Zoals bekend kan een isolatiesteeg 5 tussen buiten- en binnenschaal 2-3 worden aangebracht, waarbij de ene langse rand 25 van de isolatiesteeg 5 in een groef 23 van de binnenschaal 3 en de andere rand 26 in een groef 16 van de buitenschaal 2 worden geplaatst.

Zoals in figuur 6 wordt geïllustreerd, zijn in deze niet-ingeklemde toestand de randen 25-26 van de isolatiesteeg 5 vrij verschuifbaar volgens de lengterichting van de groeven 16.23.

Ter vorming van het samengesteld profiel 1 dient de isolatiesteeg 5 met voornoemde binnen- en buitenschaal 2-3 te worden verbonden, waartoe een geschikt inrolgereedschap wordt aangewend.

Volgens de uitvinding wordt, na het plaatsen van de randen 25-26 van de isolatiesteeg 5 in de groeven, minstens één ribbe 11,19 van elke groef 16,23 door het inrollen in de richting van de andere ribbe 12,20 van de groef 16,23 omgeplooid teneinde de betreffende rand 25,26 van de isolatiesteeg 5 in de groef 16,23 vast te houden.

Hierbij wordt op de inrolribbe 11,19 van elke groef 16,23 een kracht volgens pijl P in figuur 6 uitgeoefend.

Figuur 6 illustreert duidelijk dat de contactvlakken tussen de inrolribben 11,19 van de buiten- en binnenschaal 2-3 en het inrolgereedschap in eenzelfde vlak gelegen zijn, in dit geval een vlak parallel aan de langsrichting van de groeven 16.23.

Volgens een voorkeurdragend kenmerk van de uitvinding worden de inrolribben 11,19, of met andere woorden de ribben waartegen het inrolgereedschap wordt geplaatst, in dezelfde mate omgeplooid.

In de variant van figuur 1 zal de aanwezige verdikking 27 op de inrolribbe 19 van de binnenschaal 3 ertoe leiden dat de isolatiesteeg 5 met zijn rand 26 steviger geklemd zit in de groef 23 van de binnenschaal 3 dan dat de andere rand 25 in de groef 16 van de buitenschaal 2.

De aanwezigheid van de verdikking 27 op de inrolribbe 19 brengt immers met zich mee dat, na het inrollen, de groef 23 van de binnenschaal 3 sterker is vernauwd dan de groef 16 van de buitenschaal 2.

Ook in een variant waarbij de inrolribbe 11 van de tweede groef 16 dunner is uitgevoerd dan de inrolribbe 19, wordt het effect verkregen dat, na het inrollen, de isolatiesteeg 5 enerzijds stevig geklemd wordt in de groef 23 en anderzijds met een beperkte bewegingsvrijheid geklemd wordt in de andere groef 16.

Na het inrollen is de inrolribbe 11 zodanig omgeplooid dat de tweede groef 16 een profilering heeft die overeenstemt met de profilering van de langse rand 25 van de isolatiesteeg 5, wat in figuur 5 wordt weergegeven.

In deze ingerolde·toestand is enkel een verschuiving van de isolatiesteeg 5 volgens de lengterichting van de groef 16 mogelijk en zijn verschuivingen in richtingen dwars op deze lengterichting uitgesloten.

Het is duidelijk dat de verdikking 27 op de inrolribbe 19 niet strikt noodzakelijk is voor de toepassing van de uitvinding.

Immers, volgens een variante uitvoeringsvorm kan een aangepast inrolgereedschap worden gebruikt, waarbij de inrolribbe 19 van de ene groef 23 in sterkere mate wordt omgeplooid dan de inrolribbe 11 van de andere groef 16, zodat opnieuw de ene groef sterker versmald wordt dan de andere.

In deze variant leidt de sterkere omplooiing van één van de inrolribben ertoe dat de isolatiesteeg in één van de groeven zonder enige bewegingsvrijheid wordt ingeklemd.

In de groef 16 met de minder sterk omgeplooide inrolribbe 11, zal er nog enige bewegingsvrijheid volgens de lengterichting van de groef 16 mogelijk zijn. Daarentegen zal er in de andere groef 23 geen enkele bewegingsvrijheid zijn door de sterkere omplooiing van de inrolribbe 19.

Hoewel in figuur 1 de isolatiesteeg 5 zonder enige bewegingsvrijheid ten opzichte van de binnenschaal 3 is bevestigd, is het ook mogelijk dat de isolatiesteeg 5 zonder enige bewegingsvrijheid ten opzichte van de buitenschaal 2 is bevestigd, in dit laatste geval dient de isolatiesteeg 5 met een zekere bewegingsvrijheid in een groef van de binnenschaal 3 te worden aangebracht.

Alhoewel in de figuren steeds een samengesteld profiel 1 met twee isolatiestegen 5-6 is weergegeven, is het niet uitgesloten dat de thermische brug 4 uit één enkele of meer dan twee isolatiestegen bestaat.

In het geval slechts één isolatiesteeg 5 de verbinding tussen buiten- en binnenschaal 2-3 vormt, is het mogelijk dat de isolatiesteeg 5 als een hol kokervormig profiel is uitgevoerd, waarvan de ingesloten holle ruimte al dan niet door tussenwanden in kamers is onderverdeeld, ter verbetering van de thermische isolatiewaarde.

Een dergelijke complexere isolatiesteeg kan van meerdere flenzen zijn voorzien die in meerdere groeven op de buitenen binnenschaal worden ingeklemd.

De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvorm, doch een samengesteld profiel volgens de uitvinding kan in verschillende varianten worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (9)

1. Samengesteld profiel voor het kader van een raam, een deur of dergelijke, waarbij het samengesteld profiel (1) een buitenschaal (2) en een binnenschaal (3) bevat die door middel van minstens één isolatiesteeg (5) met elkaar zijn verbonden, waarbij de isolatiesteeg (5) met zijn langs gerichte randen (25-26) gevat zit in een groef (16) van de buitenschaal (2) en in een groef (23) van de binnenschaal (3), waarbij elke groef (16 en 23) gevormd wordt door twee ribben (11 en 12; 19 en 20) op een afstand van elkaar, waarbij, na het aanbrengen van de randen (25-26) in de groeven (16 en 23), minstens één ribbe (11 en 19) door inrollen wordt omgeplooid in de richting van de andere ribbe (12 en 20) voor het vasthouden van de betreffende rand (25 en 26) in de groef (16 en 23), daardoor gekenmerkt dat het inrollen zodanig is uitgevoerd dat een eerste langse rand (26) van de isolatiesteeg (5) vastgeklemd is in een eerste groef (23) zonder enige bewegingsvrijheid, terwijl de tweede langse rand (25) van de isolatiesteeg (5) gevat zit in de tweede groef (16) op zodanige manier dat deze tweede rand (25) een bewegingsvrijheid heeft in de langsrichting van de groef (16), doch geen of nagenoeg geen bewegingsvrijheid dwars op deze langsrichting heeft.

2. Samengesteld profiel volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de eerste groef (23) voorzien is op de binnenschaal (3) en dat de tweede groef (16) voorzien is op de buitenschaal (2).

3. Samengesteld profiel volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat de inrolribbe (19) van de eerste groef (23) voorzien is van een verdikking of een uitstekende rand (27) ten opzichte van een overeenstemmende inrolribbe (11) van de tweede groef (16) .

4. Samengesteld profiel volgens conclusie 3, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde verdikking of uitstekende rand (27) aan de naar de groef (23) gerichte zijde en/of aan de van de groef (23) weggerichte zijde is voorzien.

5. Samengesteld profiel volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat de inrolribbe (11) van de tweede groef (16) voorzien is van een verdunning ten opzichte van de inrolribbe (19) van de eerste groef (23).

6. Samengesteld profiel volgens conclusie 4 of 5, daardoor gekenmerkt dat beide inrolribben (11 en 19) in dezelfde mate zijn ingerold.

7. Samengesteld profiel volgens één van de conclusies 1 tot 5, daardoor gekenmerkt dat de inrolribbe (19) van de eerste groef (23) sterker is omgeplooid dan de inrolribbe (11) van de tweede groef (16).

8. Samengesteld profiel volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de profilering van de inrolribbe (11) van de tweede groef (16) in ingerolde toestand overeenkomt met de profilering van de tweede rand (25) in niet ingeklemde toestand.

9.- Samengesteld profiel volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de langse rand (25-26) van de isolatiesteeg (5) de vorm van zwaluwstaart heeft waarbij de inrolribbe (11) van de tweede groef (13) in ingerolde toestand samen met de andere ribbe (12) van de tweede groef (16) een overeenstemmende zwaluwstaartvormige groef (16) begrenst.