BE1019294A4 - Vlakstelmechanisme en machine omvattende een dergelijk mechanisme. - Google Patents

Vlakstelmechanisme en machine omvattende een dergelijk mechanisme. Download PDF

Info

Publication number
BE1019294A4
BE1019294A4 BE2010/0245A BE201000245A BE1019294A4 BE 1019294 A4 BE1019294 A4 BE 1019294A4 BE 2010/0245 A BE2010/0245 A BE 2010/0245A BE 201000245 A BE201000245 A BE 201000245A BE 1019294 A4 BE1019294 A4 BE 1019294A4
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
machine
support
connecting arm
blade
frame
Prior art date
Application number
BE2010/0245A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Lille Allenbroer Leo Alix De
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Lille Allenbroer Leo Alix De filed Critical Lille Allenbroer Leo Alix De
Priority to BE2010/0245A priority Critical patent/BE1019294A4/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1019294A4 publication Critical patent/BE1019294A4/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B66HOISTING; LIFTING; HAULING
    • B66CCRANES; LOAD-ENGAGING ELEMENTS OR DEVICES FOR CRANES, CAPSTANS, WINCHES, OR TACKLES
    • B66C23/00Cranes comprising essentially a beam, boom, or triangular structure acting as a cantilever and mounted for translatory of swinging movements in vertical or horizontal planes or a combination of such movements, e.g. jib-cranes, derricks, tower cranes
    • B66C23/18Cranes comprising essentially a beam, boom, or triangular structure acting as a cantilever and mounted for translatory of swinging movements in vertical or horizontal planes or a combination of such movements, e.g. jib-cranes, derricks, tower cranes specially adapted for use in particular purposes
    • B66C23/36Cranes comprising essentially a beam, boom, or triangular structure acting as a cantilever and mounted for translatory of swinging movements in vertical or horizontal planes or a combination of such movements, e.g. jib-cranes, derricks, tower cranes specially adapted for use in particular purposes mounted on road or rail vehicles; Manually-movable jib-cranes for use in workshops; Floating cranes
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02FDREDGING; SOIL-SHIFTING
    • E02F3/00Dredgers; Soil-shifting machines
    • E02F3/04Dredgers; Soil-shifting machines mechanically-driven
    • E02F3/76Graders, bulldozers, or the like with scraper plates or ploughshare-like elements; Levelling scarifying devices
    • E02F3/7609Scraper blade mounted forwardly of the tractor on a pair of pivoting arms which are linked to the sides of the tractor, e.g. bulldozers
    • E02F3/7618Scraper blade mounted forwardly of the tractor on a pair of pivoting arms which are linked to the sides of the tractor, e.g. bulldozers with the scraper blade adjustable relative to the pivoting arms about a horizontal axis
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02FDREDGING; SOIL-SHIFTING
    • E02F9/00Component parts of dredgers or soil-shifting machines, not restricted to one of the kinds covered by groups E02F3/00 - E02F7/00
    • E02F9/08Superstructures; Supports for superstructures
    • E02F9/085Ground-engaging fitting for supporting the machines while working, e.g. outriggers, legs

Abstract

Machine omvattende een op verplaatsingsmiddelen verplaatsbaar gestel, waarbij de machine aan een kant uitgerust is met een steun voorzien van een langwerpig steunoppervlak bedoeld om af te steunen op het oppervlak een ondergrond, welke steun door middel van ten minste één verbindingssarm beweegbaar verbonden is met het gestel, waarbij een hefmechanisme voorzien is tussen de steun en het gestel, een en ander zodanig dat de machine met behulp van het hefmechanisme beweegbaar is naar een werkstand waarin de genoemde kant van de machine opgetild wordt van de ondergrond en waarin de steun deze kant van de machine ondersteunt.

Description

Vlakstelmechanisme en machine omvattende een dergelijk mechanisme
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een machine, typisch een hoogwerker, verreiker of kraan, omvattende een op verplaatsingsmiddelen verplaatsbaar gestel. Meer bepaald heeft de uitvinding betrekking op een opstelmechanisme, in het bijzonder een vlakstelmechanisme voor gebruik in dergelijke machine.
De onderhavige uitvinding heeft als doel een machine te verschaffen welke op oneffen ondergronden, en in het bijzonder op hellingen, zeer stabiel positioneerbaar is, met name zonder toegevingen te moeten doen op de stabiliteit van de machine zelf.
Daartoe onderscheidt de machine zich daarin dat deze aan een kant uitgerust is met een steun (ook genaamd duwblad) voorzien van een langwerpig steunoppervlak bedoeld om af te steunen op het oppervlak een ondergrond. De steun is door middel van ten minste één verbindingsarm beweegbaar verbonden met het gestel. Een hefmechanisme is voorzien tussen de steun en het gestel, een en ander zodanig dat de machine met behulp van het hefmechanisme beweegbaar is naar een werkstand waarin de genoemde kant van de machine opgetild wordt van de ondergrond en waarin de steun deze kant van de machine ondersteunt. Aan de tegenoverliggende andere kant van de machine zullen de verplaatsingsmiddelen typisch contact houden met de ondergrond.
Door een dergelijke steun met een langwerpig steunoppervlak te voorzien kan dit steunoppervlak voor de nodige stabiliteit zorgen, nagenoeg onafhankelijk van de andere karakteristieken van de machine. Met name in het geval dat de machine dient opgesteld te worden op een helling kan de laagst gelegen kant van de machine van de ondergrond getild worden en ondersteund worden op het langwerpig steunoppervlak.
Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm is de langsrichting van het langwerpig steunoppervlak in hoofdzaak evenwijdig met de asrichting van de verplaatsingsmiddelen. Meer in het bijzonder omvat de steun bij voorkeur een langwerpig steunblad dat ingericht is om af te steunen op het oppervlak van een bepaalde ondergrond, waarbij de langsrichting van het steunblad in hoofdzaak evenwijdig is aan de as van de verplaatsingsmiddelen. Op die manier kan men bij het positioneren van de machine op een helling eenvoudig de helling oprijden en aan de laagst gelegen kant van de machine de daar voorziene steun naar de werkstand brengen. Hierbij wordt de machine opgetild, typisch tot in een positie waarin de verplaatsingsmiddelen zich in hoofdzaak in een horizontaal vlak bevinden. Het langwerpig steunblad zal in een dergelijke positie de nodige stabiliteit verschaffen tijdens het uitvoeren van de werkzaamheden.
Volgens de voorkeursuitvoeringsvorm is de steun voorzien van een aantal uitstekende stabilisatiemiddelen welke ingericht zijn om in de werkstand van de steun door te dringen in de ondergrond tot de machine ondersteund wordt op het steunoppervlak daarvan. Deze stabilisatiemiddelen steken typisch naar onder uit vanaf het langwerpig steunblad van dé steun. Volgens een voordelige uitvoering maken de uitstekende stabilisatiemiddelen een hoek tussen 90 en 150°, bij voorkeur tussen 95 en 145° met het steunblad. De stabilisatie middelen strekken zich bij voorkeur uit over nagenoeg de volledige lengte van het steunblad, waarbij deze al dan niet verspreid, en al dan niet uit één stuk, aangebracht kunnen zijn.
Volgens een voordelige uitvoeringsvorm omvatten de uitstekende stabilisatiemiddelen een mesblad dat een hoek maakt met het steunoppervlak van de steun. Deze hoek is bij voorkeur gelegen tussen 90 en 150°, waarbij het mesblad van de machine weg is gericht. Deze hoek is bij voorkeur geoptimaliseerd in functie van de maximale vlakstellingshoek waarover de machine opgetild dient te worden, waarbij men typisch rekening zal houden hellingsgraad van de terreinen waarop men de machine wenst te gebruiken.
Volgens een mogelijke uitvoeringsvorm heeft het steunblad een eerste langszijde en een tweede langszijde waarbij de tweede langszijde het dichtst bij het gestel van de machine ligt. Het mesblad is dan op voordelige wijze langwerpig en strekt zich bij voorkeur uit langs de eerste langszijde, bij voorkeur over de volledige lengte daarvan. Op die manier kan het mesblad niet alleen als stabilisatiemiddel fungeren, maar kan dit ook worden gebruikt voor het nivelleren van een gewenste opstelplaats van de machine alvorens de machine stationair op te stellen.
Volgens een alternatieve uitvoeringsvorm omvatten de stabilisatiemiddelen meerdere mesbladen, welke zich bijvoorbeeld op een steekafstand van elkaar uitstrekken langs de genoemde eerste langszijde van het steunblad.
Verder kunnen een aantal dwarse verstevigingsplaten aangebracht zijn om het geheel verder te verstevigen, waarbij de verstevigingsplaten dusdanig zijn aangebracht dat deze tevens samen met de andere stabilisatiemiddelen zakken in het materiaal van de ondergrond. Zo kunnen bijvoorbeeld verstevigingsplaten voorzien zijn die zich uitstrekken vanaf de eerste langszijde in de richting van de tweede langszijde.
Volgens nog een andere variant omvatten de uitstekende stabilisatiemiddelen pinnen die naar onder uitsteken vanaf het steunoppervlak van de steun en bedoeld zijn om door te dringen in de bodem. De vakman zal verder begrijpen dat elke willekeurige combinatie van pennen en/of mesbladen tevens binnen het kader van de onderhavige uitvinding valt.
Het hefmechanisme tussen de steun enerzijds en het gestel van de machine anderzijds omvat bij voorkeur ten minste één cilinder/zuigersamenstel. Verder is de steun bij voorkeur met behulp van twee verbindingsarmen verbonden met het gestel van de machine, waarbij zich bij voorkeur een verbindingsbuis uitstrekt tussen de twee verbindingsarmen. Deze verbindingsbuis is bij voorkeur nabij de steun gelegen en loopt bij voorkeur in hoofdzaak evenwijdig met de steun.
Volgens een verder ontwikkelde uitvoering is de steun aan de achterzijde van het langwerpig steunoppervlak voorzien van een langwerpige uit meerdere platen opgebouwde kamerstructuur, waarbij een of meer uiteinden van de ten minste één verbindingsarm in deze kamerstructuur zijn opgenomen.
Verdere voordelige uitvoeringen worden beschreven in de afhankelijke conclusies 2-20 in bijlage.
Ten slotte betreft de uitvinding een opstelmechanisme, in het bijzonder een vlakstelmechanisme voor gebruik in een dergelijke machine, bij voorkeur zoals beschreven in conclusie 22 of 23. De vakman begrijpt dat dit vlakstelmechanisme één of meer van de hierboven beschreven kenmerken van de steun kan hebben.
Ten slotte betreft de uitvinding eveneens een werkwijze voor het positioneren van een machine, zoals een hoogwerker, verreiker of kraan. De werkwijze onderscheidt zich daarin dat de machine op een helling of oneffen terrein gereden wordt. Het terrein kan optioneel genivelleerd worden met behulp van een steun zoals hierboven beschreven. Vervolgens kan de machine stationair opgesteld worden door het hefmechanisme te bedienen om de steun naar het oppervlak van de ondergrond te bewegen en deze door te zetten tot de machine zoveel opgetild is dat de onderkant van de verplaatsingsmiddelen zich in een nagenoeg horizontaal vlak bevinden.
De onderhavige uitvinding zal nader toegelicht worden aan de hand van een aantal geenszins beperkende uitvoeringsvoorbeelden van een machine en vlakstelmechanisme in overeenstemming met de onderhavige uitvinding, met verwijzing naar de figuren in bijlage waarin figuur 1 een schematisch zijaanzicht is van een hoogwerker volgens de uitvinding; figuur 2 een schematisch perspectivisch aanzicht is van de hoogwerker van figuur 1; figuren 3 en 4 respectievelijk een schematisch perspectivisch onder- en bovenaanzicht zijn van een uitvoeringsvorm van een vlakstelmechanisme volgens de uitvinding; figuur 5 een schematische doorsnede is doorheen vlak V-V in f iguur 4 ; figuur 6 een schematische doorsnede is doorheen vlak VI-VI in figuur 4; figuren 7A en 7B schematisch twee varianten illustreren voor de verbindingsstructuur welke bruikbaar zijn in een vlakstelmechanisme volgens de uitvinding; en figuren 8A en 8B twee schematische perspectivische aanzichten tonen van twee varianten van de steun van figuren 3 en 4 .
Figuren 1 en 2 illustreren schematisch een uitvoeringsvorm van een machine die uitgerust is met een vlakstelmechanisme volgens de uitvinding. In het getoonde voorbeeld is de machine een hoogwerker 1 met een op rupsbanden 3 verplaatsbaar gestel 2. Het gestel 2 is voorzien van een bovenwagen 4 met een telescopische arm 5. Hoewel de uitvinding hier geïllustreerd wordt aan de hand van een hoogwerker met rupsbanden, zal de vakman begrijpen dat de uitvinding even goed toepasbaar is op elke willekeurige hoogwerker, verreiker, kraan of gelijkaardig type machine. Voor dergelijke types machine is de stabiliteit van de machine tijdens het uitvoeren van de werkzaamheden van groot belang. De onderhavige uitvinding voorziet een dergelijke machine van een vlakstelmechanisme, waardoor in de werkstand een bepaalde stabiliteit kan worden geboden die onafhankelijk is van de stabiliteit van de machine zelf wanneer deze zich in de verrijdbare stand bevindt en met name. Zoals hieronder zal blijken is dit vlakstelmechanisme met name bedoeld voor hellingen tot 25°.
In de in figuren 1 en 2 geïllustreerde variant is de machine 1 voorzien van een eerste vlakstelmechanisme 101 en een tweede vlakstelmechanisme 101'. Hoewel de machine hier uitgevoerd is met twee vlakstelmechanismen, zal de vakman begrijpen dat het ook mogelijk is om slechts één dergelijk mechanisme te voorzien, in het bijzonder wanneer de bovenwagen 4 roteerbaar is om een verticale as.
Het vlakstelmechanisme 101, 101' bestaat in hoofdzaak uit een steun 102, 102' die voorzien is van een langwerpig steunoppervlak, zie verder. Dit langwerpig steunoppervlak is bedoeld om af te steunen op het oppervlak van een ondergrond, in het bijzonder een hellende ondergrond 6, zoals geïllustreerd in figuren 1 en 2. De steun 102, 102' is door middel van telkens twee verbindingsarmen 103, 103' verbonden met het gestel 2 van de machine. Verder zijn telkens twee cilinder/zuiger samenstellen 104, 104' voorzien tussen elke steun 102, 102' en het gestel 2. Elke verbindingsarm 103, 103' is aan een uiteinde vast verbonden met de steun 102, 102' en aan zijn ander uiteinde scharnierend verbonden met het gestel 2. Elk cilinder/zuiger samenstel 104, 104' is aan een uiteinde scharnierend verbonden met de steun 101, 101' en aan zijn ander uiteinde scharnierend verbonden met het gestel 2. In figuur 1 is een situatie geïllustreerd waarin het eerste vlakstelmechanisme 101 aan de achterkant van de machine zich in een werkstand bevindt, terwijl het tweede vlakstelmechanisme 101' aan de voorkant van de machine zich in een omhoog geklapte stand bevindt. Voor het vlakstellen wordt de machine aan de laagste gelegen kant omhoog getild door de‘ cilinder/zuiger samenstellen aan te sturen waarbij deze kant van de machine ondersteund wordt op de steun 102. De machine zal typisch omhoog getild worden tot de verplaatsingsmiddelen zich in een nagenoeg horizontaal vlak bevinden, zie figuur 1.
Nu zal een vlakstelmechanisme 101 met steun 102 en verbindingsarmen 103 in detail worden beschreven met verwijzing naar figuren 3 en 4. De steun 102, ook wel duwblad genaamd, omvat een langwerpig steunblad 110 en een aantal naar onder gerichte stabilisatiemiddelen 111 die uitsteken ten opzichte van het steunblad 110. De stabilisatiemiddelen 111 omvatten hier een langwerpig mesblad 112, dat een hoek maakt met het steunblad 110. Het gedeelte van het mesblad 112 dat naar onder uitsteekt ten opzichte van het steunblad 110 is bedoeld om door te dringen in de ondergrond tot de machine ondersteund wordt op het steunblad 110. Zoals best te zien is in figuren 5 en 6 is het mesblad, bijvoorbeeld een geharde slijtvaste mesplaat, bevestigd tegen een bevestigingsplaat 113, die gelast is tegen een langszijde van het steunblad 110. Het mesblad 112 maakt een hoek α met het steunblad 110. Deze hoek α is typisch gelegen tussen 90 en 150°, bijvoorbeeld tussen 100 en 140 graden. De hoek α wordt typisch gekozen in functie van de gewenste maximale vlakstellingshoek.
Hoewel het mesblad 112 zich in de getoonde uitvoeringsvorm uitstrekt over de volledige lengte van de langszijde 114 van het steunblad 110, zal de vakman begrijpen dat in plaats van één mesblad ook een reeks mesbladen aangebracht zouden kunnen zijn. Zo kan bijvoorbeeld gedacht worden aan een uitvoeringsvorm waarin zich een aantal mesbladen uitstrekken langs de langszijde 104 van het steunblad 110 op een onderlinge bepaalde steekafstand van elkaar.
Om het geheel verder te verstevigen zijn dwarse verstevigingsplaten 115 voorzien welke in hoofdzaak loodrecht gericht zijn op het steunblad 110 en zich uitstrekken vanaf de bevestigingsplaat 113 in de richting van de andere langszijde 116 van het steunblad 110. Ook hier zal de vakman begrijpen dat andere manieren bestaan om de constructie met het mesblad 112 te verstevigen.
In figuren 8A en 8B zijn twee varianten van de steun 102 getoond. In de variant van figuur 8A omvat de steun 202 een steunblad 210 met stabilisatiemiddelen 211 in de vorm van stalen pinnen 216 die naar onder uitsteken uit het steunblad 210. Deze stalen pinnen 216 zijn bedoeld om in de bodem te zakken tot het steunblad 210 contact maakt met het oppervlak van de ondergrond. De pinnen 216 maken bij voorkeur een hoek met het steunblad 210 die gelegen is tussen 90 en 150°, bijvoorbeeld tussen 100 en 140 graden. Figuur 8B illustreert nog een andere variant van een steun 302 met steunblad 310 en stabilisatiemiddelen 311 in de vorm van een aantal mesbladen 316. Ook deze mesbladen zijn bij voorkeur onder een hoek tussen 90 en 150 graden gelegen al naar gelang de gewenste maximale vlakstellingshoek.
De steun 102 kan met één, twee of meer verbindingsarmen verbonden zijn met het gestel 2. In de in figuren 3 en 4 geïllustreerde variant zijn twee verbindingsarmen 103 voorzien in de vorm van een holle structuur opgebouwd uit plaatmateriaal. De verbindingsarmen 103 zijn onderling verbonden door middel van een verstevigingsbuis 120. Deze buis 120 loopt in hoofdzaak evenwijdig met de langwerpige steun 102. De steun 102 is aan de achterzijde van het steunblad 110 en aan de zijkanten 117, 118 daarvan verstevigd met behulp van een holle plaatstructuur. Deze holle plaatstructuur omvat ondermeer een geprofileerde verstevigingsplaat 121 welke zich uitstrekt aan de achterzijde van steunblad 110 tussen zijplaten 123, 124 welke grenzen aan de zijkanten 117, 118 van steunblad 110. Zoals best te zien is in figuur 5 steken de verbindingsarmen 103 doorheen de geprofileerde verstevigingsplaat 121 tot tegen de bevestigingsplaat 113. De verbindingsstang 120 tussen verbindingsarmen 103 is met behulp van een aantal flenzen 125 verbonden met verstevigingsplaat 121. Deze flenzen 125 zijn elk voorzien van een opening 126 voor het met deze flenzen verbinden van cilinder/zuiger samenstellen 104. Zoals best te zien is in figuren 1 en 2 strekt elke cilinder/zuiger samenstel 104 zich uit tussen twee verbindingsflenzen 125 van de steun 102 en twee analoge verbindingsflenzen 135 welke voorzien zijn op het gestel 2. De steun 102 kan verder voorzien zijn van een reeks openingen 130, 131 welke bedoeld zijn voor het gemakkelijk transporteren van de steun 101, bijvoorbeeld met behulp van hijskettingen. Ten slotte zijn de verbindingsarmen 103 aan hun uiteinden die bedoeld zijn voor verbinding met het gestel 2, voorzien van holle buisstukken 140 bedoeld voor het daarin opnemen van een scharnieras die verbonden is met het gestel 2.
De bevestigingsplaat 113 heeft bij voorkeur een gebogen profiel dat vanaf de langszijde 114 schuin verloopt en een scherpe hoek maakt met het steunblad 110 om vervolgens boogvormig omhoog te lopen, zoals best te zien is in figuur 5. De vorm van dit profiel is typisch geoptimaliseerd om bij nivelleringswerken het aanklitten van ondergrondmateriaal aan de steun te vermijden.
Nu zullen twee varianten beschreven worden met speciale aandacht voor een mogelijke alternatieve verbindingswijze tussen de steun en het gestel, met verwijzing naar figuren 7A en 7B. Volgens een eerste variant is de steun 402 door middel van een eerste arm 403a en een tweede arm 403b verbonden met een vast scharnier 451 dat voorzien is op het gestel van een machine. De eerste arm 403a is via een variabel ophangingspunt, bijvoorbeeld in de vorm van een los scharnier, verbonden met de tweede verbindingsarm 403b. De beweging van de eerste verbindingsarm 403a wordt gestuurd door een eerste hydraulische cilinder 404a die via een los scharnier verbonden is met de arm 403a. De tweede verbindingsarm 403b wordt door middel van een tweede hydraulische cilinder 404b bewogen, waarbij de cilinder 404b door middel van een los scharnier verbonden is met deze arm 403b. Teneinde de armen 403a en 403b synchroon te bewegen, dienen de cilinders 404a en 404b gekoppeld te worden, waarbij deze bijvoorbeeld kunnen samenwerken volgens een master/slave principe waarbij olie van de ene cilinder in de andere geduwd wordt om beide armen te bewegen. Merk op dat de beweging niet synchroon hoeft te zijn: arm 403b kan bijvoorbeeld ook eerst volledig naar beneden bewegen alvorens arm 403A te bewegen.
In figuur 7B wordt een gelijkaardige variant getoond waarin gebruikgemaakt wordt van een eerste tandwiel 553 gekoppeld met de eerste verbindingsarm 503a en een tweede tandwiel 552 gekoppeld met de eerste verbindingsarm 503b. Deze tandwielen 552, 553 grijpen in elkaar en zorgen voor het synchroon bewegen van de armen 503a en 503b. De arm 503a is beweegbaar door middel van een cilinder 504. De tandwielen 552, 553 kunnen bijvoorbeeld via een boutverbinding, via klembussen, ..., gekoppeld worden met de respectievelijke verbindingsarmen. Het verbindingsstuk 554 kan een onderdeel zijn van deze koppeling.
Door het voorzien van een variabel ophangingspunt 450, 554 wordt de bodemvrijheid van de machine groter gemaakt in alle omstandigheden: wanneer het vlakstelmechanisme buiten gebruik is en de steun zich in de omhoog geklapte stand bevindt, zal ook ook het ophangingspunt zich hoger bevinden. Wanneer het vlakstelmechanisme in gebruik is, kan al dan niet synchroon met het naar beneden bewegen van de steun 402, ook het variabel ophangingspunt 450, 554 naar beneden gaan.
De vakman zal begrijpen dat de onderhavige uitvinding niet beperkt is tot de hierboven beschreven uitvoeringsvoorbeelden en dat vele varianten en modificaties en mogelijk zijn binnen het kader van de uitvinding dat enkel bepaald wordt door de hierna volgende conclusies.

Claims (23)

1. Machine omvattende een op verplaatsingsmiddelen verplaatsbaar gestel, met het kenmerk, dat de machine aan een kant uitgerust is met een steun voorzien van een langwerpig steunoppervlak bedoeld om af te steunen op het oppervlak een ondergrond, welke steun door middel van ten minste één verbindingsarm beweegbaar verbonden is met het gestel, waarbij een hefmechanisme voorzien is tussen de steun en het gestel, een en ander zodanig dat de machine met behulp van het hefmechanisme beweegbaar is naar een werkstand waarin de genoemde kant van de machine opgetild wordt van de ondergrond en waarin de steun deze kant van de machine ondersteunt.
2. Machine volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de steun een langwerpig steunblad omvat dat ingericht is om af te steunen op het oppervlak een ondergrond, waarbij de langsrichting van het steunblad in hoofdzaak evenwijdig is aan de as van de verplaatsingsmiddelen.
3. Machine volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de steun voorzien is van een aantal uitstekende stabilisatiemiddelen welke ingericht zijn om in de werkstand van de steun door te dringen in de ondergrond tot de machine aan de kant van de steun ondersteund wordt op het steunoppervlak daarvan.
4. Machine volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de stabilisatiemiddelen uit het steunoppervlak stekende elementen zijn die een hoek maken met het steunoppervlak, welke hoek bij voorkeur gelegen is tussen 90 en 150 graden.
5. Machine volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat de uitstekende stäbilisatiemiddelen een mesblad omvatten welk mesblad een hoek maakt met het steunoppervlak van de steun, welke hoek bij voorleur gelegen is tussen 90 en 150 graden, waarbij de hoek gemeten wordt aan de kant die het dicht bij de machine ligt.
6. Machine volgens conclusies 2 en 4 of 5, met het kenmerk, dat het langwerpig steunblad een verst van de machine verwijderde eerste langszijde en een tweede langszijde heeft en dat het mesblad langwerpig is en zich uitstrekt langs de eerste langszijde van, bij voorkeur over de volledige lengte daarvan.
7. Machine volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat in hoofdzaak loodrecht op het langwerpig mesblad een aantal dwarse verstevigingsplaten aangebracht zijn, welke verstevigingsplaten zich bij voorkeur uitstrekken vanaf de eerste langszijde in de richting van de tweede langszijde.
8. Machine volgens conclusie 6 of 7, met het kenmerk, dat het mesblad bevestigd is tegen een bevestigingsplaat (113) die zich langs de eerste langszijde van het mesblad uitstrekt en die een gebogen profiel heeft dat vanaf de eerste langszijde (114) schuin omhoog loopt en een scherpe hoek maakt met het steunblad 110 om vervolgens boogvormig omhoog te lopen, weg van de machine, ten einde bij nivelleringswerken het aanklitten van ondergrondmateriaal aan de steun te beperken.
9. Machine volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk, dat de uitstekende stabilisatiemiddelen meerdere mesbladen omvatten; dat het langwerpig steunblad een verst van de machine verwijderde eerste langszijde en een tweede langszijde heeft; en dat de mesbladen zich op een steekafstand van elkaar uitstrekken langs de genoemde eerste langszijde van.
10. Machine volgens één der conclusies 3-9, met het kenmerk, dat de uitstekende stabilisatiemiddelen een aantal pennen omvatten, welke pennen uitsteken vanaf het steunoppervlak van de steun.
11. Machine volgens één der voorgaande conclusies met het kenmerk, dat het hefmechanisme ten minste één zuiger/cilinder samenstel omvat.
12. Machine volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de steun met behulp van twee verbindingsarmen verbonden is met het gestel van de machine, en dat een verbindingsstang zich uitstrekt tussen de twee verbindingsarmen.
13. Machine volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de steun aan de achterzijde van het langwerpig steunoppervlak voorzien is van een langwerpige uit meerdere platen opgebouwde plaatstructuur,
14. Machine volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de holle plaatstructuur een geprofileerde verstevigingsplaat (121) omvat welke zich uitstrekt aan de achterzijde van het steunoppervlak (110) tussen zijplaten (123, 124) welke grenzen aan de zijkanten (117, 118) van het steunoppervlak (110) .
15. Machine volgens conclusie 13 of 14, met het kenmerk, dat de één of meer uiteinden van de ten minste één verbindingsarm in deze plaatstructuur zijn opgenomen.
16. Machine volgens één der conclusies 10-15, met het kenmerk, dat de verbindingsbuis voorzien is van verbindingsflenzen die zicht uitstrekken tussen de verbindingsas en de kamerstructuur en die ingericht zijn voor verbinding met het zuiger/cilinder samenstel.
17. Machine volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de verplaatsingsmiddelen twee rupsbanden of vier wielen omvatten.
18. Machine volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de ten minste één verbindingsarm een eerste verbindingsarm tussen de steun en een variabel ophangingspunt en een tweede verbindingsarm tussen het genoemd variabel ophangingspunt en een vast scharnierpunt dat bevestigd is aan het gestel van de machine, omvat, waarbij het hefmechanisme ingericht is om de eerste en tweede verbindingsarmen te bewegen tussen de werkstand en een omhoog geklapte stand.
19. Machine volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat het variabel ophangingspunt een scharnier omvat waarmee een uiteinde van de eerste en de tweede verbindingsarm is verbonden.
20. Machine volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat het variabel ophangingspunt een eerste en een tweede tandwiel omvat, waarbij het eerste tandwiel verbonden is met een uiteinde van de eerste verbindingsarm en het tweede tandwiel met een uiteinde van de tweede verbindingsarm, welke eerste en tweede tandwiel in elkaar grijpen.
21. Werkwijze voor het positioneren van een machine volgens één der conclusies 1-20, gekenmerkt door: - het op een helling rijden van de machine - het bedienen van het hefmechanisme om de steun aan de laagst gelegen kant van de machine naar het oppervlak van de ondergrond te bewegen om de machine op te tillen tot de machine uitgelijnd is alsof deze zich op een horizontaal vlak bevindt.
22. Vlakstelmechanisme voor gebruik in een machine volgens één der conclusies 1-20 omvattende een steun voorzien van een langwerpig steunoppervlak bedoeld om af te steunen op het oppervlak een ondergrond, welke steun door middel van ten minste één verbindingsarm beweegbaar verbindbaar is met een kant van het gestel van de machine, een en ander zodanig dat de machine met behulp van een hefmechanisme tussen het gestel en de steun beweegbaar is naar een werkstand waarin de genoemde kant van de machine opgetild wordt van de ondergrond en waarin de steun deze kant van de machine ondersteunt.
23. Inrichting geschikt voor het vlakstellen van een machine op een helling omvattende: - een steun voorzien van een substantieel steunoppervlak bedoeld om af te steunen op het oppervlak van de helling, aan de laagste gelegen zijde van de machine; - ten minste één verbindingsarm tussen de steun en de machine, welke ten minste één verbindingsarm ingericht is om beweegbaar verbonden te worden met de machine; een en ander zodanig dat de machine met behulp van een hefmechanisme tussen de steun en de machine beweegbaar is naar een werkstand waarin de laagst gelegen kant van de machine opgetild wordt en de steun deze laagst gelegen kant ondersteunt.
BE2010/0245A 2010-04-16 2010-04-16 Vlakstelmechanisme en machine omvattende een dergelijk mechanisme. BE1019294A4 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2010/0245A BE1019294A4 (nl) 2010-04-16 2010-04-16 Vlakstelmechanisme en machine omvattende een dergelijk mechanisme.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2010/0245A BE1019294A4 (nl) 2010-04-16 2010-04-16 Vlakstelmechanisme en machine omvattende een dergelijk mechanisme.
BE201000245 2010-04-16

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1019294A4 true BE1019294A4 (nl) 2012-05-08

Family

ID=43221925

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2010/0245A BE1019294A4 (nl) 2010-04-16 2010-04-16 Vlakstelmechanisme en machine omvattende een dergelijk mechanisme.

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1019294A4 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP3118378A1 (fr) * 2015-07-17 2017-01-18 Sarl Maurice Vesselle Engin de travail motorise et mobile

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE2908380A1 (de) * 1979-03-03 1980-09-04 Goeppner Kaiserslautern Eisen Fahrzeug zum transportieren, wassern und aufnehmen von schwimmbrueckenpontons
DE3039364A1 (de) * 1980-10-18 1982-05-19 Dr.Ing.H.C. F. Porsche Ag, 7000 Stuttgart Raeum- und abstuetzschild fuer bergefahrzeuge, insbesondere fuer bergepanzer
EP1482096A2 (en) * 2003-05-29 2004-12-01 Kobelco Construction Machinery Co., Ltd. Hydraulic excavator with dozer blade
EP1586711A2 (en) * 2004-04-15 2005-10-19 Kobelco Construction Machinery Co., Ltd. Bulldozer
EP1911889A2 (de) * 2006-10-12 2008-04-16 Rheinmetall Landsysteme GmbH Fahrzeug mit einer bugseitig angeordeten Stütz- und Räumanlage
WO2008068958A1 (en) * 2006-12-07 2008-06-12 E-Vision Engineering Corporation Working machine with telescopic boom unit

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE2908380A1 (de) * 1979-03-03 1980-09-04 Goeppner Kaiserslautern Eisen Fahrzeug zum transportieren, wassern und aufnehmen von schwimmbrueckenpontons
DE3039364A1 (de) * 1980-10-18 1982-05-19 Dr.Ing.H.C. F. Porsche Ag, 7000 Stuttgart Raeum- und abstuetzschild fuer bergefahrzeuge, insbesondere fuer bergepanzer
EP1482096A2 (en) * 2003-05-29 2004-12-01 Kobelco Construction Machinery Co., Ltd. Hydraulic excavator with dozer blade
EP1586711A2 (en) * 2004-04-15 2005-10-19 Kobelco Construction Machinery Co., Ltd. Bulldozer
EP1911889A2 (de) * 2006-10-12 2008-04-16 Rheinmetall Landsysteme GmbH Fahrzeug mit einer bugseitig angeordeten Stütz- und Räumanlage
WO2008068958A1 (en) * 2006-12-07 2008-06-12 E-Vision Engineering Corporation Working machine with telescopic boom unit

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP3118378A1 (fr) * 2015-07-17 2017-01-18 Sarl Maurice Vesselle Engin de travail motorise et mobile
FR3038922A1 (fr) * 2015-07-17 2017-01-20 Sarl Maurice Vesselle Engin de travail motorise et mobile

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP0640554B1 (en) A single beam aerial work platform
NL1032038C2 (nl) Hefbrug en lift daarin.
NL192505C (nl) Schaar.
NL1032591C2 (nl) Hijskraan en werkwijze.
US10214395B2 (en) Gantry assembly and a system for replacing single or double railway bridges
US20170088404A1 (en) Vehicle lift
KR20120042115A (ko) 타워 크레인
DK157805B (da) Apparat til transport af tung last.
BE1019294A4 (nl) Vlakstelmechanisme en machine omvattende een dergelijk mechanisme.
KR20120104864A (ko) 농업용 고소작업대
US3757977A (en) Tote pan handler attachment for lift trucks
KR101105819B1 (ko) 트랙터용 로터리
CN215667016U (zh) 液压驱动剪叉式高空作业平台
NL8700778A (nl) Voertuigkraan met in drie hydraulische trappen in de ruimte beweegbare geledekraanarm.
RU2486128C1 (ru) Грузоподъемный механизм
CN206624299U (zh) 一种托盘机构
NL2000658C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het transporteren en positioneren van bestratingselementen.
CN107021436B (zh) 用于叉车的负载托架及叉车
FI61422B (fi) Hydraulisk-mekanisk tippanordning foer uppraetning av tunga tippformar
CN211844467U (zh) 一种原料桶搬运车
BE1017184A3 (nl) Schep/kantelbak.
NL1043257B1 (nl) Voorzetmast ten behoeve van hijs- en hefwerktuigen.
NL1025032C2 (nl) Werktuig, zoals een baggerwerktuig, voor opstelling op een onder water gelegen bodem.
NL1038457C2 (nl) Rupsaandrijving voor een hijs-, hef- en/of verplaatsinrichting.
KR101252098B1 (ko) 농업용 고소작업대

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Effective date: 20120430