BE1018886A3 - Werkwijze voor het vervaardigen van een metalen wandpaneel, metalen wandpaneel en afscherming van een machine. - Google Patents

Abstract

Werkwijze voor het vervaardigen van een metalen wandpaneel voor een afscherming van een industriële machine door plooibewerkingen van flappen die een centraal gelegen rechthoekig segment omsluiten, en aanliggende flappen te verbinden door samenwerkende verbindingsmiddelen. En een wandpaneel vervaardigd volgens deze werkwijze.

Description

Werkwijze voor het vervaardigen van een metalen wandpaneel. metalen wandpaneel en afscherming van een machine

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een metalen wandpaneel overeenkomstig de aanhef van de eerste conclusie. De uitvinding heeft tevens betrekking op een metalen wandpaneel vervaardigd volgens deze werkwijze, op een afscherming die een dergelijk wandpaneel omvat, en een industriële machine met een dergelijke afscherming.

Het vervaardigen van metalen wandpanelen, meer bepaald deurpanelen voor het afschermen van industriële machines zoals pompen of compressoren is reeds bekend,, Zulke wandpanelen worden typisch vervaardigd vertrekkende van; een -rechthoekige*. metalen plaat die; wordt gësneden tot de gewenste afmeting, die vervolgens wordt geponst aamde vier hoeken zodat langs de zijden vier flappen ontstaan, die vervolgens worden geplooid tot wanden van het paneel. Naden langswaar naburige wanden van eenzëlfdé pahêël mèkaar raken worden vervolgens gelast en nagewerkt, bijvoorbeeld 'door slijpen. Een dërgëlijkë werkwijze heeft echter als nadeel dat ze complex én duur is, aangeziën hëï laësenèn slijpen arbéidsintëhsièf is.

Hét is eèn doel Van de Uitvinding om een werkwijze të verschaffen voor het vervaardigen van een metalen wandpaneel voor een industriële machine, die eenvoudiger en goedkoper is:

Dit doel wordt volgens deze uitvinding bereikt mét een werkwijze die de technische kenmerken vertoont van het kenmerk Van de eerste conclusie.

Daartoe wordt ten' mi van aanliggende fiappën verbonden door samenwërkende verbindingsmiddelen, met een éérstè deel Voorzien aan de ene flap, ën een tweede deel voorzien aan de andere flap van het aanliggend paar. Door gebruik te maken van dergelijke verbindingsmiddelen kunnen naburige flappen van de metalen plaat stevig met elkaar verbonden worden zonder tè lassen, en kunnen tevens de nodige nabewerkingen ten gevolge van het lassen (slijpen en dergelijke) vermeden worden, Waardoor de werkwijze voor het vervaardigen van het metalen wandpaneel aanzienlijk vereenvoudigd en goedkoper is.

Bij voorkeur heeft de metalen plaat een dikte van 0,5 - 3,0 mm, bij voorkeur 0,7 -1,2 mm, bij meer voorkeur 0,8 -1,0 mm. De uitvinder heeft verrassend vastgesteld dat door het vermijden van de warmte-inbreng die gepaard gaan met de lasbewerkingen en de nabewerkingen, het mogelijk is de plaatdikte te reduceren. Dit levert een aanzienlijke materiaalbesparing op.

Bij voorkeur vormen de samenwerkende verbindingsmiddelen een klikvërbinding, Waarbij het eerste deel ëen opéning isi’en hèt twééde déél een lip1s'dië''WordVihöebrabht'in' hèt éérste deel. Gébruik makend van eên Ékvërbihding karf de verbinding van aanliggende flappen op één zéér sneilé; nauwkeurige en goedkope nfianièr gebéuren, waardoor èën aanzienlijk tijd wordt bespaard zonder in te boeten aan kwaliteit. Bovendien zijn door het gébruik van de lip en de opening géén éxtra onderdelen nodig.

Bij voorkeur zijn de vorm en de afmetingen van de lip en de opening op elkaar afgestemd zodat de lip spant na te zijn ingebracht in de öpening. Op deze manier worden de flappen van éeri aanliggend paar flappen steviger aan elkaar bevestigd.

Bij voorkeur wordt dé lip geplooid over een vooraf bepaalde eerste hoek ten opzichte van de flap waaraan de lip voorzien is, waarbij de èerstè hóék eén hoek is van 30° -140°, bij voorkeur 45° -130°, bij meer voorkeur 70° -125°. Op deze manier kan de lip vooraf onder een gepaste hoek wórden gepositioneerd, zodat de lip bij het plooien van de flap als het ware vanzelf in de opèriing wordt gébracht, en enkel nog hoeft te wordên aangedrukt. Al deze plooibewerkingen alSook het inbrengen van de lip in de opening en het aandrukken Van de lip kurinèn op één plooibank'gebeuren, waardoor het wandpaneel.op een volautomatische manier kan vervaardigd worden.

Bij voorkeur omvat de eerste, resp. tweede, derde en vierde flap een eerste, resp. tweede, derdé, vierde deelflap die zich uitstrekt lahgs een vijfde, resp. zesde, zevende, achtste plootlijn parallel aan de eerste, resp. tweede, derde, vierde plooilijn, en omvat het opwaarts plooien van de eerste, resp. tweede, derde, vierde flap van de metalen plaat tevens het opwaarts plooien van de vijfde, resp. zesde, zevende, achtste deelflap langs de vijfde, resp, zesde, zevende, achtste plopilijn zodat de deelflappen na het plooien van de flappen en deelflappen parallel liggen ten opzichte van het centraal gelegen rechthoekig segment. En bij voorkeur bevinden de samenwerkende verbindingsmiddelen zich op de deelflappen van aanliggende flappen. Door deze oriëntatie wordt het verbinden van de verbindingsmiddelen eenvoudiger en minder zichtbaar vanaf de buitenkant van de machine. Door de flappen een L-vorm te geven wordt bovendien extra stevigheid verschaft aan het wandpaneel.

De uitvinding wordt verder verduidelijkt aan de hand van de onderstaande beschrijvirig en de bijhorende figuren van een vöórkëürsüitvoerihgsVorm Van een Wandpaneél vólgens deze uitvinding.

Fig 1A toont een metalen plaat met een centraal gelegen fëchthöèkig segment omslotèn door vier flappen! ‘ Fig 1B toont een metalen plaat zoals Fig 1A waarbij iedere flap een deelflap heeft.

i ; Fig 1C toont in perspectief eèn uitvoeringsvorm van een geplooide metalen plaat ter vorming van een wandpaneel volgens de uitvinding.

* Fig 1D toont een hoekverbinding van de geplooide metalen plaat van Fig iC in detail.

Fig 2 toont een Vergroting van een gedeelte van de geplooide metalen plaat volgens Fig 1C volgens de uitvinding.

Figuren 3A 3F geven dè étappen weer van een werkwijze voor het vervaardigen van een wandpaneel volgens dë uitvinding.

Fig 4A toont in detail een lip met eèn weerhaak.

industriële machines zoals compressoren of pompen worden vaak van een omhullende afscherming voorzien, bijvoorbeeld om de toegang tot de machine of bepaalde delen ervan te beletten wegens veiligheidsredenen, of vanwege geluidsisolatie, of om spatten van olie te voorkómen. Zulke afscherming omvat meestal een metalen raamwerk waarin diverse metalen wandpanelen kunnen worden aangebracht, die ai dan niet 'scharnierend bevestigd zijn aan het raamwerk. Klassiek worden zulke metalen wandpanelen vervaardigd door plooien en lassen. Deze uitvinding richt zich vooral op een verbeterde werkwijze voor het vervaardigen van zulke wandpaneien.

In het kader van de huidige uitvinding wordt het metalen wandpaneel 20 vervaardigd vertrekkende van een gesneden, geponste en/of gefreesde metalen plaat 39 zoals getoond in Fig 1A of 1B. In deze tekeningen werd evenwel alle detail weggelaten.

Deze metalen plaat 39 omvat een centraal gelegen rechthoekig segment 21 en een aantal flappen 1, 2, 3, 4, gevormd door ponsen Van een grotere metalen plaat aan vier hoeken en/of aan de buitenzijden, volgens een vooraf bepaalde uitsnijding.

Een voorkeursuitvoeringsvorm van een werkwijze voor het Vèrvaardigèn Van een métaleh wandpaneel 20 voor eën afschérming vari ëën ihSüstriëlé machinë öm Opwaarts1 plooien Van eën eerste resp. tweede, derde, vierde flap 1, 2,3;4 vari éen metalen plaat 39 langsheen één ëerSte, resp. tweede, derde, vierde plooilijn 11, 12, 13, 14 dié een centraal gelegen rechthoekig èigifiënt 21 omsluiteh.'Öë eerste en derde 11, 13 resp. de twééde en vierde 12,14 ^ÏÖ’óiïijh liggen langsheen overstaande zijden 22 van,f het cerïtraal gelegen fechthöèkig sëgmeht 2T. Dë eerste en tweede 1, 2, resp. tweede en derde 2, 3, derde en vierde 3, 4, vierde ën eerste flappen 4, 1 vormen paren van aanliggende flappen. Ten 'minste ééri paar van aanliggende flappen wórdt verbonden door samenwefkeiide verbindingsmiddelen 26, 27, met een eerste deèl 26 voorzien aan de éne flap 1, 2, 3, 4, en een tweede deel 27 voorzien aan de andere flap 2, 3, 4, 1 van het aanliggend paar. Bij voorkeur worden de naburige flappen van alle paren van' naburige flappen met elkaar verbonden. Door het verbinden van naburige flappen van de metalen plaat '39 door middel van samenwerkende verbindingsmiddelen 26, 27 kan de stap van het lassen eh de nodige nébewerkihgëh ten gevolge van het lassen (slijpen en dergélijke) alsook' bijkomende handelingen zoals tillen en transporteren van delen naar de. lasmachinè1 of slijpmachine vermëdën worden, waardoor de Werkwijze 'aanzienlijk' eënvóüdiger wordt, én veel tijd wordt bespaard. De afwezigheid van lassen laat tévëhs het gebruik van andere bijvoorbeeld niet-lasbarë materialen toe, ên de afwerking van het metalen wandpaneel 20 kan eveneens verbeterd worden.

Bij voorkeur heeft de metalen plaat 39 een dikte van 0,5 -3,0 mm, bij voorkeur 0,7 - 1,2 mm, bij meer voorkeur 0,8 - 1,0 mm. De uitvinder heeft vastgesteld dat door de lasbewerkingen te vermijden, hét mogelijk is de plaatdikte te reduceren tot zelfs onder de gangbare 1,25 mm plaatdikte. Dit levert een niet te verwaarlozen materiaalbesparing op. Bovendien wordt lokaal kromtrekken of doorbranden van de plaat vermeden, waardoor een betere afwerking van de plaat wordt verkregen. Tevens is voorbehandeling van de metalen plaat 39 mogelijk zoals verven, lakken, verzinken, hetgeen efficiënter kan gebeuren op een vlakke plaat dan op een geplooide plaat. Volgens het klassieke procédé met lassen moesten de hoeken steeds nabewerkt worden, bijvoorbeeld om de lasnaden te verwijderen, of om roestvorming te voorkomen. De vakman kan de dikte van de metalen plaat 39 echter verder reduceren rekening houdend met de gewenste sterkte en stevigheid van hét wandpanèel 20, tot bijvoorbeeld 1,0 mm óf Ö.è mm'óf zëifs ÖJ rrim óf 0,5 mm. Daarbij wórdt bést rekèhihg gehóudëh met de extra stijfheid en'stevigheid dié verschaft'wordt door everituëël vulmateriaal of isolatiemateriaal (niet getoond) dat in dé holle ruimte van hét wandpaneel 20 wordt ingébracht, en dat bijvoorbeeld tégèn hét Centraal rechthóèkig gedeelte 21 kan gelijmd worden, of tégen dë dwarse wand van de flappen ί, 2, 3, 4.

In een voorkeUfsUitvoeringsvorm var» de uitvinding is hét êèrstë gédëëite 26 van de samenwerkendé verbindingsmiddëlên een öpèning 26. Openingen 26 kénnen eenvoudig worden voorzien'door ponsén van de metalen plaat 39. Fig 1D toont in détail ëèn voorbeeld van èen trapëziümvormige opening 26, maar eender welke andere vorm gesóhikt geacht door de vakman kan eveneens' gebruikt wordén, bijvoorbeeld vierkant, rechthoekig, cirkeivörmig, ovaal, driehoekig, vëelhóëkig.

In een voórkeursuitvoeririgsvorm van dè uitvinding vormen de samenWerkënde verbindingsmiddelen 26, 27 een klikverbinding, waarbij het eérste deëïeen opening 26 is, en het tweede dëel 27 eèn lip is die wordt ingébracht in het eerste déél 26. Zulke verbinding laat belasting toe die vergelijkbaar is met de lasconstructies. Bij voorkeur worden de vorm en de afmetingen van de lip 27 en de opening 26 op elkaar afgestemd, zodanig dat de lip 27 spant in de opening 26. Zoals getoond in Fig 1D wordt door het spannen van de lip 27 in de opening 26 bekomen dat dë lip na het inbrengen in de opening, goed op haar plaats blijft, zelfs wanneer er krachten worden uitgeoefend op het wandpaneel 20, of wanneer het wandpaneel onderhevig is aan trillingen. De lip 27 ih Fig 1D is een lip met een langwerpige rechthoekige vorm van een constante breédtè, maar andere vormen en afmetingen zijn eveneens mogelijk. Zo kan de lip 27 bijvoorbeeld smaller worden verder van de flap verwijderd. Alternatief zou de lip 27, in plaats van zijdelings te spannen in de trapeziumvormige opening 26, 180° kunnen gebogen worden. Alternatief zouden ook twee lippen kunnen voorzien worden aan de twee niet-evenwijdige overstaande zijden van de trapezium. Of zou de rand van de opening 26 een inkeping kunnen bevatten waarin de lip 27 zijdelings kan klikken, om zodoende verschuiving in de Y-richting te beletten. Of de lip kan zelf een inkeping bevatten, om verschuiven van de lip in de Z-richting te beletten.

Optiöneèl omvat de lip '27 ten minste één weerhaak 28, zoals gètoond in Fig 4A. Het gebruik van eèn lip 27 met weerhaken 28 is échter niet noodzakelijk voor de uitvinding. ’

Alternatief, hoewel niet getoond in de figuren, kunnen hét eerste eri tweede déél 26, 27 een opening zijn; waarbij dë öpéhingën van één aanliggèrid paar flappen voorzien zijn óm mekaar minstensgedeettelijk té óvërlappen na het plooien van de flappen 1, 2, 3, 4, en Waarbij een verdèr verbirfdirigsélëmëht' doorhéén beide openingen Wordt ingébracht öm het aanliggend paër flappen te verbindën. Het verdèr vèrbindingsèlëmënt (niet getoond) kan bijvoorbeeld een schroef met moer zijn, of een klinknagelvërbinding,' of een clips, of eender welk ander ëlemënt geschikt geacht door de vakman.

Figuren 3A-3F tonen de verschillende stappen van een voorkeursuitvoeringsvorm van een wèrkwijze voor het Vèrvaardigen van eén wahdpaneèl 20 zoals getoond in Fig 1C, vertrekkende van een metalen plaat 39 ioajs getoond in Fig 1B, welke op een ploojmachine wordt gelegd. Fig 3A geeft vergroot een hoek weer van de metalen plaat 39 van Fig 1B, met name de hoëk tussen de eerste en de tweede flap 1, 2. De overige drie hoeken van de metalen plaat hébben bij voorkeur een gelijkaardige uitsnijding, weliswaar gespiegeld, maar kunnen ook een andérë uitsnijding.hebben. Een trechtervormigë ópening 41 zorgt ervóór dat eventuele plooitoleranties opgevangen en gecéntreerd worden tijdens' het verdere ploöiprocès.

In een eerste stap (Fig 3B) wordt de eerste deelflap 5, indien deelflappen 5, 6, 7, 8 voorzien zijn; opwaarts geplooid in plooibewerking 31, ' bij voorkeur over een hoek van 90°, langsheen een vijfde plooilijn 15 parallel· met de; eerste plooilijn 11 die samenvalt met een zijde 22 van het centraal gelegen rechthoekig segment 21. Het plooien van de overstaande deelflap 7 gebeurt op een gelijkaardige manier, eventueel na het schuiven en/of roteren van de metalen plaat t.o.v. de plooimachine.

Vervolgens wordt in Fig 3C de eerste flap 1 opwaarts geplooid in plooibewerking 32, dit keer langs de eerste plooilijn 11. Bij voorkeur wordt bij deze plooibewerking ook een optioneel hoekgedeelte 37, dat zich uitstrekt langsheen een plooilijn 40 die in het verlengde ligt van de eerste plooilijn 11 (Fig 3A) mee geplooid. De flap aanliggend aan de flap met het optioneel hoekgedeelte 37 is desgevallend voorzien van een overeenstemmende opening voor het ontvangen vari het hoekgedeëlte 37 na het plooien van de flap die het höekgedeélte 37 bevat. Ëën voordeel· van het hpékgèdeelte 37 is dat het toelaat éeh rib 40 gelegen waar de eerste en de tweëde flap 1, 2 mekaar snijden te maken döör plooien in plaats van bijvoorbeeld lassen, en de spleet 38 gelegen waar de eerste en tweede flap mekaar raken of snijden, te verschuiven naar een positie in dë eerste of tweede flap 1,2 zoals getoond in Fig 2. Hierdoor wordt een mooi afgeronde hoek verkregen. De spleet 38 biedt bovendien het voordeel een tolerantie op het plooien toe te laten. In een alternatieve uitvoeringsvorm wordt een kleine overlapping toegestaan van het matëriaal van het hoekgedeelte 37 eh de' ëëlété flap 1 . Fig 3D toont hóe hët hoekgedeelte 37 in een aparte ploöibéwerking 33 geplooid wordt;

Bij voorkeur wordt vërvplgens de lip 27 geplooid in plooibëWèrking 34 langs een negende plooilijn 19 dié parallel.loopt aan de tweede eri zesde plooilijn 12, 16 van de tweede flap, óver een voofaf bepaalde eerste hoek ten opzichte van de tweede deelflap 6 waaraan de lip bevestigd is, waarbij dë ëerste hoek een hoek is van 3Öri -140°, bij voorkeur 45° -130°, bij meer voorkeur 70° -125°. Bij meeste voorkeur is de hoek 90°, indien geen weerhaak 28 aanwezig is v120°. Om te verkrijgen dat enkel de lip 27 wordt geplooid en niet de ganse dëëlflap 6, wordt bij dëze plooibewerking bij voorkeur een speciaal tooi gebruikt, zoals tooi 176-825 voor Buigcentrum 79.26 verkrijgbaar bij Reinhardt ..Maschinenbau GMBH in Duitsland. De lip 27 kan echter samen met een deel van die deelflap 6 geplooid worden langsheen de negende plooilijn 19, zodat een additionele flap wordt gevormd. De lip 27 kan ook uitsteken t.o.v. en geplooid worden langs de buitenrand 42 van de deelflap 6 zodat de plooilijn 19 langsheen de buitenrand 42 van de deelflap 6 ligt.

In Fig 3E wordt vervolgens getoond hoe de tweede deelflap 6 in plooibewerking 35 wordt geplooid over een hoek van nagenoeg 90°, langsheen de zesde plooilijn 16. En Fig 3F toont hoe daarna in plooibewerking 36 de tweede flap 2 wordt geplooid langsheen de tweede plooilijn 12, waarbij de lip 27, dankzij haar reeds voorgebogen toestand onder de eerder genoemde eerste hoek eenvoudig in de opening 26 wordt gebracht. Tenslotte wordt de lip 27 na het plooien van de flap 2 in de opening 26 gedrukt, door een beweging 29 in een richting loodrecht óp het rechthoekig segment 21. Door deze indrukking kan de lip 27 in'de gewénste positie of diepte of onder de juiste spanning in de operiing 26 worden gebracht, zoals hoger beschreven. In het géval een lip 27 met weerhaak 38 wordt gebruikt, wordt in deze stap 29 de weërhaak in de opëning 26 gedrukt. De vakman kan de getoonde plooibewerkingen op een gelijkaardige manier toepassen voor de andere flappen.

’ Zoals getoond in Figuren 3A-3F is het op deze manier rhögéiijk de ganse bewerking op één plooimachine üit te voeren. Bovendien rësuiteren' de plooibewerkingèn in zuivere gebogen hóéknaden i.p.v. gelaste hoeknadèn die moeten nabehandeld worden. Hierdoor bereikt het product eeri z!eer hoge kwaliteitsstatus op eèn zeer efficiënte manier.

Het plooien van de verschillende flappen 1, 2, 3, 4, optionele deelflappen 5, 6, 7, 8, optionele lippen 27 en optionele hoekgedeeltes 37 kan échter ook in een andere volgorde worden uitgëvoerd. Zo is hét bijvoorbeeld mogelijk de déélflappéri 5, 6, 7, 8 te plooien nadat de flappen 1, 2, 3, 4 reeds iri eèn opwaartse 'richting werden geplooid. Tevens is het plooien van de verschillende ondérdelen van een énkele flap niet noódzakelijk afgestemd op het plooien van de verschillende onderdelen van een andere, al dan niet aanliggende flap. Bij voorkeur wordt het plooien van de verschillende onderdelen van een enkele flap echter in hoofdzaak flap per flap afgewerkt. Dit heeft als voordeel dat indien men de metalen plaat 39 moet roteren om de verschillende flappen en hun onderdelen te kunnen plooien men het aantal rotaties kan verkleinen.

Bij voorkeur bevatten de tweede en de vierde flap 2, 4 elk twee lippen 27, en de eerste en de derde flap 1, 3 elk twee openingen 26. Op deze manier kunnen tijdens plooibeweging 35 de lippen 27 aan de beide uiteinden van de tweede deelflap 6 tegelijk in hun respectievelijke opening 26 worden ingébracht, zonder de flap 2 te hoeven torderen. Bij voorkeur bevatten de tweede en vierde flappen 2, 4 tevens gelijkaardige hoekelementen 37.

In de getoonde figuren bevinden de samenwerkende verbindingsmiddelen 26, 27 zich telkens op de deelflappen 5, 6, 7, 8 van aanliggende flappen. Dit heeft het voordeel dat de verbindingsmiddelen 26, 27 op deze manier aan een binnenkant van de industriële machine zijn gelegen, en alzo worden afgesbhërrnd van hét zicht. Öm dezelfde reden vermijdt'ménf'dat! iémand zich ériari verwondt. Ih èën bïtèrnatièvé üitvóenrtg (niet ^etoónd) zouden de verbindingsmiddelen 26, 27 zich ook kunnen bevinden op het andere'gedeelte van dë flap 1, 2, 3, 4. Zo zöü in'eën alternatieve uitvoeringsvorm bijvoorbeeld het h6ekgedèélfë':37 van een lip voorzien kunnen worden, die dan zou worden ingébracht ih eert opériihg in de eerste flap V door een inbrengbëwéging evenwijdig aan het vlak van het rechthoekig segment 21.

1 Bij voorkeur is het materiaal van de metalen plaat 39 een materiaal gekozen uit dé volgende groep: 'staalplaat, koudgewalste staalplaat, warmgëwalsté staalplaat, roestvrije staalplaat, vérzinkte staalplaat, gelakte staalplaat, zincóh Dé Uitvinder heeft öridérvonden dat één wandpaneel 20 vervaardigduit ëért'ofzéérdere van deze materialen voldoende stérkte en stijfheid bieden, óndanks hun gèrinjge dikte. Verder wordt bij vöOrkëür een materiaal gebruikt dat weerstand biëdt aah röèstvörming: Zo kan bijvoorbeeld een plaat gebruikt Worden van 1,0 mm zincor DC01ze/ze 25.

'S: Bij voorkeur is de breedte (B) van het Wandpaneél 40-150 cm,· bij voorkeur 5Ö-1Ö0 cm, bij meer voorkeur 6Ö-8Ö cm. Dit wordt getoond in Fig 10: 70cm of 80cm of 90cm zijn typische afmetingen voor de breedte van een deur, maar de uitvinding werkt ook voor andere afmetingen.

Bij voorkeur is de lengte (1) van het wandpaneel 40-250 cm, bij voorkeur 150-250 cm, bij meer voorkeur 175-225 cm. 180 cni of 190 cm of 200 cm of 210cm of 220cm zijn typische afmetingen voor de lengte van een deur, maar de uitvinding werkt ook voor andere afmetingen.

Bij voorkeur is de hoogte (H) van het metalen wandpaneel, gemeten in een richting loodrecht op hef centraal gelegen segment (21), een dikte van 15-100 mm, bij voorkeur 25-75 mm, bij meer voorkeur 30-50 mm, maar de uitvinding werkt ook voor andere afmetingen.

Optioneel kan het wandpaneel 20 voorzien zijn van scharnieren. Op deze manier kan een deurpaneel voorzien worden aan de industriële machine. Om wederom het lassen te vermijden, worden deze scharnieren (niet getoond) bij voorkeur bevestigd door middel van rivetten, aangezien dit een zeer snelle en goedkope werkwijze is. Alternatief worden de scharnieren bevestigd door schroeven en moeren, of op eender welke andere wijze gekend bij de vakman. Bij'voorkeur wórdt dè metalen plaat 39 reeds bij het ponsen voófzièn van "dè "nódigebevestigihgsgkéh Voóf de scharnieren. Bij voorkeur worden bij dit ponsen vah de metalen plaat 39 tevens de gaten voorzien voor de bevestiging van een slot of een klink.

Claims (22)

1. Werkwijze voor het vervaardigen van een metalen wandpaneel (20) voor een afscherming van een industriële machine door het opwaarts plooien van een eerste, resp. tweede, derde, vierde flap (1, 2, 3, 4) van een metalen plaat (39) langsheen een eerste, resp. tweede, derde, vierde plooilijn (11, 12, 13, 14) die een centraal gelegen rechthoekig segment (21) van de metalen plaat (39) omsluiten, waarbij de eerste en derde (11, 13), resp. de tweede en vierde (12, 14) plooilijn langsheen overstaande zijden (22) van het centraal gelegen rechthoekig segment (21) liggen en waarbij de eerste en tweede (1, 2), resp. tweede en derde (2, 3), derde en vierde (3, 4), vierde en eerste flappen (4,1) paren van aanliggende flappen vormen; gekenmerkt doordat ten minste één paar van aanliggende flappen verbonden wordt door samenwerkendë verbindingsmiddelen (26, 21), niét een éëfstë deel (26) voorzien aan de éne flap (1, 2, 3, 4), en een tweede déél (27) voorzien aan de andere flap (2, 3, 4, 1) van het aanliggend paar.

2. Werkwijze volgens conclusié t, gekenmerkt dóórdat dé metalen plaat (39) een dikte heeft van 0,5 - 3,0 mm, bij voorkeur 0,7 -1,2 mm, bij méér voorkeur 0,8 -1,0 mm.

3. Werkwijze Vólgens conclusie ' 1 Öf 2, gekenmerkt doordat het eerste deel (26) een opening is.

4. Werkwijze volgens conclusie 3, gekenmerkt doordat dè samenwerkende verbindingsmiddelen (26, 27) een klikverbinding yormen, en het tweede deel (27) eêh lip is dié wordt ingebracht in het eerste deel (26).

5. Werkwijze Volgens conclusie. 4, gekenmerkt doordat de vorm èn de afmetingen van de lip (27) en de opening (26) op elkaar afgestemd zijn, zódanig dat de lip (27) spant na te zijn ingebracht in de opening (26).

6. Werkwijze volgens conclusie 4 of 5, gekenmerkt dóórdat de lip (27) minstens één weerhaak (28) omvat,

7. Werkwijze volgens één der conclusies 4-6, gekenmerkt doordat de lip (27) wordt geplooid over een vooraf bepaalde eerste hoek ten opzichte van de flap waaraan de lip voorzien is, waarbij de eerste hoek een hoek is van 30° - 140° bij voorkeur 45° - 130°, bij meer voorkeur 70° -125°.

8. Werkwijze volgens conclusie 7, gekenmerkt doordat de tweede en de vierde flap (2, 4) elk twee lippen (27) bevatten, en de eerste en de derde flap (1, 3) eik twee openingen (26) bevatten.

9. Werkwijze volgens conclusie 7 of 8, gekenmerkt doordat de lip (27) wordt geplooid voordat de flap (1, 2, 3, 4) waarop de lip voorzien is, wordt geplooid.

10. Werkwijze volgens één der conclusies 4-9, gekenmerkt doordat de lip (27) na het plooien van de flap (1, 2, 3, 4) in de opening (26) wordt gedrukt.

11. Werkwijze volgens conclusie 3, gekenmerkt doordat Het eerste én tweede deel (26, 27) éen opening zijn, waarbij dè ópeningen van een aanliggend paar flappen voorzien zijn om mekaar minstens gedeeltelijk te overlappen na het plooien van dè flappen (1, 2, 3, 4), ën wsiarbij ëërf vërder verbindingselement doorheen beide openingen wórdt ingébracht Sm ïiët aanliggend paar flappen te verbinden. -

12. Werkwijze volgens één der voorgaande éSnölÜsies, gekenmerkt doordat dè eerste, résp. tweede, dórde en vierde flap ^2^3- 4) een eerste. resp'. tweede, dêfde en vierde deelflap (5, 6, 7, 8) omvat die zich uitstrekt langs een vijfde, resp. zesde, zevende, achtste plootlijn (15, VTr.'fe), parallel aan de eerste resp; tweede, dërde, vierde plóoilijn (11', 12, iSfl^èn het opwaarts plooien van de eerste, resp. tweede, derde, vierde flap (1, 2,; 3, 4) van de metalen plaat (39) tevens het opwaarts plooien omvat vah de vijfde, resp. zesde, zevende, achtste deelflap langs de vijfde, resp. zesde, zevende, achtste plööilijn (15, 16, 17, 18) zodat de deelflappen (5, 6, 7, 8) na het plooien van de flappen (1, 2, 3, 4) en deelflappèn (5, 6, 7, 8) parallel liggen ten opzichte van het centraal gelegen rechthoekig segment (21).

13. Werkwijze volgens conclusie 12 gekenmerkt doordat de samenwerkende verbindingsmiddelen (26, 27) zich op dé dèelflappen (5, 6, 7, 8) van aanliggende flappen bevinden.

14. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, gekenmerkt doordat het geheel van de flappen (1, 2, 3, 4) en het centraal gelegen rechthoekig segment (21) worden gevormd door ponsen van de metalen plaat (39) aan vier hoeken van de metalen plaat (39), volgens een vooraf.bepaalde uitsnijding.

15. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, -gekenmerkt doordat het materiaal van de metalen plaat (39) een materiaal is gekozen uit de volgende groep; staalplaat, koudgewalste staalplaat, warmgewalste staalplaat, roestvrije staalplaat, verzinkte staalplaat, gelakte staalplaat, zincor,

/; 16. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, gekenmerkt doordat de breedte (B) van het metalen wandpaneel (20) 40-150 cm is, bij voorkeur 50-100 cm, bij meer voorkeur 6Ó-80 cm.

;17. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, gekenmerkt doordat de lengte (L) van het wandpaneel (20) 40-250 cm is, bij voorkeur 150-250 cm, bij meer voorkeur 175-225 cm.

18. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, gekenmerkt doordat dè hoogte (H) van het metalen wandpaneël (20)' gemeten in een richting loodrecht op het centraal gelegen rechthoekig sè^rhenf (21), een hoogte is van 15-100 mm, bij voorkeur 25-75 mm, bij meer Voorkeur 30-50 mm. ,'n,-. ··.·.- v- .....

19. Metalen wandpaneel (20) voor een afscherming van een industriële machine, vervaardigd volgens één der Voorgaande conclusies.

- 20. Metalen wandpaneel (20) volgens conclusie 19, gekenmerkt doordat het metalen wandpaneel (20) voorzien is van scharnieren.

21. Afscherming voor een industriële machine met een metalen wandpaneel (20) volgens conclusie 19 of 20.

22. Industriële machine met een afscherming volgens conclusie 21.