BE1018874A3

BE1018874A3 - Weefkader voor een weefmachine.

Info

Publication number: BE1018874A3
Application number: BE2009/0530A
Authority: BE
Original assignee: Picanol Nv
Priority date: 2009-08-31
Filing date: 2009-08-31
Publication date: 2011-10-04
Also published as: WO2011023383A1

Abstract

Weefkader (1), een weefmachine met minstens één weefkader (1) en een werkwijze voor het vervaardigen van een weefkader (1). Het weefkader (1) bevat minstens één overlangs dwarselement (2), minstens één heveldraagprofiel (3) bevestigd aan het dwarselement (2) ter hoogte van een binnenzijde (200) daarvans en minstens één versterkingsprofiel (5) bevestigd aan de dwarselementen (2) in de nabijheid van het heveldraagprofiel (3) ter hoogte van een binnenzijde (200) van de dwarselementen (2).

Description

Weefkader voor een weefmachine.

De uitvinding betreft een weefkader, een weefmachine met minstens één weefkader en een werkwijze voor het vervaardigen van een weefkader.

Het is gekend een weefkader te voorzien met een bovenste dwarselement en een onderste dwarselement, die worden verbonden met zijelementen voor het vormen van een weefkader. In het kader van de hierna volgende beschrijving en conclusies wordt naar het bovenste dwarselement en naar het onderste dwarselement verwezen als overlangse dwarselementen. Het dwarselement kan ook kaderelement genoemd worden.

Om het weven aan hoge snelheid mogelijk te maken, dienen weefkaders zo licht en stijf als mogelijk te zijn. Het is gekend uit de stand der techniek om te voorzien in weefkaders gemaakt uit een licht materiaal zoals aluminium, een aluminiumlegering of een composietmateriaal.

De hevels zijn aan het weefkader bevestigd met aanzienlijke speling of vrije ruimte om een wever toe te laten de hevels te bewegen. Daardoor bewegen de hevels eveneens tijdens een weefproces. Om de sleet tegen te gaan door de glijdende beweging van de hevels is het gekend te voorzien in heveldraagprofielen die worden bevestigd aan de overlangse dwarselementen om de hevels te dragen. Bij voorkeur zijn de heveldraagprofielen gemaakt uit een slijtvast materiaal zoals staal of een gelijkaardig materiaal.

Wanneer wordt voorzien in een weefkader gemaakt uit twee of meer verschillende materialen, kan dit ongewenste effecten opleveren tijdens het weven wanneer het weefkader wordt blootgesteld aan veranderende temperaturen. In het bijzonder door het verschil in de thermische uitzettingscoëfficiënten van bijvoorbeeld het aluminium, aangewend voor het overlangse dwarselement, en het staal, aangewend voor een heveldraagprofiel, kan een bimetaaleffect ontstaan dat kan resulteren in een buigen van de dwarselementen. In het bijzonder wanneer het bovenste en het onderste dwarselement een tegengestelde oriëntatie hebben, komt spanning te staan op de hevels. Dit kan mogelijke weefproblemen of schade tot gevolg hebben, in het bijzonder bij het weven aan hoge snelheden en/of bij weefkaders met relatief grote overlangse afmetingen.

US 4,633,916 en US 3,754,577 beschrijven een weefkader met een dwarselement dat een groef bevat voor het opnemen van een heveldraagprofiel. Het heveldraagprofiel is gemaakt uit bijvoorbeeld een materiaal zoals een koolstofvezellaminaat en dient ook als een versterkingsmiddel. Het profiel wordt in de groef gelijmd. Een heveldraagprofiel gemaakt van koolstofvezels is in de meeste gevallen echter onvoldoende slijtvast.

Verder is het bekend uit onder meer WO 2005/095688 om bij weefkaders met relatief grote overlangse afmetingen te voorzien in minstens één aparte versterkingssteun die bevestigd is tussen de dwarselementen.

JP 2006-138040 beschrijft een weefkader gevormd uit een vezelversterkt composietmateriaal. De overlangse dwarselementen worden integraal gevormd met de heveldraagprofielen die aangebracht zijn aan de binnenzijden. Aangezien de stijfheid van een dergelijk weefkader als onvoldoende wordt beschouwd, worden uitsparingen, gevormd binnenin het weefkader, gevuld met versterkingselementen gemaakt uit een versterkend stapelvezelcomposiet, hars of schuim.

WO 2008/040559 Al beschrijft een weefkader met overlangse dwarselementen waaraan heveldraagprofielen. en versterkingsprofielen zijn bevestigd. De heveldraagprofielen worden voorzien aan de twee tegenoverliggende binnenzijden van de dwarselementen, terwijl de versterkingsprofielen worden voorzien aan de twee buitenzijden van de dwarselementen.

Het is een opgave van de uitvinding om te voorzien in een weefkader met een hoge stijfheid om het weven aan hoge snelheid toe te laten. Het is verder een opgave van de uitvinding om te voorzien in een weefmachine met minstens één weefkader en een werkwijze voor het vervaardigen van een weefkader.

Deze opgave wordt opgelost door een weefkader bevattende minstens één overlangs dwarselement, minstens één heveldraagprofiel dat is bevestigd aan het dwarselement ter hoogte van een binnenzijde van het dwarselement en minstens één versterkingsprofiel dat is bevestigd aan het dwarselement, waarbij een versterkingsprofiel is bevestigd aan het dwarselement in de nabijheid van het ter hoogte van een binnenzijde van het dwarselement bevestigde heveldraagprofiel.

Deze opgave wordt verder opgelost door een weefmachine voorzien van minstens één weefkader.

Daarnaast wordt de opgave opgelost door een werkwijze voor het vervaardigen van een weefkader dat minstens één overlangs dwarselement bevat, waarbij minstens één heveldraagprofiel wordt bevestigd aan het dwarselement ter hoogte van een binnenzijde van het dwarselement en minstens één versterkingsprofiel wordt bevestigd aan het dwarselement, waarbij een versterkingsprofiel wordt bevestigd aan het dwarselement in de nabijheid van het ter hoogte van een binnenzijde van het dwarselement bevestigde heveldraagprofiel.

De grondgedachte van de uitvinding bestaat erin te voorzien in een versterkingsprofiel dat is bevestigd aan het dwarselement nabij het heveldraagprofiel. Wanneer wordt voorzien in het versterkingsprofiel op een plaats waar het heveldraagprofiel is bevestigd aan het dwarselement, kunnen bimetaaleffecten die ontstaan door het gebruik van verschillende materialen voor het dwarselement en het heveldraagprofiel effectief worden geëlimineerd en wordt een stijf weefkader bekomen.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm bevat het weefkader een bovenste en een onderste dwarselement, die worden verbonden met behulp van twee zijelementen. De zijden van het bovenste en van het onderste dwarselement die naar elkaar zijn gericht, worden aangeduid als de binnenzijden van de dwarselementen. De zijden van het bovenste en van het onderste dwarselement die aan een buitenzijde van het weefkader zijn aangebracht, worden aangeduid als de buitenzijden van de dwarselementen. Aan het bovenste dwarselement komt de binnenzijde overeen met de onderzijde van het dwarselement, terwijl de buitenzijde overeenkomt met de bovenzijde van het dwarselement. Aan het onderste dwarselement komt de binnenzijde van het dwarselement overeen met de bovenzijde van het dwarselement, terwijl de buitenzijde overeenkomt met de onderzijde van het dwarselement.

Het versterkingsprofiel kan een willekeurige vorm hebben. Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm wordt een versterkingsprofiel gebruikt dat een ronde of een vierkante doorsnede heeft. Volgens een uitvoeringsvorm bestaat het versterkingsprofiel uit een vol lichaam. Volgens andere uitvoeringsvormen bestaat het versterkingsprofiel uit een hol lichaam om zo een . materiaaleffectief versterkingsprofiel te bekomen.

Volgens voorkeurdragende uitvoeringsvormen wordt voorzien in een koolstofvezel of koolstofvezel versterkt versterkingsprofiel. Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm zijn het heveldraagprofiel en het overlangse dwarselement gemaakt uit een verschillend materiaal om een lichtgewicht weefkader te vervaardigen met een voldoende slijtvastheid aan het heveldraagprofiel. Bimetaaleffecten worden vermeden door het versterkingsprofiel, meer in het bijzonder daar het versterkingsprofiel voldoende sterk is om thermische uitzettingen die zouden leiden tot voornoemde bimetaaleffecten tegen te werken. Een versterkingsprofiel op basis van koolstofvezels biedt tevens het voordeel dat een dergelijk versterkingsprofiel nagenoeg niet uitzet of krimpt bij veranderende temperaturen. Het heveldraagprofiel is bij voorkeur gemaakt uit een slijtvast materiaal zoals staal. Volgens voorkeurdragende uitvoeringsvormen zijn de overlangse dwarselementen gemaakt uit een lichtgewicht materiaal zoals aluminium, een aluminiumlegering of een composietmateriaal.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm is het dwarselement voorzien van minstens één langwerpige profilering voor het opnemen van minstens één genoemd versterkingsprofiel. Bij voorkeur strekt de profilering, die bijvoorbeeld een uitsparing bevat, zich wezenlijk over de volledige lengte van het dwarselement uit. Een dergelijke profilering kan eenvoudig worden vervaardigd en het overeenkomstige weefkader is zeer kosteneffectief. Volgens een andere uitvoeringsvorm worden minstens twee versterkingsprofieien voorzien in één of meerdere langwerpige profileringen.

Volgens een andere uitvoeringsvorm is het dwarselehnent voorzien van een wezenlijk U-vormige profilering voor het opnemen van minstens één versterkingsprofiel. Volgens een uitvoeringsvorm wordt het dwarselement gevormd gebruikmakend van metaalvormingstechnieken. Alternatief kunnen vormtechnieken, zoals rollen of extruderen, worden gebruikt om het dwarselement vorm te geven. Door het vormen van een U-vormige profilering kan een uitsparing worden voorzien terwijl de dikte van het dwarselement in verhouding klein kan blijven. Het heveldraagprofiel is bevestigd aan de voorkant van het dwarselement. Volgens een uitvoeringsvorm steekt de U-vormige profilering uit in de richting naar de voorkant. Bij het bevestigen van het heveldraagprofiel aan een voorste deel van de U-vormige profilering, blijft een ruimte vrij tussen het heveldraagprofiel en het dwarselement om toe te laten de hevels gemakkelijk te bevestigen.

Bij voorkeur zijn het heveldraagprofiel en het minstens één versterkingsprofiel wezenlijk op dezelfde hoogte aan het dwarselement bevestigd. Dit laat een zeer effectieve versterking van het weefkader toe in een zone waar krachten inwerken op het weefkader.

Volgens een andere voorkeurdragende uitvoeringsvorm worden het versterkingsprofiel en/of het heveldraagprofiel gelijmd aan het dwarselement. Het vastmaken van de profielen aan het weefkader met behulp van lijm laat een eenvoudige en kosteneffectieve productie van het weefkader toe. Het lijmtype is bij voorkeur aangepast aan het materiaal dat wordt gebruikt voor het versterkingsprofiel en/of voor de heveldraagprofielen.

Volgens een andere uitvoeringsvorm is het heveldraagprofiel voorzien van een wezenlijk vlak verbindingsdeel voor het bevestigen aan het dwarselement. Volgens de uitvinding wordt een oppervlak met slechts onbeduidende of geen uitstekende of indringende delen voor het verbinden van het heveldraagprofiel met het dwarselement aangeduid als wezenlijk vlak. Bij het voorzien in een wezenlijk vlak verbindingsdeel kunnen inkepingen of gaten voor het opnemen van respectievelijke delen in een opnemend deel van het dwarselement worden vermeden. Daardoor worden lokale zwakke plaatsen vermeden en wordt de sterkte van het dwarselement in de zone van het opnemend deel verhoogd.

Volgens een andere uitvoeringsvorm is het verbindingsdeel van het heveldraagprofiel voorzien van een golvend oppervlak. Daarnaast of als een alternatief is het dwarselement voorzien van een golvend oppervlak op een opnemend deel voor het opnemen van het heveldraagprofiel. Voordelige golvende oppervlakken worden bijvoorbeeld beschreven in WO 2008/040559 Al, waarvan de inhoud hierbij volledig wordt geïncorporeerd in de aanvraag.

Volgens een andere voorkeurdragende uitvoeringsvorm is het dwarselement voorzien van een smalle groef voor het opnemen van lijm op een opnemend deel voor het opnemen van het heveldraagprofiel. De smalle groef heeft een diepte van bijvoorbeeld 0,1 tot 0,4 mm, meer in het bijzonder van ongeveer 0,2 mm. De groef is gevuld met lijm voor het verzekeren van een betrouwbare bevestiging van het heveldraagprofiel aan het dwarselement.

Alternatief zijn het dwarselement en het heveldraagprofiel voorzien van overeenkomstige opnemende en/of indringende delen aan een opnemend deel en een verbindend deel, respectievelijk. Respectievelijke verbindende elementen zijn bijvoorbeeld beschreven in WO 2006/058565 Al, waarvan de inhoud hierbij volledig in de aanvraag wordt geïncorporeerd.

Hieronder worden uitvoeringsvormen van de uitvinding in detail beschreven met verwijzing naar de tekeningen. Doorheen de tekeningen worden dezelfde elementen aangeduid met dezelfde referentienummers. In de tekeningen is:

Figuur 1 een schematisch aanzicht van een weefkader;

Figuur 2 een schematisch perspectiefzicht van het bovenste dwarselement van een weefkader waaraan een versterkingsprofiel volgens de uitvinding is bevestigd;

Figuur 3 een schematisch zijaanzicht van het bovenste dwarselement van een weefkader zonder versterkingsprofiel volgens de uitvinding;

Figuur 4 een detail van figuur 3;

Figuur 5 een schematisch zijaanzicht van het bovenste dwarselement van een weefkader met een wezenlijk cilindervormig versterkingsprofiel volgens de uitvinding;

Figuur 6 een detail van figuur 5;

Figuur 7 een schematisch zijaanzicht van het bovenste dwarselement van een weefkader met een wezenlijk balkvormig versterkingsprofiel volgens de uitvinding;

Figuur 8 een detail van figuur 7;

Figuur 9 een alternatieve uitvoeringsvorm gelijkaardig aan figuur 6;

Figuur 10 een alternatieve uitvoeringsvorm gelijkaardig aan figuur 8;

Figuur 11 een alternatieve uitvoeringsvorm gelijkaardig aan figuur 6;

Figuur 12 een alternatieve uitvoeringsvorm gelijkaardig aan figuur 6;

Figuur 13 een alternatieve uitvoeringsvorm met twee versterkingsprofielen volgens de uitvinding;

Figuur 14 een alternatieve uitvoeringsvorm gelijkaardig aan figuur 7.

Figuur 1 is een schematisch aanzicht van een weefkader 1 dat twee overlangse dwarselementen 2 bevat, met name een onderste dwarselement en een bovenste dwarselement. Een heveldraagprofiel 3 is bevestigd aan elk van de dwarselementen 2. Hevels 4 zijn aangebracht aan de heveldraagprofielen 3. De dwarselementen 2 worden verbonden met zijelementen 20. De zijden van de dwarselementen 2 die naar elkaar zijn gericht worden aangeduid als de binnenzijden 200. De zijden tegenoverliggend aan de binnenzijden 200 worden aangeduid als de buitenzijden 201.

Figuur 2 toont een perspectiefaanzicht van het bovenste dwarselement 2 van het weefkader 1. Het heveldraagprofiel 3 is bevestigd aan de voorkant van het dwarselement 2 ter hoogte van een binnenzijde 200 van het dwarselement 2, meer in het bijzonder nabij de binnenzijde 200 van het dwarselement 2. Volgens de uitvinding is een versterkingsprofiel 5, in het bijzonder een koolstofvezel versterkingsprofiel 5 bevestigd aan het dwarselement 2 ter hoogte van de binnenzijde 200 van het dwarselement 2. Het versterkingsprofiel 5 is bevestigd aan het dwarselement 2 in de nabijheid van het heveldraagprofiel 3. In het bijzonder zijn het heveldraagprofiel 3 en het versterkingsprofiel 5 op wezenlijk dezelfde hoogte op het dwarselement 2 aangebracht. Het versterkingsprofiel 5 is ingevoegd in een profilering 220 voorzien aan de achterkant van het dwarselement 2.

Het afgebeelde dwarselement 2 bevat een langwerpige balk 21 en een lat 22 die integraal zijn gevormd. De langwerpige balk 21 en de lat 22 zijn bijvoorbeeld gemaakt van aluminium, een aluminiumlegering of een composiet materiaal om een lichtgewicht dwarselement 2 te bekomen. Om de massa van het dwarselement 2 verder te verminderen is de langwerpige balk 21 voorzien van een aantal holtes 210.

Om de stijfheid verder te verbeteren is een bovenste versterkingsprofiel 6, bij voorkeur een bovenste koolstofvezel versterkingsprofiel 6, voorzien aan een buitenzijde 201 van het dwarselement 2. Daarnaast is een dempingsstrip 7, in het bijzonder een synthetische dempingsstrip 7, bijvoorbeeld zoals gekend uit EP 1240371, voorzien in een overgangszone tussen de langwerpige balk 21 en de lat 22 boven het heveldraagprofiel 3, die bedoeld is om samen te werken met hevels.

Door een apart koolstofvezei versterkingsprofiel 5 te voorzien dat wezenlijk op dezelfde hoogte als het heveldraagprofiel 3 aan het dwarselement 2 is aangebracht, kan een slijtvast materiaal zoals staal worden gebruikt voor het heveldraagprofiel 3 terwijl een voldoende stijfheid wordt verzekerd en bimetaaleffecten worden uitgesloten die voortkomen uit de combinatie van twee verschillende materialen zoals een aluminiumlegering voor het dwarselement 2 en staal voor het heveldraagprofiel 3.

In de uitvoeringsvorm afgebeeld in figuur 2, 5 en 6 heeft het koolstofvezel versterkingsprofiel 5 een ronde of cirkelvormige doorsnede. Het versterkingsprofiel 5 is in een uitsparing 222 van de profilering 220 aangebracht, die is gevormd in het dwarselement 2, in het bijzonder in de lat 22 van het dwarselement 2. In de afgebeelde uitvoeringsvorm zijn de sleufvormige uitsparing 222 van de profilering 220 en een opnemend deel 221 van de profilering 220 voor de bevestiging van het heveldraagprofiel 3 voorzien aan tegenoverliggende kanten van de lat 22. De profilering 220 bevat een U-vormige uitsparing 222 van de lat 22, waarbij het heveldraagprofiel 3 is bevestigd aan de voorkant van het opnemend deel 221, meer in het bijzonder aan het nabij de voorkant gelegen voorste deel 225 van de U-vormige profilering 220. Met andere woorden functioneert het voorste deel 225 als het opnemend deel 221. Daarbij is de profilering 220 geplaatst ter hoogte van het opnemend deel 221. Bij het bevestigen van het heveldraagprofiel 3 aan een voorste deel 225 van een U-vormige profilering 220 blijft een ruimte vrij tussen het heveldraagprofiel 3 en het dwarselement 2 wat een aanbrengen van de hevels (niet afgebeeld in figuur 2) eenvoudiger maakt.

Figuur 3 tot 8 tonen schematisch zijaanzichten van het bovenste dwarselement 2 van het weefkader, waarbij figuur 3' het bovenste dwarselement 2 met enkel een bovenste versterkingsprofiel 6 toont, figuur 5 het bovenste dwarselement 2 met een bovenste versterkingsprofiel 6 en een versterkingsprofiel 5 volgens de uitvinding met een ronde of cirkelvormige doorsnede toont en figuur 7 het bovenste dwarselement 2 met een bovenste versterkingsprofiel 6 en een versterkingsprofiel 5 volgens de uitvinding met een vierkante l doorsnede toont.

Figuren 4, 6 en 8 tonen details van de dwarselementen 2 overeenkomstig met de figuur 3, 5 en 7, respectievelijk. Zoals kan worden gezien in figuur 4 bevat de profilering 220 een uitsparing 222 ter hoogte van een binnenzijde 200 van het dwarselement 2. In de weergegeven uitvoeringsvorm is de uitsparing 222 van de profilering 220 voorzien aan een lat 22. Zoals weergegeven in figuren 6 en 8 is een versterkingsprofiel 5 met een bepaalde vorm ingebracht in de uitsparing 222 van de profilering 220 en vastgemaakt in de uitsparing 222 van de profilering 220 met behulp van lijm 8.

Aan de tegenoverliggende zijde van de lat 22 is een opnemend deel 221 voor het heveldraagprofiel 3 voorzien. In de uitvoeringsvorm weergegeven in de figuur 4, 6 en 8 heeft het heveldraagprofiel 3 een wezenlijk vlakke vorm en geen uitstekende of indringende delen voor het verbinden met de lat 22. Het heveldraagprofiel 3 is verbonden met de lat 22,door lijm 9. Om een vast bevestigen van het heveldraagprofiel 3 op de lat 22 te verbeteren, is een smalle groef 223 voorzien aan het voorste deel 225 van het opnemend deel 221 van de lat 22. De smalle groef 223 is gevuld met lijm 9 voor het verbinden van het heveldraagprofiel 3 met de lat 22.

Figuren 9 en 10 tonen twee alternatieve uitvoeringsvormen, gelijkaardig aan figuren 6 en 8, respectievelijk. Volgens de uitvoeringsvormen weergegeven in figuren 9 en 10 hebben de heveldraagprofielen 3 een J-vorm, terwijl volgens de uitvoeringsvormen weergegeven in figuren 2 tot 8 en 11 en 12 de heveldraagprofielen 3 een C-vorm hebben. Bij de uitvoeringsvorm van figuur 9 is een hol versterkingsprofiel 5 opgenomen, terwijl bij de uitvoeringsvorm van figuur 10 een vol versterkingsprofiel 5 is opgenomen. Het is duidelijk dat de uitvinding niet beperkt is tot de in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen en dat heveldraagprofielen met een willekeurige of gekende vorm kunnen worden bevestigd aan de dwarselementen 2.

Figuur 11 toont een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding, waarbij een heveldraagprofiel 3 met een indringend deel 30 is bevestigd aan de lat 22 van een dwarselement 2. Inkepingen 224 voor het opnemen van de indringende delen 30 van het heveldraagprofiel 3 zijn wezenlijk op dezelfde hoogte voorzien als de profilering 220 voor het opnemen van het versterkingsprofiel 5. Andere vormen van indringende delen zijn gekend uit WO 2006/058565.

Figuur 12 toont een detail van een dwarselement 2 vergelijkbaar met figuur 6, waarbij een verbindingsdeel 32 van een heveldraagprofiel 3 is voorzien van een golvend oppervlak 226 om een vast bevestigen te verbeteren en/of waarbij het voorste deel 225 van een opnemend deel 221 van een lat 22 is voorzien van een golvend oppervlak 227. Deze oppervlakken zijn nog wezenlijk vlak en de sneden of groeven voor het vormen van de golvende oppervlakken verlopen wezenlijk vloeiend. Hierbij worden lokale zwakke plaatsen in de lat 22 vermeden. Andere vormen voor golvende oppervlakken zijn gekend uit WO 2008/040559. Bij deze uitvoeringsvorm zijn twee versterkingsprofielen 5 met behulp van lijm 8 naast elkaar in de profilering 220 aangebracht. Volgens een niet weergegeven variante kunnen eveneens meer dan twee versterkingsprofielen volgens de uitvinding naast elkaar in de profilering 220 aangebracht worden.

Figuur 13 toont een variante uitvoeringsvorm van een dwarselement 2 vergelijkbaar met figuur 12, waarbij twee versterkingsprofielen 5 worden voorzien in twee overeenkomstige door uitsparingen gevormde profileringen 220 die in de nabijheid van het heveldraagprofiel 3 zijn aangebracht. Volgens andere variante uitvoeringsvormen is het mogelijk om minstens twee versterkingsprofielen 5 volgens de uitvinding in één of meerdere profileringen 220 te voorzien. Hierbij is het heveldraagprofiel 3 ter hoogte van het verbindingsdeel 32 voorzien van een groef 31 voor het opnemen van lijm 9 voor het verbinden van het heveldraagprofiel 3 met het dwarselement 2.

Figuur 14 toont een uitvoeringsvorm vergelijkbaar met figuur 5, waarbij een dwarselement 2 enkel wordt versterkt met een versterkingsprofiel 5 volgens de uitvinding dat is aangebracht in de U-vormige profilering 220 van het dwarselement 2 in de nabijheid van het ter hoogte van een binnenzijde 200 van het dwarselement 2 bevestigde heveldraagprofiel 3. In deze uitvoeringsvorm wordt geen bovenste versterkingsprofiel voorzien.

Het feit dat het minstens één versterkingsprofiel 5 aan de tegenoverliggende kant van het opnemend deel 221 van de profilering 220 is aangebracht dan het heveldraagprofiel 3, meer in het bijzonder het versterkingsprofiel 5 aan de achterkant en het heveldraagprofiel 3 aan de voorkant, biedt tevens als voordeel dat het opnemend deel 221 een scheidingswand kan vormen voor de lijm 8 en 9, waardoor een passende lijm 8 of 9 kan gekozen worden om respectievelijk het versterkingsprofiel 5 met de lat 22 van het dwarselement 2 en het heveldraagprofiel 3 met de lat 22 van het dwarselement 2 te verbinden.

Het is eveneens mogelijk om een dwarselement 2 beschikbaar te stellen waarbij enkel een bovenste versterkingsprofiel 6 is aangebracht aan het dwarseiement 2, waarbij zoals weergegeven in figuren 3 en 4 geen versterkingsprofiel volgens de uitvinding is aangebracht in de profilering 220 die voorzien is voor het aanbrengen van een versterkingsprofiel volgens de uitvinding.

Het weefkader, de weefmachine en de werkwijze volgens de in de conclusies weergegeven uitvinding zijn niet beperkt tot de als voorbeeld weergegeven en beschreven uitvoeringsvoorbeelden, maar kunnen eveneens varianten en combinaties ervan bevatten die onder de conclusies vallen.

Claims

1. Weefkader bevattend minstens één overlangs dwarselement (2), minstens één heveldraagprofiel (3) bevestigd aan het dwarselement (2) ter hoogte van een binnenzijde (200) van het dwarselement (2) en minstens één versterkingsprofiel (5, 6) bevestigd aan het dwarselement (2), daardoor gekenmerkt dat een versterkingsprofiel (5) is bevestigd aan het dwarselement (2) in de nabijheid van het ter hoogte van een binnenzijde (200) van het dwarselement (2) bevestigde heveldraagprofiel (3).

2. Weefkader volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat het dwarselement (2) is voorzien van minstens één langwerpige profilering (220) voor het opnemen van minstens één versterkingsprofiel (5).

3. Weefkader volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt dat het dwarselement (2) is voorzien van minstens één wezenlijk U-vormige profilering (220) voor het opnemen van minstens één versterkingsprofiel (5).

4. Weefkader volgens conclusie 1, 2 of 3, daardoor gekenmerkt dat het heveldraagprofiel (3) en het minstens één versterkingsprofiel (5) wezenlijk op dezelfde hoogte aan het dwarselement (2) zijn bevestigd.

5. Weefkader volgens één van de conclusies 1 tot 4, daardoor gekenmerkt dat het versterkingsprofiel (5) en/of het heveldraagprofiel (3) aan het dwarselement (2) zijn gelijmd.

6. Weefkader volgens één van de conclusies 1 tot 5, daardoor gekenmerkt dat het versterkingsprofiel (5) een koolstofvezel of koolstofvezel versterkt versterkingsprofiel (5) is.

7. Weefkader volgens één van de conclusies 1 tot 6, daardoor gekenmerkt dat het heveldraagprofiel (3) is voorzien van een wezenlijk vlak verbindingsdeel (32) voor het bevestigen aan het dwarselement (2).

8. Weefkader volgens één van de conclusies 1 tot 7, daardoor gekenmerkt dat het verbindingsdeel (32) van het heveldraagprofiel (3) is voorzien van een golvend oppervlak (226) en/of dat het dwarselement (2) is voorzien van een golvend oppervlak (227) aan een opnemend deel (221) voor het opnemen van het heveldraagprofiel (3).

9. Weefkader volgens één van de conclusies 1 tot 8, daardoor gekenmerkt dat het dwarselement (2) is voorzien van een groef (223) voor het opnemen van lijm (9) aan een opnemend deel (221) voor het opnemen van het heveldraagprofiel (3) en/of dat het heveldraagprofiel (3) is voorzien van een groef (31) voor het opnemen van lijm (9) aan een verbindingsdeel (32) voor het verbinden van het heveldraagprofiel (3) met het dwarselement (2).

10. Weefkader volgens één van de conclusies 1 tot 6, daardoor gekenmerkt dat het dwarselement (2) en het heveldraagprofiel (3) zijn voorzien van complementaire opnemende en/of indringende delen (224, 30) aan een opnemend deel (221) en een verbindingsdeel (32), respectievelijk.

11. Weefmachine voorzien van minstens één weefkader (1) j volgens één van de conclusies 1 tot 10.

12. Werkwijze voor het vervaardigen van een weefkader (1) bevattend minstens één overlangs dwarselement (2), waarbij minstens één heveldraagprofiel (3) wordt bevestigd aan het dwarselement (2) ter hoogte van een binnenzijde (200) van het dwarselement (2) en waarbij minstens één versterkingsprofiel (5, 6) wórdt bevestigd aan het dwarselement (2), daardoor gekenmerkt dat een versterkingsprofiel (5) wordt bevestigd aan het dwarselement (2) in de nabijheid van het ter hoogte van een binnenzijde (200) van het dwarselement (2) bevestigde hevetdraagprofiel (3).

13. Werkwijze volgens conclusie 12, daardoor gekenmerkt dat een U-vormige profilering (220) is voorzien aan het dwarselement (2) voor het opnemen van minstens één versterkingsprofiel (5).

14. Werkwijze volgens conclusie 12 of 13, daardoor gekenmerkt dat een U-vormige profilering (220) met een opnemend deel (221) is voorzien aan het dwarselement (2) voor het bevestigen van een heveldraagprofiel (3) ter hoogte van het voorste deel (225) van het opnemend deel (221).

15. Werkwijze volgens conclusies 13 of 14, daardoor gekenmerkt dat het versterkingsprofiel (5) en/of het heveldraagprofiel (3) worden gelijmd aan het dwarselement (2).