BE1016423A3 - Houder voor een doosje van een cd of dergelijke. - Google Patents

Abstract

Houder voor een doos van een CD of dergelijke, daardoor gekenmerkt dat deze houder (1) is voorzien van minstens één gleuf (5) waarin een voornoemde doos (11) minstens over een bepaalde breedte kan gevat worden, en dat de houder (1) tevens is voorzien van middelen (8) voor het aan elkaar koppelen van minstens twee dergelijke houders (1).

Description

  Houder voor een doosje van een cd of dergelijke.

  
De huidige uitvinding heeft betrekking op een houder voor een doosje van een cd of dergelijke.

  
Men kent reeds houders voor doosjes van cd's, cd-ROM's of dergelijke, die bestaan uit twee wanden die op een afstand van elkaar zijn aangebracht en die aan elkaar zijn bevestigd en waarbij op de naar elkaar gerichte zijden van deze wanden tegenover elkaar aangebrachte  ribben zijn voorzien.

  
Op deze wijze worden een aantal aangrenzende opbergvakken gevormd.

  
De afmetingen van zulke bekende houders zijn zodanig uitgevoerd dat in elk vak, op elk paar tegenover elkaar voorziene ribben een cd-doosje of dergelijke kan worden gelegd.

  
Een nadeel van zulke bekende houders is dat zij vaak slechts een beperkte opslagcapaciteit vertonen, aangezien zij maar een bepaald aantal dozen kunnen bevatten.

  
Een ander nadeel van zulke bekende houders is dat zij vaak relatief grote afmetingen bezitten, waardoor zij veel ruimte in beslag nemen en duur zijn.

  
Nog een nadeel van zulke bekende houders is dat zij een vast aantal opbergvakken bezitten, zodat vaak een aantal vakken onbenut blijft, wat extra ruimte in beslag neemt. 

  
De huidige uitvinding heeft tot doel een oplossing te bieden aan één of meer van de voornoemde en andere nadelen.

  
Hiertoe betreft de huidige uitvinding een houder voor een doosje van een cd of dergelijke, waarbij deze houder is voorzien van minstens één gleuf waarin een voornoemde doos minstens over een bepaalde breedte gevat kan worden en welke houder tevens is voorzien van middelen voor het aan elkaar koppelen van minstens twee dergelijke houders.

  
Dergelijke houders kunnen in een doorlopende en aansluitende reeks aan elkaar gekoppeld worden, waardoor op deze wijze een opbergsysteem voor doosjes van cd's of dergelijke op modulaire wijze opgebouwd kan worden dat op flexibele wijze onbeperkt kan worden uitgebreid.

  
De breedte van een houder volgens de uitvinding is bij voorkeur kleiner dan de breedte van de rand van een cddoosje en de lengte van de voornoemde opstaande ribben is bij voorkeur zodanig dat zij slechts een rand van de cddoos of dergelijke kunnen vatten.

  
Een voordeel van een houder met zulke afmetingen is dat hij zelfs bij grote opslagcapaciteit slechts een beperkte ruimte in beslag neemt en dat hij relatief goedkoop kan worden verwezenlijkt.

  
Met het inzicht de kenmerken van de huidige uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna als voorbeeld zonder enig beperkend karakter enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen van een houder voor een doosje van een  cd of dergelijke weergegeven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin:
figuur 1 schematisch en in perspectief een houder volgens de uitvinding voor een doosje van een cd of dergelijke weergeeft; figuur 2 een opbergsysteem weergeeft waarin meerdere houders volgens figuur 1 worden toegepast; figuur 3 een variante weergeeft van een houder volgens figuur 1;

  
de figuren 4 tot 6 zichten weergeven, respectievelijk volgens de pijlen F4, F5 en F6 . in figuur 3; figuur 7 een doorsnede weergeeft volgens lijn VII-VII in figuur 3.

  
In figuur 1 is een houder 1 volgens de uitvinding voor een doosje van een cd of dergelijke weergegeven, die in hoofdzaak bestaat uit een nagenoeg U-vormig lichaam met een rugwand 2 en twee daarop staande ribben 3 en 4 die samen een gleuf 5 definiëren.

  
Volgens de uitvinding zijn op de buitenzijden 6 en 7 van de voornoemde ribben, respectievelijk 3 en 4, middelen 8 voorzien voor het aan elkaar koppelen van minstens twee zulke houders 1.

  
In dit geval zijn deze middelen uitgevoerd in de vorm van koppeldelen die respectievelijk bestaan uit een zwaluwstaartvormig kanaal 9 in de eerste ribbe 3 en een zwaluwstaartvormige ribbe 10 die zich uitstrekt op de tweede ribbe 4.

  
De afmetingen van een houder 1 volgens de uitvinding is bij voorkeur zodanig dat de breedte A van de houder 1 kleiner is dan de breedte B van de rand van een cd-doosje
11 en dat de lengte L van de voornoemde opstaande ribben 3 en 4 slechts een rand van de cd-doos 11 of dergelij ke kunnen vatten.

  
In een praktische uitvoeringsvorm bedraagt de breedte A van de houder 1 ongeveer 22,5 millimeter, vertonen de ribben 3 en 4 een lengte L van nagenoeg 18 millimeter en bedraagt de gleuf 5 een diepte C van ongeveer 12,5 millimeter.

  
Het gebruik van een houder 1 volgens de uitvinding is zeer eenvoudig en is weergegeven in de figuren 1 en 2.

  
Voor het opbergen van een doosje 11 van een cd of dergelijke kan de houder 1 met zijn rugwand 2, hetzij op een horizontaal vlak, hetzij tegen een opstaande wand of dergelijke, worden aangebracht.

  
Vervolgens wordt het doosje 11 respectievelijk verticaal of horizontaal in de gleuf 5 ingebracht, één en ander zodanig dat het doosj e 11 over een bepaalde breedte van een rand tussen de ribben 3 en 4 is gevat, zoals weergegeven in streeplijn in figuur 1. 

  
Wanneer men dit wenst, kan men de opslagcapaciteit uitbreiden door een tweede houder 1 door middel van de voornoemde koppelmiddelen 8 te koppelen met de eerste houder 1, in dit geval door middel van de voornoemde koppeldelen.

  
In de figuren 3 tot 7 is een variante weergegeven van een houder 1 volgens de uitvinding voor een doosje 11 van een cd of dergelijke, waarbij de voornoemde zwaluwstaartverbinding conisch versmald is uitgevoerd doordat, zowel het zwaluwstaartvormig kanaal 9 in de ene .  ribbe 3, als de zwaluwstaartvormige ribbe 10 op de andere ribbe 4 aan het vrije uiteinde van de respectievelijke ribben 3 en 4 breder is uitgevoerd dan aan de rugzijde van de rugwand 2.

  
De buitenzijden 6 en 7 van de voornoemde ribben 3 en 4 staan in dit geval onder een schuine hoek D ten opzichte van de rugwand 2, terwijl de tegenover elkaar aangebrachte binnenzijden 12 en 13 van deze ribben 3, respectievelijk 4, in dit geval loodrecht op deze rugwand 2 gericht zijn.

  
Het is duidelijk dat deze binnenzijden echter ook onder een schuine hoek ten opzichte van de rugwand 2 kunnen zijn uitgevoerd, bijvoorbeeld evenwijdig met de buitenzijden 6 en 7 van deze ribben 3 en 4.

  
In dit geval is de houder 1 bijkomend voorzien van middelen 14 die toelaten de houder 1 op een oppervlak te bevestigen, bijvoorbeeld in de vorm van een boring 15 doorheen de rugwand 2, waar doorheen voor de bevestiging een niet in de figuren weergegeven schroef of dergelijke aangebracht kan worden.

  
 <EMI ID=1.1> 

  
volgt.

  
Desgewenst kan zulke aangepaste uitvoeringsvorm van een houder 1 eerst tegen een wand of dergelijke worden bevestigd.

  
In dit geval wordt hiertoe de houder 1 met zijn rugwand 2 tegen een wand of dergelijke aangebracht en wordt de voornoemde schroef doorheen de boring 15 in de rugwand 2 van de houder 1 aangebracht en in deze wand geschroefd.

  
Hierbij dient de voornoemde gleuf 5 zich bij voorkeur nagenoeg horizontaal uit te strekken.

  
Voor het opbergen van een doosje 11 van een cd of dergelijke, kan dit doosje 11, op analoge wijze als hierboven beschreven, tussen de ribben 3 en 4 van de houder 1 worden gevat, al dan niet met een klemming.

  
Voor het vergroten van de opslagcapaciteit kunnen bijkomende houders 1 door middel van de voornoemde middelen 8 gekoppeld worden met de voornoemde reeds aan de wand bevestigde houder 1.

  
Hiertoe worden de zwaluwstaartvormige ribben 10 van elke bijkomende houder 1 telkens in het zwaluwstaartvormig kanaal 9 van een vorige houder 1 geschoven. 

  
Desgewenst kunnen één of meer van deze bijkomende houders 1 eveneens aan de wand worden bevestigd.

  
Het is duidelijk dat de voornoemde bevestigingsmiddelen
14 op verschillende manieren kunnen worden uitgevoerd, zoals bijvoorbeeld in de vorm van klittenband, kleefband, magneten of dergelijke, zodat de aanwezigheid van een boring 15 voor het aanbrengen van een schroef niet steeds vereist is.

  
Het is tevens duidelijk dat ook de voornoemde middelen 8 voor het aan elkaar koppelen van de houders 1 op velerlei wijzen kunnen worden uitgevoerd, bijvoorbeeld in de vorm van een klikverbinding, klittenband, kleefband, schroeven, magneten of dergelijke, of gelijk welke combinatie van zulke middelen.

  
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm is een houder 1 volgens de uitvinding uitgevoerd in een kunststof, zoals bijvoorbeeld polypropyleen.

  
Het spreekt voor zich dat op een houder 1 volgens de uitvinding één of meerdere publicitaire en/of utilitaire teksten kunnen worden aangebracht.

  
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch een houder 1 volgens de uitvinding voor een doosje 11 van een cd of dergelijke kan worden verwezenlijkt in allerlei vormen en afmetingen, zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (12)

Conclusies.

1.- Houder voor een doosje van een CD of dergelijke, - daardoor gekenmerkt dat deze houder (1) is voorzien van minstens één gleuf (5) waarin een voornoemd doosje (11) minstens over een bepaalde breedte gevat kan worden, en dat de houder (1) tevens is voorzien van middelen (8) voor het aan elkaar koppelen van minstens twee dergelijke houders (1).

2.- Houder volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat hij in hoofdzaak bestaat uit een nagenoeg U-vormig lichaam met een rugwand (2) en twee daar opstaande ribben (3 en 4) die samen de voornoemde gleuf (5) definiëren.

3.- Houder volgens conclusie 1 en 2, daardoor gekenmerkt . dat de voornoemde middelen (8) voor het aan elkaar koppelen, bestaan uit koppeldelen die respectievelijk aan weerszijden van de houder (1) zijn voorzien.

4.- Houder volgens conclusie 3, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde koppeldelen zijn voorzien op de buitenzijden (6 en 7) van de voornoemde opstaande ribben (3 en 4) .

5.- Houder volgens één of meer van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde middelen (8) voor het aan elkaar koppelen, bestaan uit koppeldelen die respectievelijk zijn uitgevoerd in de vorm van een zwaluwstaartvormig kanaal (9) en een zwaluwstaartvormige ribbe (10), welke zwaluwstaartvormige ribbe (10) in een zwaluwstaartvormig kanaal (9) van een tweede houder (1) kan worden aangebracht, tot vorming van een zwaluwstaartverbinding.

6.- Houder volgens conclusie 5, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde zwaluwstaartverbinding versmald toelopend is uitgevoerd.

7) van de voornoemde ribben (3 en 4) evenwijdig zijn met elkaar en onder een schuine hoek (D) staan ten opzichte van de naar elkaar gerichte binnenzijden (12 en 13) van deze ribben (3 en 4).

7.-Houder volgens één of meer van de conclusies 1 tot 4, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde middelen (8) voor het aan elkaar koppelen worden gevormd door één van de volgende middelen of een combinatie daarvan: een klikverbinding, klittenband, kleefband, schroefmiddelen of magneten.

8.- Houder volgens één of meer van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat hij is voorzien van middelen (14) die toelaten om de houder (1) aan een wand te bevestigen.

9.- Houder volgens conclusie 6, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde middelen (14) voor het bevestigen van de houder (1) bestaan uit klittenband, kleefband of een magneet.

10.- Houder volgens conclusie 8, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde middelen (14), die toelaten de houder (1) op een wand te bevestigen, zijn uitgevoerd in de vorm van een boring (15) doorheen de rugwand (2), waar doorheen voor de bevestiging, een schroef of dergelijke kan worden aangebracht.

11.- Houder volgens één of meer van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de buitenzijden (6 en

12.- Houder volgens één of meer van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de breedte (A) van de houder (1) kleiner is dan de breedte (B) van de rand van een cd-doosje (11).