<Desc/Clms Page number 1>
Werkwijze en inrichting voor het overnemen van een inslaggaren door een nemergrijper van een gevergrijper De uitvinding betreft een grijperinrichting voor een weefmachine omvattende een gevergrijper die voorzien is om een inslaggaren aan te bieden aan een nemergrijper die voorzien is om het inslaggaren op te nemen.
Een inrichting om de bewegingsbaan van de grijper precies in te stellen om een goede overnamestand te creëren zodat de nemergrijper het inslaggaren feilloos kan overnemen van de gevergrijper is gekend uit de Europese octrooipublicatie EP 1.288.358.
Niettegenstaande men met de inrichting beschreven in EP 1. 288.358 de grijperinrichting eenvoudig en nauwkeurig kan afstellen, heeft de nemergrijper toch de neiging om wanneer de nemerhaak in botsing komt met het inslaggaren dat in de gevergrijper geklemd is en door de inslagtoevoerinrichting en/of voorafwinder onder spanning gezet wordt, zich te laten wegduwen (weg van het weefriet) van de gevergrijper over een afstand X2 - X1.
Xl is de afstand tussen de haak van de nemergrijper en de gevergrijper in vrije toestand. X2 is de afstand tussen de haak van de nemergrijper en de gevergrijper bij het wegduwen. De gevergrijper daarentegen kan in zijn positie gehouden worden door bijvoorbeeld aan zijn rugzijde een geleiding te voorzien die minstens op het ogenblik van de overname zich langs de lamellen van het weefriet beweegt.
Doordat de nemergrijper wordt weggeduwd is de relatieve
<Desc/Clms Page number 2>
positie van de nemergrijper t. o.v de gevergrijper, tijdens de overname, niet geborgd.
In het Europees octrooi EP 1. 277.864 wordt een inrichting beschreven waarbij de relatieve positie van de nemergrijper t.o.v de gevergrijper tijdens de overname geborgd wordt door het invoeren van een inrichting die een insteekdeel verbonden aan de ene grijper passend laat schuiven in een opnamedeel verbonden aan de andere grijper. Deze inrichting borgt deze relatieve positie bij de overname zolang de afwijking binnen de grenzen valt van de afschuining van het insteekdeel tegenover de grenzen van de afschuining van het opnamedeel. Eenmaal deze grens overschreden treedt een botsing op die tot zware mechanische schade aan de inrichting aanleiding geeft, tot breuk van inslag - en kettinggarens leidt en een aanzienlijke machinestilstand tot gevolg heeft.
Bekijken we twee uitvoeringswijzen volgens EP 1.277.864 : a) De koppeling tussen beide grijpers is nog niet gestart wanneer de nemerhaak in botsing komt met het inslaggaren in de gevergrijper. Zoals hiervoor beschreven bij EP 1. 288.358 kan ten gevolge van de spanning van het inslaggaren de nemergrijper weggedrukt worden over een afstand X2 - X1 en bestaat het risico dat genoemde grenzen overschreden worden en er een botsing optreedt die tot zware mechanische schade aan de inrichting aanleiding geeft, tot breuk van inslag - en kettinggarens leidt en een aanzienlijke
<Desc/Clms Page number 3>
machinestilstand tot gevolg heeft. Dit risico wordt in de uitvinding beperkt door de inrichting zo te voorzien dat ze geleid wordt op de kettinggarens in de gaap en weerstand biedt tegen dit wegduwen.
Dit kan echter, afhankelijk van de spanning op het inslaggaren leiden tot een verhoogde belasting op het inslaggaren en risico op garenbreuk, dan wel tot een zich in dwarsrichting vastzetten van de nemergrijper in de gaap waardoor de koppelingsinrichting om de relatieve positie tussen nemer - en gevergrijper te borgen extra belast wordt en tot botsing aanleiding kan geven. b) De koppeling tussen beide grijpers is gestart wanneer de nemerhaak in botsing komt met het inslaggaren in de gevergrijper. In dit geval zal de nemergrijper niet kunnen weggedrukt worden t.o.v de gevergrijper omwille van de koppeling, maar zal de belasting op het inslaggaren door de nemergrijper toenemen.
Dit is nadelig voor het inslaggaren en kan tot breuk van het inslaggaren leiden of tot beschadiging van het inslaggaren die zichtbaar is in het weefsel, en zo aanleiding geeft tot een weefsel van een lagere kwaliteit.
Het doel van deze uitvinding is te voorzien in een grijperinrichting die de bovengenoemde nadelen bij de overname van het inslaggaren van de gevergrijper door de nemergrijper niet meer vertoont.
Het doel van deze uitvinding wordt bereikt door te voorzien in een grijperinrichting voor een weefmachine
<Desc/Clms Page number 4>
omvattende een gevergrijper die voorzien is om een inslaggaren aan te bieden aan een nemergrijper die voorzien is om het inslaggaren op te nemen waarbij de gevergrijper en/of de nemergrijper voorzien zijn van middelen om in een overnamezone een magnetische aantrekkingskracht tussen beide grijpers te realiseren.
De overnamezone wordt in het vervolg van deze octrooiaanvraag beschouwd als de zone vanaf een magnetische aantrekkingskracht tussen gever- en nemergrijper kan gerealiseerd.
Het voordeel van dergelijke grijperinrichting is dat door de aantrekkingskracht tussen de gever - en nemergrijper de relatieve positie van beide grijpers tijdens de overname geborgd wordt.
In een voorkeursuitvoering van de grijperinrichting volgens de uitvinding omvatten de middelen om in de overnamezone een magnetische aantrekkingskracht tussen beide grijpers te realiseren een permanente magneet of een magnetische actuator. De gever - en nemergrijper worden bij voorkeur voorzien van elk een permanente magneet die tegengesteld gepoold zijn.
Bij een bijzondere voorkeursuitvoering van de grijperinrichting volgens de uitvinding is de ene grijper voorzien van een permanente magneet of een magnetische actuator terwijl de andere grijper minstens gedeeltelijk vervaardigd is uit een materiaal dat door de magneet of de actuator kan aangetrokken worden.
<Desc/Clms Page number 5>
In een meer bijzondere uitvoering van de grijperinrichting volgens de uitvinding is de inrichting voorzien om een contact tussen beide grijpers te realiseren wanneer de grijpers zich in de overnamezone minstens gedeeltelijk naast elkaar bevinden, waarbij het contact het gevolg is van genoemde aantrekkingskracht.
De aantrekking tussen beide grijpers wordt bij voorkeur enkel gerealiseerd nadat de haak van de nemergrijper door botsing met het inslaggaren weggedrumd is. De permanente magneet of actuator wordt hiervoor bij voorkeur op de geverinrichting ingebouwd op een plaats waar bij werkingssnelheid de magneet pas aantrekking op de nemergrijper uitoefent nadat de haak van de nemergrijper met het inslaggaren in de gevergrijper in botsing gekomen is en tengevolge hiervan weggedrumd is.
In een meest bijzondere uitvoering van de grijperinrichting volgens de uitvinding is het bewegingstraject van gever - en nemergrijper zo bepaald dat de gever - en nemer grijper in de overnamezone in een overnamepositie komen waarbij deze grijpers zich op hun respectievelijk- bewegingstraject minstens gedeeltelijk naast elkaar bevinden en dat de inrichting voorzien is om de magnetische aantrekkingskracht tussen beide grijpers te realiseren wanneer de grijpers zich in deze overnamezone bevinden. De overnamepositie wordt bij voorkeur bereikt zonder voorafgaandelijk contact tussen de grijpers onderling en tussen de nemergrijper en het inslaggaren.
<Desc/Clms Page number 6>
De overnamepositie wordt in deze octrooiaanvraag beschouwd als de positie in de overnamezone waar het contact tussen de gever - en nemergrijper gerealiseerd kan worden.
De nemergrijper is bij voorkeur zo afgesteld dat zijn haak het inslaggaren niet raakt doordat de grijpergeleiding zodanig is afgesteld dat de nemergrijper niet volledig parallel met de gevergrijper beweegt, maar dat bij voorkeur door de inwerking van de magneet of actuator de nemergrijper terug naar de gevergrijper toe gehaald wordt en het inslaggaren zonder problemen mee neemt op zijn terugweg. Dit heeft als voordeel dat delicatere en moeilijker verweefbare inslaggarens kunnen ingezet worden.
Om de eigenschappen van deze uitvinding verder te verduidelijken en om bijkomende voordelen en bijzonderheden ervan aan te duiden volgt nu een meer gedetailleerde beschrijving van een grijperinrichting.
Het weze duidelijk dat niets in de hierna volgende beschrijving kan geïnterpreteerd worden als een beperking van de in de conclusies opgeëiste bescherming voor deze uitvinding.
In deze beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezen naar de hierbij gevoegde tekeningen waarbij : - figuur 1 een bovenaanzicht is van een gever - en nemergrijper ;
<Desc/Clms Page number 7>
figuur 2 een zijaanzicht is van de gever - en nemergrijper in vrije toestand; figuur 3 een zijaanzicht is van het wedrummen van de nemergrijper t.o.v de gevergrijper na botsing met het inslaggaren; figuur 4 een zijaanzicht is van de situatie waarbij de nemer- en gevergrijper zich in de overnamepositie bevinden.
Figuur 1 is een bovenaanzicht van de grijperinrichting volgens de uitvinding omvattende een gevergrijper (2) die voorzien is om een inslaggaren (3) aan te bieden aan een nemergrijper (1) die voorzien is om het inslaggaren (3) op te nemen. De gevergrijper (2) is voorzien van een permanente magneet (4) om zodoende een magnetische aantrekkingskracht tussen de gevergrijper (2) en de nemergrijper, die volledig of deels vervaardigd is uit een materiaal dat door een magneet kan aangetrokken worden, in de overnamezone te realiseren.
De gever-(2) en of de nemergrijper (1) kunnen ook voorzien worden van een magnetische actuator die een kracht uitoefent waardoor de gever - en nemergrijper tot elkaar worden aangetrokken.
In een voorkeursuitvoering kan de grijperinrichting zo voorzien worden dat de aantrekking tussen gever-(2) en nemergrijper (1) enkel wordt gerealiseerd nadat de haak (5) van de nemergrijper (1) door botsing met het inslaggaren (3) over bijvoorbeeld een afstand X2 weggedrumd is. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren door een
<Desc/Clms Page number 8>
permanente magneet (4) of actuator op de gevergrijper (2) in te bouwen op een plaats waar bij werkingssnelheid de magneet pas aantrekking op de nemergrijper (1) uitoefent nadat de haak (5) van de nemergrijper (1) met het inslaggaren (3) in de gevergrijper (2) in botsing gekomen is, en tengevolge hiervan weggedrumd is.
In figuur 4 zijn gever - (2) en nemergrijper (1) voorgesteld in de overnamepositie waarbij de nemergrijper ten gevolge van de aantrekkingskracht van de permanente magneet (4) of magnetische actuator in de gevergrijper (2), in contact is met de gevergrijper (2), zodat bij de terugkeerbeweging van nemer - (1) en gevergrijper (2) de haak (5) en klip van de nemergrijper (1) het inslaggaren (3) overneemt uit de gevergrijper (2).
De grijperinrichting volgens de uitvinding kan zowel op enkelgrijper weefmachines als op dubbel - of meergrijper weefmachines toegepast worden.