BE1015160A3 - Inrichting voor het aandrijven van zonneluifels of dergelijke. - Google Patents
Inrichting voor het aandrijven van zonneluifels of dergelijke. Download PDFInfo
- Publication number
- BE1015160A3 BE1015160A3 BE2002/0616A BE200200616A BE1015160A3 BE 1015160 A3 BE1015160 A3 BE 1015160A3 BE 2002/0616 A BE2002/0616 A BE 2002/0616A BE 200200616 A BE200200616 A BE 200200616A BE 1015160 A3 BE1015160 A3 BE 1015160A3
- Authority
- BE
- Belgium
- Prior art keywords
- tubular
- cable
- cloth
- aforementioned
- shaft
- Prior art date
Links
Classifications
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E06—DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
- E06B—FIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
- E06B9/00—Screening or protective devices for wall or similar openings, with or without operating or securing mechanisms; Closures of similar construction
- E06B9/24—Screens or other constructions affording protection against light, especially against sunshine; Similar screens for privacy or appearance; Slat blinds
- E06B9/40—Roller blinds
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04F—FINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
- E04F10/00—Sunshades, e.g. Florentine blinds or jalousies; Outside screens; Awnings or baldachins
- E04F10/02—Sunshades, e.g. Florentine blinds or jalousies; Outside screens; Awnings or baldachins of flexible canopy materials, e.g. canvas ; Baldachins
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04F—FINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
- E04F10/00—Sunshades, e.g. Florentine blinds or jalousies; Outside screens; Awnings or baldachins
- E04F10/02—Sunshades, e.g. Florentine blinds or jalousies; Outside screens; Awnings or baldachins of flexible canopy materials, e.g. canvas ; Baldachins
- E04F10/06—Sunshades, e.g. Florentine blinds or jalousies; Outside screens; Awnings or baldachins of flexible canopy materials, e.g. canvas ; Baldachins comprising a roller-blind with means for holding the end away from a building
- E04F10/0644—Sunshades, e.g. Florentine blinds or jalousies; Outside screens; Awnings or baldachins of flexible canopy materials, e.g. canvas ; Baldachins comprising a roller-blind with means for holding the end away from a building with mechanisms for unrolling or balancing the blind
- E04F10/0648—Sunshades, e.g. Florentine blinds or jalousies; Outside screens; Awnings or baldachins of flexible canopy materials, e.g. canvas ; Baldachins comprising a roller-blind with means for holding the end away from a building with mechanisms for unrolling or balancing the blind acting on the roller tube
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04F—FINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
- E04F10/00—Sunshades, e.g. Florentine blinds or jalousies; Outside screens; Awnings or baldachins
- E04F10/02—Sunshades, e.g. Florentine blinds or jalousies; Outside screens; Awnings or baldachins of flexible canopy materials, e.g. canvas ; Baldachins
- E04F10/06—Sunshades, e.g. Florentine blinds or jalousies; Outside screens; Awnings or baldachins of flexible canopy materials, e.g. canvas ; Baldachins comprising a roller-blind with means for holding the end away from a building
- E04F10/0644—Sunshades, e.g. Florentine blinds or jalousies; Outside screens; Awnings or baldachins of flexible canopy materials, e.g. canvas ; Baldachins comprising a roller-blind with means for holding the end away from a building with mechanisms for unrolling or balancing the blind
- E04F10/0655—Sunshades, e.g. Florentine blinds or jalousies; Outside screens; Awnings or baldachins of flexible canopy materials, e.g. canvas ; Baldachins comprising a roller-blind with means for holding the end away from a building with mechanisms for unrolling or balancing the blind acting on the movable end, e.g. front bar
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E06—DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
- E06B—FIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
- E06B9/00—Screening or protective devices for wall or similar openings, with or without operating or securing mechanisms; Closures of similar construction
- E06B9/24—Screens or other constructions affording protection against light, especially against sunshine; Similar screens for privacy or appearance; Slat blinds
- E06B2009/2482—Special shape
- E06B2009/2494—Trapezoidal or triangular
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Architecture (AREA)
- Structural Engineering (AREA)
- Civil Engineering (AREA)
- Building Awnings And Sunshades (AREA)
Abstract
Inrichting voor het aandrijven van zonneluifels of dergelijke, welke in hoofdzaak bestaat uit, enerzijds, minstens één buisvormige as (3) waarop een doek (12) van een zonneluifel (1) of dergelijke is gewikkeld, waarbij deze buisvormige as (3) aan zijn uiteinden door middel van lagers (4) roteerbaar is aangebracht op spillen (5-6) en, anderzijds, uit aandrijfmiddelen in de vorm van een motor (16) en een kabelschijf (18) waarop een kabel (19) is gewonden die aan het voornoemde doek (12) is bevestigd, daardoor gekenmerkt dat de buisvormige as (3) aan één uiteinde is voorzien van een torsieveer (9) die met één uiteinde (11) onverdraaibaar is verbonden met de buisvormige as (3) en die met het andere uiteinde (10) is bevestigd op de voornoemde spil (5) van de buisvormige as (3).
Description
<Desc/Clms Page number 1> Inrichting voor het aandrijven van zonneluifels of dergelijke. De huidige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het aandrijven van zonneluifels of dergelijke. Meer speciaal heeft de uitvinding betrekking op een inrichting voor het aandrijven van zonneluifels, stores, rolluiken of dergelijke, voor het afdekken van ramen van koepels, veranda's, galerijen, en zo meer, in het bijzonder van ramen met schuine randen, zoals bijvoorbeeld driehoekige of trapeziumvormige ramen. Men kent reeds zulke inrichtingen voor het aandrijven van een luifel waarbij het doek van de luifel op een buisvormige as is gewikkeld die door een buismotor in de as in één of andere zin aangedreven kan worden en waarbij aan de vrije rand aan het uiteinde van het doek een kabel is bevestigd die over een keerschijf op een zekere afstand van de as is geleid en waarbij deze kabel op een kabelschijf is gewonden die vast op de as is bevestigd. Wanneer de buismotor in één richting wordt bekrachtigd, wordt het doek van de luifel afgewikkeld, terwijl gelijktijdig de kabel op de kabelschijf wordt opgewonden, een en ander zodat de kabel het uiteinde van het doek in de richting van de keerschijf trekt. Wanneer de buismotor in de andere zin wordt bekrachtigd, wordt op analoge wijze het doek opgerold en wordt <Desc/Clms Page number 2> gelijktijdig de kabel afgewonden, waardoor het doek gespannen blijft in de richting van de keerschijf. Een nadeel van zulke bekende inrichtingen is dat het op- en afwikkelen van het doek niet volledig synchroon verloopt met het gelijktijdig af- en opwinden van de kabel. Inderdaad bij het afwikkelen van het doek zal bijvoorbeeld, door het afnemen van de diameter van de rol, de lengte van het doek dat per omwenteling van de buismotor wordt afgewikkeld, steeds kleiner worden, terwijl de lengte van de kabel die gelijktijdig op de schuif wordt gewonden steeds groter wordt door de toenemende diameter van de windingen op de kabelschijf. Een nadelig gevolg hiervan is dat het doek, tijdens het open afwikkelen, op bepaalde ogenblikken slap gaat hangen, wat esthetisch niet toelaatbaar is, terwijl op andere ogenblikken de kabel steeds harder aan het doek gaat trekken waardoor vroegtijdig scheuren in het doek kunnen optreden. Men kent reeds inrichtingen waar dit synchronisatieprobleem opgelost wordt door het doek op een aparte as te wikkelen, waarbij deze as vrij roteerbaar omheen de voornoemde buismotor is gelagerd en waarbij tussen deze as en de buismotor een torsieveer is aangebracht, zodat, bij het open afrollen van het doek, de as zich in beperkte mate kan verdraaien ten opzichte van de kabelschijf die door de buismotor wordt aangedreven, en dat het doek op deze wijze steeds onder spanning blijft staan. <Desc/Clms Page number 3> Een nadeel van deze bekende inrichtingen is dat de veer zich achter de buismotor in de as bevindt op een moeilijk bereikbare plaats en dat bijgevolg deze veer ook moeilijk te bevestigen is aan de binnenzijde van de as en aan het uiteinde van de buismotor, te meer daar deze veer met een bepaalde voorspanning moet worden gemonteerd. Nog een nadeel is dat voor iedere luifel een afzonderlijke aandrijfmotor vereist is, zodat, wanneer meerdere luifels in mekaars omgeving worden toegepast, het niet mogelijk is kosten uit te sparen door het gebruik van een gemeenschappelijke aandrijving. De huidige uitvinding heeft tot doel aan de voornoemde en andere nadelen een oplossing te bieden. Hiertoe betreft de uitvinding een inrichting voor het aandrijven van zonneluifels of dergelijke, welke in hoofdzaak bestaat uit, enerzijds, minstens één buisvormige as waarop een doek van een zonneluifel of dergelijke is gewikkeld, waarbij deze buisvormige as aan zijn uiteinden door middel van lagers roteerbaar is aangebracht op spillen, en, anderzijds, uit aandrijfmiddelen in de vorm van een motor en een kabelschijf waarop een kabel is gewonden die aan het voornoemde doek bevestigd kan worden, daardoor gekenmerkt dat de buisvormige as aan één uiteinde is voorzien van een torsieveer die met één uiteinde onverdraaibaar is verbonden met de buisvormige as en die met het andere uiteinde is bevestigd op de voornoemde spil aan het betreffende uiteinde van de buisvormige as. <Desc/Clms Page number 4> Wanneer de motor in één richting wordt aangedreven, zal de kabel op de kabelschijf worden gewonden en zal deze kabel aan het doek trekken, waardoor het doek van de buisvormige as wordt afgewikkeld en gelijktijdig, door het roteren van de buisvormige as, de torsieveer wordt opgespannen, waardoor het doek steeds onder spanning blijft en dus steeds strak is aangespannen. Wanneer de motor in de andere zin wordt bekrachtigd, zal de kabel van de kabelschijf worden afgerold en zal het doek, door de torsiekracht van de veer, terug op de as worden gewikkeld, waardoor ook in dit geval het doek steeds gespannen blijft. Een voordeel van de inrichting volgens de uitvinding is dat de torsieveer zich aan het uiteinde van de voornoemde buisvormige as bevindt op een gemakkelijk bereikbare plaats, zodat, bij de montage van de zonneluifel of dergelijke, deze veer zeer eenvoudig in de buisvormige as aangebracht kan worden. Een ander voordeel is dat de torsieveer gemakkelijk te dimensioneren is en geen nauwkeurige afregeling vergt. Het is inderdaad voldoende een veer te voorzien die over voldoende wikkelingen beschikt om het aantal toeren van de as bij het volledig afwikkelen van het doek te kunnen opvangen. Nog een voordeel is dat meerdere luifels door een gemeenschappelijke motor kunnen worden aangedreven, <Desc/Clms Page number 5> waardoor, in dit geval, de inrichting voor het aandrijven van de luifels aanzienlijk goedkoper gerealiseerd kan worden dan in het geval van de bekende inrichtingen, waarbij voor iedere luifel een afzonderlijke motor vereist is. Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm is de spil aan het uiteinde van de buisvormige as tegenover het uiteinde met de torsieveer, buisvormig uitgevoerd en is de voornoemde kabelschijf op deze, buisvormige spil bevestigd, terwijl de voornoemde motor een buismotor is die in de voornoemde buisvormige spil is aangebracht en die ermee verbonden is. Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven van een inrichting volgens de uitvinding voor het aandrijven van zonneluifels of dergelijke, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin: Figuur 1 schematisch en in perspectief een inrichting weergeeft volgens de uitvinding voor het aandrijven van een zonneluifel toegepast op een driehoekig raam; figuur 2 op grotere schaal een doorsnede weergeeft volgens lijn II-II in figuur 1; figuur 3 op nog grotere schaal een doorsnede weergeeft volgens lijn III-III in figuur 2; figuur 4 een variante weergeeft van de inrichting volgens figuur 1; <Desc/Clms Page number 6> figuur 5 een doorsnede weergeeft volgens lijn V-V in figuur 4; figuur 6 een doorsnede weergeeft gelijkaardig aan deze van figuur 5, doch voor een andere stand; figuur 7 op grotere schaal een doorsnede weergeeft volgens lijn VII-VII in figuur 6; figuur 8 schematisch en in perspectief een inrichting volgens de uitvinding weergeeft voor het aandrijven van drie zonneluifels toegepast op een veranda; figuur 9 op grotere schaal een doorsnede weergeeft volgens lijn IX-IX in figuur 8; figuur 10 op grotere schaal het gedeelte weergeeft dat in figuur 8 door F10 is aangeduid. In de figuren 1 tot 3 is schematisch een inrichting volgens de uitvinding weergegeven voor het aandrijven van een zonneluifel 1 die in dit geval is toegepast op een hellend driehoekig raam 2 in een dakconstructie van een gebouw, veranda, galerij of dergelijke. Deze inrichting bestaat hoofdzakelijk uit een buisvormige as 3 die door middel van lagers 4 aan zijn beide uiteinden roteerbaar is aangebracht op spillen, respectievelijk 5 en 6, die op een steun 7, respectievelijk 8, zijn bevestigd, waarbij deze steunen 7-8 op eender welke wijze worden aangebracht op het voornoemde raam 2 of op het gebouw, de veranda of dergelijke, of een deel uitmaken van zulk raam. Volgens de uitvinding is de voornoemde buisvormige as 3 aan één uiteinde voorzien van een torsieveer 9 die rond de betreffende spil 5 aan dit uiteinde van de as 3 is <Desc/Clms Page number 7> aangebracht, waarbij deze torsieveer 9 met één uiteinde 10 is bevestigd op deze spil 5, terwijl het andere uiteinde 11 is bevestigd op een bijkomend lager 4 dat onverdraaibaar met de buisvormige as 3 is verbonden. Op de voornoemde buisvormige as 3 is een doek 12, in dit geval een doek met een driehoekige vorm, van een zonneluifel 1 gewikkeld, waarbij dit doek 12 met een rand 13 op de buisvormige as 3 is bevestigd, bijvoorbeeld, zoals weergegeven in figuur 3, doordat deze rand 13 in een gleuf 14 van de as 3 is aangebracht en dat deze rand 13 met een geschikt klemmiddel 15 hierin is bevestigd. De inrichting volgens de uitvinding is verder voorzien van aandrijfmiddelen die in dit geval gevormd worden door een motor 16 die op het raam 2 of dergelijke is aangebracht en die op zijn uitgaande as 17 is voorzien van een kabelschijf 18 waarop een kabel 19, of dergelijke, is gewonden, waarbij deze kabel 19 met zijn vrij uiteinde 20 is bevestigd aan het vrij uiteinde 21 van het voornoemde doek 12 van de zonneluifel 1. De werking van de inrichting volgens de uitvinding is zeer eenvoudig en als volgt. Om het doek 12 van de luifel 1 af te wikkelen, wordt de voornoemde motor 16 op geschikte wijze bekrachtigd zodat de kabel 19 op de kabelschijf 18 wordt opgewonden en dat bijgevolg deze kabel 19 aan het uiteinde 21 van het doek 12 trekt, waardoor de buisvormige as 3 in de zin van pijl P rond de spillen 5-6 gaat roteren. <Desc/Clms Page number 8> Door het roteren van de as 3 wordt het doek 12 afgewikkeld en wordt de torsieveer 9 gelijktijdig opgespannen, vermits inderdaad één uiteinde 11 van deze torsieveer 9 meedraait met de buisvormige as 3, terwijl het andere uiteinde 10 van de torsieveer 9 wordt vastgehouden door de betreffende spil 5 die in de steun 7 is bevestigd. Tijdens het afwikkelen wordt het doek 12, door de veerkracht van de torsieveer 9, steeds mooi strak aangespannen. Wanneer de motor 16 in tegengestelde zin wordt aangedreven, zal de kabel 19 zich ontrollen en zal de buisvormige as 3 van de zonneluifel 1, onder invloed van de veerkracht van de torsieveer 9, in tegengestelde zin van pijl P verdraaien, waardoor het doek 12 terug op de as 3 wordt gewonden en het doek 12 daarbij steeds mooi strak gespannen blijft. Het is duidelijk dat de torsieveer 9, bij de montage van de zonneluifel 1, met een zekere voorspanning in de buisvormige as 3 aangebracht moet worden, zodat, wanneer het doek 12 volledig is opgerold, de torsieveer 9 nog een voldoende spanning bezit om het doek in deze opgerolde positie gespannen te houden. In de figuren 4 tot 7 is een variante weergegeven van een inrichting volgens de uitvinding, waarbij in dit geval de spil 6 buisvormig is uitgevoerd en waarbij de aandrijfmiddelen in dit geval gevormd worden door, <Desc/Clms Page number 9> enerzijds, een kabelschijf 18 die op deze buisvormige spil 6 is bevestigd en waarop een kabel 19 is gewonden, en, anderzijds, een buismotor 16 die in de voornoemde buisvormige spil 6 is aangebracht. Het lichaam 22 van deze motor 16 is met een uiteinde 23 bevestigd op de steun 8, terwijl de uitgaande as 17 van de motor 16 op eender welke wijze onverdraaibaar met de voornoemde buisvormige spil 6 is verbonden, bijvoorbeeld door een spieverbinding of doordat op dat deze uitgaande as 17 is voorzien van een uitwendige vertanding 24 die samenwerkt met een inwendige vertanding 25 van een bus 26 die over deze uitgaande as 17 is aangebracht en die in de buisvormige spil 6 is bevestigd. De kabel 19 op de voornoemde kabelschijf 18 is met één uiteinde 20 aan het doek 12 vastgemaakt en is over een keerschijf 27 geleid die op een afstand van de buisvormige as 3 vrij verdraaibaar is voorzien op een as 28 op het raam 2, gebouw of dergelijke. De werking van deze variante is analoog aan deze van de reeds besproken inrichting. Wanneer de motor 16, uitgaande van de situatie in figuur 5 waarin het doek 12 nagenoeg volledig op de as 3 is gewonden, wordt aangedreven in de zin van pijl P, zal de kabel 19, zoals weergegeven in figuur 6, op de kabelschijf 18 worden gewonden en zal deze kabel 19 via de keerschijf 27 aan het doek 12 trekken, waardoor de buisvormige as 3 door het doek 12 in dezelfde draaizin P wordt meegenomen, <Desc/Clms Page number 10> zodat, zoals weergegeven in figuur 6, het doek 12 wordt afgerold en gelijktijdig de torsieveer 9 wordt opgespannen. Bij een draaibeweging van de motor 16 in tegengestelde zin van pijl P, zal, net zoals bij de vorige uitvoering, het doek 12 door de kracht van de torsieveer 9 terug op de as 3 worden gewikkeld en zal de kabel 19 gelijktijdig terug worden afgewonden. In de figuren 8 tot 10 is nog een variante weergegeven van een inrichting volgens de uitvinding, waarbij in dit geval drie zonneluifels 1 van een veranda of dergelijke worden aangedreven. De middelste zonneluifel 1 is in dit geval voorzien van een as 3 die gelijkaardig is aan die van de uitvoeringsvorm van de figuren 4 tot 7, en die, zoals weergegeven in figuur 9, is voorzien van een buismotor 16 die in een buisvormige spil 6 is aangebracht, waarbij in dit geval deze motor 16 gemeenschappelijk is voor de drie zonneluifels 1, en waarbij de drie kabelschijven 18 van de drie zonneluifels 1 naast elkaar op de voornoemde buisvormige spil 6 van deze middelste zonneluifel 1 zijn aangebracht. De twee andere zonneluifels 1 zijn voorzien van een eenvoudigere as 3, zoals toegepast in de eerst besproken variante volgens de figuren 1 tot 3, en die, analoog aan de uitvoering van figuur 2, bestaat uit een buisvormige as 3 die op twee spillen 5-6 is gelagerd en waarin, aan één uiteinde, een torsieveer 9 is toegepast. <Desc/Clms Page number 11> De werking van deze inrichting is volledig analoog aan deze van de reeds besproken uitvoeringen, met dit verschil dat slechts één gemeenschappelijke motor 16 wordt toegepast voor de gelijktijdige aandrijving van de drie zonneluifels 1 en dat de drie kabels 19 die op de voornoemde kabelschijven 18 zijn gewonden, elk over een afzonderlijke keerschijf 27 zijn geleid en met hun uiteinde 20 aan een doek 12 van één van de luifels 1 zijn bevestigd. Alhoewel in de figuren 8 en 10 de keerschijven 27 elk op een afzonderlijke as 28 zijn aangebracht, is het niet uitgesloten dat deze keerschijven 27 op een gemeenschappelijke as worden aangebracht. Het is duidelijk dat, alhoewel in de hiervoor beschreven inrichtingen steeds zonneluifels 1 zijn toegepast met een driehoekig doek 12, de inrichtingen ook kunnen worden aangewend voor zonneluifels 1 met een trapeziumvormig of rechthoekig doek 12. De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch een inrichting volgens de uitvinding voor het aandrijven van zonneluifels of dergelijke kan in allerlei vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.
Claims (10)
1.- Inrichting voor het aandrijven van zonneluifels of dergelijke, welke in hoofdzaak bestaat uit, enerzijds, minstens één buisvormige as (3) waarop een doek (12) van een zonneluifel (1) of dergelijke is gewikkeld, waarbij deze buisvormige as (3) aan zijn uiteinden door middel van lagers (4) roteerbaar is aangebracht op spillen (5-6) en, anderzijds, uit aandrijfmiddelen in de vorm van een motor (16) en een kabelschijf (18) waarop een kabel (19) is gewonden die aan het voornoemde doek (12) is bevestigd, daardoor gekenmerkt dat de buisvormige as (3) aan één uiteinde is voorzien van een torsieveer (9) die met één uiteinde (11) onverdraaibaar is verbonden met de buisvormige as (3) en die met het andere uiteinde (10) is bevestigd op de voornoemde spil (5) van de buisvormige as (3) .
2. - Inrichting volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de torsieveer (9) in de buisvormige as (3) omheen de voornoemde spil (5) is aangebracht.
3.- Inrichting volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat de torsieveer (9) met één uiteinde (11) is bevestigd op een lager (4) dat onverdraaibaar met de buisvormige as (3) is verbonden.
4.- Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de spil (6) van de buisvormige as (3) buisvormig is uitgevoerd.
<Desc/Clms Page number 13>
5. - Inrichting volgens conclusie 4, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde motor (16) een buismotor is die in de voornoemde buisvormige spil (6) is aangebracht en dat deze motor (16) met zijn uitgaande as (17) onverdraaibaar met deze buisvormige spil (6) is verbonden.
6.- Inrichting volgens conclusie 4 of 5, daardoor gekenmerkt dat de kabelschijf (18) van de voornoemde aandrijfmiddelen op de voornoemde buisvormige spil (6) is bevestigd.
7. - Inrichting volgens conclusie 6, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde kabel (19) over een keerschijf (27) wordt geleid die zich op een afstand van de buisvormige as (3) bevindt.
8.- Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat zij meerdere buisvormige assen (3) bevat voor het aandrijven van meerdere zonneluifels (1) of dergelijke, waarbij de aandrijfmiddelen gevormd worden door een gemeenschappelijke motor (16) die in één van de voornoemde assen (3) is aangebracht en waarbij de kabelschijven (18) van de betreffende zonneluifels (1) zijn bevestigd op de buisvormige spil (6) van die as (3) waarin de voornoemde gemeenschappelijke motor (16) is aangebracht.
9. - Inrichting volgens conclusie 8, daardoor gekenmerkt dat op elk van de voornoemde kabelschijven (18) een kabel (19) is gewonden, waarbij elke kabel (19) is verbonden met een doek (12) van één van de zonneluifels (1) en waarbij elke
<Desc/Clms Page number 14>
kabel (19) geleid is over een afzonderlijke keerschijf (27) op een afstand van de as (3) van de betreffende zonneluifel (1) .
10.- Inrichting volgens conclusie 9, daardoor gekenmerkt dat de keerschijven (27) zijn aangebracht op een gemeenschappelijke as.
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE2002/0616A BE1015160A3 (nl) | 2002-10-28 | 2002-10-28 | Inrichting voor het aandrijven van zonneluifels of dergelijke. |
Applications Claiming Priority (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE2002/0616A BE1015160A3 (nl) | 2002-10-28 | 2002-10-28 | Inrichting voor het aandrijven van zonneluifels of dergelijke. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
BE1015160A3 true BE1015160A3 (nl) | 2004-10-05 |
Family
ID=33034864
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
BE2002/0616A BE1015160A3 (nl) | 2002-10-28 | 2002-10-28 | Inrichting voor het aandrijven van zonneluifels of dergelijke. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
BE (1) | BE1015160A3 (nl) |
Cited By (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
WO2007083328A1 (en) * | 2006-01-17 | 2007-07-26 | Novi Stil Doo | Method for unwinding/ winding a laminar sheet and winding structure for covering areas suitable for implementing said method. |
US7472739B2 (en) * | 2004-10-29 | 2009-01-06 | Pt Tech, Inc | Shade structures |
BE1019769A5 (nl) * | 2011-01-18 | 2012-12-04 | Brustor Nv | Zonneschermconstructie. |
Citations (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE9106320U1 (de) * | 1991-05-23 | 1991-07-25 | Heid, Michael Curt, 6950 Mosbach | Bausatz einer Sonnenschutzeinrichtung zum Einbau in oder an Pergolas (Pergolen) |
DE19707408A1 (de) * | 1997-02-25 | 1998-08-27 | Heidi Mallmann Fa | Abdeckvorrichtung, insbesondere Markise |
US20020007921A1 (en) * | 2000-07-22 | 2002-01-24 | Martin Dieckmann | Awning |
-
2002
- 2002-10-28 BE BE2002/0616A patent/BE1015160A3/nl not_active IP Right Cessation
Patent Citations (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE9106320U1 (de) * | 1991-05-23 | 1991-07-25 | Heid, Michael Curt, 6950 Mosbach | Bausatz einer Sonnenschutzeinrichtung zum Einbau in oder an Pergolas (Pergolen) |
DE19707408A1 (de) * | 1997-02-25 | 1998-08-27 | Heidi Mallmann Fa | Abdeckvorrichtung, insbesondere Markise |
US20020007921A1 (en) * | 2000-07-22 | 2002-01-24 | Martin Dieckmann | Awning |
Cited By (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US7472739B2 (en) * | 2004-10-29 | 2009-01-06 | Pt Tech, Inc | Shade structures |
WO2007083328A1 (en) * | 2006-01-17 | 2007-07-26 | Novi Stil Doo | Method for unwinding/ winding a laminar sheet and winding structure for covering areas suitable for implementing said method. |
BE1019769A5 (nl) * | 2011-01-18 | 2012-12-04 | Brustor Nv | Zonneschermconstructie. |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US5479979A (en) | Screen device | |
US5328228A (en) | Cover for truck bed and cargo | |
US7849907B2 (en) | Multiple choice shade system | |
JP5604040B2 (ja) | 引張り装置及び該引張り装置が設けられた日よけ幕アセンブリ | |
EP3175073B1 (en) | A retrofitable retractable screen system | |
JPH11270089A (ja) | 日除ロールスクリーン | |
US20080179024A1 (en) | Blind Arrangement for a Motor Vehicle | |
CA2494013A1 (en) | Retractable self rolling blind, awning or cover apparatus | |
US20100116448A1 (en) | Tensioning system for retractable screens and shades | |
JPH09303068A (ja) | ロールスクリーン | |
BE1015160A3 (nl) | Inrichting voor het aandrijven van zonneluifels of dergelijke. | |
NL1022103C2 (nl) | Bedieningseenheid voor een raambedekking. | |
JPS6230925Y2 (nl) | ||
JP2003214073A (ja) | ローラブラインド装置 | |
CN101210476A (zh) | 卷帘 | |
SK6462001A3 (en) | Drainage gutter | |
CA2814515C (en) | Rolling tarpaulin system for selectively covering and uncovering trailers for trucks | |
JP2010518285A (ja) | ドラムの周りに巻き取ることのできるシャッター装置 | |
EP1131530B1 (en) | A screening arrangement | |
NL8401662A (nl) | Zonnescherm voor toepassing in tuinbouwkassen of dergelijke. | |
KR102669195B1 (ko) | 패브릭 텐션 장치 | |
JP3695697B2 (ja) | 天窓用ブラインドのヘッドボックス取付装置 | |
JPH0259271B2 (nl) | ||
JP7002250B2 (ja) | ロールスクリーン | |
JPH02209552A (ja) | 日除け装置の動力伝達機構 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
RE | Patent lapsed |
Effective date: 20061031 |