BE1014477A6 - Veerwegbegrenzer aangebracht in een vering en element voor het begrenzen van de veerweg voor dergelijke veerwegbegrenzer. - Google Patents

Veerwegbegrenzer aangebracht in een vering en element voor het begrenzen van de veerweg voor dergelijke veerwegbegrenzer. Download PDF

Info

Publication number
BE1014477A6
BE1014477A6 BE2001/0745A BE200100745A BE1014477A6 BE 1014477 A6 BE1014477 A6 BE 1014477A6 BE 2001/0745 A BE2001/0745 A BE 2001/0745A BE 200100745 A BE200100745 A BE 200100745A BE 1014477 A6 BE1014477 A6 BE 1014477A6
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
ring
protrusions
face
spring
interruption
Prior art date
Application number
BE2001/0745A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Azimuth Internat Trading Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Azimuth Internat Trading Nv filed Critical Azimuth Internat Trading Nv
Priority to BE2001/0745A priority Critical patent/BE1014477A6/nl
Priority to DE20215950U priority patent/DE20215950U1/de
Application granted granted Critical
Publication of BE1014477A6 publication Critical patent/BE1014477A6/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16FSPRINGS; SHOCK-ABSORBERS; MEANS FOR DAMPING VIBRATION
    • F16F3/00Spring units consisting of several springs, e.g. for obtaining a desired spring characteristic
    • F16F3/08Spring units consisting of several springs, e.g. for obtaining a desired spring characteristic with springs made of a material having high internal friction, e.g. rubber
    • F16F3/087Units comprising several springs made of plastics or the like material
    • F16F3/0873Units comprising several springs made of plastics or the like material of the same material or the material not being specified
    • F16F3/0876Units comprising several springs made of plastics or the like material of the same material or the material not being specified and of the same shape
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16FSPRINGS; SHOCK-ABSORBERS; MEANS FOR DAMPING VIBRATION
    • F16F1/00Springs
    • F16F1/36Springs made of rubber or other material having high internal friction, e.g. thermoplastic elastomers
    • F16F1/373Springs made of rubber or other material having high internal friction, e.g. thermoplastic elastomers characterised by having a particular shape
    • F16F1/376Springs made of rubber or other material having high internal friction, e.g. thermoplastic elastomers characterised by having a particular shape having projections, studs, serrations or the like on at least one surface
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16FSPRINGS; SHOCK-ABSORBERS; MEANS FOR DAMPING VIBRATION
    • F16F9/00Springs, vibration-dampers, shock-absorbers, or similarly-constructed movement-dampers using a fluid or the equivalent as damping medium
    • F16F9/32Details
    • F16F9/58Stroke limiting stops, e.g. arranged on the piston rod outside the cylinder
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60GVEHICLE SUSPENSION ARRANGEMENTS
    • B60G2202/00Indexing codes relating to the type of spring, damper or actuator
    • B60G2202/30Spring/Damper and/or actuator Units
    • B60G2202/31Spring/Damper and/or actuator Units with the spring arranged around the damper, e.g. MacPherson strut
    • B60G2202/312The spring being a wound spring
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60GVEHICLE SUSPENSION ARRANGEMENTS
    • B60G2204/00Indexing codes related to suspensions per se or to auxiliary parts
    • B60G2204/40Auxiliary suspension parts; Adjustment of suspensions
    • B60G2204/45Stops limiting travel
    • B60G2204/4502Stops limiting travel using resilient buffer
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16FSPRINGS; SHOCK-ABSORBERS; MEANS FOR DAMPING VIBRATION
    • F16F2230/00Purpose; Design features
    • F16F2230/32Modular design

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Fluid-Damping Devices (AREA)

Abstract

Deze uitvinding heeft betrekking op een veerwegbegrenzer aangebracht in een vering die een schroefveer (6) bevat die rond een stang (4) is aangebracht, welke veerwegbegrenzer (8) minstens twee elementen voor het begrenzen van de veerweg bevat, die op de stang (4) aangebracht zijn en elk een ring (9) bevatten die van een onderbreking (11) voorzien is die minstens plaatselijk minder breed is dan de stang, waarbij deze ring (9) voldoende elastisch is om door elastische vervorming op de stang (4) transversaal te kunnen worden aangebracht, en waarbij naburige ringen met hun onderbreking over een hoek ten opzichte van elkaar verdraaid zijn en aan weerszijden van de onderbreking (11) van elk van deze ringen (9) een uitsteeksel (12) dat op het eindvlak van ÚÚn van de ringen (9) staat in een uitholling (13) steekt die op het naburigering (9) is aangebracht zodat de uitsteeksels (12) het opengaan van de onderbrekingen (11) beletten.

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  Veerwegbegrenzer aangebracht in een vering en element voor het begrenzen van de veerweg voor dergelijke veerwegbegrenzer. 



  Deze uitvinding heeft betrekking op een veerwegbegrenzer aangebracht in een vering van het type dat een schroefveer bevat die een stang omringt, welke veerwegbegrenzer minstens   een   begrenselement bevat dat op de stang aangebracht is. 



  De vering kan in het bijzonder een gecombineerde vering zijn, waarbij de stang, bijvoorbeeld de zuigerstang kan zijn van een hydraulische of pneumatische demper. 



  In dergelijke gecombineerde veringen is de schroefveer opgesteld tussen een zitting die vast is aan een uiteinde van de zuigerstang en een zitting die vast is aan het lichaam van de demper, op een afstand van het uiteinde waarbuiten de zuigerstang uitsteekt. 



  Dergelijke veringen worden bijvoorbeeld in voertuigen gebruikt, waarbij de eerstgenoemde zitting vastgemaakt wordt aan de carrosserie en het lichaam van de demper aan een   wielophanging.   



  Voornoemd uiteinde van het demperlichaam vormt een aanslag voor de op de zuigerstang bevestigde zitting en bepaalt dus de maximale veerweg van de vering, dit is dus de afstand waarover de vering kan worden samengedrukt. 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 



  In sommige gevallen kan het gewenst zijn deze veerweg te begrenzen en dit geschiedt door een veerwegbegrenzer die, naargelang de grootte van de begrenzing,   een   of meer begrenselementen bezit. 



  Deze begrenselementen moeten worden aangebracht na de plaatsing van de vering en moeten achteraf verwijderbaar zijn. Ze worden tussen de windingen van de schroefveer door, rond de stang aangebracht. 



  In een gecombineerde vering moeten ze daarenboven los rond de zuigerstang worden aangebracht, aangezien deze zuigerstang beweegt en dus beweegbaar moet zijn ten opzichte van de veerwegbegrenzer die stationair tegen het lichaam van de demper gelegen is. 



  Bekende veerwegbegrenzers bestaan uit   een   of meer afzonderlijke open ringen die over de stang aangebracht zijn. Bij het dichtslaan van de vering kan door de slag   een   of meer van deze ringen evenwel opengeduwd worden tot de opening in de ring voldoende groot is zodat de ring vrij van de stang kan komen. 



  De uitvinding heeft een veerwegbegrenzer als doel die deze nadelen niet vertoont en niet alleen eenvoudig van constructie is, op een eenvoudige en snelle manier kan worden aangebracht of verwijderd maar, eenmaal aangebracht, praktisch geen gevaar biedt dat elementen ervan ongewenst van de stang kan vrijkomen. 



  Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt door een 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 veerwegbegrenzer aangebracht in een vering die een schroefveer bevat, die rond een stang is aangebracht, welke veerwegbegrenzer minstens twee elementen voor het begrenzen van de veerweg bevat die op de stang zijn aangebracht en elk een ring bevatten die van een onderbreking voorzien is, die minstens plaatselijk minder breed is dan de stang, waarbij deze ring voldoende elastisch is om door elastische vervorming transversaal op de stang te kunnen worden aangebracht, en waarbij twee naburige ringen met hun onderbreking over een hoek ten opzichte van elkaar verdraaid zijn en waarbij aan weerszijden van de onderbreking van elk van deze ringen een uitsteeksel dat op het eindvlak van een van de ringen staat in een uitholling steekt,

   die op het naburige eindvlak van de naburige ring is aangebracht zodat de uitsteeksels het opengaan van de onderbrekingen beletten. 



  Bij voorkeur zijn op een eindvlak van elke ring minstens vier uitsteeksels aangebracht, terwijl in het andere eindvlak van deze ring minstens vier overeenstemmende uithollingen aangebracht zijn, waarbij deze uitsteeksels en uithollingen zo gelegen zijn dat twee uitsteeksels die aan weerszijden van de onderbreking van elk van de ringen zijn gelegen in uithollingen van de andere ring steken waartussen geen onderbreking aanwezig is. 



  Door overeenstemmende uithollingen worden hier uithollingen bedoeld waarin een uitsteeksel past en die dus inwendig nagenoeg dezelfde vorm en grootte bezitten als een uitwendig uitsteeksel. 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 



  Bij voorkeur zijn de uithollingen in een eindvlak van een ring over 180  verschoven ten opzichte van de uitsteeksels op het andere eindvlak en zijn dus twee naburige ringen met hun onderbreking over 180  verdraaid. 



  Dit betekent dat in een ring elk uitsteeksel axiaal tegenover een uitholling is gelegen. 



  Zoals reeds vermeld, kan de veerwegbegrenzer op de zuigerstang van een pneumatische of hydraulische demper aangebracht zijn, bij voorkeur tegen een uiteinde van het lichaam van deze demper waarbuiten de zuigerstang uitsteekt. 



  Bij voorkeur passen de uitsteeksels enigszins klemmend of klikkend in de uithollingen. 



  Doordat de elementen door de klemming of een klikverbinding van de uitsteeksels in de uithollingen aan elkaar hechten, wordt het gevaar op loskomen van de stang nog verkleind. 



  De uitvinding heeft ook betrekking op een element voor het begrenzen van de veerweg, bestemd om in een veerwegbegrenzer volgens een van de vorige uitvoeringsvormen, gebruikt te worden en die uit een ring bestaat die van een onderbreking voorzien is en enigszins elastisch is om door elastische vervorming de onderbreking tijdelijk te vergroten, zodat hij transversaal op een stang van een vering kan worden aangebracht, waarbij deze ring op beide eindvlakken samen minstens vier uitsteeksels en minstens vier overeenstemmende uithollingen bevat, en met 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 elk uitsteeksel op het ene eindvlak een uitholling op het andere eindvlak overeenkomt, die over een zelfde hoek ten opzichte van dit uitsteeksel verdraaid is. 



  Bij voorkeur zijn de uithollingen dan over 180  verschoven ten opzichte van de uitsteeksels en axiaal tegenover de uitsteeksels gelegen. 



  Bij voorkeur zijn op het ene eindvlak van de ring minstens vier uitsteeksels aangebracht, terwijl in het andere eindvlak van deze ring minstens vier overeenstemmende uithollingen aangebracht zijn, waarbij twee uitsteeksels aan weerszijden van de onderbreking gelegen zijn en de twee andere diametraal ertegenover. 



  Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een veerwegbegrenzer die in een vering aangebracht is en van een element daarvoor, volgens de uitvinding beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : 
Figuur 1 een vering weergeeft waarin een veerwegbegrenzer volgens de uitvinding is aangebracht ; figuren 2 en 3 in perspectief en op grotere schaal een element voor het begrenzen van de veerweg weergeven uit de veerwegbegrenzer van figuur   1,   respectievelijk van bovenaan en van onderaan gezien ; figuur 4 een uiteengenomen zieht in perspectief weergeeft van een uit vier elementen bestaande veerwegbegrenzer volgens de uitvinding, in de stand 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 waarin ze moeten worden aangebracht. 



  In figuur 1 is een vering weergegeven die een schokdemper vormt en een combinatie is van een schroefveer 1 en een hydraulische demper 2. 



  De hydraulische demper 2 kan van een bekende constructie zijn en is de vakman genoegzaam bekend. Enkel die delen die nodig zijn om de uitvinding te begrijpen, werden in figuur 1 weergegeven, namelijk het lichaam 3 en de zuigerstang 4. 



  De schroefveer   l omringt   de zuigerstang 4 en is gevat tussen een veerzitting 5 die door een moer 6 op het uiteinde van de zuigerstang 4 vastgemaakt is en een veerzitting 7 die aan het lichaam 3 is vastgemaakt, op een afstand van het uiteinde van dit lichaam 3, waarbuiten de zuigerstang 4 uitsteekt. De schroefveer 6 kan al dan niet aan   een   of beide veerzittingen 5 en 7 zijn vastgemaakt. 



  Voornoemd uiteinde van het lichaam 3 vormt een aanslag die de veerweg begrenst, dit is de verplaatsing van de veerzitting 7 bij het samendrukken van de schroefveer 6 en de demper 2, althans, indien geen veerwegbegrenzer aanwezig 
 EMI6.1 
 is. In de vering weergegeven in figuur 1 is, tegen voornoemd uiteinde van het lichaam 3, wel een dergelijke veerwegbegrenzer 8 aanwezig die volgens de uitvinding een aantal elementen voor het begrenzen van de veerweg bevat zoals in detail in de figuren 2 en 3 is weergegeven. 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 



  Elk van deze elementen is een onderbroken ring 9 uit een enigszins elastisch materiaal, bijvoorbeeld kunststof, en meer bepaald bijvoorbeeld polyurethaan. 



  Het centrale gat 10 in de ring 9 bezit een diameter die iets groter is dan de diameter van de zuigerstang 4. De onderbreking 11 van de ring 9 is van buiten naar binnen geleidelijk vermallend en aan de buitenomtrek een weinig smaller dan de diameter van de zuigerstang. 4. Aan de binnenomtrek van de ring 9 is de breedte van de onderbreking 11 kleiner dan de helft van de diameter van de zuigerstang 4 en bijvoorbeeld ongeveer 40% van deze diameter. 



  Door zijn materiaal is de ring 9 voldoende elastisch om door vervorming transversaal, dit is dwars op de lengterichting van de zuigerstang 4 op deze laatste te worden aangebracht. 



  De ring 9 bezit een constante dikte. Op het ene eindvlak bezit hij vier uitsteeksels 12 in de vorm van ronde tappen en op het andere eindvlak vier ronde uithollingen 13 waarvan de vorm en grootte overeenstemt met de tappen. 



  Twee van de uitsteeksels 12 zijn respectievelijk aan beide zijden van de onderbreking gelegen, de andere twee diametraal ertegenover. 



  Elk van de uithollingen 13 is over 180  verschoven ten opzichte van een uitsteeksel 12, zodat indien twee ringen 9 op elkaar geplaatst worden met een verdraaiing van 1800 en 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 ten opzichte van elkaar, de uitsteeksels 12 van de onderste ring 9 in de uithollingen 13 passen van de bovenste ring 9. 



  Axiaal tegenover elk uitsteeksel 12 is een uitholling 13 gelegen. 



  De diameter van de uitsteeksels 12 is zodat ze enigszins klemmend passen in de uithollingen 13. 



  In een variante zijn de uitsteeksels 12 zo dat ze in de uithollingen 13 klikbaar zijn. 



  De hiervoor beschreven veerwegbegrenzer wordt als volgt aangebracht : Een eerste ring 9 wordt met beide handen vastgegrepen zodat de wijsvingers tegen de zijkanten van de onderbreking 11 komen en de duimen tegen de buitenomtrek van de ring 9 diametraal tegenover de onderbreking 11, en de ring 9 wordt opengetrokken, zodat zijn onderbreking 11 vergroot. Tussen twee windingen van de schroefveer 6 wordt deze elastisch vervormde ring 9 met zijn onderbreking 11 over de zuigerstang 4 geforceerd. 



  Na het loslaten van de ring 9 neemt deze terug zijn oorspronkelijke vorm in en valt hij op het uiteinde van het lichaam 3. 



  Een tweede ring 9 wordt vervolgens op analoge manier boven de eerste ring 9 op de zuigerstang 4 aangebracht. Na het aanbrengen, wordt deze tweede ring 9 evenwel zo geplaatst dat hij over 1800 verdraaid is ten opzichte van deze eerste 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 ring 9, waarna hij op de eerste ring 9 wordt gedrukt. Hierbij worden de uitsteeksels 12 van de eerste ring 9 in de uithollingen 13 van de tweede ring 9 geduwd. 



  In figuur 1 is een veerwegbegrenzer 8 met twee aldus aangebrachte ringen 9 weergegeven. 



  Doordat de twee uitsteeksels 12 aan weerszijden van de onderbreking 11 van de onderste ring 9 in uithollingen 13 van de bovenste ring 9 steken, waartussen geen onderbreking 11 aanwezig is, kunnen voornoemde uitsteeksels 12 niet uit elkaar bewegen en kan dus voornoemde onderbreking 11 niet opgegaan. 



  Het opengaan van de onderbreking 11 in de bovenste ring 9 wordt op analoge manier belet door twee andere uitsteeksels 12 van de onderste ring 9. Hierdoor is het ongewild vrijkomen van beide ringen 9 door elastische vervorming onmogelijk. 



  Om een ring 9 te kunnen verwijderen, moet hij eerst axiaal ten opzichte van de naburige verschoven worden, tot zijn uitsteeksels 12 niet meer in uithollingen 13 steken en zijn uithollingen 13 leeg zijn. Dan pas kan hij door elastische vervorming transversaal verplaatst en van de zuigerstang 4 geduwd worden. 



  Naargelang de gewenste grootte van de veerwegbegrenzing kunnen op de twee ringen 9, op de hiervoor beschreven manier, nog bijkomende ringen 9 worden aangebracht. 

 <Desc/Clms Page number 10> 

 



  In figuur 4 is een veerwegbegrenzer 8 met bijvoorbeeld vier ringen 9 weergegeven in de stand die ze uiteindelijk innemen na het aanbrengen op de zuigerstang 4. 



  Het is duidelijk dat de uitsteeksels 12 niet noodzakelijk ronde tappen moeten zijn en de uithollingen rond moeten zijn. 



  De uitvinding is geenszins beperkt tot de hiervoor beschreven en in de bijgaande figuren weergegeven uitvoeringsvorm, doch dergelijke veerwegbegrenzer en dergelijk element daarvoor kunnen in verschillende varianten worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (11)

Conclusies.
1. - Veerwegbegrenzer aangebracht in een vering die een schroefveer (6) bevat die rond een stang (4) is aangebracht, welke veerwegbegrenzer (8) minstens twee elementen voor het begrenzen van de veerweg bevat, die op de stang (4) aangebracht zijn en elk een ring (9) bevatten die van een onderbreking (11) voorzien is die minstens plaatselijk minder breed is dan de stang (4), waarbij deze ring (9) voldoende elastisch is om door elastische vervorming op de stang (4) transversaal te kunnen worden aangebracht, en waarbij twee naburige ringen (9) met hun onderbreking (11) over een hoek ten opzichte van elkaar verdraaid zijn en aan weerszijden van de onderbreking (11) van elk van deze ringen (9) een uitsteeksel (12) dat op het eindvlak van een van de ringen (9) staat, in een uitholling (13)
steekt die op het naburige eindvlak van de naburige ring (9) is aangebracht zodat de uitsteeksels (12) het opengaan van de onderbrekingen (11) beletten.
2.-Veerwegbegrenzer volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat op een eindvlak van elke ring (9) minstens vier uitsteeksels (12) aangebracht zijn, terwijl in het andere eindvlak van deze ring (9) minstens vier overeenstemmende uithollingen (8) aangebracht zijn, waarbij deze uitsteeksels (12) en uithollingen (13) zo gelegen zijn dat twee uitsteeksels (12) die aan weerszijden van de onderbreking (11) van elk van de ringen (9) zijn gelegen, in uithollingen (13) van de andere ring (9) steken waartussen geen onderbreking (11) aanwezig is. <Desc/Clms Page number 12>
3.-Veerwegbegrenzer volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat de uithollingen (13) in een eindvlak van een ring (9) over 180 verschoven zijn ten opzichte van de uitsteeksels (12) op het andere eindvlak en dus twee naburige ringen (9) met hun onderbreking (11) over 1800 verdraaid zijn.
4.-Veerwegbegrenzer volgens conclusie 3, daardoor gekenmerkt dat in een ring (9) elk uitsteeksel (12) axiaal tegenover een uitholling (13) is gelegen.
5.-Veerwegbegrenzer volgens een van de vorige conclusies, daardoor gekenmerkt dat hij op de zuigerstang (4) van een pneumatische of hydraulische demper (2) aangebracht is.
6.-Veerwegbegrenzer volgens conclusie 5, daardoor gekenmerkt dat de ringen (9) aangebracht zijn tegen een uiteinde van het lichaam (3) van deze demper (4) waarbuiten de zuigerstang (4) uitsteekt.
7.-Veerwegbegrenzer volgens een van de vorige conclusies, daardoor gekenmerkt dat de uitsteeksels (12) enigszins klemmend of klikkend in de uithollingen (13) passen.
8.-Element voor het begrenzen van de veerweg bestemd om in een veerwegbegrenzer volgens een van de vorige uitvoeringsvormen gebruikt te worden en die uit een ring (9) bestaat die van een onderbreking (11) voorzien is en enigszins elastisch is om door elastische vervorming deonderbreking (11) tijdelijk te vergroten, zodat hij <Desc/Clms Page number 13> transversaal op een stang (4) van een vering kan worden aangebracht, waarbij deze ring (9) op beide eindvlakken samen minstens vier uitsteeksels (12) en minstens vier overeenstemmende uithollingen (13) bevat, en met elk uitsteeksel op het ene eindvlak een uitholling op het andere eindvlak overeenkomt die over een zelfde hoek ten opzichte van dit uitsteeksel verdraaid is.
9.-Element volgens conclusie 8, daardoor gekenmerkt dat de uithollingen (13) over 180 verschoven zijn ten opzichte van de uitsteeksels (12) en axiaal tegenover de uitsteeksels (12) zijn gelegen.
10.-Element volgens conclusie 8 of 9, daardoor gekenmerkt dat op het ene eindvlak van de ring (9) minstens vier uitsteeksels (12) zijn aangebracht, terwijl in het andere eindvlak van deze ring (9) minstens vier overeenstemmende uithollingen (13) aangebracht zijn, waarbij twee uitsteeksels (12) aan weerszijden van de onderbreking (11) gelegen zijn en de twee andere diametraal ertegenover.
11.-Element volgens een van de conclusies 8 tot 10, daardoor gekenmerkt dat het uit kunststof, bijvoorbeeld polyurethaan is vervaardigd.
BE2001/0745A 2001-11-15 2001-11-15 Veerwegbegrenzer aangebracht in een vering en element voor het begrenzen van de veerweg voor dergelijke veerwegbegrenzer. BE1014477A6 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2001/0745A BE1014477A6 (nl) 2001-11-15 2001-11-15 Veerwegbegrenzer aangebracht in een vering en element voor het begrenzen van de veerweg voor dergelijke veerwegbegrenzer.
DE20215950U DE20215950U1 (de) 2001-11-15 2002-10-17 Federwegbegrenzer, angebracht in einer Federung, und Element zum Begrenzen des Federwegs für einen derartigen Federwegbegrenzer

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2001/0745A BE1014477A6 (nl) 2001-11-15 2001-11-15 Veerwegbegrenzer aangebracht in een vering en element voor het begrenzen van de veerweg voor dergelijke veerwegbegrenzer.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1014477A6 true BE1014477A6 (nl) 2003-11-04

Family

ID=3897128

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2001/0745A BE1014477A6 (nl) 2001-11-15 2001-11-15 Veerwegbegrenzer aangebracht in een vering en element voor het begrenzen van de veerweg voor dergelijke veerwegbegrenzer.

Country Status (2)

Country Link
BE (1) BE1014477A6 (nl)
DE (1) DE20215950U1 (nl)

Families Citing this family (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE102004018701B3 (de) * 2004-04-17 2005-11-10 Audi Ag Vorrichtung zur Begrenzung des Federweges einer mit einem Dämpfer zusammenwirkenden Feder
DE102006024268A1 (de) * 2006-05-24 2007-11-29 Dr.Ing.H.C. F. Porsche Ag Vorrichtung zum Blockieren eines Federbeins eines Kraftfahrzeugs
DE102008034767B4 (de) 2008-07-25 2011-05-26 Audi Ag Blockiervorrichtung für ein Federbein eines Kraftfahrzeuges
DE102009016210A1 (de) * 2009-04-03 2010-10-14 Volkswagen Ag Schwingungsdämpfer und Schwingungsdämpfersystem
EP2600029B1 (en) * 2011-02-10 2016-01-27 NOK Corporation Rebound stopper
NL1038900C2 (nl) * 2011-06-27 2013-01-02 Christiaan Karel Graaf Demperrubber voor schokbrekersysteem.
JP6340233B2 (ja) * 2014-04-08 2018-06-06 Kyb株式会社 シリンダ装置
DE102016001235B3 (de) * 2016-02-04 2017-02-02 Audi Ag Blockiervorrichtung für einen Dämpfer eines Kraftfahrzeugs
DE102016120094A1 (de) 2016-10-21 2018-04-26 König + Neurath AG Federvorrichtung

Also Published As

Publication number Publication date
DE20215950U1 (de) 2003-01-02

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1014477A6 (nl) Veerwegbegrenzer aangebracht in een vering en element voor het begrenzen van de veerweg voor dergelijke veerwegbegrenzer.
US5403113A (en) Shear loading energy absorbing device
JP3782130B2 (ja) スプリングシステム
JPS59501591A (ja) 入子式緩衝器
JPH11511229A (ja) 二レート線形ダンパ
DE102008017705A1 (de) Dämpfvorrichtung
CA2507660C (en) Pedal assembly
US6988703B2 (en) Seat suspension shock absorber
EP1433974A1 (en) Magnetorheological damper assembly and piston
WO2005038842A3 (en) Switch assembly
KR950031566A (ko) 상용 자동차의 현가장치
EP1734275A3 (de) Stossdämpfer sowie Federelement für einen Stossdämpfer
EP1498636B1 (de) Vorrichtung zum Blockieren einer Radaufhängung
JPS61218844A (ja) フ−ドバンパ−ラバ−
EP1342019B1 (de) Federelement aus elastischem werkstoff, insbesondere aus kunststoff
DE2315456B2 (de) Schaltgerät mit einer Dämpfungsanordnung
DE10344102B3 (de) Federträger mit einer Zusatzfeder
NL1038900C2 (nl) Demperrubber voor schokbrekersysteem.
US20040222578A1 (en) Prestressed elastic device with cage and use thereof
KR200237820Y1 (ko) 영구자석을 이용한 충격 흡수 장치
ITBO20000552A0 (it) Ammortizzatore a doppio effetto con dispositivo di fine corsa a indurimento progressivo particolarmente per sospensioni di veicoli
EP1046469A3 (en) Apparatus for assembling and dismantling spring/shock absorber units for vehicle suspensions
CN220235108U (zh) 便于远程监控预警的防爆控制箱
WO2019065028A1 (ja) 直動ダンパ及びロータリーダンパ
US20080230967A1 (en) Telescoping spring

Legal Events

Date Code Title Description
RE20 Patent expired

Owner name: *RACELAND N.V.

Effective date: 20071115