BE1013028A3 - Verbeteringen aan laadkleppen voor vrachtwagens. - Google Patents

Abstract

Verbeteringen aan laadkleppen voor vrachtwagens, van het type dat voorzien is van een mechanische bodemschuinstelling die zich in de nabijheid bevindt van de bevestiging van de laadbrug met de vrachtwagen, en waarbij tot dit doel de hefarmen (14) scharnierbaar bevestigd zijn, door middel van spillen (15) op de schommelhefbomen (9) die zich kunnen afsteunen tegen een vast gedeelte (5) van de laadklepconstructie, daardoor gekenmerkt dat de bevestiging van iedere hefarm (14) met iedere schommelhefboom (9) gevormd wordt door een vorkvormig uiteinde (22) van iedere hefboom (14) die omheen een betreffende schommelarm (9) is voorzien.

Description

   <Desc/Clms Page number 1> 
 



    Verbeteringen   aan laadkleppen voor vrachtwagens. 



  De huidige uitvinding heeft betrekking op verbeteringen aan laadkleppen voor vrachtwagens, meer speciaal laadkleppen met mechanische bodemschuinstelling. 



  Meer speciaal nog heeft de huidige uitvinding betrekking op verbeteringen aan zulke laadkleppen waarbij de mechanische schuinstelling achteraan op de hefarmen is voorzien, met andere woorden in de nabijheid van de bevestiging van de laadbrug met de vrachtwagen. 



  Een nadeel van dit soort laadkleppen waarbij het 
 EMI1.1 
 ujLnLe-Linecnan-Lbm dat de beide hefarmen enkel vooraan, met andere woorden aan hun vrij uiteinde, door middel van een dwarsstang, buis of dergelijke met elkaar zijn verbonden, terwijl zij achteraan door middel van pennen afzonderlijk gelagerd zijn ten opzichte van de zogenaamde schommelhefbomen, die zelf scharnierbaar met het op de vrachtwagen bevestigde vaste gedeelte van de laadbrug zijn verbonden. 



  Het nadeel hiervan echter is dat de laadbrug, in dwarszin, relatief gemakkelijk kan vervormen. 



  De huidige uitvinding heeft dan ook betrekking op verbeteringen aan laadbruggen van het voornoemde type waarbij iedere vervorming in dwarszin van de laadklep, met andere woorden dwars op de rijrichting van de vrachtwagen, nagenoeg volledig wordt uitgesloten. 



  De verbeteringen volgens de uitvinding, aangebracht op laadkleppen met mechanische bodemschuinstelling die zieh in 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 de nabijheid bevindt van de bevestiging van de laadbrug met de vrachtwagen en waarbij de hefarmen scharnierbaar bevestigd zijn, door middel van spillen, op schommelhefbomen die zieh kunnen afsteunen tegen een vast gedeelte van de laadklepconstructie, bestaan hoofdzakelijk uit een bevestiging van iedere hefarm met iedere schommelhefboom door middel van een vorkvormig uiteinde van iedere hefarm dat omheen een betreffende schommelarm is voorzien. 



  Op deze wijze bekomt men dat tussen deze vorkvormige uiteinden een buis stang, staaf of dergelijke kan voorzien worden die als het ware als torsiestang zal fungeren ten einde de laadklepconstructie in dwarszin een doeltreffende 
 EMI2.1 
 b Met Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, een voorkeurdragende uitvoeringsvorm beschreven van een laadklep waarop de voornoemde verbeteringen zijn toegepast met verwijzing naar de bijgaande tekeningen waarin : figuur 1 een perspectiefzicht weergeeft van een laadklep met mechanische bodemschuinstelling waarop de verbeteringen volgens de uitvinding zijn toegepast ; figuur 2 een zijaanzicht weergeeft van figuur 1, waarbij de laadklep bevestigd is op een vrachtwagen ;

   figuur 3 een zieht is gelijkaardig aan dit van figuur
2, doch met de eigenlijke laadklep schuin ingesteld ; figuur 4 op grotere schaal het gedeelte weergeeft dat in figuur 2 door F4 is aangeduid ; figuur 5 op grotere schaal het gedeelte weergeeft dat in figuur 3 door F5 is aangeduid ; 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 figuur 6 een zieht weergeeft volgens pijl F6 in figuur   3 ;   figuur 7 op grotere schaal het gedeelte weergeeft dat in figuur 6 door F7 is aangeduid. 



  De laadklep 1 is, zoals in de figuren is weergegeven, geschikt bevestigd, door middel van flenzen 2-3, op het achteruiteinde van een vrachtwagen 4, waarbij tussen deze flenzen 2 en 3 het zogenaamde vast gedeelte 5 van de laadklep 1 is aangebracht. 



  Met dit vast gedeelte 5 zijn twee paar flenzen, respectievelijk 6-7 bevestigd waarin telkens een as 8 is bevestigd en waarbij op ieder zulke as een schommelhefboom      vrij scharnlerbaar   j-s   aangebracht. 



  Onderaan is iedere schommelhefboom 9 door middel van een spil 10, vrij scharnierbaar verbonden met het lichaam van een hydraulische cylinder 11 waarvan de zuigerstang 12, door middel van een spil 13, vrij scharnierbaar verbonden is met het onderuiteinde van een betreffende hefarm 14. 



  Iedere hefarm 14 is bovenaaan, door middel van een spil 15, scharnierbaar verbonden met een betreffende schommelhefboom 9. 



  Met een vaste flens 16, in combinatie met een naastliggende flens 6, is verder een spil 17 verbonden waarrond het vrij uiteinde kan scharnieren van een hydraulische cylinder 18 waarvan het tweede uiteinde, door middel van een spil 19, scharnierbaar verbonden is met het eigenlijke laadplatform 20. 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 Dit laatste is door middel van twee spillen 21 verbonden met de voornoemde hefarmen 14. 



  Volgens de huidige uitvinding is de bevestiging van de hefarmen 14 met de betreffende schommelarmen 9 uiteindelijk bekomen doordat de vrije uiteinden van de hefarmen 14 zijn uitgevoerd in de vorm van een vork 22 die omheen de betreffende schommelhefboom 9 op de voornoemde spil 15 is aangebracht. 



  Inderdaad wordt op deze wijze bekomen dat tussen de binnenarmen 23 van iedere vork 22 een versteviging, in de vorm van een dwarsstang, een buis of dergelijke 24 kan 
 EMI4.1 
 aangebracht worden die de voornoemde binnenarmen 23, -L--r, -M verbindt, traditioneel voorzien wordt. 



  Op deze wijze bekomt men tenslotte dat een dwarse vervorming van de laadklepconstructie nagenoeg volledig wordt uitgesloten. 



  De eigenlijke werking van de laadklep zoals hiervoor beschreven is op zichzelf bekend en bestaat er hoofdzakelijk in dat, door middel van de hefcylinders 11, het eigenlijke laadplatform 20 in om het even welke stand op en neer kan verplaatst worden, waarbij de schommelarmen 9 in dat geval tegen het vast gedeelte 5 van de laadklep kunnen steunen, terwijl de hydraulische cylinders 18 ervoor zorgen dat het eigenlijke laadplatform 20 vanuit de gebruiksstand naar de sluitstand kan gebracht worden en omgekeerd. 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 Vermits volgens de uitvinding een dwarsverbinding tussen de hefarmen 14 wordt voorzien, zowel onderaan als bovenaan bekomt men een laadklep die een zeer stevige constructie heeft vooral tegen vervormingen in dwarszin. 



  De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot als voorbeeld beschreven en in de bijgaande tekeningen weergegeven uitvoering, doch zulke laadklep kan in allerlei vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader der uitvinding te treden.

Claims (2)

Conclusies.

1. - Verbeteringen aan laadkleppen voor vrachtwagens, van het type dat voorzien is van een mechanische bodemschuinstelling die zich in de nabijheid bevindt van de bevestiging van de laadbrug met de vrachtwagen, en waarbij tot dit doel de hefarmen (14) scharnierbaar bevestigd zijn, door middel van spillen (15), op de schommelhefbomen (9) die zieh kunnen afsteunen tegen een vast gedeelte (5) van de laadklepconstructie, daardoor gekenmerkt dat de bevestiging van iedere hefarm (14) met iedere schommelhefboom (9) gevormd wordt door een vorkvormiq utile-onde (22) van ledere hefboom (14) die omheen een betreffende schommelarm (9) is voorzien.

2.-Verbeteringen aan laadkleppen voor vrachtwagens, volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de binnenarm (23) van de vorkvormige uiteinden (22) van iedere hefarm (14) met elkaar verbonden zijn door middel van een dwarssteun, stang, buis of dergelijke (24).