BE1012603A3 - Werkwijze en inrichting voor het vormen van vezelpaketten voor borstelvervaardiging uit een vezelstreng. - Google Patents

Abstract

Werkwijze voor het vormen van vezelpakketten voor borstelvervaardiging uit een vezelstreng, waarbij uit een vezelstreng (1) die van een omhulling (4) is voorzien door het afsnijden van gedeelten (5) van deze vezelstreng (1) vezelpakketten (2) worden gevormd, daardoor gekenmerkt dat alvorens zulk gedeelte (5) wordt afgesneden de omhulling (4) van dit gedeelte (5) volledig wordt verwijderd.

Description

   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  Werkwijze en inrichting voor het vormen van vezelpakketten voor borstelvervaardiging uit een vezelstreng. 



  Deze uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en een inrichting voor het vormen van vezelpakketten uit een vezelstreng, en welbepaald vezelpakketten die worden aangewend bij het vervaardigen van borstels. 



  Het is bekend dat de vezels voor het vormen van borstelharen worden verpakt tot vezelstrengen bestaande uit parallelle vezels die door middel van een omhulling bij elkaar worden gehouden. Deze vezelstrengen, die doorgaans een diameter van ongeveer 5 cm en een lengte van 1 à 2 m hebben, worden in een later stadium in gedeelten van de gewenste lengte gesneden. Hierdoor worden verpakte vezelpakketten verkregen die aan een borstelvervaardigingsmachine kunnen worden toegevoerd, waar de vezelpakketten van de omhulling worden ontdaan en de vezels in de vezelmagazijnen worden aangebracht. 



  Volgens het Amerikaans octrooi nr. 4. 680.850 van aanvraagster wordt de omhulling van de op lengte gesneden vezels verwijderd door de omhulling gedeeltelijk in te snijden en om te plooien, zodanig dat de vezels over een bepaalde lengte vrij komen te zitten, en vervolgens het vezelpakket bij het vrijgemaakte gedeelte met een klem vast te nemen, waarna de omhulling volledig wordt verwijderd. 



  Uit de Duitse octrooiaanvrage nr. 195. 25.808 is het bekend om van ieder af te snijden gedeelte van zulke vezelstreng de omhulling gedeeltelijk op te stropen alvorens het betreffende gedeelte wordt afgesneden. Zodoende worden op lengte afgesneden vezelpakketten verkregen waarvan de 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 vezels nog bij elkaar worden gehouden door de omhulling, doch die tevens een vrijgemaakt gedeelte vertonen dat toelaat om een klem op het vezelpakket te plaatsen, waarna de omhulling volledig van het vezelpakket kan worden verwijderd. 



  De huidige uitvinding beoogt een verbeterde werkwijze en inrichting voor het vormen van vezelpakketten uit vezelstrengen die nieuwsoortig zijn en bovendien verschillende voordelen opleveren. 



  Hiertoe betreft de uitvinding een werkwijze voor het vormen van vezelpakketten voor borstelvervaardiging uit een vezelstreng, waarbij uit een vezelstreng die van een omhulling is voorzien door het afsnijden van gedeelten van deze vezelstreng vezelpakketten worden gevormd, met als kenmerk dat alvorens zulk gedeelte wordt afgesneden de omhulling van dit gedeelte volledig wordt verwijderd. 



  Doordat de omhulling reeds volledig van het af te snijden gedeelte wordt verwijderd, vooraleer dit gedeelte van de vezelstreng wordt afgesneden, wordt het voordeel verkregen dat bij het verwijderen van deze omhulling geen bijzondere omzichtigheid meer geboden is, daar de vezels van het te vormen vezelpakket op dat moment nog verbonden zijn met de rest van de vezelstreng en dus niet uit elkaar kunnen vallen. 



  Ook wordt volgens de uitvinding de omslachtige tussentijdse bewerking, die bij de bekende uitvoeringen noodzakelijk is voor het verwijderen van de omhulling van het reeds afgesneden vezelpakket, uitgesloten. 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 



  Doordat volgens de uitvinding het volledige af te snijden vezelgedeelte komt vrij te zitten, levert de omhulling geen hinder op voor het plaatsen van een klem, wat wel het geval is bij de voornoemde bekende technieken daar tijdens het plaatsen van de klem de vezels van het vezelpakket nog steeds door een gedeelte van de omhulling omgeven zijn en      dus weinig plaats voor de klem voorhanden is. 



  Een bijkomend voordeel dat hieruit voortvloeit, bestaat erin dat de lengte van de af te snijden vezelpakketten niet meer beperkt wordt door de manipulaties die achteraf hierop moeten kunnen worden uitgevoerd om de omhulling te verwijderen, waardoor vezelpakketten met zeer korte vezellengten, kleiner dan 2 cm, kunnen worden gevormd en worden verwerkt. 



  Het is duidelijk dat de af te snijden vezels voorafgaand aan het afsnijden wel in een passende inrichting worden ingeklemd of opgenomen, zodat het vezelpakket niet uit elkaar valt na het afsnijden. Bij voorkeur worden de vezels van het voornoemde gedeelte na het verwijderen van de omhulling van dit gedeelte, doch voor het afsnijden van dit gedeelte, hiertoe vastgenomen in een kleminrichting, waardoor zij dan rechtstreeks door middel van deze kleminrichting kunnen worden afgevoerd voor verdere manipulatie. 



  In de meest voorkeurdragende uitvoeringsvorm wordt de omhulling systematisch verwijderd naarmate de gedeelten worden afgesneden. Hierdoor blijven de vezels van het resterende gedeelte van de vezelstreng goed geordend. 



  In een praktische uitvoeringsvorm wordt de omhulling verwijderd door ze systematisch los te maken vanaf het 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 uiteinde waar de voornoemde gedeelten worden afgesneden, terwijl de omhulling ter plaatse van het overige gedeelte van de vezelstreng onberoerd gelaten wordt. 



  Meer speciaal geniet het de voorkeur dat de omhulling wordt verwijderd door haar op één of meer plaatsen langs de omtrek in langsrichting door te snijden en de doorgesneden omhulling zijdelings af te voeren. 



  Volgens een variante wordt de omhulling verwijderd door haar van de vezelstreng af te wikkelen. 



  Niettegenstaande het zoals hiervoor beschreven de voorkeur geniet dat de omhulling van het achterste gedeelte van de vezelstreng niet beroerd wordt, is het niet uitgesloten om de omhulling te verwijderen door haar naar achteren weg te schuiven, hetzij door haar in haar geheel cilindervormig te verschuiven, hetzij door haar harmonicavormig op te stropen. 



  Volgens een bijzondere uitvoeringsvorm wordt voor het verwijderen van de omhulling een vaste inrichting aangewend ; wordt de vezelstreng doorheen deze inrichting verplaatst ; en laat men de vezelstreng doorheen de voornoemde inrichting zakken, gebruik makend van de zwaartekracht, al dan niet geholpen door bijkomende middelen. 



  Praktisch geniet het de voorkeur dat de afgesneden vezelpakketten aansluitend in een hulpinrichting worden gelijk geklopt of gelijk getrild, tussen twee aanslagen, zodanig dat alle uiteinden van de vezels in hetzelfde vlak zijn gelegen. 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 De uitvinding heeft eveneens betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van borstels, met als kenmerk dat de borstelvezels worden verkregen uit vezelpakketten die volgens de hierboven beschreven werkwijze werden gevormd. 



  Verder heeft de uitvinding ook betrekking op een inrichting voor het vormen van vezelpakketten uit een vezelstreng volgens de voornoemde werkwijze, met als kenmerk dat zij minstens bestaat uit toevoermiddelen voor een vezelstreng; middelen om de omhulling van de vezelstreng te verwijderen; een aanslag voor het uiteinde van de vezelstreng ;   eensnij-inrichting om gedeelten van de vezelstreng af te   snijden die werkzaam is tussen de middelen om de omhulling van de vezelstreng te verwijderen en de voornoemde aanslag; en een kleminrichting om de voornoemde gedeelten vast} te houden. 



  Met het inzicht de kenmerken van de uivinding beter aan te tonen, zijn hierna als voorbeeld zonder enig beperkend karakter enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : figuur 1 schematisch de werkwijze volgens de uitvinding weergeeft; figuur 2 schematisch een inrichting weergeeft om de werkwijze van figuur 1 te verwezenlijken; figuur 3 de inrichting van figuur 2 in een andere toestand weergeeft; figuur 4 op een grotere schaal het gedeelte weergeeft dat in figuur 3 met F4 is aangeduid; figuur 5 de voornoemde inrichting in perspectief weer- geeft, voor vrijwel dezelfde toestand als figuur 3; 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 figuur 6 een zicht weergeeft analoog aan figuur 3, doch voor nog een andere toestand; figuur 7 schematisch nog een gedeelte van de inrichting weergeeft; figuur 8 in perspectief een variante weergeeft ;

   figuren 9 en 10 schematisch twee varianten weergeven om de omhulling van de vezelstreng te verwijderen; figuur 11 in doorsnede een tandenborstel weergeeft met borstelharen die bestaan uit vezels die gevormd zijn uit de voornoemde vezelstrengen. 



  Zoals weergegeven in figuur 1 heeft de uitvinding betrekking op de verwerking van vezelstrengen 1 tot vezelpakketten 2. 



  De vezelstrengen 1 worden, zoals weergegeven in stap A, toegeleverd in de vorm van een bundel parallelle vezels 3 waarrond een omhulling 4, doorgaans uit papier, is aangebracht.      



  De vezelpakketten 2 worden gevormd door van de vezelstreng 1 gedeelten 5 af te snijden van een welbepaalde lengte, in functie van de vezellengte die noodzakelijk is voor het produceren van de borstels. 



  Het bijzondere van de huidige uitvinding bestaat erin dat, zoals weergegeven in stap B, de omhulling 4 volledig van het gedeelte 5 wordt verwijderd, alvorens dit gedeelte 5, zoals aangeduid in stappen C en D, door middel van een mes 6 of dergelijke wordt afgesneden. Voordat het gedeelte 5 wordt afgesneden, worden de vezels 3 ter plaatse van het gedeelte 5 in een kleminrichting 7 opgenomen, zodat de losse vezels 3A die na het afsnijden worden verkregen, samengehouden blijven. 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 



  Zoals aangeduid in stap D, kunnen de afgesneden vezels 3A, die dan volledig van hun omhulling 4 ontdaan zijn, verder worden gemanipuleerd met behulp van de kleminrichting 7, zoals hierna nog zal worden uiteengezet. 



  In de praktijk kan de voornoemde werkwijze op verschillende manieren worden gerealiseerd. Een voorbeeld van een inrichting 8 hiertoe wordt hierna beschreven aan de hand van de figuren 2 tot 6. 



  Deze inrichting 8 bestaat hoofdzakelijk uit toevoermiddelen 9 voor een vezelstreng 1; middelen 10 om de omhulling 4 van   de vezelstreng 1 te verwijderen ; aanslag 11 voor het   uiteinde 12 van de vezelstreng 1; een snij-inrichting 13 om gedeelten 5 van de vezelstreng 1 af te snijden die werkzaam is tussen de voornoemde middelen 10 en de voornoemde   aanslag 11 ; een kleminrichting 7 om de voornoemde   gedeelten 5 vast te houden. 



  De toevoermiddelen 9 bestaan in het voorbeeld van figuren 2 tot 6 uit een opwaarts, meer speciaal verticaal opwaarts, gerichte geleiding 14 die een doorgang 15 voor de vezelstreng 1 vormt. 



  De middelen 10 bestaan uit één of meer, in dit geval zes messen 16 die langs de omtrek van de voornoemde doorgang 15 of van het verlengde daarvan staan opgesteld, alsmede uit een geleiding 17 om de doorgesneden gedeelten 18 van de omhulling 4 zijdelings af te voeren. De geleiding 17 wordt gevormd door de bovenzijde van een plaat 19, die voorzien is van een opening 20 voor de vezelstreng 1. 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 De snij-inrichting 13 bestaat uit een mes 21 dat onder de voornoemde geleiding 14, meer speciaal onder de plaat 19, verplaatsbaar is, door middel van een aandrijfelement 22. 



  De voornoemde aanslag 11 bevindt zich onder de plaat 19, zodanig dat een in de geleiding 14 aangebrachte vezelstreng 1 met haar uiteinde 12 op de aanslag 11 kan steunen. 



  De werking van de inrichting 8 is hierna uiteengezet aan de hand van de verschillende stappen die in de figuren 2 tot 6 zijn afgebeeld. 



  Eerst wordt zoals in figuur 2 een vezelstreng 1 in de geleiding 14 gebracht. 



  Zoals weergegeven in de figuren 3,4 en 5 glijdt de vezelstreng 1 naar beneden onder haar eigen gewicht tot dat zij met haar uiteinde 12 op de aanslag 11 rust. Hierbij wordt de omhulling 4 langs haar omtrek in langsrichting doorgesneden ter plaatse van de messen 16. De doorgesneden gedeelten 18 worden hierbij zijdelings afgevoerd over de bovenzijde van de plaat 19. Hierbij ontstaat een gedeelte 5 dat volledig van zijn omhulling 4 is ontdaan, waarvan vervolgens de vezels 3 door middel van de kleminrichting 7 worden vastgenomen. 



  Door vervolgens de snij-inrichting 13 te activeren, zoals afgebeeld in figuur 6, wordt een vezelpakket 2 van losse vezels 3A gevormd. 



  Opgemerkt wordt dat de afstand X tussen de snij-inrichting 13 en de aanslag 11 bij voorkeur instelbaar is door middel van niet weergegeven   regelmiddelen,   zodanig dat de lengte van de vezels 3A kan worden ingesteld. 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 



  Tevens wordt opgemerkt dat de vezelstreng 1 voorafgaand aan het snijden aan een tril- of klopbewerking kan worden onderworpen via de aanslag 11 om zeker te zijn dat de vezels 3 nabij het uiteinde 12 allen in hetzelfde vlak gelegen zijn. 



  De inrichting 8 kan eventueel, zoals afgebeeld in figuur 7, zijn uitgerust met een hulpinrichting 23 om de vezels 3A na het snijden, waarbij enige verschuiving kan zijn opgetre- den, opnieuw met hun uiteinden gelijk te brengen. Zoals weergegeven bestaat deze hulpinrichting 23 bijvoorbeeld uit twee aanslagen 24-25 waartussen de vezels 3A worden gelijk getrild of gelijk geklopt. 



  Opgemerkt wordt dat de inrichting 8 al dan niet deel kan uitmaken van een borstelvervaardigingsmachine. In het geval dat zij deel uitmaakt van zulke borstelvervaardigings- machine zal het geheel worden uitgerust met transfer- middelen 26 die zoals schematisch weergegeven in figuur 7 de afgesneden vezelpakketten 2 met behulp van de kleminrichting 7 in het vezelmagazijn 27 brengen. 



  Nadat het onderste gedeelte 5 is afgesneden en weggenomen, zakt de vezelstreng 1 terug naar beneden, waarna de cyclus zich kan herhalen. Zodoende wordt de omhulling 4 systematisch verwijderd naarmate de gedeelten 5 worden afgesneden. 



  Het is duidelijk dat de inrichting 8 volgens een groot aantal varianten kan worden verwezenlijkt. De verplaatsing van de vezelstreng 1 kan bijvoorbeeld geholpen worden door middel van een aandrukelement 28. Volgens een variante kan de verplaatsing ook horizontaal gebeuren mits gebruik 'te maken van geschikte aandrijfmiddelen. De verplaatsing hoeft 

 <Desc/Clms Page number 10> 

 ook niet noodzakelijk door de vezelstreng 1 te gebeuren doch kan ook worden bekomen door de systematische verplaatsing van de aanslag 11 en de snij-inrichting 13. 



  In figuur 8 is nog een variante weergegeven waarbij de messen voor het doorsnijden van de omhulling 4 gevormd worden door snijrollen 29, terwijl de voornoemde plaat 19 vervangen is door een buisdeel 30. 



  Het verwijderen van de omhulling 4 kan uiteraard ook op andere wijzen tot stand worden gebracht. 



  Figuur 9 geeft een variante weer waarbij de omhulling 4 wordt   verwijderd   door haar van de vezelstreng 1 af te wikkelen. Doorgaans gaat dit afwikkelen zeer gemakkelijk daar in de praktijk de omhulling 4 gevormd is door de vezelstreng 1 spiraalvormig met een band te omwikkelen, welke band dus ook vlot opnieuw kan worden afgewikkeld. 



  Figuur 10 geeft schematisch een variante weer waarbij de omhulling 4 wordt verwijderd door haar minstens van het af te snijden gedeelte 5 naar achteren weg te schuiven. ,In figuur 10 wordt de omhulling 4 buisvormig naar achteren geschoven, doch het is duidelijk dat zij eventueel ook harmonicavormig kan worden opgestroopt en worden weggedrukt. 



  Volgens een niet weergegeven variante kan de vezelstreng 1 ook eerst over haar volledige lengte van haar omhulling 4 worden ontdaan en in één of meer kleminrichtingen worden vastgenomen om vervolgens in vezelpakketten te worden opgedeeld. 



  De werkwijze van de uitvinding is bijzonder geschikt voor het vervaardigen van borstels, meer speciaal tandenborstels 

 <Desc/Clms Page number 11> 

 waarbij de vezelbundels bestaan uit enkelvoudige vezels, in de plaats van de klassieke dubbelgevouwen vezels. Hierbij stemt de lengte van de ingeplante vezelbundels hoofd- zakelijk overeen met de lengte van de vezels. Aangezien de vezels hierbij niet dubbelgevouwen zijn, dient van vrij korte vezelpakketten 2 te worden uitgegaan, zodanig dat de werkwijze van de uitvinding bijzonder tot haar recht komt. 



  Het voorgaande sluit echter niet uit dat de uitvinding ook kan worden toegepast voor de vervaardiging van andere borstels, waarbij de vezels 3A achteraf al dan niet worden dubbelgevouwen. 



  De werkwijze van de uitvinding is ook bijzonder geschikt voor het vervaardigen van draadgewikkelde borstels, meer speciaal interdentale borstels 31 en mascara-borstels, zoals getoond in figuur 11. Deze types hebben een kleine diameter Dl en dus ook korte vezellengte. Wanneer bij het vervaardigen dankzij de huidige uitvinding korte vezels kunnen verwerkt worden, leidt dit tot minder verlies aan grondstoffen omdat er minder vezels worden afgesneden. 



  De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch de voornoemde werkwijze en inrichting kunnen volgens verschillende varianten worden      verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden. 



  Zo bijvoorbeeld kan in alle voornoemde systemen voor het verwijderen van de voornoemde omhulling 4 al dan niet gebruik worden gemaakt van de zwaartekracht, meer speciaal het eigen gewicht van de vezelstreng 1, om de omhulling 4 los te maken.

Claims (17)

Conclusies.

1.- Werkwijze voor het vormen van vezelpakketten voor borstelvervaardiging uit een vezelstreng, waarbij uit een vezelstreng (1) die van een omhulling (4) is voorzien door het afsnijden van gedeelten (5) van deze vezelstreng (1) vezelpakketten (2) worden gevormd, daardoor gekenmerkt dat alvorens zulk gedeelte (5) wordt afgesneden de omhulling (4) van dit gedeelte (5) volledig wordt verwijderd.

2. - Werkwijze volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de vezels (3) van het voornoemde gedeelte (5) na het verwijderen van de omhulling (4) van dit gedeelte (5), doch voor het afsnijden van dit gedeelte (5), worden vastgenomen in een kleminrichting (7).

' 3. - Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat de vezelstreng (1) met het uiteinde (12) waar het voornoemde gedeelte (5) wordt van afgesneden tegen een aanslag (11) wordt gebracht.

4. - Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de omhulling (4) systematisch wordt verwijderd naarmate de gedeelten (5) worden afgesneden.

5. - Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de omhulling (4) wordt verwijderd door ze op één of meer plaatsen langs de omtrek in langsrichting door te snijden en de doorgesneden omhulling (4) zijdelings af te voeren.

6.- Werkwijze volgens conclusie 5, daardoor gekenmerkt dat de vezelstreng (1) langsheen een geleiding (17) wordt <Desc/Clms Page number 13> gevoerd ; de omhulling (4) voor deze geleiding (17) door middel van minstens twee vast opgestelde messen (16) in langsrichting wordt doorgesneden ; doorgesneden omhulling (4) langs de geleiding (17) wordt weggebogen ; het vrijgemaakte gedeelte (5) van de vezelstreng (1) achter de voornoemde geleiding (17) wordt doorgesneden teneinde een vezelpakket (2) met losse vezels (3A) van gewenste lengte te vormen.

7. - Werkwijze volgens één van de conclusies 1 tot 4, daardoor gekenmerkt dat de omhulling (4) wordt verwijderd door haar van de vezelstreng (1) af te wikkelen.

8. - Werkwijze volgens één van de conclusies 1 tot 4, daardoor gekenmerkt dat de omhulling (4) wordt verwijderd door haar minstens van het af te snijden gedeelte (5) naar achteren weg te schuiven.

9. - Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat voor het verwijderen van ' de omhulling (4) een vaste inrichting (8) wordt aangewend ; de vezelstreng (1) doorheen deze inrichting (8) wordt verplaatst ; en dat voor de verplaatsing van de vezelstreng (1) men deze doorheen de voornoemde inrichting (8) laat zakken, gebruik makend van de zwaartekracht.

10.- Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de vezels (3A) van de afgesneden vezelpakketten (2) aansluitend met hun uiteinden in een hulpinrichting (23) worden gelijk geklopt of gelijk getrild, meer speciaal tussen twee aanslagen (24-25). <Desc/Clms Page number 14>

11.- Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat zij wordt aangewend voor het vormen van vezels (3A) met een lengte kleiner dan 2 cm.

12. - Werkwijze voor het vervaardigen van borstels, daardoor gekenmerkt dat de borstelvezels worden gevormd volgens de werkwijze van één van de conclusies 1 tot 11.

13.- Werkwijze volgens conclusie 12, daardoor gekenmerkt dat de afgesneden gedeelten (5) van de vezelstreng (1) via een kleminrichting (7) die de vezels (3A) vasthoudt tijdens het lossnijden direct of indirect worden overgebracht naar een vezelmagazijn (27) van een borstelvervaardigingsmachine.

14. - Werkwijze volgens één van de conclusies 11 tot 13, daardoor gekenmerkt dat zij wordt aangewend voor het vervaardigen van borstels, meer speciaal tandenborstels van het type waarbij de lengte van de ingeplante vezelbundels hoofdzakelijk overeenstemt met de lengte van de vezels (3A) waaruit zij worden gevormd.

15. - Werkwijze volgens één van de conclusies 11 tot 13, daardoor gekenmerkt dat zij wordt aangewend voor het vervaardigen van draadgewikkelde borstels (31).

16.- Inrichting voor het vormen van vezelpakketten uit een vezelstreng volgens de werkwijze van conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat zij minstens bestaat uit toevoermiddelen (9) voor een vezelstreng (1); middelen (10) om de omhulling (4) van de vezelstreng (1) te verwijderen ; aanslag (11) voor het uiteinde (12) van de vezelstreng (1); een snij-inrichting (13) om gedeelten (5) van de vezelstreng (1) af te snijden die werkzaam is tussen de voornoemde middelen (10) en de voornoemde aanslag (11); en een <Desc/Clms Page number 15> kleminrichting (7) om de voornoemde gedeelten (5) vast te houden.

17.- Inrichting volgens conclusie 16, daardoor gekenmerkt dat de toevoermiddelen (9) bestaan uit een opwaarts, bij voorkeur verticaal opwaarts, gerichte geleiding (14) die een doorgang (15) voor de vezelstreng (1) vormt ; dat de aanslag (11) zich onder deze geleiding (14) bevindt zodanig dat een in de geleiding (14) aangebrachte vezelstreng (1) met haar onderste uiteinde (12) op de aanslag (11) kan steunen ; dat de middelen (10) om de omhulling (4) van de vezelstreng (1) te verwijderen, bestaan uit één of meer messen (16-21) die langs de omtrek van de voornoemde doorgang (15) of het verlengde daarvan staan opgesteld, alsmede uit een geleiding (17) om de doorgesneden gedeelten (18) van de omhulling (4) zijdelings af te voeren ; dat de snij-inrichting (13) onder de voornoemde geleiding (17) voor het zijdelings afvoeren van de omhulling (4) is aangebracht.