<Desc/Clms Page number 1>
Beschrijving : Hulphijssystemen voor laadlift Een vrachtwagen 1 voorzien van een laadlift van het type verticaallift is gekend o. a. uit het EUR. octrooi nr 0552836.
Zulke laadlift bestaat uit twee opstaande kolommen 4 welke geplaatst zijn verticaal aan twee zijden van de achteropening van de laadbak van het voertuig.
Deze kolommen, welke deel uitmaken van het vast frame 8 bevatten of omvatten autonome glijders welke zieh langsheen voornoemde kolommen kunnen bewegen d. m. v. een hijssysteem waarmede ze verbonden zijn.
Verder zijn voornoemde glijders scharnierend verbonden met een laadplatform.
Dit systeem heeft het nadeel dat de hoogtewerking van het laadplatform beperkt is, en dat de kolommen tot dicht bij de grond komen.
Een extra hijssysteem monteren aan de twee autonome glijders impliceert een dubbel liftmechanisme en is duur, komplex en zwaar van uitvoering, bovendien behoeft men dan een extra vast frame dat gelift wordt. Gezien de dwarsverbindingen in de bewegende delen zou dit een probleem kunnen geven met de afdichting van het laadplatform 5 als deur (i. v. m. verticale afdichtingspanelen en dakeinde), en tevens kwetsgevaar voor personen en goederen bij passeren van de laadvloer en/of dak van de laadbak van de vrachtwagen 1.
EMI1.1
Het bestaande liftsysteem uitbreiden om hoger te gaan .
<Desc/Clms Page number 2>
is komplex en beperkt met de huidige stand der techniek.
De uitvinding biedt hier een oplossing : - geen extra liftmechanisme, enkel twee hulphijssystemen, - licht van konstruktie in verhouding tot maximale hoogte- werking.
- laadplatform 5 blijft kunnen dienst doen als deur, (binnen-afdichtingpanelen en dakeindekonstruktie zitten niet in de weg voor de funktie) De uitvinding bestaat uit het toepassen van twee hulphijssystemen 20, één tussen elke glijder 4 en het vast frame 8 in de nabijheid van de bijhorende kolom 3.
Voornoemde hulphijssysteem 20 bestaat uit een hulpglijder 7, een kabelwiel 10, een kabel 9, een kabelbevestiging 14 aan het vast frame 8, en een kabelbevestiging 15 aan een hulpglijder 7.
Het vast frame 8 moet verstaan worden als alles wat niet beweegt, zoals de kolommen 3, de laadbak van de vrachtwagen 1, het basisframe van de laadklep 2, enz...
Bij toepassing van deze uitvinding worden de glijders 4 in lengte uitgevoerd tot maximaal de maximale mogelijke
EMI2.1
lengte in transporttoestand van het voertuig.
D. dat ze niet boven het dak uitsteken en niet meer onder de laadbak uitkomen dan mogelijk tijdens het rijden.
De voornoemde glijders 4 zijn elks voorzien van een hulpglijder 7 welke verbonden zijn met bijhorende glijder 4 en er zieh langs op en neer kunnen bewegen.
<Desc/Clms Page number 3>
Belangrijk is dat de uitvinding toestaat dat de hulpglijders 7 zieh zowel kunnen bewegen deels bovenuit de bijhorende glijders 4 alsook deels onderuit voornoemde glijders 4.
De glijsystemen 11 en 12 aan de glijders 4 en de hulpglijders 7 moeten stevig in elkaar grijpen om stabiliteit te geven in de twee horizontale dimensies, omdat hun stabiliteit enkel steunt aan het vast frame 8, via de kolommen 3.
Het laadplatform waarmede de hulpglijders 7 scharnierend mee verbonden zijn kan geen starre verbinding geven.
Een starre verbinding kan leiden tot blokkage in het glijsysteem bij torsende of schuine stand van de vrachtwagen.
Voornoemde glijders 4 worden aan de bovenzijde elks voorzien van een kabelwiel 10 waarover een kabel 9 loopt welke aan haar ene uiteinde bevestigd is via kabelbevestiging 14 aan het vast frame 8 en aan haar andere uiteinde bevestigd is via kabelbevestiging 15 aan een bijhorende hulpglijder 7.
Belangrijk in de uitvinding is de positie van de kabelwielen 10 en de kabels 9. Dezen moeten, in langsrichting van de vrachtwagen 1 gezien, zo dicht mogelijk aan en zijdelings van de kombinatie kolom 3 met glijder 4 geplaatst zijn, met de as 13 doorheen het kabelwiel 10 haaks op voornoemde langsrichting.
Door deze opstelling is een maximale doorgang tussen de kolommen naar de laadbak van de vrachtwagen 1 mogelijk.
Hierdoor is het ook mogelijk andere voorzieningen zoals hydraulische en elektrische leidingen naar het laadplatform 2 aan de andere zijde van de kolom te plaatsen.
De uitvinding biedt verder de mogelijkheid dat het
<Desc/Clms Page number 4>
hulphijssysteem 20 zieh bevindt aan de buitenzijde (zijwandeinde) van het voertuig, waardoor het hulphijssyteem 20 goed bereikbaar blijft van buitenuit voor herstelling en onderhoud, eventueel na wegname van het estetischbekledingspaneel 19.
Door deze kompakte uitvoering van de totale liftkolommenkombinaties en behoud van de autonome konstruktie van de beide glijders 4 met hulpglijders 7, kan de binnen-zijwand laadbak 20 van de vrachtwagen 1 doorgetrokken worden binnen-omheen de totale liftkolommen en alzo afdichting geven tegenaan het gesloten laadplatform, eventueel via het vast frame 8 en/of kolommen 3. Tevens kunnen deze panelen ook geïsoleerd zijn.
Hierdoor biedt de uitvinding de mogelijkheid om tussen deze afdichtingspanelen 21 op dakniveau een dakeindekonstruktie 16 te voorzien welke ook afdichting kan verlenen.
Tevens belemmert deze dakeindekonstruktie 16 geenszins het passeren van glijders en laadplatform boven het dakniveau.
In lengterichting van de vrachtwagen gezien kan een flexibel geleidingssysteem 23 voorzien zijn aan de zijkant van één of beide liftkolomkombinaties, ofwel tussen een binnenafdichtingspaneel en bijhorende liftkolomkombinatie, ofwel tussen een estetische bekledingspaneel en bijhorend liftkolomkombinatie.
In een verdere uitwerking voorziet de uitvinding in de mogelijkheid dat de werking van de hulphijssystemen 20 wegvalt in het onderste deel van de beweging door middel van de kabeluiteinden 17 te ontkoppelen van de bijhorende kabelbevestigin-
<Desc/Clms Page number 5>
gen 14 aan het vast frame 8, door deze kabeluiteinde in voornoemde onderste bewegingsdeel mee te laten bewegen met de snelheid van de glijders 4.
Dit kan bijvoorbeeld door middel van een veer of een gewicht bevestigd aan het kabeluiteinde, waarbij de kabel geleid wordt door een opening doorheen voornoemde kabelbevestiging 14 en een voornoemd kabeluiteinde 17 op een bepaalde bewegingshoogte gevat wordt door voornoemde kabelbevestiging 14 d. m. v. bijvoorbeeld een verdikking.
Deze optie kan slechts in werking treden als de hulpglijders 7 bij een bepaalde daalpositie ondersteund worden door de bijhorende glijders 4, waardoor de kabels 9 van de hulphijssystemen 20 slap komen.
Het voordeel kan hier zijn dat de glijders 4 samen met de hulpglijders 7 in een zelfde daal of hefsnelheid gaan in een onderste bewegingsdeel, waardoor de glijders 4 meer steun kunnen geven aan de hulpglijders 7 onder de laadbak of het vast frame 8.
Verder biedt de uitvinding de mogelijkheid om de laadklep 2 nog verder uit te breiden met extra-hulphijsmechanismen welke geplaatst worden tussen voornoemde glijders 4 en voornoemde hulpglijders 7.
De voornoemde hulpglijders 7 worden naar boven toe verlengd, een extra-kabelwiel wordt er 7 bovenaan aan bevestigd wordt.
Een voornoemde extra-hulpglijder wordt geplaatst aan voornoemde hulpglijders 7.
Een kabel verbindt de delen glijders 4 met bijhorende
<Desc/Clms Page number 6>
hulpglijders 7, in de aangehechte extra-hulpglijders overheen voornoemd kabelwiel.
Het laadplatform 5 wordt scharnierend verbonden met beide extra-hulpglijders.
Op deze wijze kan men nog verdere uitbreidingen doen.
Funktiebeschrijving : Bij het bewegen, d. m. v. het hijssysteem 6, van de glijders 4 voorziet de uitvinding er in dat de hulpglijders 7 zieh dubbel zo snel bewegen als de glijders 4 t. o. v. het vast frame 8.
Hierdoor ontstaan 2 belangrijke voordelen : - Het laadplatform kan zieh hoger bewegen dan de maximale hoogte van het voertuig in transporttoestand.
- Het laadplatform kan zieh naar de grond bewegen niettegen- staande dat de kolommen zieh in transporttoestand nauwelijks of niet onder de laadbak moeten uitsteken.
Dit geeft o. a. vrijheid voor eventuele koppelsystemen voor aanhangwagens.
Detailbeschrijving : Een vrachtwagen 1 voorzien van een laadklep 2 van het type verticaallift of achterraamlift, bevattende een vast frame 8 met twee opstaande kolommen 3, elks houdende, via een glijsysteem 11, een autonome glijder 4 van gebruikelijke beperkte lengte en sterkte, welke glijders 4 verticaal bewogen worden door een hijssysteem 6, waarbij beide glijders 4
<Desc/Clms Page number 7>
scharnierend verbonden zijn met een laadplatform 5, De uitvinding voorziet er in dat de glijders 4 zijn verstevigd en verlengd zijn in verticale (lengte)-richting, waarbij beide glijders 4 verbonden zijn, elks met een afzonderlijk hulphijssysteem 20 bestaande uit een kabelwiel 10 gemonteerd aan nagenoeg de bovenzijde van voornoemde glijder 4,
verder 20 bestaande uit een hulpglijder 7 welke deel uitmaakt van bijhorende glijder 4 en zieh kan op en neer bewegen omheen of doorheen, en parallel aan de bewegingsrichting van, voornoemde glijder 4, d. m. v. een glijsysteem 12, verder 20 bestaande uit een kabel 9 welke loopt overheen voornoemd kabelwiel 10 en aan het ene einde bevestigd is in de kabelbevestiging 14 aan het vast frame 8 aan of nabij bijhorende opstaande kolom 3, en aan het andere einde bevestigd is in de kabelbevestiging 15 aan een bijhorende hulpglijder 7, en waarbij de posities van de kabelbevestigingen 14 en 15 toestaan dat de glijders 4 zieh minstens deels boven de kolommen 3 kunnen bewegen en dat de hulpglijders 7 zieh minstens deels bovenuit de glijders 4 kunnen bewegen, waarbij zieh minstens één van voornoemde elementen glijders 4 en/of hulpglijders 7 zieh lager dan de kolommen 3 kunnen bewegen,
waarbij het laadplatform 5 scharnierend verbonden is met beide hulpglijders 7, en kan bewogen worden tot minstens hoger dan één meter van het dak van de laadbak en/of hoger dan het dak van voornoemde laadbak van de vrachtwagen 1.
Tevens voorziet de uitvinding er in dat, in lengterichting van de vrachtwagen 1 gezien de as 13 van de kabelwielen 10 haaks op voornoemde lengterichting staan, en de kabels 9 lopen in
<Desc/Clms Page number 8>
een nagenoeg vertikaal vlak links of rechts en in de dichte nabijheid van de bijhorende glijders 4 en/of bijhorende kolom- men 3, Tevens is het belangrijk dat de uitvinding er kan in voorzien dat de binnenzijwand van het voertuig, eventuel via het vast frame 8 of de kolommen 3, doorgetrokken wordt door middel van afdichtingspanelen 21 tot tegenaan het laadplatform 5 in gesloten (verticale) positie, en tevens dat tussen voornoemde twee afdichtingspanelen 21 op dakniveau een dakeindekonstruktie 16 is voorzien welke ruimte laat tot het voorbij stijgend of dalend laadplatform 5.
Ook biedt de uitvinding de mogelijkheid dat de kabels 9 bereikbaar zijn vanuit het zijaanzicht van het voertuig 1, eventueel na wegname van een estetisch bekledingspaneel 19.
Bovendien kan het belangrijk zijn dat de uitvinding er in kan voorzien dat de hulpglijders 7 zieh vrij kunnen bewegen zowel onderuit als bovenuit de bijhorende glijders 4, en tevens dat de glijders 4 zieh vrij kunnen bewegen zowel onderuit als bovenuit de bijhorende kolommen 3.
Ook is het belangrijk dat de uitvinding toelaat dat een flexibel geleidingsysteem 23 geplaatst is tussen een afdichtingspaneel 21 en de binnenzijde van en liftkolomkombinatie, of dat een flexibel geleidingsysteem 23 geplaatst is tussen een estetisch bekledingspaneel 19 en de buitenzijde van en liftkolomkombinatie.
In een verdere uitwerking voorziet de uitvinding in de mogelijkheid dat indien de lastkracht weg gevallen is op de kabel 9, door de eindekoers bij dalen van het hulphijssysteem
<Desc/Clms Page number 9>
20, ten opzichte van bijhorende glijder 4, het kabeluiteinde 17 van voornoemde kabel 9 zieh loskoppelt van betreffende kabelbevestiging 14, en zieh beweegt in de richting en met de snelheid van bijhorende glijder 4, hierbij zodanig geleid dat het kabeluiteinde 17 op een bepaalde bewegingshoogte terug gevat wordt door bijhorende kabelbevestiging (14) aan het vast frame 8.
In een nog andere uitwerking voorziet de uitvinding in de mogelijkheid dat extra-hulphijssystemen zijn aangebracht, waarbij voornoemde hulpglijders 7 voorzien zijn van extra-hulpglijders, waarbij voornoemde hulpglijders 7 voorzien zijn van een extra-kabelwiel aan hun bovenzijde, waarover een extra-kabel loopt welke de glijders 3 verbinden met bijhorende extra-hulpglijders, waarbij het laadplatform 5 scharnierend verbonden is aan voornoemde extra-hulpglijders.
Het is vanzelfspreken dat de uitvinding toestaat dat voornoemde kabels 9 vervangen zijn door kettingen of andere flexibele lastdragers met aangepaste wielen in de plaats van voornoemde kabelwielen 10.
<Desc/Clms Page number 10>
Legende bij de tekeningen : 1 = vrachtwagen (met laadbak) 2 = laadklep (laad1ift) 3 = kolommen 4 = glijders 5 = laadplatform 6 = hijssysteem 7 = hulpglijders 8 = vast frame (met kolommen) 9 = kabels 10 = kabelwiel
EMI10.1
11 = aan de glijders 4 (glijding met kolommen 3) 12 = aan de hulpglijders 7 (glijding met glijders 7) 13 = as (van kabelwiel 10) 14 = kabelbevestiging aan het vast frame 8 15 = kabelbevestiging aan de hulpglijders 7 16 = dakeindeconstructie 17 = kabeluiteinden 18 = sluitmechanisme van het laadplatform 19 = estetisch bekledingspaneel 20 = hulphijssysteem 21 = afdichtingspaneel 22 = zijwand laadbak 23 = flexibel geleidingssysteem
<Desc/Clms Page number 11>
Beschrijving bij de tekeningen :
FIG 1 toont een zijaanzicht van een laadklep voorzien van de uitvinding met het laadplatform 5 geopend en volledig aan de grond.
FIG 2 toont vanuit hetzelfde zijaanzicht als fig. 1 maar met het laadplatform 5 in de hoogste positie.
FIG 3 toont vanuit hetzelfde zijaanzicht als fig. 1, maar met het laadplatform 5 in transporttoestand verticaal gesloten.
FIG 4 toont een vast frame 8 alsook een bepaalde uitvoeringsvorm van hijssysteem 6, dit in een achteraanzicht op het voertuig 1.
FIG. 5 toont een bovenaanzicht aan de achterzijde van het voertuig 1 met een principiële uitvoeringsvorm van de uitvinding, laadplatform 5 gesloten.
FIG. 6 toont een bovenaanzicht aan de achterzijde van het voertuig 1 met een pricipiële uitvoeringsvorm van de uitvinding, laadplatform 5 open.
Een flexibel geleidingsysteem is geplaatst tussen een liftkolomkombinatie en het afdichtingspaneel 21.