<Desc/Clms Page number 1>
EMI1.1
Betonsteen, in het biizonder betonstraatsteen. werkwiize voor het vervaardigen van steen jen van een derg Beschrilvlnq
De uitvinding betreft een betonsteen, in het blJzonder betonstraatsteen, met getrommeld oppervlak, evenals een werkwijze voor het vervaardigen van een dergelijke betonsteen.
Betonstenen worden in de meest verscheidene vormen en van de meest verscheidene materialen vervaardigd, en zowel als straatstenen, alsook als muur- en boordstenen gebruikt.
Bljzonder in trek zijn zandsteenbetonstenen met getrommeld oppervlak, die optisch de Indruk van een natuurlijke zandsteen geven.
Het doel van deze uitvinding bestaat erin blokvormige betonstenen van deze aard te verschaffen, die bijzonder eenvoudig en met betrekking tot hun afmetingen tegelijkertijd variabel vervaardigd kunnen worden, optisch de indruk van een natuurlijke, als door een steenhouwer bewerkte steen geven, en zich bovendien door een hoge weerstand tegen vorst onderschelden
Dit doel wordt door het kenmerkende deel van conclusie 1 berelkt.
Door het klieven van een strengachtige ruwe betonstaaf verkrijgt de betonsteen een onregelmatig gestructureerd splijtviak met grote vlakken, dat optisch de indruk van een natuurlijke steen geeft, waarbij bij het klieven ook de tngebedde korrel gekliefd
<Desc/Clms Page number 2>
wordt. Deze indruk ontstaat vooral dan, wanneer de betonsteen van een ruwe zandsteenbetonstaaf afgespleten wordt. Doordat de hoogte en breedte van de ruwe betonstaaf de lengte en breedte van de steen bepalen, verkrijgt de vervaardigde betonsteen een hoge druksterkte. Het kijk-, rij- en loopvlak van de steen strekt zich na het leggen dwars op de strengrichting uit. Na het leggen wordt de betonsteen volgens de uitvinding dus in de strengrichting belast. In deze richting bezit de betonsteen de grootste druksterkte.
Eveneens wordt daardoor een grote weerstand tegen vorst bereikt na het leggen van de betonsteen.
Van bijzondere betekenis is verder dat de hoogte van de betonsteen door de afgespleten lengte van de ruwe betonstaaf bepaald wordt, waarbij deze in het bereik van ongeveer 1, 0 cm tot ongeveer 30, 0 cm ligt. Door deze variabiliteit kunnen in het uiterste geval enerzljds betonsteentegels en anderzijds muur-en boordstenen vervaardigd worden.
De betonsteen volgens de uitvinding laat zich op basis van het beschreven klieven van een strengachtige ruwe betonstaaf bijzonder gemakkelijk vervaardigen, waarblj de steen het getrommelde oppervlak verkrijgt door een gebruikelijk trommelproces Na de kliefbewerking worden de ruwe schijven in een draaiende trommel gebracht, waarin de stenen zieh wederzijds en tegen de trommelwand bewerken, zodanig dat scherpe kanten en uitstulpingen afgeslagen en afgeschaafd worden. Het door het klieven bepaalde ruwe oppervlak wordt daardoor gelijker, rij- en 100pvriendeliJker. Na deze trommelbewerking worden de stenen ofwel los op een voertuig gestort, manueel of door middel van een machine op paletten gestapeld.
Zoals reeds vermeld, wordt een bljzonder mooie indruk van een natuurlijke straatsteen of een natuurlijke stenen tegel dan verkregen, wanneer deze van een zandsteenbeton vervaardigd is. Daarbij moet erop gelet worden dat de korrelstructuur voldoende vast in
<Desc/Clms Page number 3>
de cement ingebed is, zodat bij het klieven van een ruwe schijf de korrel eveneens breekt, met het gevolg dat men een splijtoppervlak verkrijgt dat er absoluut natuurlijk uitziet. Dienovereenkomstig lenen zich dergelijke straatstenen of betontegels bijzonder goed voor de renovatie of nieuwbouw van wandelwegen, tuin-en parkwegen, binnenplaatsen of dergelijke, van oude burchten en kastelen.
Met zandsteenbetonstenen van het type volgens de uitvinding kan een natuurgetrouw plavelsel van een slotplein vervaardigd worden.
Van heel bijzonder belang in het raam van de onderhavige uitvinding is verder, dat de betonsteen indien nodig aan ten minste een zljde, In het bijzonder een van de zijden die de hoogte van de steen bepalen, een afstandshouder omvat, die zich slechts over een deel, namelijk bij het leggen onderste deel van de hoogte van de steen uitstrekt. De afstandshouder vormt een Integraal bestanddeel van de betonsteen. Bij voorkeur strekt de ten minste ene afstandshouder zieh ook slechts over een deel van de breedte of lengte van de steen uit, zodat hij na het leggen praktisch niet meer zichtbaar is. Tegelijkertijd wordt gewaarborgd dat na het leggen waterafloopvoegen tussen de stenen behouden blijven.
In een concrete uitvoeringsvorm vertoont de betonsteen aan ten minste twee tegenover elkaar liggende lange en/of brede, respectievelijk kopse zijden afstandshouders van het vermelde type. De doorsnede van de afstandshouders kan rechthoekig, half cirkelvormig, trapeziumvormig, half ovaal of dergelijke gevormd zijn
De werkwijze volgens de uitvinding wordt daardoor gekenmerkt, dat eerst een strengachtige ruwe betonstaaf, in het bijzonder van een soort van zandsteenbeton, met een vooraf bepaalde hoogte, breedte en lengte vervaardigd wordt. De ruwe betonstaaf heeft bijvoorbeeld een lengte van ongeveer 60 cm, een hoogte van ongeveer 20 cm en een breedte van ongeveer 10 cm. Na
<Desc/Clms Page number 4>
het uitharden van een dergelijke ruwe betonstaaf volgt het vermelde afsplijten van ruwe schijven.
Vervolgens worden de ruwe schijven op de beschreven wijze getrommeld, zodat scherpe kanten afgeslagen of afgeschaafd, en hoekige uitstulpingen, in het bijzonder In het gebied van de splijtvlakken, verwijderd worden.
Het afsplijten van een ruwe schijf van de strengachtige ruwe betonstaaf verloopt bij voorkeur in twee stappen, zodanig dat eerst de ruwe betonstaaf aan twee tegenover elkaar liggende smalle zijden tussen twee mesachtige leilijsten aangedrukt wordt, om dan in het "breekvlak" door op de tegenoverliggende zijden inwerkende khefmessen volledig van de ruwe betonstaaf afgebroken te worden. Deze vierzijdenkliefwerkwijze is bijzonder doeltreffend gebleken. Men verkrijgt op deze wijze een zeer gelijke breuk, waarbij de splijtvlakken sprekend gelijken op de corresponderende vlakken van een natuursteen. Dit is bijzonder belangrijk, aangezien de splijtvlakken de kijk-, rij- en loopvlakken van de steen moeten bepalen.
De scherpe kanten, in het bijzonder omtrekkanten die bij het klieven ontstaan, worden door het beschreven trommelen van de stenen minder scherp gemaakt.
Voor het fabricageproces is het verder van betekenis dat de ruwe betonstaaf gedurende ten minste 70 tot 130 uur, in het bijzonder ongeveer 100 uur uithardt, voordat het afsplijten van een ruwe schijf plaatsvindt.
Bij voorkeur worden voor de vervaardiging van betonstenen volgens de uitvinding ruwe betonstaven van zogenaamd Santuro zandsteenbeton vervaardigd. De ruwe betonstaven worden op een steenfabricagemachine met draagplanken in de vorm van betonstrengen vervaardigd De hoogte van de ruwe betonstaven (matnjshoogte) bepaalt na het klieven de lengte van de straatsteen, die niet noodzakelijk maatvast moet zijn, en alleszins verschillende steen-
<Desc/Clms Page number 5>
lengten omvatten kan. De breedte van de ruwe betonstaaf komt na het klieven overeen met de rjbreedte van de bestrating, die zeer maatvast is. De hoogte van de ruwe schijf wordt bepaald door de afgespleten lengte van de ruwe betonstaaf, waarbij deze in het bereik van ongeveer 1, 0 cm tot ongeveer 30, 0 cm ligt.
Voor het verhogen van de efficiëntie van de productie is het voordelig, wanneer het kliefwerktuig blj de klief- bewerking met de ruwe betonstaaf in de transportrichting van deze laatste mee verplaatst wordt, zodat het klieven tljdens een continu productieproces realiseerbaar IS.
De afgespleten ruwe schijven worden bij een schijfdikte van meer dan ongeveer 7, 0 cm via een rollenbaan op een transportband gebracht, alvorens ze getrommeld, respectievelijk geschrobd worden. Bij ruwe schijven met een schijfdikte van minder dan ongeveer 7, 0 cm worden de ruwe schijven rechtstreeks door de transportband overgenomen en door deze naar het trommelen, respectievelijk schrobben gebracht, want bij zo kleine schijfdikten bestaat het gevaar dat de ruwe schijven in de spleet tussen naburige rollen van een rollenbaan vallen, respectievelljk in deze spleten vast raken Hierna wordt de vervaardiging van betonstenen volgens de uitvinding door middel van de bijgevoegde tekening nader toegelicht
Zo toont :
Figuur 1 in perspectief een ruwe betonstaaf In de vorm van een strengachtige quadersteen, waarvan betonstenen volgens de uitvinding afgespleten worden ; Figuur 2 het aandrukken van de ruwe betonstaaf overeenkomstlg Figuur 1 voor het vervaardigen van een ruwe schljf, Figuur 3 het afsplijten van een ruwe schijf van de strengachtige ruwe
<Desc/Clms Page number 6>
betonstaaf, na het voorafgaande aandrukken ;
Figuur 4 de verdere bewerking van de ruwe schijf voor het vervaardigen van de gewenste betonsteen ;
Figuur 5 in perspectief een ruwe betonstaaf, respectievelijk ruwe streng voor het vervaardigen van betonstenen met daaraan gevormde afstandshouders ; Figuur 6 betonsteentegels overeenkomstig de uitvinding met afstandshouders, In bovenaanzicht, zijaanzlcht en vooraanzicht enerzijds, evenals in geplaatste toestand In bovenaanzicht anderzljds.
Figuren 7 en 8 een voorstelling van een fabricagelijn voor betonstenen van het type in kwestle hier, In een schematisch bovenaanzicht en zijaanzicht ; en Figuur 9 een deel van een fabricagelijn in zijaanzicht, die op de fabricagelijn overeenkomstig Figuur 8 kan aansluiten.
In Figuur 1 wordt een blokvormige betonstreng 10 weergegeven, die bij voorkeur uit zandsteenbeton vervaardigd is. Deze betonstreng vertoont een lengte 11, breedte 12 en hoogte 13. De fabncage van dergelljke betonstrengen gebeurt op een gebruikelljke steenfabricagemachine op draagplanken. Na het uitharden van de betonstrengen 10 volgt het afsplijten van een ruwe schijf, die in Figuur 4 met het referentiecijfer 14 aangeduid IS, doordat de betonstreng 10 eerst aan twee tegenover elkaar liggende smalle zijden, die de breedte 12 van de betonstreng bepalen, tussen twee mesvormige leilijsten 15 in de richting van de pljlen 16 In Figuur 2 aangedrukt wordt.
Aanslultend volgt de afslijting van de ruwe schijf 14, door op alle, telkens tegenover elkaar liggende zljden inwerkende khefmessen 15 en 17, waarbij de kliefmessen 15 en 17 in Figuur 3 in de richting van de pljlen 16 en 18 werkzaam zijn. Het afsplijten van een ruwe schijf 14 van de strengachtige ruwe betonstaaf 10 gebeurt dus met een vierzljden- kliefbewerklng In twee stappen, zoals dat in de Figuren 2 en 3
<Desc/Clms Page number 7>
aangeduid wordt. Deze werkwijze waarborgt relatief vlakke breuk-, respectievelijk splijtvlakken, die de indruk van breukvlakken zoals blj natuurlijke stenen geven.
Om de scherpe kanten en uitstulpingen die bij het afsplijten ontstaan, af te slaan, respectievelijk te verwijderen, wordt de afgespleten ruwe schijf 14 overeenkomstig Flguur 4 In een draaiende trommel 19 gebracht, waarin de ruwe schijven zich wederzijds en tegen de trommelwand de scherpe kanten en uitstulpingen afslaan en afschrapen. Het door de kliefbewerking bepaalde ruwe breuk-, respectievelijk splijtvlak wordt daardoor vlakker en rij-en en loopvriendelijker. Randkanten worden afgerond, respectievelijk afgeschaafd Zo ontstaat de gewenste betonsteen 20 met een lengte "L", breedte "8" en hoogte "H", waarbij de lengte "L" en de breedte "8" van de afgewerkte betonsteen 20 overeenkomen met de matrijshoogte 13 en breedte 12 van de strengachtige ruwe betonstaaf 10.
De hoogte"H"van de betonsteen wordt door de voor de ruwe schijf 14 afgespleten lengte 21 van de ruwe betonstaaf 10 bepaald (zie Figuren 2 en 4). Het natuurlijk gestructureerde breuk-, respectievelijk splijtvlak van de betonsteen 20 die volgens de beschreven werkwijze vervaardigd werd, wordt in Figuur 4 met het referentiecijfer 22 aangeduid. Deze vlakken bepalen In geplaatste toestand de kljk-, respectievelijk rij-en loopvlakken De smalle en kopse zijden van de betonsteen 20 worden in Figuur 4 met de referentiecijfers 23 en 24 aangeduid. Deze vlakken zijn als gevolg van de fabricage relatlef glad en maatvast Daardoor is de volgens de beschreven werkwijze vervaardigde betonsteen ook zeer gemakkeliJk te plaatsen De viakken 23,24 ontstaan bij de faricage van de ruwe betonstaaf 10.
Zij maken deel uit van de vlakken die de matnjshoogte 13 en breedte 12 van de ruwe betonstaaf 10 bepalen, die bij de fabricage van deze laatste ontstaan.
In Figuur 5 wordt een voorbeeld van een
<Desc/Clms Page number 8>
strengachtige ruwe betonstaaf in perspectief voorgesteld, waarvan ruwe betonstenen 14 afgespleten moeten worden, en dat op zodanige wljze, dat na het leggen, aan ten minste twee opstaande, tegenover elkaar liggende zijden afstandshouders daarop gevormd zijn, die in Figuur 5 met het referentiecijfer 24 aangeduid zijn. In dwarsdoorsnede zijn deze afstandshouders 24 ongeveer trapeziumvormig gevormd. Zij strekken zich slechts over ongeveer de halve hoogte van de ruwe betonsteen uit.
Verder zijn ze telkens ongeveer als een lellijst gevormd, dat wil zeggen dat ze zlch slechts over een deel van de breedte van het daartoe horende steenvlak uitstrekken.
In Figuur 6 wordt een betonsteentegel 25 in bovenaanzicht, zijaanzicht en vooraanzlcht enerzijds, evenals een legpatroon met tegels 25 van het vermelde type in bovenaanzicht anderzijds voorgesteld. De betonsteentegels worden gekenmerkt door ribachtige afstandshouders 26, die zich langs twee tegenover elkaar liggende smalle zljden ongeveer evenwijdig met de vlakke zijden uitstrekken, en dat telkens op ongeveer de halve hoogte van de tegels 25.
Verder strekken zij zich telkens slechts over de halve lengte, respectievelijk breedte uit van de in het onderhavige geval In bovenaanzlcht ongeveer vierkante tegels 25, en dat telkens uitgaand van een gemeenschappelijke smalle zijde van de tegel Met dergelljke tegels kan een legpatroon vervaardigd worden, dat In Figuur 6 in bovenaanzlcht voorgesteld wordt. Dit wordt gekenmerkt door zlch over een hoek uitstrekkende voegen tussen naburige tegels, waardoorheen water In de ondergrond kan afvioelen Natuurhjk worden deze voegen na het plaatsen op de gebrulkelljke wijze met grof zand opgevuld.
De zich over een hoek uitstrekkende voegen worden In Figuur 6 met het referentiecijfer 27 aangeduid.
In de Figuren 7 tot 9 wordt schematisch een fabncagelljn voorgesteld, In bovenaanzlcht en zijaanzicht, voor de
<Desc/Clms Page number 9>
vervaardiging van betonstenen van het type in kwestie hier. De fabricagelljn overeenkomstig de Figuren 7 en 8 wordt gekenmerkt door een aanvoerstation 28 voor ruwe betonstaven 10, een daarachter geschakelde rollenbaan 29 voor het transport van de ruwe betonstaven 10 in langsrichting van deze laatste naar en transportband 30 en een daaraan toegewezen vierzijdenkliefinrichting 31. De van de ruwe betonstaven 10 afgespleten ruwe schijven 14 worden vervolgens door een rollenbaan 32 naar een transportband 33 gebracht, aan het einde waarvan zich een recipiënt 34 bevindt voor het ontvangen van de ruwe betonstenen, respectievelijk ruwe schijven 14.
Is de recipient 34 vol, dan kan hij met behulp van een vorkheftruck 35 naar een trommel-, respectievelijk schrobinrichting vervoerd worden, zoals ze In schematisch zijaanzicht in Figuur 9 voorgesteld wordt Deze Inrichting omvat een om zljn langsas door een draaimechanisme aangedreven trommel 36, waar een vultrechter 37 voorgeschakeld is. In deze trechter worden de ruwe betonstenen, respectievelijk ruwe schijven 14 ingebracht. Achter de trommel 36 is een transportband 38 voor de getrommelde stenen, respectievelijk tegels opgesteld. Aan het einde van deze transportband 38 volgt een stapelen en/of op paletten rangschikken van de afgewerkte stenen, respectievelijk tegels.
Bij de vervaardiging van relatief dunne tegels wordt de rollenbaan 32 bij voorkeur door een transportband vervangen, om het vast blijven zltten van de relatief dunne tegels tussen naburige rollen te vermijden
De vierzijdenkliefinrichting 31 wordt bij het klieven bij voorkeur met de ruwe betonstaaf 10 in de transportnchting van deze laatste mee verplaatst, zodat het klieven tijdens een continu productieproces realiseerbaar IS.
Er weze hier nogmaals op gewezen dat ult eén en dezelfde ruwe betonsteenstaaf 10 stenen van verschillende hoogte
<Desc/Clms Page number 10>
vervaardigd kunnen worden, waarbij de hoogte, respectievelijk dikte van de stenen tussen 2 en 25 cm kan varieren. Daardoor IS een wezenlijk eenvoudigere productieplanning en voorraadbeheer mogelijk.
Verder is het ook belangrijk dat het afsplijten van de ruwe schijven pas na voldoende uitharding van de ruwe betonsteenstaaf gebeurt. Uit de ervaring is gebleken dat voor zandsteenbeton een uithardingstijd van ten minste ongeveer 100 uur volstaat Vroeger beginnende kliefbewerkingen leiden niet tot het in de inleiding genoemde resultaat met betrekking tot kwaliteit en uiterlijk van de ruwe schijven en bijgevolg ook van de uiteindelijk vervaardigde betonstenen, respectieveljk-tegels.
Er weze eveneens op gewezen dat de vermelde afstandshouders 24, respectievelijk 26 hulpmiddelen voor het leggen vormen, zoals in het bijzonder het legpatroon 39 in Figuur 6 duidelijk maakt.
Voor alle in de aanvraagdocumenten gepubliceerde kenmerken wordt bescherming gevraagd als essentieel tot de uitvinding behorend, voor zover zij alleen of in combinatie tegenover de stand van de techniek nieuw zijn