<Desc/Clms Page number 1>
EMI1.1
VERFINRICHTING -------------------- Deze uitvinding heeft betrekking op een verfinrichting omvattende een verfspuitinstallatie voorzien van minstens een spuitelement en een roteerinstallatie voorzien van minstens een onder het spuitniveau van het spuitelement opgesteld roteermiddel hetwelk door een hoofdzakelijk bobven dit spuitniveau opgesteld aandrijfmechanisme aandrijfbaar is om een te verven product ten opzichte van het spultelement te roteren, zodat verschillende delen van het product binnen het spuitbereik van het spuitelement gebracht worden.
Deze uitvinding heeft in het bijzonder betrekking op een dergelijke verfinrichting voor het verven van producten met een hoofdzakelijk cilindrische vorm. Een belangrijk toepassingsgebied van dit soort inrichtingen is het verven van metalen vaten met een hoofdzakelijk cilindrische vorm.
Er bestaan inrichtingen voor het verven van metalen vaten met de in de eerste paragraaf van deze beschrijving genoemde kenmerken. Deze inrichtingen omvatten een draagconstructie waarop de spuitinstallatie en de roteerinstallatie voorzien zijn. De vaten worden in een rechtopstaande positie naar de roteerinstallatie gebracht.
De roteerinstallatie omvat vier rollen die door een aandrijfinrichting kunnen geroteerd worden en in kontakt kunnen gebracht worden met de cilindrische zijwand van een vat om dit vat tussen de rollen geklemd te houden en om het vat door de rotatie van de rollen te roteren. Op verschillende hoogtes naast de roteerinstallatie zijn meerdere zijwaarts gerichte spuitpistolen voorzien voor het verven van de zijwand van de vaten. Verder is er bovenaan een neerwaarts gericht spuitpistool voorzien voor het verven van de bovenzijde van de vaten, en is er onderaan
<Desc/Clms Page number 2>
een opwaarts gericht spuitpistool voorzien voor het verven van de onderzijde van de vaten.
Meestal zijn er ook voorzieningen. om de verfspuitruimte gedurende het verven te begrenzen door middel van een watergordijn om zoveel mogelijk te verhinderen dat verf naast de verfinrichting zou terechtkomen en de werkomstandigheden in de omgeving van deze inrichting nadelig zou beinvloeden. De gekende inrichtingen kunnen gestuurd worden om meerdere vaten na elkaar automatisch te verven. Op de draagconstructie is een transportmiddel voorzien voor de automatische aanvoer naar de roteerinstallatie van de te verven vaten en voor de automatische afvoer van de geverfde vaten.
Bij deze gekende verfinrichtingen is de aandrijfinrichting van de roteerinstallatie steeds bevestigd aan een onderste gedeelte van de draagconstructie, zodat de afstand tussen het aandrijfmechanisme en de erdoor aangedreven rollen minimaal is.
Een groot nadeel van de gekende inrichtingen is dat een aanzienlijk gedeelte van de verf die niet op de vaten terechtkomt neervalt op deze aandrijfinrichting, zodat deze inrichting frequent moet gereinigd worden. Bij een normaal gebruik van de verf inrichting moet deze reiniging dagelijks uitgevoerd worden. Bovendien is dit een zeer tijdrovend werk. Doordat de van op deze aandrijfinrichting verwijderde verf niet kan herbruikt worden bekomt men bovendien bij elke reinigingsbeurt een hoeveelheid milieubelastend afval.
Uit het Amerikaans octrooi US-1 742 393 is een inrichting bekend met een draaitafel voor het roteren van cilindrische vaten ten opzichte van een spuitinstallatie. De draaitafel is aandrijfbaar door middel van een mechanisme waarvan de aandrijfas zich boven de spuitinstallatie bevindt. De
<Desc/Clms Page number 3>
aanvoer van vaten gebeurt op een aanvoertransportband, van waarop de vaten manueel op de stilstaande draaitafel moeten geplaatst worden. De afvoer gebeurt op een afvoertransportband waarop de afgewerkte vaten, eveneens door tussenkomst van een operator, moeten geplaatst worden.
Deze inrichting heeft echter een reeks aanzienlijke nadelen. Een eerste nadeel is dat deze inrichting niet volledig automatisch is. Deze inrichting is verder ook niet geschikt voor het verven van vrij zware producten aangezien een manuele verplaatsing van de producten dient te gebeuren. ook is het aandrijfmechanisme van de draaitafel vrij complex, en wordt bevuiling van de boven het spultniveau opgestelde onderdelen niet uitgesloten.
Het doel van deze uitvinding is te voorzien in een verfinrichting waarmee aan de hierboven genoemde nadelen verholpen wordt.
Dit doel wordt volgens deze uitvinding bereikt door te voorzien in een verfinrichting met de in de eerste paragraaf van deze beschrijving genoemde kenmerken, waarvan het roteermiddel voorzien is om het product op te heffen en te ondersteunen gedurende de rotatie ervan.
Hierdoor wordt het mogelijk om enerzijds de aanvoer van te verven producten naar de roteerinstallatie en anderzijds de afvoer van geverfde producten over een doorlopend oppervlak of met een doorlopend transportmiddel (bvb. een transportband) te realiseren. Het roteermiddel kan de producten immers van op het oppervlak of transportmiddel opheffen om ze te roteren. Dit is in het bijzonder voordelig als het over relatief zware produkten gaat, zoals bijvoorbeeld metalen vaten. Zo bekomt men ook een volledig automatische inrichting, die minder complex is dan de
<Desc/Clms Page number 4>
bestaande inrichtingen.
Door de opstelling van het aandrijfmechanisme is de hoeveelheid verf die op het aandrijfmechanisme terechtkomt ook sterk gereduceerd, zodat de tijdrovende en milieubelastende reinigingsbeurten niet meer nodig zijn, of zeker niet meer zo frequent als bij de gekende inrichtingen moeten uitgevoerd worden.
Bovendien kan er in het onderste gedeelte van de verfinrichting ook plaats vrijgemaakt worden om middelen te voorzien voor het recupereerbaar opvangen van de neervallende verf. Dergelijke middelen kunnen bijvoorbeeld bestaan uit een zieh onder elk spuitelement uitstrekkende waterbak die de verfinrichting onderaan begrenst. Gedurende het gebruik van de verfinrichting zal een aanzienlijke hoeveelheid verf in het in deze waterbak voorziene water terechtkomen. Verfsoorten op basis van niet in water oplosbare verdunmiddelen kunnen uit dit water gerecupereerd worden en opnieuw gebruikt worden. Hierdoor wordt het gebruik van de verfinrichting veel minder milieubelastend terwijl bovendien een besparing op het verfverbruik bekomen wordt.
Bij voorkeur is het genoemde roteermiddel een verdraaibare rol, dewelke voorzien is om door zijn rotatie in kontakt met een te verven product, een rotatie van het product te bekomen.
Men bekomt een zeer voordelige uitvoeringsvorm volgens deze uitvinding als minstens een rol verdraaibaar is om een nagenoeg vertikale rotatie-as en onderaan eindigt met een conisch gedeelte waarvan de diameter in neerwaartse richting toeneemt, terwijl deze rol in zijwaartse richting verplaatsbaar is zodat een product door een schuine flank
<Desc/Clms Page number 5>
van het conisch gedeelte van de rol omhoog gebracht wordt, en terwijl het product op deze flank steunend door de rol kan geroteerd worden.
Als gevolg van éénzelfde zijwaartse verplaatsing van de rol wordt de rol in kontakt gebracht met het te verven voorwerp om dit voorwerp te roteren én wordt het voorwerp opgeheven.
Voor het opheffen van een voorwerp zijn bijgevolg geen opwaarts bewegende onderdelen vereist zodat de roteerinrichting met vrij eenvoudige middelen kan gerealiseerd worden. Bovendien wordt het voorwerp gedurende zijn rotatie ondersteund door de conische rolgedeelten, zodat het roteren van zware producten probleemloos kan gebeuren.
Bij voorkeur omvat de roteerinrichting minstens drie rollen, dewelke verplaatsbaar zijn tussen een eerste positie waarbij ze niet in kontakt zijn met een tussen de rollen geplaatst product en een tweede positie waarbij ze in kontakt zijn met een buitenwand van het product om het product tussen de rollen geklemd te houden en te roteren.
Een dergelijke roteerinrichting werkt zeer efficiënt, in het bijzonder voor het roteren van relatief zware cilindrische voorwerpen, zoals bijvoorbeeld metalen vaten.
Men bekomt een zeer voordelige uitvoeringsvorm als men elke rol bevestigt op een respectievelijke draaias, die zieh tot boven het spuitniveau van elk spuitelement uitstrekt en door het genoemde aandrijfmechanisme kan geroteerd worden.
Hierdoor wordt verholpen aan een ander nadeel van de uit US-1 742 393 gekende inrichting. Deze inrichting heeft namelijk een aandrijfriem die zowel over een onder de draaitafel opgestelde draaitafel als over een door de aandrijfas aandrijfbare rol-boven het spuitniveau-
<Desc/Clms Page number 6>
loopt, zodat elk deel van de riem in elke omloop achtereenvolgens onder en boven het spuitniveau komt en zo de boven het spuitniveau opgestelde onderdelen kan bevuilen. Door van draaiassen gebruik te maken, wordt hieraan verholpen en bekomt men een inrichting waarbij elke bevuiling van boven het spuitniveau opgestelde onderdelen uitgesloten is.
Bi] een andere zeer voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de verfinrichting volgens deze uitvinding is elke draaias verbonden met een boven het spuitniveau van elk spuitelement voorziene zwenkarm die verdraaibaar bevestigd is zodat de draaias door het verdraaien van de zwenkarm kan verplaatst worden tussen een eerste positie waarbij de erop bevestigde rol niet in kontakt is met een tegenover de rol geplaatst product en een tweede positie waarbij deze rol wel in kontakt is met het product.
De verfinrichting volgens deze uitvinding omvat in een meest voorkeurdragende uitvoeringsvorm een transportinrichting die kan gestuurd worden om te verven producten een na een automatisch naar de roteerinstallatie aan te voeren, en om elk product na het verven ervan automatisch af te voeren, terwijl het aandrijfmechanisme kan gestuurd worden om elke zwenkarm achtereenvolgens in de genoemde eerste positie te plaatsen gedurende de aanvoer van een te verven product, in de genoemde tweede positie te plaatsen om een aangevoerd product te roteren, en terug in de eerste positie te plaatsen gedurende de afvoer van het geverfde product.
Om een optimale verfrecuperatie en dus een verminderd verfverbruik te bekomen wordt deze inrichting voorzien van een zieh onder elk spuitelement uitstrekkende waterbak, die de inrichting onderaan begrenst.
<Desc/Clms Page number 7>
Deze uitvinding wordt nu verder verduidelijkt in de hierna volgende gedetailleerde beschrijving van een verfinrichting volgens deze uitvinding. Deze beschrijving kan in geen geval beschouwd worden als beperkend voor de draagwijdte van de in de conclusies opgeëist bescherming van onderhavige uitvinding. In deze ultvinding wordt verwezen naar de hierbij gevoegde figuren, waarvan Figuur 1 een bovenaanzicht van een verfinrichting met twee spuitstations volgens deze uitvinding voorstelt, Figuur 2 een vergroot bovenaanzicht van een gedeelte van een aandrljfinrichting van een roteerinstallatie van de verfinrichting op figuur 1 voorstelt, Figuur 3 een zijaanzicht van een gedeelte van de op figuur 1 getoonde verfinrichting voorstelt, en Figuur 4 een vooraanzicht van een gedeelte van de op figuur 1 getoonde verfinrichting voorstelt.
Een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de verfinrichting omvat, zoals het best op de figuren 3 en 4 kan gezien worden, een uit metalen profielen (2), (3) samengestelde
EMI7.1
draagconstructie (1). De draagconstructie (1) omvat profielen (2) die zich in twee evenwijdige vertikale vlakken uitstrekken, en profielen (3) die een horizontale verbinding vormen tussen de bovenkanten van een aantal van de eerstgenoemde profielen (2) zodat een tunnelvormige constructie bekomen wordt met een door profielen (2), (3) begrensde horizontale doorgangsruimte (4).
In het onderste gedeelte van de doorgangsruimte (4) zijn een aantal evenwijdige, zieh over de volledige lengte van de doorgangsruimte (4) in een horizontaal vlak
<Desc/Clms Page number 8>
uitstrekkende geleidingslatten (5) voorzien (zie figuur 1), terwijl een transportinrichting (6), hoofdzakelijk bestaande uit. een over twee horizontaal opgestelde rollen (7), (8) lopende ketting of band (9) met meeneemmiddelen, waarmee vaten over de geleidingslatten (5) schuivend kunnen verplaatst worden door de doorgangsruimte (4).
De verfinrichting omvat een spuitinstallatie met twee spuitstations (10), (11), respectievelijk voorzien van langs de doorgangsruimte (4) opgestelde spuitpistolen om de zijwand, bovenkant en onderkant van een in de doorgangsruimte (4) en in het spuitstation (10), (11) roterend vat te verven. De voorziene spuitpistolen, hun plaats en wijze van opstelling en de andere onderdelen van de spuitinstallatie zijn algemeen gekend in dit vakgebied.
Op de tekeningen werd daarom geen enkel onderdeel van de spuitinstallatie voorgesteld.
De verfinrichting omvat verder ook ter hoogte van elk spuitstation (10), (11) een roteerinstallatie (12), (13).
Elke roteerinstallatie (12), (13) omvat een aandrijfinrichting (14), (15) die boven de horizontaal lopende profielen (3) van de draagconstructie (1), en dus boven de doorgangsruimte (4), opgesteld is.
Elke aandrijfinrichting (14), (15) omvat (zie figuur 2) vier horizontale zwenkarmen (16) die verdraaibaar om respectievelijk vertikale assen (17) bevestigd zijn aan een vast onderdeel van de verfinrichting. De zwenkarmen (16) zijn per twee opgesteld aan weerszijden van een vertikaal symmetrievlak (18) in de lengterichting van de doorgangsruimte (4) en dragen vertikale draaiassen (19) die zieh neerwaarts uitstrekken in de doorgangsruimte (4). Op figuur 2 zijn de zwenkarmen (16) langs de linker kant van het symmetrievlak (18) niet volledig voorgesteld, en zijn
<Desc/Clms Page number 9>
de linker draaiassen (19) en rollen (25) niet voorgesteld.
Op de vertikale assen (17) van de zwenkarmen (16) zijn tandwielen (niet voorgesteld op de figuren) voorzien. De tandwielen op de assen (17) van elk paar langs dezelfde zijde van het symmetrievlak (18) voorziene zwenkarmen (16) werken zo samen dat een verdraaiing van de ene zwenkarm (16) in de richting van het symmetrievlak eenzelfde verdraaiing van de andere zwenkarm (16) in dezelfde richting teweegbrengt.
Om beide assen (17) van de zwenkarmen (16) van het linker paar (zie figuur 2), en op een as (17) van een van de zwenkarmen (16) van het rechter paar zijn respectievelijk staafjes (20), (21), (22) bevestigd.
Het staafje (22) op de as (17) van een van de rechter
EMI9.1
zwenkarmen (16) en het staafje (20) op de as (17) van een van de linker zwenkarmen (16) zijn door middel van een stang (23) met elkaar verbonden. Het staafje (21) op de as (17) van de andere linker zwenkarm (16) is verbonden met het beweegbare gedeelte (23) van een hydraulische cilinder (24), waarvan het vaste gedeelte verdraaibaar verbonden is met een vast onderdeel van de verfinrichting.
Door middel van de hydraulische cilinder (24) kan een van de linker zwenkarmen (16) verdraaid worden. Door samenwerkende tandwielen op de assen (17) van de twee linker zwenkarmen (16), krijgt de andere linker zwenkarm (16) een overeenkomstige verdraaiing die door middel van de stang (23) overgebracht wordt op een van de rechter zwenkarmen (16). Door de samenwerkende tandwielen op de assen (17) van de twee rechter zwenkarmen (16) krijgt ook de andere rechter zwenkarm (16) een overeenkomstige verdraaiing.
<Desc/Clms Page number 10>
Door het sturen van de hydraulische cilinder (24) kan men dus alle zwenkarmen (16) hetzij naar het symmetrievlak (18) toe, hetzij van het symmetrievlak (18) weg verdraaien.
Op de vier zich neerwaarts uitstrekkende draaiassen (19) zijn, ongeveer op de hoogte van de geleidingslatten (5), respectievelijke rollen (25) bevestigd. De draaiassen kunnen boven de doorgangsruimte (4) door middel van hydraulische motoren (niet op de figuren voorgesteld) geroteerd worden. De draaiassen (19) bevinden zieh in buizen (26).
Elke rol (25) heeft een bovenste cilindrisch gedeelte (26) en een onderste conisch gedeelte (27) waarvan de diameter naar onder toe groter wordt (zie figuur 4).
De transportinrichting (6) kan gestuurd worden om een te verven vat automatisch in het eerste spuitstation (10) te brengen om een gedeelte van het vat met verf van een eerste kleur te verven, om het vat na de eerste verfbeurt automatisch naar het tweede spuitstation (11) te brengen om een ander gedeelte van het vat met verf van een tweede kleur te verven, en om het vat na deze tweede verfbeurt automatisch af te voeren naar het eindpunt van de transportinrichting (6).
Het feit dat men de twee kleuren aanbrengt in twee opeenvolgende spuitstations (10), (11), en niet in eenzelfde spuitstation heeft als gevolg dat de verf van de eerste verfbeurt gedurende het transport van het vat naar het tweede spuitstation (11) kan drogen. Hierdoor wordt de capaciteit van de verfinrichting vergroot.
Telkens een te verven vat in een spuitstation (10), (11) gebracht is, wordt de hydraulische cilinder (24) van de
<Desc/Clms Page number 11>
aandrijfinrichting (14), (15) van de voor dit spuitstation voorziene roteerinstallatie (12), (13) gestuurd om de zwenkarmen (16) in de richting van het symmetrievlak (18) te verdraaien. Daarbij wordt elke rol (25) met het conische gedeelte (27) onder het bodemvlak van het vat geduwd, zodat het vat omhoog gebracht wordt en door de conische delen van de vier rollen (25) gedragen wordt en niet langer op de geleidingslatten (5) steunt.
De cilindrische delen (26) van de rollen (25) bevinden zieh dan tegen de zijwand van het vat. De hydraulische motoren worden vervolgens gestuurd om de draaiassen (19) met de rollen (25) te roteren, zodat ook het vat geroteerd wordt.
Ondertussen wordt de spuitinstallatie gestuurd om verf te spuiten uit de spuitpistolen, zodat het roterende vat geverfd wordt.
Als het vat geverfd is, worden de hydraulische motoren gestopt zodat de rotatie van het vat wordt stopgezet en wordt de pneumatische cilinder (24) gestuurd om de zwenkarmen (16) van het symmetrievlak (18) weg te draaien zodat het vat terug op de geleidingslatten (5) wordt neergezet en door de transportinrichting (6) kan meegenomen worden.
Doordat de aandrijfinrichtingen (14), (15) zieh boven het spuitniveau van de spuitpistolen bevinden, worden deze niet meer bevuild door de verf. De tijdrovende en milieubelastende reinigingsbeurten zijn bij deze verfinrichting dus niet meer nodig.
Bij voorkeur wordt onder de transportinrichting (6) een waterbak voorzien om recuperatie van neervallende verf mogelijk te maken. Hierdoor wordt bespaard op het verfverbruik en wordt de hoeveelheid milieubelastend afval gereduceerd.