BE1011140A3

BE1011140A3 - Voertuig voor het transporteren van paarden.

Info

Publication number: BE1011140A3
Application number: BE9700396A
Authority: BE
Original assignee: Myny Joseph Paul Julien George
Priority date: 1997-04-30
Filing date: 1997-04-30
Publication date: 1999-05-04

Abstract

Voertuig voor het transporteren van paarden, dat voorzien is van een stallingruimte (3), daardoor gekenmerkt dat dit voertuig (1) een zijdelings uitschuifbaar gedeelte (4) bevat waardoor de stallingruimte (3) kan worden vergroot.

Description

Voertuig voor het transporteren van paarden.

Deze uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het transporteren van paarden, meer speciaal van paarden die worden aangewend in toernooien, zoals renpaarden en dergelijke.

Het is bekend dat dergelijke paarden door middel van een voertuig op de plaats worden gebracht waar een toernooi of dergelijke wordt gehouden. Klassiek bevinden de paarden zich zij aan zij achter elkaar in het voertuig. Dit heeft als nadeel dat de voorste paarden uit het voertuig moeten worden gehaald telkens wanneer één van de achterste paarden ter beschikking van de ruiter moet worden gesteld. Wanneer zieh bijvoorbeeld een vijftal paarden in het voertuig bevinden is dit een zeer omslachtig karwei.

De uitvinding beoogt een voertuig voor het transporteren van paarden, waarbij het voornoemde nadeel en andere nadelen worden uitgesloten.

Hiertoe betreft de uitvinding een voertuig voor het transporteren van paarden, meer speciaal voor het transport over de openbare weg, dat voorzien is van een stallingruimte, met als kenmerk dat dit voertuig een zijdelings uitschuifbaar gedeelte bevat waardoor de stallingruimte kan worden vergroot.

Doordat de stallingruimte een zijdelings uitschuifbaar gedeelte vertoont, kan deze op de locatie van het toernooi of dergelijke in uitgeschoven toestand worden geplaatst, waardoor een open ruimte in het voertuig wordt gecreëerd die toelaat dat de paarden afzonderlijk naar buiten kunnen

worden gebracht, zonder dat de andere paarden uit het voertuig dienen te worden gehaald.

Ook kunnen de paarden in de open ruimte gemakkelijk worden gedraaid, waardoor zij voorwaarts in de stallingruimte kunnen worden gebracht, ter plaatse kunnen worden gedraaid, en achterwaarts in hun box of staanplaats kunnen worden geleid.

Bij voorkeur is de stallingruimte, inclusief het uitschuifbare gedeelte, overdekt en rondom afgesloten, zodanig dat de dieren beschut worden tegen regen, wind en tocht. Hierdoor worden de dieren optimaal beschut, wat van groot belang is om het ontstaan van verkoudheden en erger uit te sluiten, vooral wanneer de dieren na een prestatie sterk bezweet terugkeren.

Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, is hierna als voorbeeld zonder enig beperkend karakter een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een voertuig volgens de uitvinding beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : figuur 1 een voertuig volgens de uitvinding weergeeft ; figuur 2 een doorsnede weergeeft volgens lijn II-II in figuur 1 ; figuur 3 een gelijkaardig zieht weergeeft als figuur
2, in de uitgeschoven toestand ; figuur 4 een zicht weergeeft volgens pijl F4 in figuur 3 ; figuur 5 op een grotere schaal een doorsnede weergeeft volgens lijn V-V in figuur 2.

Zoals weergegeven in de figuren heeft de uitvinding betrekking op een voertuig 1 voor het transporteren van paarden 2, meer speciaal een vrachtwagen die is voorzien van een stallingruimte 3.

Het bijzondere van de uitvinding bestaat erin dat de stallingruimte 3, zoals weergegeven in de figuren 3 en 4, een gedeelte 4 vertoont dat ten opzichte van het voertuig 1 zijdelings uitschuifbaar is.

Het uitschuifbare gedeelte 4 strekt zieh over de volledige of nagenoeg volledige lengte van de stallingruimte 3 uit.

Zoals weergegeven in het voorbeeld is het uitschuifbare gedeelte 4 bij voorkeur overdekt en aan de buitenzijde winddicht afgesloten. Meer speciaal is dit gedeelte 4 uitgevoerd in de vorm van een cabine met een vloer 5, zijwanden 6-7-8 en een dak 9. De zijde 10 die aansluit aan het vaste gedeelte 11 van de stallingruimte 3 is bij voorkeur volledig open.

De staanplaatsen 12 van de paarden 2 bevinden zich zij aan zij en volgens de lengterichting van het voertuig 1 achter elkaar, en zijn, zoals weergegeven in de figuren, bij voorkeur in het uitschuifbare gedeelte 4 gesitueerd. Deze staanplaatsen 12 strekken zich bij voorkeur iets schuin uit ten opzichte van de dwarsrichting van het voertuig 1 en zijn onderling gescheiden door scheidingselementen 13.

Het aantal staanplaatsen 12 is willekeurig en wordt gekozen door de constructeur. Bij voorkeur zullen echter, zoals weergegeven in de figuren, een vijf- à zevental staanplaatsen 12 worden voorzien.

Zoals weergegeven in de figuren 3 en 4 is het gedeelte 4 uitschuifbaar over nagenoeg de volledige breedte van het voertuig 1, waardoor de stallingruimte 3 in uitgeschoven stand nagenoeg dubbel zo breed is als in de ingeschoven stand.

In de zijwand 14 van het vaste gedeelte 11 van de stallingruimte 3, die zieh tegenover de zijwand 15 bevindt waarin het uitschuifbare gedeelte 4 is aangebracht, is een deur 16 voorzien, bij voorkeur een valdeur, waarlangs de paarden 2 naar binnen en naar buiten kunnen worden gebracht. Zoals weergegeven in het voorbeeld kan in de achterzijde 17 van het voertuig 1 een tweede deur 18, bij voorkeur eveneens een valdeur, zijn aangebracht.

De deur 16 biedt het voordeel dat de stallingruimte 3 van buiten uit toegankelijk is, zelfs wanneer het gedeelte 4 ingeschoven is. Zodoende kunnen in een noodgeval de paarden 2 uit de stallingruimte 3 worden gehaald zonder dat het gedeelte 4 eerst dient te worden uitgeschoven. De scheidingselementen 13 kunnen hierbij eventueel wegneembaar zijn om de paarden 2 in zulke situatie gemakkelijk via de deur 16 naar buiten te brengen.

Het uitschuifbare gedeelte 4 is zoals weergegeven bij voorkeur vrij van deuren, met als voordeel dat de constructie hiervan niet wordt verzwakt.

Zoals weergegeven in figuur 5 beweegt de vloer 5 van het uitschuifbare gedeelte 4 zieh over de vloer 19 van het vaste gedeelte 11.

Het voertuig 1 is voorzien van aandrijfmiddelen om het gedeelte 4 te verplaatsen. In de weergegeven uitvoering

wordt hiertoe gebruik gemaakt van verschillende door middel van een motor 20 in de dwarsrichting van het voertuig 1 uitschuifbare profielen 21, bijvoorbeeld buizen, die onder de vloer 19 zijn gemonteerd. leder profiel 21 wordt geleid door, enerzijds, een rol 22 die aan één uiteinde 23 van het profiel 21 is aangebracht en, anderzijds, steunrollen 24 waarop het betreffende profiel 21 is opgelegd. Iedere rol 22 is verrolbaar in een geleiding 25, meer speciaal een buis.

De vloer 5 van het gedeelte 4 is enerzijds bevestigd aan ieder van de vrije uiteinden 26 van de profielen 21 en wordt anderzijds ondersteund door de vloer 19, doordat hij hierover verrolbaar is door middel van rollen 27.

De voornoemde aandrijfmiddelen en meer speciaal de koppeling tussen de motor 20 en de profielen 21 is van dergelijke aard dat de profielen 21 perfect gelijktijdig worden in-en uitgeschoven. In het weergegeven voorbeeld wordt hiertoe gebruik gemaakt van tandlataandrijvingen, gevormd door tandlatten 28 die aan de respectievelijke profielen 21 zijn bevestigd en daarmee samenwerkende tandraderen 29 die door middel van een gemeenschappelijke as 30 door de motor 20 worden aangedreven. De motor 20 is bij voorkeur een hydraulische motor.

Zoals weergegeven in de figuren 1 tot 3 kan het voertuig 1 naast de stuurcabine 31 ook nog van een verblijfsruimte 32 en/of sanitaire ruimte voor personen voorzien zijn, die eventueel ook een uitschuifbaar gedeelte 33 bevat. Tussen de verblijfsruimte 32 en de stallingruimte 3 is een verbindingsdeur 34 aangebracht.

Het gebruik en de werking van het voertuig 1 kan eenvoudig uit de figuren worden afgeleid.

Bij het laden van het voertuig 1 wordt het gedeelte 4 uitgeschoven en worden de paarden 2 via één van de deuren 16 of 18 op hun staanplaatsen 12 gebracht en wordt vervolgens het gedeelte 4 terug ingeschoven.

Op de plaats van het toernooi worden de gedeelten 4 en 33 uitgeschoven. Hierdoor kan telkens één paard 2 naar buiten worden geleid en achteraf terug naar zijn staanplaats 12 worden gebracht, zonder dat de overige paarden hiertoe uit de stallingruimte 3, respectievelijk uit hun staanplaatsen 12, dienen te worden gehaald.

Hoe het in- en uitschuiven van het gedeelte 4 precies gebeurt, kan uit de twee standen van de figuur 5 worden afgeleid.

Het is duidelijk dat verschillende varianten van de uitvinding mogelijk zijn. Zo bijvoorbeeld kunnen onder het uitschuifbare gedeelte 4 wegneembare of inklapbare poten worden voorzien waarmee dit gedeelte 4 in de uitgeschoven toestand kan worden ondersteund.

In plaats van dat de stallingruimte 3 over haar volledige lengte is voorzien van een uitschuifbaar gedeelte 4, zou dit gedeelte 4 ook korter kunnen uitgevoerd zijn.

Volgens nog een variante kunnen de staanplaatsen 12 worden voorzien op de vloer 19 van het vaste gedeelte 11, zodanig dat het uitschuifbare gedeelte 4 bedoeld is om de ruimte te vormen waarlangs de paarden 2 uit hun staanplaatsen 12

kunnen worden gehaald, respectievelijk terug hierin kunnen worden gebracht.

Ook kunnen aandrijfmiddelen worden toegepast die gebruik maken van meer dan één motor 20.

Alhoewel in het voorbeeld van de figuren de stallingruimte 3 is ondergebracht in een vrachtwagen met een stuurcabine 31, is het duidelijk dat het voertuig 1 van de uitvinding niet noodzakelijk een zelf aangedreven voertuig hoeft te zijn. De stallingruimte 3 kan bijvoorbeeld deel uitmaken van een aanhangwagen of oplegger.

De uitvinding heeft ook betrekking op een transporteenheid voor het realiseren van een voertuig 1 zoals hiervoor beschreven met als kenmerk dat deze bestaat uit een eenheid die op een vrachtwagen kan worden geplaatst in de vorm van een container of dergelijke waarin minstens de stallingruimte 3, inclusief het zijdelings uitschuifbare gedeelte 4, zijn geïntegreerd.

Tenslotte wordt erop gewezen dat onder het begrip "uitschuifbaar" volgens de uitvinding iedere vorm van zijdelings uitbewegen wordt verstaan, dus zowel uitrolbaar als uitglijdbaar.

De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvorm, doch dergelijk voertuig voor het transporteren van paarden kan in verschillende vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims

Conclusies.

1. - Voertuig voor het transporteren van paarden, dat voorzien is van een stallingruimte (3), daardoor gekenmerkt dat dit voertuig (1) een zijdelings uitschuifbaar gedeelte (4) bevat waardoor de stallingruimte (3) kan worden vergroot.

2.-Voertuig volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat het uitschuifbare gedeelte (4) zieh volgens de lengterichting van het voertuig (1) over de volledige of nagenoeg volledige lengte van de stallingruimte (3) uitstrekt.

3.-Voertuig volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat het uitschuifbare gedeelte (4) uitschuifbaar is over nagenoeg de volledige breedte van het voertuig (1), zodanig dat de stallingruimte (3) in uitgeschoven toestand nagenoeg dubbel zo breed is dan in de ingeschoven toestand.

4.-Voertuig volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het uitschuifbare gedeelte (4) aan de buitenzijde afgesloten is, alsmede overdekt is.

5.-Voertuig volgens een van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat in de stallingruimte (3) onderling gescheiden staanplaatsen (12) voor de paarden (2) zijn aangebracht die zieh zij aan zij en zich volgens de lengterichting van het voertuig (1) achter elkaar bevinden.

6.-Voertuig volgens conclusie 5, daardoor gekenmerkt dat de staanplaatsen (12) voor de paarden (2) zich in het uitschuifbare gedeelte (4) bevinden. <Desc/Clms Page number 9>

7.-Voertuig volgens conclusie 6, daardoor gekenmerkt dat minstens in de zijwand (14) die zich tegenoverliggend bevindt aan de zijwand (15) waarin het uitschuifbare gedeelte (4) is aangebracht, een deur (16) voor de paarden (2) aanwezig is.

8.-Voertuig volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het uitschuifbare gedeelte (4) is voorzien van aandrijfmiddelen.

9.-Voertuig volgens conclusie 8, daardoor gekenmerkt dat de aandrijfmiddelen bestaan uit door middel van één of meer motoren (20) in de dwarsrichting van het voertuig (1)' uitschuifbare profielen (21) waaraan of waarop het uitschuifbare gedeelte (4) is bevestigd.

10.-Voertuig volgens conclusie 9, daardoor gekenmerkt dat de uitschuifbare profielen (21) verplaatsbaar zijn door middel van tandlataandrijvingen, met tandraderen (29) die door middel van een gemeenschappelijke as (30) worden aangedreven. EMI9.1

11.-Voertuig volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het voertuig (1) bestaat uit een vrachtwagen.

12.-Voertuig volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat dit is voorzien van een verblijfsruimte (32) en/of sanitaire ruimte voor personen.

13.-Transporteenheid voor het realiseren van een voertuig zoals beschreven in één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat deze bestaat uit een eenheid die op een vrachtwagen kan worden geplaatst in de vorm van een <Desc/Clms Page number 10> container of dergelijke waarin minstens de stallingruimte (3), inclusief het uitschuifbare gedeelte (4), is geïntegreerd.