BE1010123A3

BE1010123A3 - Rolpiste, samenstellende delen hiervan en werkwijze voor de vervaardiging van deze delen.

Info

Publication number: BE1010123A3
Application number: BE9600245A
Authority: BE
Original assignee: Mastbooms Francois; Sebregts Cynthia
Priority date: 1996-03-19
Filing date: 1996-03-19
Publication date: 1998-01-06
Also published as: EP0796641A1; ES2111514T1; DE796641T1

Abstract

Rolpiste, welke minstens één deel (3-3A-3B) met een gebogen rolvlak vertoont, daardoor gekenmerkt dat dit deel (3-3A-3B) bestaat uit een gebogen plaat (4), welke in hoofdzaak uitsluitend is ondersteund door gekromde latten (5) die zich hoofdzakelijk in de richting van de kromming van de gebogen plaat (4) uitstrekken.

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  Rolpiste, samenstellende delen hiervan en werkwijze voor de vervaardiging van deze delen. 



  Deze uitvinding heeft betrekking op een rolpiste, meer speciaal een   zogenaamde "ramp",   alsmede op de samenstellende delen van deze rolpiste en op een werkwijze om deze delen te verwezenlijken. 



  Meer speciaal heeft de uitvinding betrekking op rolpistes die bedoeld zijn voor het uitoefenen van sportieve en creatieve aktiviteiten, waarbij men tegen een hellend vlak omhoog en terug naar beneden, of tussen twee tegenover elkaar opgestelde vlakken heen en weer rolt, bijvoorbeeld met rolschaatsen, een skate board, een fiets, enzovoort. 



  Dergelijke rolpistes kunnen worden vervaardigd uit hout of metaal. 



  Bij de klassieke uitvoeringen uit metaal worden de delen die van een gebogen rolvlak zijn voorzien, verwezenlijkt door verschillende profielen te buigen, deze door dwarsverbindingen aan elkaar te bevestigen en vervolgens een metalen plaat hierover aan te brengen. 



  De houten uitvoeringen worden doorgaans ter plaatse systematisch opgebouwd. Hierbij wordt eerst een skelet gebouwd en worden over dit skelet verschillende dwarslatten bevestigd, waarop dan platen worden gelegd. 



  Door het feit dat bij de metalen uitvoeringen dwarsverbindingen en bij de houten uitvoeringen dwarslatten onder de platen aanwezig zijn, ontstaat bij het gebruik van dergelijke rolpiste na verloop van tijd het nadeel dat rillen worden gevormd daar de plaat tussen de 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 dwarsverbindingen, respectievelijk de dwarslatten gaat doorzakken. 



  Verder vertonen de metalen uitvoeringen ook nog het nadeel dat speciale buigmachines dienen te worden voorzien om de voornoemde metalen profielen te buigen, waardoor de kostprijs van een dergelijke metalen rolpiste aanzienlijk stijgt. 



  De metalen uitvoeringen vertonen eveneens het nadeel dat zij zwaar zijn en doorgaans slechts geschikt zijn voor vaste opstellingen. Ook vertonen zij het nadeel dat zij in hun gebruik een minder comfortabel gevoel geven, daar metaal minder veerkracht heeft dan hout. 



  De bekende uitvoeringen uit hout, vertonen naast het voornoemde nadeel, tevens het nadeel dat de systematische opbouw hiervan een tijdrovende bezigheid is. 



  De uitvinding heeft een rolpiste tot doel, waarmee   een   of meer van voornoemde nadelen worden uitgesloten. 



  Hiertoe betreft de uitvinding een rolpiste, meer speciaal een rolpiste die minstens   een   deel bevat met een gebogen rolvlak, met als kenmerk dat dit deel bestaat uit minstens een gebogen plaat, welke in hoofdzaak ondersteund wordt door gekromde latten die zieh hoofdzakelijk in de richting van de kromming van de gebogen plaat uitstrekken. 



  Hierdoor wordt de betreffende plaat in hoofdzaak slechts gedragen door latten die zieh volgens de meest voorkomende rolrichting uitstrekken, met als voordeel dat geen rillen dwars op de rolrichting kunnen ontstaan. 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 Bij voorkeur worden de latten gevormd door deze in gebogen vorm uit een materiaal, meer speciaal een materiaallaag, te zagen, te snijden, of dergelijke. Hierdoor ontstaat het voordeel dat het gebruik van dure buigmachines kan worden uitgesloten. 



  In de meest voorkeurdragende uitvoeringsvorm zijn de delen van de rolpiste die het rolvlak bepalen, uitgevoerd als zelfdragende elementen, zodat geen complexe onderbouw meer nodig is. 



  Volgens nog een kenmerk van de uitvinding wordt de rolpiste samengesteld uit modules, waarbij iedere module op de voornoemde wijze is opgebouwd. 



  Door het feit dat de delen zijn opgevat als zelfdragende elementen en bovendien modulair zijn uitgevoerd kunnen de betreffende rolpistes volgens de uitvinding zeer gemakkelijk worden getransporteerd, vlug in elkaar worden gezet, evenals vlug terug uit elkaar worden genomen, wat vooral van groot belang is bij tijdelijke opstellingen. 



  De uitvinding heeft eveneens betrekking op een werkwijze voor het samenstellen van zulk deel van een rolpiste, met als kenmerk dat zij bestaat in opeenvolgend het vormen van een aantal latten die aan minstens één zijde een kromming vertonen, het buigen van een plaat ; en het tegen elkaar bevestigen van de gebogen plaat en de latten. 



  In de meest voorkeurdragende uitvoeringsvorm wordt de rolpiste, en meer speciaal de samenstellende delen ervan, vervaardigd uit hout, waardoor zeer lichte en gemakkelijk te hanteren delen worden verkregen in de vorm van panelen. 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 De uitvinding heeft ook betrekking op een rolpiste die het kenmerk vertoont dat minstens het rolvlak gevormd is uit voorgevormde houten modules, waarbij deze modules bij voorkeur, doch evenwel niet noodzakelijk zijn samengesteld uit gebogen platen die zoals voornoemd op latten zijn bevestigd die zieh hoofdzakelijk in de richting van de kromming van de gebogen plaat uitstrekken. Zulke opbouw uit houten modules biedt, ongeacht het feit hoe deze modules zijn opgebouwd, het voordeel dat zulke rolpiste vlug kan worden opgebouwd en nadien terug worden afgebroken, en bovendien gemakkelijk te transporteren is. 



  Met het inzicht de kenmerken volgens de uitvinding beter aan te tonen, is hierna als voorbeeld zonder enig beperkend karakter een voorkeurdragende uitvoeringsvorm beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : figuur 1 in perspectief een rolpiste volgens de uitvinding weergeeft ; figuur 2 op een grotere schaal een doorsnede weergeeft volgens lijn II-II in figuur   1 ;   figuur 3 op een sterk vergrotende schaal een zieht weergeeft van het gedeelte dat in figuur 2 met F3 is aangeduid ; figuur 4 een doorsnede weergeeft volgens lijn IV-IV in figuur   3i   figuren 5 en 6 het deel weergeven dat in figuur 1 met
F5 is aangeduid, respectievelijk de bovenzijde en de onderzijde hiervan ; figuur 7 schematisch in verschillende stappen de werkwijze volgens de uitvinding verduidelijkt. 



  Zoals weergegeven in figuur 1 heeft de uitvinding betrekking op een rolpiste 1. In het weergegeven voorbeeld 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 is deze rolpiste 1 samengesteld uit een vlak deel 2 en aan weerszijden hiervan weergegeven omhooggerichte delen 3. 



  Zoals weergegeven in de figuren 2 tot 6 bestaat het bijzondere van de uitvinding erin dat hierbij gebruik wordt gemaakt van omhooggerichte delen 3 die zijn samengesteld uit een gebogen plaat 4, die in hoofdzaak uitsluitend is ondersteund door gekromde latten 5 die zieh hoofdzakelijk in de richting van de kromming van de gebogen plaat 4 of rolrichting R uitstrekken. Bij voorkeur is onder de gebogen plaat 4 dan ook geen enkele of geen noemenswaardige dwarsverbinding aanwezig die een steunfunctie ten opzichte van de plaat 4 uitoefent. 



  De verschillende latten 5 zijn bij voorkeur op gelijkmatige afstanden D van elkaar aangebracht en strekken zieh over nagenoeg de volledige lengte L van de plaat 4 uit. De buitenste latten 5 bevinden zieh ter plaatse van of nagenoeg ter plaatse van de langsranden 6-7 van de betreffende plaat 4. 



  De latten 5 kunnen een rechthoekige of vierkante doorsnede vertonen. Bij voorkeur evenwel, ten einde een optimale ondersteuning met een minimaal gewicht te verkrijgen, zal gebruik worden gemaakt van een rechthoekige doorsnede en zijn de latten 5 zoals weergegeven in figuur 4 rechtopstaand tegen de achterzijde 8 van de betreffende 
 EMI5.1 
 plaat 4 aangebracht. In de meest voorkeurdragende uitvoeringsvorm zullen de voornoemde delen 3, en bij voorkeur ook alle andere samenstellende delen van de rolpiste   1,   bestaan. uit hout, waardoor deze delen een gering gewicht vertonen en gemakkelijk te transporteren blijven. 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 



  Het gebruik van hout voor de latten 5 heeft ook als voordeel dat deze latten 5 eenvoudig kunnen worden vervaardigd door hen passend uit te zagen uit een plaat of dergelijke, zonder dat moeilijke technieken vereist zijn. 



  In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm zijn zij uit gelaagde platen, zoals zogenaamde multiplex, vervaardigd. 



  Zulke houten latten 5 laten ook toe dat de plaat 4 op een gemakkelijke wijze op de latten 5 kan worden bevestigd door middel van schroeven 9. 



  Het gebruik van hout voor de platen 4 heeft als voordeel dat bij het buigen een spanning wordt gecreëerd die tot de stevigheid van het geheel bijdraagt. Een houten plaat 4 biedt ook het voordeel dat zij zeer gelijkmatig kan worden gebogen, zonder dat er een gevaar voor een knik ontstaat. 



  Voor de platen 4 wordt bij voorkeur ook gebruik gemaakt van een gelaagd en gelijmd materiaal, zoals zogenoemde multiplex, daar dit een enorme stevigheid biedt. 



  In het geval dat de rolpiste 1 eveneens vlakke delen 2 bevat, zullen deze delen bij voorkeur op een gelijkaardige wijze zijn opgebouwd, met een rolvlak gevormd uit een of meer platen 10 die in hoofdzaak, en bij voorkeur uitsluitend, door zieh in langsrichting uitstrekkende latten 11 worden gedragen. 



  Het geheel is bij voorkeur modulair opgevat, waardoor de rolpiste, enerzijds, gemakkelijk kan worden opgebouwd en worden gedemonteerd, en anderzijds, de omvang en vormgeving ervan eenvoudig kan worden gewijzigd door meerdere of mindere modules, respectievelijk gevormd door de weergegeven delen 2 en 3, aan te wenden. 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 Zo bijvoorbeeld kan de rolpiste 1 zijdelings worden uitgebouwd door modules naast elkaar aan te brengen, zoals in figuur 1 schematisch met de delen 2A en 3A is weergegeven. 



  Alle modules, respectievelijk delen 2-3 en 2A-3A, dienen niet even groot te zijn. In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm bevat de rolpiste 1 een aantal bijkomende gekromde delen 3B, die op een analoge wijze zijn opgebouwd als de voornoemde delen 3, doch kleiner zijn in afmetingen, en die zoals weergegeven in figuur 2 toelaten om de rolpiste 1 in de hoogte uit te bouwen. 



  Zoals weergegeven in de figuren 5 en 6 is het rolvlak van iedere module bij voorkeur slechts gevormd door   een   plaat 4, zodanig dat in eenzelfde module geen naden voorkomen. 



  Bij voorkeur worden de gebogen delen 3-3A-3B ondersteund door rechtopstaande platen 12 die voorzien zijn van een gekromde uitsnijding 13, waar de delen 3-3A-3B eenvoudig komen op te liggen. Hierbij worden de delen 3-3A-3B bij voorbeeld aan de platen 12 geschroefd doordat deze platen 12 tegen een lat 5 worden geplaatst en schroeven 14 hier doorheen worden geschroefd. - De platen 12 bij voorkeur zodanig gevormd dat aan het bovenste uiteinde van de uitsnijding 13 een horizontale of nagenoeg horizontale rand 15 aansluit, die een steun vormt om een platform 16 te ondersteunen, zodanig dat hiertoe geen afzonderlijke steunconstructie dient te worden gebouwd. 



  In het geval van een vrij hoge rolpiste worden bij voorkeur platen 17 aangewend die zoals weergegeven in figuur 2 een schuin naar onderen verlopende achterrand 18 vertonen, om een betere steun te verkrijgen. 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 



  De verschillende delen 2-2A-3-3A-3B kunnen eenvoudig aan elkaar worden gekoppeld met koppelelementen die een verbinding maken ter plaatse van de aan elkaar te sluiten randen van de betreffende platen van deze delen. Zoals weergegeven in figuur 3 bestaan deze koppelelementen in een voorkeurdragende uitvoeringsvorm uit houten plankjes 19 die door middel van schroeven 20 tegen de onderzijde van de betreffende platen 4-10 worden vastgemaakt. 



  Bij de vervaardiging van de voornoemde delen 3-3A-3B wordt bij voorkeur een werkwijze toegepast, die zoals weergegeven in figuur 7 in hoofdzaak bestaat uit het in een eerste stap 21 vormen van een aantal latten 5 die aan minstens   een   zijde 22 een kromming vertonen ; het in een tweede stap 23 buigen van een plaat   4 ;   en het in een derde stap 24 tegen elkaar bevestigen van de plaat 4 en de latten 5. 



  Zowel de plaat 4 als de latten 5 bestaan bij voorkeur uit hout, meer speciaal nog zogenaamde multiplex, bij voorkeur van het watervaste type. 



  De latten 5 worden bij voorkeur gevormd door deze uit een plaat 25, bij voorbeeld een houten plaat, te zagen. 



  Het buigen van de plaat 4 gebeurt bij voorkeur door haar twee uiteinden 26-27 naar elkaar toe te trekken. Zoals weergegeven in figuur 7 kan dit op een weinig tijdrovende manier worden uitgevoerd door   één   of meer riemen 28, touwen of dergelijke rond de plaat 4 aan te brengen en deze aan te spannen, eventueel met behulp van spanmiddelen 29. 



  De plaat 4 wordt zodanig gebogen dat een kromming ontstaat die overeenstemt of vrijwel overeenstemt met de kromming van de voornoemde zijden 22. 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 



  De gekromde plaat 4 wordt in de laatste stap 24 op de gekromde latten 5 gelegd en vervolgens hierop vastgemaakt wat in de meest eenvoudige uitvoeringsvorm wordt verwezenlijkt door zoals aangeduid met pijlen 30 op verschillende plaatsen schroeven doorheen de plaat 4 in de latten 5 te draaien. 



  De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch dergelijke rolpiste   1,   de samenstellende delen 2-3-3A-3B en de voornoemde werkwijze kunnen volgens verschillende varianten worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims

Conclusies. l.-Rolpiste, welke minstens één deel (3-3A-3B) met een gebogen rolvlak vertoont, daardoor gekenmerkt dat dit deel (3-3A-3B) bestaat uit een gebogen plaat (4), welke in hoofdzaak uitsluitend is ondersteund door gekromde latten (5) die zieh hoofdzakelijk in de richting van de kromming van de gebogen plaat (4) uitstrekken.
2.-Rolpiste volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de delen (2-2A-3-3A-3B) die het rolvlak van de rolpiste (1) bepalen zijn uitgevoerd in de vorm van zelfdragende elementen.
3.-Rolpiste volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat de betreffende plaat (4) uitsluitend en alleen worden ondersteund door latten (5) die zieh hoofdzakelijk in de richting van de kromming van de gebogen plaat (4) uitstrekken.
4.-Rolpiste volgens een van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de latten (5) een rechthoekige doorsnede vertonen en dat zij rechtopstaand tegen de achterzijde (8) van de betreffende plaat (4) zijn aangebracht.
5.-Rolpiste volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de platen (4) en de latten (5) bestaan uit hout.
6.-Rolpiste volgens conclusie 5, daardoor gekenmerkt dat de platen (4) bestaan uit een gelijmd gelaagd plaatmateriaal, bij voorkeur zogenaamde multiplex. <Desc/Clms Page number 11>
7.-Rolpiste volgens een van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de platen (4) op de latten (5) zijn geschroefd.
8.-Rolpiste volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de latten (5) zieh over de volledige of nagenoeg volledige lengte (L) van het betreffende deel (3-3A-3B) uitstrekken en dat deze latten (5) zijdelings op gelijkmatige afstanden (D) van elkaar zijn aangebracht.
9.-Rolpiste volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat zij één of meer vlakke delen (2) bezit die op een analoge wijze zijn opgebouwd als de gebogen delen (3-3A-3B), met andere woorden bestaan uit een rolvlak gevormd door één of meer platen (10) die in hoofdzaak, en bij voorkeur uitsluitend, gedragen worden door en bevestigd zijn op latten (11) die zieh in de gebruikelijke rolrichting (R) uitstrekken.
10.-Rolpiste volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde delen (2-2A-3-3A-3B) zijn opgebouwd in de vorm van modules, die ten einde de rolpiste (1) op te bouwen uitsluitend nog in de juiste stand dienen te worden positioneerd.
11.-Rolpiste volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat zij delen (3B) bevat waarmee de rolpiste (1) naar keuze al dan niet in de hoogte kan worden uitgebouwd.
12.-Rolpiste volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde gebogen delen (3-3A-3B) worden ondersteund door rechtopstaande platen (12) waarin een gekromde uitsnijding (13) is aangebracht. <Desc/Clms Page number 12>
13.-Rolpiste volgens conclusie 12, daardoor gekenmerkt dat de platen (12-17) zijn voorzien van een horizontale of nagenoeg horizontale rand (15) die aan het bovenste uiteinde van de uitsnijding (13) aansluit en die toelaat hierop een platform (16) aan te brengen.
14.-Rolpiste volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de verschillende delen (2-2A-3-3A-3B) aan elkaar zijn gezet door middel van koppelstukken die tegen de onderzijde van de platen (4-10) van de te verbinden delen (2-2A-3-3A-3B) zijn bevestigd.
15.-Rolpiste, daardoor gekenmerkt dat minstens het rolvlak hiervan gevormd is uit voorgevormde houten modules.
16.-Samenstellend deel voor het vervaardigen van een rolpiste zoals beschreven in de conclusies 1 tot 15, daardoor gekenmerkt dat dit bestaat uit een gebogen deel (3-3A-3B), dat gevormd is uit minstens een gebogen plaat (4), welke in hoofdzaak uitsluitend is ondersteund door gekromde latten (5) die zieh hoofdzakelijk in de richting van de kromming van de gebogen plaat (4) uitstrekken.
17.-Werkwijze voor het vervaardigen van een samenstellend deel voor een rolpiste, meer speciaal van een gebogen deel volgens conclusie 16, daardoor gekenmerkt dat zij bestaat in opeenvolgend het vormen van een aantal latten (5) die aan minstens één zijde (22) een kromming vertonen ; het buigen van een plaat (4) ; en het tegen elkaar bevestigen van de plaat (4) en de latten (5).
18.-Werkwijze volgens conclusie 17, daardoor gekenmerkt dat het samenstellend deel (3-3A-3B) volledig uit hout wordt vervaardigd. <Desc/Clms Page number 13>
19.-Werkwijze volgens conclusie 18, daardoor gekenmerkt dat de latten (5) uit een plaat (25) worden gezaagd.
20.-Werkwijze volgens één van de conclusies 17 tot 19, daardoor gekenmerkt dat de plaat (4) wordt gebogen door haar twee uiteinden (26-27) naar elkaar toe te trekken door één of meer riemen (28), touwen of dergelijke rond de plaat (4) aan te brengen en deze aan te spannen, eventueel met behulp van spanmiddelen (29), bij voorkeur tot zij zodanig gekromd is dat de kromming ervan overeenstemt of nagenoeg overeenstemt met de kromming van de latten (5).