BE1009476A6 - Werkwijze en inrichting voor het sturen van een aandrijfmotor van een weefseloptrekinrichting bij weefmachines. - Google Patents

Werkwijze en inrichting voor het sturen van een aandrijfmotor van een weefseloptrekinrichting bij weefmachines. Download PDF

Info

Publication number
BE1009476A6
BE1009476A6 BE9500601A BE9500601A BE1009476A6 BE 1009476 A6 BE1009476 A6 BE 1009476A6 BE 9500601 A BE9500601 A BE 9500601A BE 9500601 A BE9500601 A BE 9500601A BE 1009476 A6 BE1009476 A6 BE 1009476A6
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
pattern
controlling
drive motor
formation
entered
Prior art date
Application number
BE9500601A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Picanol Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Picanol Nv filed Critical Picanol Nv
Priority to BE9500601A priority Critical patent/BE1009476A6/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1009476A6 publication Critical patent/BE1009476A6/nl

Links

Classifications

    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D49/00Details or constructional features not specially adapted for looms of a particular type
    • D03D49/04Control of the tension in warp or cloth
    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D49/00Details or constructional features not specially adapted for looms of a particular type
    • D03D49/04Control of the tension in warp or cloth
    • D03D49/20Take-up motions; Cloth beams

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Textile Engineering (AREA)
  • Looms (AREA)

Abstract

Werkwijze en inrichting voor het sturen van een aandrijfmotor (10) van een weefseloptrekinrichting (8) bij weefmachines, waarbij deze aandrijfmotor (10) volgens een patroon gestuurd wordt, dat gevormd wordt door een ingegeven patroon volgens de vorming van het weefsel (7) aan te passen.

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  Werkwijze en inrichting voor het sturen van een aandrijfmotor van een weefseloptrekinrichting bij weefmachines. 
 EMI1.1 
 ------------------------------------------------------------- De uitvinding betreft een werkwijze en een inrichting voor het sturen van een aandrijfmotor van een weefseloptrekinrichting bij weefmachines. 



  Bij weefmachines waarbij de weefseloptrekinrichting synchroon met de hoofdaandrijfmotor wordt aangedreven bestaat het gevaar dat er parigheid in het weefsel kan ontstaan, dit is dat de verschillende inslagdraden van het weefsel zieh niet op een gewenste afstand van elkaar bevinden. Dit komt vooral voor bij bindingen waarbij, bij opeenvolgende inserties, de kettingdraden verschillende krachten uitoefenen ter hoogte van de aanslaglijn van het weefsel. Dit komt meestal voor bij keperbindingen, maar kan ook voorkomen bij lijnwaadbindingen. 



  Dit kan ook te wijten zijn aan het feit dat de onderketting en de bovenketting gevormd worden door middel van op en neer beweegbare geleidingen die zieh op een verschillende afstand van de aanslaglijn bevinden. 



  Het is gekend uit JP-B 44028270 om de aandrijfmotor van een weefseloptrekinrichting bij weefmachines volgens een ingegeven patroon te sturen. Dergelijke sturing heeft tevens als nadeel dat er parigheid in het weefsel kan ontstaan. 



  Het doel van de uitvinding is een weefsel te bekomen waarbij de inslagdraden zieh steeds op een gewenste afstand van elkaar bevinden. 



  Tot dit doel bevat de werkwijze volgens de uitvinding het sturen van de aandrijfmotor van de weefseloptrekinrichting 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 volgens een patroon, en het vormen van dit patroon door een ingegeven patroon volgens de vorming van het weefsel aan te passen. 



  De uitvinding betreft tevens een inrichting die middelen bevat om een patroon voor het sturen van de aandrijfmotor van de weefseloptrekinrichting te vormen door een ingegeven patroon volgens de vorming van het weefsel aan te passen. 



  Dit biedt als voordeel dat de inslagdraden zich steeds op een gewenste afstand van elkaar bevinden, waarbij deze afstand bepaald wordt door een ingegeven patroon dat aangepast wordt volgens de vorming van het weefsel, teneinde parigheid in het weefsel te vermijden. 



  Teneinde de kenmerken van de uitvinding duidelijker naar voor te brengen wordt de uitvinding hieronder nader toegelicht aan de hand van tekeningen met uitvoeringsvoorbeelden, waarin : figuur 1 schematisch een gedeelte van een weefmachine voorzien van een inrichting volgens de uitvinding weergeeft ; figuren 2 tot 4 schematisch in verschillende standen van de weefkaders een gedeelte van een weefmachine weergeven. 



  In figuur 1 is een weefmachine weergegeven waarbij kettingdraden 1 vanaf een kettingboom 2, over een sleep 3 en door geleidingen van weefkaders 4 worden geleid. De kettingdraden 1 vormen een gaap 5 waarin inslagdraden ingebracht worden die vervolgens door een weeflade 6 aangeslagen worden, teneinde een weefsel 7 te vormen. Dit weefsel 7 wordt met een weefseloptrekinrichting 8 opgetrokken en op een weefselboom 9 gewikkeld. 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 



  De weefseloptrekinrichting 8 wordt door een aandrijfmotor 10 aangedreven die door middel van een stuureenheid 11 en een voeding 12 wordt gestuurd. De aandrijfmotor 10 bevat een aandrijfas 13 waarop een tandwiel 14 is voorzien dat via een tussentandwiel 15 en een tandwiel 16 de weefseloptrekinrichting 8 aandrijft. 



  De weefmachine bevat verder een as 17 die synchroon draait met een niet weergegeven hoofdas die de weeflade 6 aandrijft. 



  Op deze as 17 is een encoderschijf 18 bevestigd die samenwerkt met een encoder 19. De encoder 19 levert hierbij bijvoorbeeld per omwenteling van de as 17 zesendertig signalen aan een eenheid 20. Deze eenheid 20 versterkt deze signalen en stuurt overeenstemmende versterkte signalen naar de stuureenheid 11. 



  De stuureenheid 11 bevat middelen 21 die volgens het bindingspatroon signalen naar de stuureenheid 22 van de kaderaandrijfmiddelen 26 sturen. Deze kaderaandrijfmiddelen 26 bestaan bijvoorbeeld uit een elektronisch gestuurde dobby die de weefkaders 4 volgens de voornoemde signalen stuurt. 



  De stuureenheid 11 bevat ook middelen 23 die in functie van de signalen van de eenheid 20, signalen naar de voeding 12 sturen zodanig dat de aandrijfmotor 10 met een gewenste snelheid de weefseloptrekinrichting 8 aandrijft. De stuureenheid 11 is verder met een ingave-eenheid 24 en een weergave-eenheid 25 gekoppeld. 



  Met behulp van de ingave-eenheid 24 kan het bindingspatroon aan de middelen 21 ingegeven worden, waarmee de weefkaders 4 tijdens opeenvolgende inbrengen van een inslagdraad moeten bewegen. Met behulp van de ingave-eenheid 24 wordt tevens een 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 patroon voor de beweging van de weefseloptrekinrichting 8 tijdens opeenvolgende inbrengen van een inslagdraad ingegeven. Dit ingegeven patroon voor de beweging bevat de gewenste afstand tussen de opeenvolgend in te brengen inslagdraden, meer speciaal de afstand waarover het weefsel zich zou moeten verplaatsen onder ideale omstandigheden of in geval geen parigheid zou aanwezig zijn. 



  Volgens de uitvinding passen de middelen 23 het door middel van de ingave-eenheid 24 ingegeven patroon aan volgens de vorming van het weefsel, en vormen hierbij een patroon voor het sturen van de aandrijfmotor 10 van de weefseloptrekinrichting 8. Hierbij wordt de vorming bepaald volgens de onderlinge ligging van en/of de spanning in de kettingdraden op het ogenblik van het aanslaan van de inslagdraden. De onderlinge ligging wordt bepaald aan de hand van het door de ingave-eenheid 24 ingegeven bindingspatroon en aan de hand van geometrische waarden zoals de hoogtepositie van de in de weefkaders 4 voorziene geleidingen en de afstand van de weefkaders 4 tot de aanslaglijn 29, op het ogenblik van het aanslaan van de inslagdraden. De spanning in de kettingdraden wordt tevens bepaald door de voornoemde geometrische waarden. 



  Dit wordt aan de hand van een voorbeeld weergegeven waarbij, zoals opeenvolgend weergegeven in figuren 2 tot 4, met behulp van drie weefkaders 4 een bindingspatroon of weefpatroon over drie opeenvolgende inbrengen van een inslagdraad wordt weergegeven. De bovengaap 27 en de ondergaap 28 worden hierbij in streeplijn weergegeven, en het is hierbij zichtbaar dat bij een open gaap 6 de geleidingen voor de kettingdraden 1 een bepaalde uiterste hoogte vertonen. De kettingdraden 1 worden hierbij weergegeven op het ogenblik dat de inslagdraden door de weeflade 6 worden aangeslagen. 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 



  Het is duidelijk dat de positie van de aanslaglijn 29 voor het aanslaan hierbij verschilt bij de verschillende aanslagen, hetgeen aanleiding geeft tot parigheid in het weefsel 7, meer speciaal dat de gewenste afstand tussen de opeenvolgende inslagdraden in het weefsel 7 niet bekomen wordt. 



  Door het ingegeven patroon aan te passen, wordt de parigheid tegengewerkt en wordt een weefsel 7 met de gewenste of ingegeven afstand tussen de opeenvolgende inslagdraden bekomen. De wijze waarop het gewenste patroon wordt aangepast, wordt bepaald in functie van de vorming van het weefsel 7, meer speciaal in functie van de onderlinge ligging van en/of de spanning in de kettingdraden 1. Hierbij zijn ook de aantallen kettingdraden 1 die zich in een bepaalde positie bevinden van belang. Dit alles bepaalt de positie van de aanslaglijn 29 bij het aanslaan van een inslagdraad. 



  Bij de stand van figuur 2 is de spanning in de kettingdraden 1 lager en is de hoek tussen de kettingdraden 1 kleiner, dan bij de standen van figuren 3 en 4. Hierdoor zou de aanslaglijn 29 zich in de stand van figuur 2 meer naar de weefselsteun 30 toe bevinden, dan in de standen van figuren 3 en 4. Indien men de weefseloptrekinrichting 8 zou sturen volgens het ingegeven patroon, zou een inslagdraad die aangeslagen wordt bij de stand van figuur 2 verder van de vorige inslagdraad aangeslagen worden en zouden bij de stand van de figuren 3 en 4 de inslagdraden dichter van de vorige inslagdraad aangeslagen worden.

   Om dit effect tegen te gaan, wordt de aandrijfmotor 10 van de weefseloptrekinrichting 8 bij de overgang van de stand van figuur 4 naar die van figuur 2, volgens het aangepaste patroon over een kleinere hoek bewogen dan de hoek die ingegeven werd met de ingave-eenheid 24, zodat de inslagdraad hierbij op een gewenste afstand van 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 de vorige inslagdraad komt te liggen. Analoog kan bij de overgang van de stand van figuur 2 naar die van figuur 3 en van die van figuur 3 naar die van figuur 4, de aandrijfmotor 10 over een grotere hoek bewogen worden dan de hoek die ingegeven werd met de ingave-eenheid 24. 



  De aanpassing van het met de ingave-eenheid 24 ingegeven patroon kan op voornoemde wijze passend gebeuren teneinde een patroon voor het sturen van de aandrijfmotor 10 te bekomen dat onafhankelijk is van de parigheid die zou ontstaan door het verplaatsen van de aanslaglijn 29 indien men het ingegeven patroon niet zou aanpassen. De uitvinding biedt als voordeel dat een patroon ingegeven kan worden dat de gewenste afstand tussen de inslagdraden bevat, en dat de inrichting volgens de uitvinding een aangepast patroon voor de sturing van de aandrijfmotor 10 vormt, zodanig dat de parigheid in het weefsel 7 vermeden wordt. 



  Het is duidelijk dat de kettingdraden niet noodzakelijk op en neer hoeven bewogen te worden door weefkaders, maar dat deze kettingdraden eveneens kunnen bevolen worden door geleidingen die aan arcadedraden van een jacquardsysteem zijn bevestigd. 



  De werkwijze en de inrichting voor het sturen van een aandrijfmotor van een weefseloptrekinrichting bij weefmachines volgens de uitvinding beperken zieh uiteraard niet tot de als voorbeeld weergegeven uitvoeringsvormen en kunnen binnen het kader van de uitvinding volgens verschillende uitvoeringsvarianten verwezenlijkt worden.

Claims (7)

Conclusies.
1. Werkwijze voor het sturen van een aandrijfmotor (10) van een weefseloptrekinrichting (8) bij weefmachines, daardoor gekenmerkt dat de werkwijze het sturen van de aandrijfmotor (10) van de weefseloptrekinrichting (8) volgens een patroon bevat, en het vormen van dit patroon door een ingegeven patroon volgens de vorming van het weefsel (7) aan te passen.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat het ingegeven patroon via een ingave-eenheid (24) wordt ingegeven.
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat de vorming bepaald wordt door de onderlinge ligging van EMI7.1 de kettingdraden (1) en/of de spanning in de kettingdraden (1) op het ogenblik dat een inslagdraad aangeslagen wordt.
4. Werkwijze volgens een der conclusies 1 tot 3, daardoor gekenmerkt dat de vorming bepaald wordt volgens een via een ingave-eenheid (24) ingegeven bindingspatroon.
5. Werkwijze volgens een der conclusies 1 tot 4, daardoor gekenmerkt dat de vorming bepaald wordt door de positie van de aanslaglijn (29) voor het aanslaan.
6. Inrichting voor het sturen van een aandrijfmotor (10) van een weefseloptrekinrichting (8) bij weefmachines, daardoor gekenmerkt dat de inrichting middelen (23) bevat om een patroon voor het sturen van de aandrijfmotor (10) van de weefseloptrekinrichting (8) te vormen door een ingegeven patroon volgens de vorming van het weefsel (7) aan te passen. <Desc/Clms Page number 8>
7. Inrichting volgens conclusie 6, daardoor gekenmerkt dat de middelen (23) om het patroon voor het sturen van de aandrijfmotor (10) te vormen gekoppeld zijn met een ingave-eenheid (24) en middelen (21) die volgens het bindingspatroon signalen naar een stuureenheid (22) van de kaderaandrijfmiddelen (26) sturen.
BE9500601A 1995-07-06 1995-07-06 Werkwijze en inrichting voor het sturen van een aandrijfmotor van een weefseloptrekinrichting bij weefmachines. BE1009476A6 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9500601A BE1009476A6 (nl) 1995-07-06 1995-07-06 Werkwijze en inrichting voor het sturen van een aandrijfmotor van een weefseloptrekinrichting bij weefmachines.

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9500601A BE1009476A6 (nl) 1995-07-06 1995-07-06 Werkwijze en inrichting voor het sturen van een aandrijfmotor van een weefseloptrekinrichting bij weefmachines.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1009476A6 true BE1009476A6 (nl) 1997-04-01

Family

ID=3889084

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE9500601A BE1009476A6 (nl) 1995-07-06 1995-07-06 Werkwijze en inrichting voor het sturen van een aandrijfmotor van een weefseloptrekinrichting bij weefmachines.

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1009476A6 (nl)

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5014756A (en) Pile warp tension control in a loom
KR880006400A (ko) 직기의 경사 장력 제어 방법
BE1002819A3 (nl) Werkwijze voor het weven van een weefsel met een weefselpatroon, en weefmachines die deze werkwijze toepassen.
US6311737B2 (en) Method and weaving loom for producing a leno ground fabric
KR910008967B1 (ko) 서커(Sucker)제직 방법 및 서커직기
BE1009476A6 (nl) Werkwijze en inrichting voor het sturen van een aandrijfmotor van een weefseloptrekinrichting bij weefmachines.
WO1993007317A3 (en) Loom harness system with spaced parallel rotating shafts
JP2014512460A (ja) 杼口形成のための方法及び織機
JP3375256B2 (ja) 開口制御方法および開口制御装置
US5392817A (en) Apparatus for altering the loop length of terry cloth
KR100572798B1 (ko) 다양한 코 높이를 형성하기 위한 테리천 제직방법 및 그방법을 실시하기 위한 테리천 직기
JP7447075B2 (ja) 織機および織機内で織物をガイドするための方法
JP2021123841A (ja) 製織方法、そのような方法を実施するよこ糸選択装置、及びそのようなよこ糸選択装置を組み込んだ織機
US7231943B2 (en) Device for a weaving machine
BE1006861A6 (nl) Weefmachine voorzien van een zelfkantinrichting.
US5241994A (en) Rapier loom having a picking mechanism adjustable to yarn properties
BE1013285A3 (nl) Werkwijze en inrichting voor het steunen van een schaar kettingdraden bij een weefmachine.
CZ283497B6 (cs) Zařízení pro automatickou změnu vrcholu prošlupu
JP2001506715A (ja) 織機用の耳挿入装置
US5299753A (en) Cloth takeup and method
JPH09268450A (ja) 織機における捨耳形成方法及び装置
BE1009386A3 (nl) Gecombineerde poolgeversturing en poolkettingboomaflaat voor poolweefmachines.
BE1016428A6 (nl) Aandrijfsysteem voor een gaapvormingselement.
BE1007897A3 (nl) Zelfkantinrichting voor weefmachines.
EP3775342A1 (en) Distance fabric, a method of forming the distance fabric and a weaving machine for performing the method

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Owner name: PICANOL N.V.

Effective date: 20000731