BE1008021A3 - Weefsel. - Google Patents

Weefsel. Download PDF

Info

Publication number
BE1008021A3
BE1008021A3 BE9400024A BE9400024A BE1008021A3 BE 1008021 A3 BE1008021 A3 BE 1008021A3 BE 9400024 A BE9400024 A BE 9400024A BE 9400024 A BE9400024 A BE 9400024A BE 1008021 A3 BE1008021 A3 BE 1008021A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
weft
threads
opening
thread
hand
Prior art date
Application number
BE9400024A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Wiele Michel Van De Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Wiele Michel Van De Nv filed Critical Wiele Michel Van De Nv
Priority to BE9400024A priority Critical patent/BE1008021A3/nl
Priority to EP94201621A priority patent/EP0628649B1/en
Priority to EP97201387A priority patent/EP0805227B1/en
Priority to EP97201386A priority patent/EP0805226B1/en
Priority to DE69407663T priority patent/DE69407663T2/de
Priority to DE69430215T priority patent/DE69430215T2/de
Priority to DE69430216T priority patent/DE69430216T2/de
Priority to US08/257,896 priority patent/US5655573A/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1008021A3 publication Critical patent/BE1008021A3/nl

Links

Classifications

    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D27/00Woven pile fabrics
    • D03D27/02Woven pile fabrics wherein the pile is formed by warp or weft
    • D03D27/10Fabrics woven face-to-face, e.g. double velvet

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Textile Engineering (AREA)
  • Looms (AREA)

Abstract

Weefsel dat uit bindkettingdraden, spankettingdraden en pooldraden of deel ervan bestaat, waarbij bindkettingdraden paarsgewijs zich kruisen om achteréén volgende openingen te vormen, waardoor de inslagdraden (11,12,13) lopen, welk weefsel drie reeksen inslagdraden bevat, waarbij de eerste reeks inslagdraden zich uitstrekken in een vlak (A) dat zich bevindt tussen het vlak (B) dt gedefinieerd wordt door de tweede reeks inslagdraden en het vlak (C) dat gedefineerd wordt door de derde reeks inslagdraden of waarbij het vlak (A) van de eerste reeks inslagdraden met het vlak (B,C) van de tweede of derde reeks inslagdraden overeenstemt, met het kenmerk dat in reeks openingen (14,15) die gedefinieerd zijn door het zich kruisen van twee bindkettingdraden (5,6), twee inslagdraden (12,13) zich uitstrekken, waarbij tussen twee openingen (14,15) van bovengenoemde reeks zich een tussenopening (16) bevindt waardoor een enkele inslagdraad (11) zich uitstrekt.

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  WEEFSEL 
De uitvinding heeft betrekking op een weefsel dat uit bindkettingdraden, spankettingdraden en pooldraden of deel ervan bestaat, waarbij bindkettingdraden paarsgewijs zich kruisen om   achtereen   volgende openingen te vormen, waardoor de inslagdraden lopen, welk weefsel drie reeksen inslagdraden bevat waarbij de eerste reeks inslagdraden zieh uitstrekken in een vlak dat zieh bevindt tussen het vlak dat gedefinieerd wordt door de tweede reeks inslagdraden en het vlak dat gedefinieerd wordt door de derde reeks inslagdraden of waarbij het vlak van de eerste reeks inslagdraden met het vlak van de tweede of derde reeks inslagdraden overeenstemt. 



   Dergelijk weefsel is in BE 9300747 (Belgische aanvraag)   beschreven.   In dit weefsel, loopt voor elke opening tenminste een pooldraad tussen, enerzijds, de eerste inslagdraad en, anderzijds, de tweede inslagdraad en de derde inslagdraad van een opening, alsook tussen, enerzijds, de tweede inslagdraad en de derde inslagdraad van bovengenoemde opening en, anderzijds, de eerste inslagdraad van een naast boven bepaalde opening gelegen opening.

   Alvorens niet meer tussen de eerste en derde inslagdraden van   een   of meerdere openingen ingebonden te worden en alvorens zieh uit te strekken tussen, enerzijds, de tweede en derde inslagdraden van een bepaalde opening en, anderzijds, de eerste inslagdraad van de naast bovenvernoemde bepaalde opening gelegen opening, loopt de pooldraad tussen, enerzijds, de eerste inslagdraad van een bepaalde opening en, anderzijds, de tweede en derde inslagdraden van die 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 bepaalde opening. 



   Bij het weven van deze binding wordt vastgesteld dat het eerste schot van de opening indringt tussen het tweede en derde schot, waardoor de opstaande beentjes van de poolnop een neiging tot openspreiden kunnen vertonen. Deze neiging tot openspreiden kan aanleiding geven tot het mengen van kleuren in de kleurovergangen waardoor de tekening van het tapijt niet net afgelijnd wordt aan het pooloppervlak. 



   De uitvinding heeft betrekking op een weefsel waarvan de binding zieh verzet tegen de neiging tot openspreiden van opstaande beentjes van de poolnop. 



   Het weefsel volgens de uitvinding is gekenmerkt door dat in een reeks openingen die gedefinieerd zijn door het zieh kruisen van twee bindkettingdraden, twee inslagdraden zieh uitstrekken, waarbij tussen twee openingen van bovengenoemde reeks zieh een tussenopening bevindt waardoor een enkele inslagdraad zieh uitstrekt. 



   Voordelig strekken spankettingdraden zieh uit tussen een vlak dat gedefinieerd wordt door inslagdraden die zieh in tussenopeningen uitstrekken en een tweede vlak gedefinieerd door inslagdraden van bovengenoemde reeks openingen die naar de poolzijde toe gelegen zijn en/of tussen een vlak dat gedefinieerd wordt door inslagdraden die zieh in tussenopeningen uitstrekken en een derde vlak gedefinieerd door de inslagdraden die naar de rugzijde toe gelegen zijn. 



   Bij voorkeur is het weefsel volgens de uitvinding gekenmerkt doordat een eerste reeks gestrekt liggende spankettingdraden de inslagdraden scheiden in inslagdraden die naar de rugzijde gelegen zijn en inslagdraden die naar de poolzijde gelegen zijn ten opzichte van bovengenoemde spankettingdraden, en doordat een tweede reeks gestrekt liggende spankettingdraden de 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 inslagdraden scheiden in inslagdraden die naar de poolzijde gelegen zijn en inslagdraden die naar de rugzijde gelegen zijn ten opzichte van bovengenoemde tweede reeks spankettingdraden, waarbij de inslagdraden die zieh in tussenopeningen uitstrekken tussen de eerste reeks spankettingdraden en de tweede reeks spankettingdraden gelegen zijn. 



   Door het gebruik van een enige reeks spankettingdraden die zieh in een vlak uitstrekken, kunnen de inslagdraden die naar de poolzijde toe gelegen zijn, ingebonden dode pooldraden tussen inslagdraden van tussenopeningen tot op spankettingdraden indrukken, waardoor dode pooldraden golvend ingebonden kunnen worden. Dit kan aanleiding geven tot een hoger poolverbruik. Men heeft opgemerkt dat door het gebruik van twee reeksen spankettingdraden die zieh in aparte vlakken uitstrekken, het mogelijk is het indringen van inslagdraden te beletten. Deze tweede reeks spankettingdraden verhindert dus het indringen van inslagdraden en de dode pooldraden zullen ook gestrekt blijven tussen beide reeksen spankettingdraden zodat poolverbruik door inbinding minimaal blijft. 



   In een uitvoeringsvorm, voor elke opening van de reeks waardoor een eerste en een tweede inslagdraad lopen, en die gelegen is tussen een eerste tussenopening waardoor een derde inslagdraad loopt en een tweede tussenopening waardoor een vierde inslagdraad loopt, loopt een pooldraad tussen, enerzijds, de derde inslagdraad en, anderzijds, de eerste en tweede inslagdraden, en tussen, enerzijds, de vierde inslagdraad en, anderzijds, de eerste en tweede inslagdraden. 



   In een uitvoeringsvorm van een weefsel volgens de uitvinding, liggen de dode pooldraden tussen,   enerzijds, een   of meerdere inslagdraden die naar de 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 poolzijde toe gelegen zijn, en, anderzijds,   een   of meerdere inslagdraden die in tussenopeningen doorlopen. 



   Volgens een kenmerk van die uitvoeringsvorm voor een onderwerk, loopt een ingebonden pooldraad om een werkende pooldraad te worden onder een inslagdraad van de rugzijde van een opening en daarna tussen, enerzijds, de twee inslagdraden van bovengenoemde opening en, anderzijds, de inslagdraad van de tussenopening die naast bovengenoemde opening ligt. Dus loopt een dode pooldraad om werkende pooldraad te worden : - tussen een inslagdraad van een tussenopening en een inslagdraad die naar de rugzijde toe gelegen is ; - op laatstgenoemde inslagdraad richting rugzijde toe, en - tussen, enerzijds, de inslagdraden van een opening en, anderzijds, de inslagdraad van de tussenopening die naast laatstgenoemde opening gelegen is. 



   Volgens een verder kenmerk van die uitvoeringsvorm, is een werkende pooldraad afgebonden door middel van inslagdraden van een opening die tussen een eerste tussenopening en een tweede tussenopening ligt. De pooldraad loopt : - tussen, enerzijds, de inslagdraad van de eerste tussenopening en, anderzijds, de twee inslagdraden van de opening die naast bovengenoemde tussenopening ligt ; - op de inslagdraad van bovengenoemde opening die naar de rugzijde toe gelegen is (dwz onder die inslagdraad voor een onderwerk en boven die inslagdraad voor een   bovenwerk),   en - tussen, enerzijds, de twee inslagdraden van bovengenoemde opening en, anderzijds, de inslagdraad van de tweede tussenopening. 



   Huidige uitvinding heeft dus ook betrekking op een struktuur bestaande uit een bovenweefsel en uit een 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 onderweefsel die door pooldraden samenverbonden zijn, waarbij door het doorsnijden ervan tenminste   een   van bovengenoemde weefsels een weefsel volgens de uitvinding 
 EMI5.1 
 is. 



   Andere kenmerken en bijzonderheden zullen uit de volgende beschrijving voortvloeien waarin verwezen is naar de bijgevoegde tekeningen. 



   In die tekeningen, tonen figuren 1 en 2 in doorsnede twee uitvoeringsvormen van een struktuur volgens de uitvinding. 



   Figuur 1 toont een struktuur die bestaat uit een bovenweefsel 1 en een onderweefsel 2. Die weefsels bestaan uit spankettingdraden 3, 4, bindkettingdraden 5, 6 en pooldraden 7, 8, 9, 10. De bindkettingdraden 5, 6 kruisen zich paarsgewijs om achtereenvolgende openingen te vormen waardoor inslagdraden 11, 12, 13 lopen. 



   Voor elk weefsel, zijn er drie reeksen inslagdraden, waarbij een eerste reeks inslagdraden 11 zich uitstrekken in een vlak A dat zich bevindt tussen het vlak B dat gedefinieerd wordt door een tweede reeks inslagdraden 13 en het vlak C dat gedefinieerd wordt door een derde reeks inslagdraden 12. 



   Het vlak B van het bovenweefsel 1 is ten opzichte van het vlak A gericht naar de poolzijde toe of het onderweefsel 2, terwijl het vlak B van het onderweefsel 2 gericht is naar de poolzijde toe of het bovenweefsel 1 ten opzichte van het vlak A van het onderweefsel 2. Dus zijn de vlakken C de rugvlakken van de struktuur. 



   In de openingen 14 van het bovenweefsel 1 en in de openingen 15 van het onderweefsel 2 lopen twee inslagdraden 12, 13. Tussen twee openingen 14,15 waardoor twee inslagdraden lopen, ligt een tussenopening 16 waardoor een enkele inslagdraad 11 loopt. 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 



   De spankettingdraden 3, 4 liggen respectievelijk tussen het vlak C en het vlak A van het bovenweefsel 1 en van het onderweefsel 2. 



   Voor elke opening 14 van het bovenweefsel 1 en voor elke opening 15 van het onderweefsel 2 waardoor twee inslagdraden lopen, opening 14, 15 die gelegen is tussen een eerste tussenopening 16 waardoor een enkele inslagdraad 11 loopt en een tweede tussenopening 16 waardoor een enkele inslagdraad 11 loopt, loopt een pooldraad 7, 8, 9, 10   * tussen,   enerzijds, de inslagdraad 11 van de eerste tussenopening 16 en, anderzijds, de eerste en de tweede inslagdraden 12, 13 van de opening 14 of   15 ;   * onder (voor het onderweefsel 2) inslagdraad 12 of 
 EMI6.1 
 boven (voor het bovenweefsel 1) inslagdraad 12, en * enerzijds, de inslagdraad 11 van de tweede tussenopening 16 en, anderzijds, de eerste en de tweede inslagdraden 12, 13 van de opening 14 of 15. 



   Het bovenweefsel 1 en het onderweefsel 2 tonen een rugzijde R, dichtbij het vlak C en een poolzijde Z dichtbij het vlak B. 



   Pooldraden 7, 8, 9, 10 die ingebonden worden in   een   of meerdere openingen 15 van het onderweefsel lopen tussen, enerzijds,   een   of meerdere inslagdraden 13 die aan de poolzijde liggen en, anderzijds,   een   of meerdere inslagdraden 11 die door tussenopeningen 16 lopen. 



   Een werkende pooldraad, b. v. 9, om afgebonden in het onderweefsel te worden, loopt tussen, enerzijds, inslagdraad 11 van de tussenopening 16 en, anderzijds, inslagdraden 12, 13 van de opening 15 die bovengenoemde tussenopening volgt, daarna onder inslagdraad 12 van die opening 15 en tenslotte tussen, enerzijds, de inslagdraad 11 van de tussenopening 16 die bovengenoemde opening 15 volgt, en anderzijds, de inslagdraden 12, 13 van bovengenoemde opening 15, zodat de pooldraad 9 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 afgebonden is tussen de inslagdraden 12, 13 van bovengenoemde opening 15 en de inslagdraad 11 van de tussenopening 16 die de opening 15 volgt. 



   Bij voorkeur loopt de werkende pooldraad 7 om een dode pooldraad te worden en om in het bovenweefsel ingebonden te worden - boven de inslagdraad 12 van een opening   14 ;     - tussen,   enerzijds, de inslagdraden 12, 13 van de opening 14 en, anderzijds, de inslagdraad 11 van de tussenopening 16 die bovengenoemde opening 14 volgt, en - daarna tussen, enerzijds, de inslagdraad 11 van de bovengenoemde tussenopening 16 die de opening 14 achtereenvolgt en, anderzijds, inslagdraad 13 van de opening 14 die de tussenopening 16 achtereenvolgt. 



   Pooldraad 9 loopt bij voorbeeld als volgt a) tussen inslagdraden 13 en inslagdraden 11, d.   w.     z.   tussen vlakken B en A, van het onderweefsel   2 ;   b) tussen een inslagdraad 11 van een tussenopening 16 en een inslagdraad 12 van een opening 15 van het onderweefsel   2 ;   c) onder bovengenoemde inslagdraad 12 van de opening   15 ;

      d) tussen, enerzijds, de inslagdraad 11 van de tussenopening 16 die de opening 15 volgt, en anderzijds, de inslagdraden 12, 13 van bovengenoemde opening   15 ;   e) tussen het onderweefsel 2 en het bovenweefsel   1 ;   f) tussen, enerzijds, de inslagdraad 11 van een tussenopening 16 van het bovenweefsel   1,   en anderzijds, de inslagdraden 12, 13 van de opening 14 die bovengenoemde tussenopening 16 volgt ; g) boven de inslagdraad 12 van de opening 14 van het bovenweefsel   1 ;   h) tussen, enerzijds, inslagdraden 12, 13 van de opening 14, en anderzijds, inslagdraad 11 van de 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 tussenopening 16 die de opening 14 volgt ;

     i) tussen   het bovenweefsel 1 en het onderweefsel   2 ;   j) tussen, enerzijds, de inslagdraad 11 van de tussenopening 16 van het onderweefsel 2 die laatstvermelde opening 15 van het onderweefsel 2 achtereenvolgt, en, anderzijds, inslagdraden 12, 13 van de opening 15 die bovengenoemde tussenopening
16 achtereenvolgt ;

   k) onder de inslagdraad 12 van de laatstvermelde opening 15 van het onderweefsel   2 ;     l)   tussen, enerzijds, de inslagdraad 11 van de tussenopening 16 die de opening 15 volgt, en anderzijds, de inslagdraden 12, 13 van bovengenoemde opening   15 ;   m) tussen het onderweefsel 2 en het bovenweefsel   1 ;   n) tussen, enerzijds, de inslagdraad 11 van de tussenopening 16 van het bovenweefsel die laatst- vermelde opening 14 van het bovenweefsel 1 volgt, en, anderzijds, inslagdraden 12, 13 van de opening
14 die bovengenoemde tussenopening 16 volgt ;

   0) tussen het bovenweefsel 1 en het onderweefsel   2 ;   p) enz. q) tussen het bovenweefsel 1 en het onderweefsel   2 ;   r) tussen, enerzijds, de inslagdraad 11 van een tussenopening 16 van het onderweefsel 2, en, anderzijds, inslagdraden 12, 13 van de opening 15 die bovengenoemde tussenopening 16 volgt ; s) onder inslagdraad 12 van de opening   15 ;   t) tussen inslagdraad 13 van de opening 15 en inslagdraad 11 van de tussenopening 16 die de laatstvermelde opening 15 van het onderweefsel volgt ; u) tussen inslagdraden 11 en 13 (tussen vlakken A en
B) van het onderweefsel 2, waar de pooldraad ingebonden is. 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 



   Pooldraad 8 loopt als volgt : al) tussen vlakken A en B van het onderweefsel   2 ;   bl) tussen, enerzijds, de inslagdraad 11 van de tussenopening 16 van het onderweefsel 2, en, anderzijds, de inslagdraden 12, 13 van de opening 15 die bovengenoemde tussenopening 16 volgt ; cl) onder de inslagdraad 12 van de opening   15 ;     d1)   tussen, enerzijds, inslagdraden 12, 13 van bovengenoemde opening 15, en anderzijds, de inslagdraad 11 van de tussenopening 16 die bovengenoemde opening 15 volgt ; el) tussen het onderweefsel 2 en het bovenweefsel   1 ;   fl) tussen, enerzijds, de inslagdraad 11 van een tussenopening 16 van het bovenweefsel   1,   en anderzijds, de inslagdraden 12, 13 van de opening 14 die laatstvermelde tussenopening 16 volgt ;

   gl) boven de inslagdraad 12 van de opening   14 ;     h1)   tussen, enerzijds, inslagdraden 12, 13 van de opening 14 en, anderzijds, inslagdraad 11 van de tussenopening 16 die bovengenoemde opening 14 volgt ; il) tussen het bovenweefsel 1 en het onderweefsel   2 ;   jl) tussen de inslagdraad 11 van een tussenopening 16 van het onderweefsel 2 en de inslagdraad 13 van een opening 15 die de tussenopening 16 volgt ; kl) tussen de inslagdraad 12 van de opening 15 en de inslagdraad 13 van de opening 15, en daarna 11) tussen inslagdraden 11 en 13 van het onderweefsel, d.   w. z.   tussen vlakken A en B, waar de pooldraad 8 ingebonden is (dode pooldraad). 



   Door het snijden van de pooldraden 7, 8, 9, 10 tussen de vlakken B (poolzijden), bekomt men twee weefsels volgens de uitvinding. 



   In uitvoeringsvormen, kunnen de inslagdraden 11, 12, 13 een zelfde dikte hebben. Toch in bijzondere 

 <Desc/Clms Page number 10> 

 uitvoeringsvormen hebben de inslagdraden 11 van de tussenopeningen 16 en/of de inslagdraden 13 die naar de poolzijde toe gelegen zijn (vlak B) een dikte die kleiner is dan de dikte van de inslagdraden 12 die naar de rugzijde (vlak C) van het weefsel toe gelegen zijn. 



   Figuur 2 toont een struktuur die gelijkaardig is aan de in figuur 1 afgebeelde struktuur maar die voorzien is van twee reeksen spankettingdraden per weefsel. 



   Dus, voor elk weefsel 1, 2, lopen een eerste reeks spankettingdraden 3A, 4A tussen de vlakken A en C en een tweede reeks spankettingdraden 3B, 4B tussen de vlakken A en B. 



   Door het gebruik van twee aparte reeksen spankettingdraden kan men voorkomen een eventuele neiging tot uitduwen die veroorzaakt zou kunnen worden door het gebruik van   n enkele reeks spankettingdraden. 



  Inderdaad, indien een enkele reeks spankettingdraden gebruikt wordt, verhindert de spankettingdraad verlenging of uitzetting van het tapijt aan de rugzijde, terwijl de binnenliggende inslagdraden, waartussen de dode poolkettingdraden liggen niet samengebonden worden door een trekelement en deze tot een neiging tot uitduwen kan leiden. 



   Bovendien verhindert de tweede reeks spankettingdraden 3B, 4B dat de inslagdraden 13 die naar de poolzijde toe gelegen zijn de ingebonden dode pooldraden tussen de inslagdraden 11 van de tussenopening 16 drukken, zodat de ingebonden dode pooldraden gestrekt blijven tussen beide reeksen spankettingdraden 3A, 4A en 3B, 4B. Het poolverbruik bij inbinding blijft zo minimaal.

Claims (9)

  1. CONCLUSIES 1. Weefsel dat uit bindkettingdraden, spankettingdraden en pooldraden of deel ervan bestaat, waarbij bindkettingdraden paarsgewijs zieh kruisen om achtereen volgende openingen te vormen, waardoor de inslagdraden (11, 12, 13) lopen, welk weefsel drie reeksen inslagdraden bevat, waarbij de eerste reeks inslagdraden zieh uitstrekken in een vlak (A) dat zieh bevindt tussen het vlak (B) dat gedefinieerd wordt door de tweede reeks inslagdraden en het vlak (C) dat gedefinieerd wordt door de derde reeks inslagdraden of waarbij het vlak (A) van de eerste reeks inslagdraden met het vlak (B, C) van de tweede of derde reeks inslagdraden overeenstemt, met het kenmerk dat in een reeks openingen (14, 15) die gedefinieerd zijn door het zieh kruisen van twee bindkettingdraden (5, 6), twee inslagdraden (12, 13) zieh uitstrekken, waarbij tussen twee openingen (14,
    15) van bovengenoemde reeks zieh een tussenopening (16) bevindt waardoor een enkele inslagdraad (11) zich uitstrekt.
  2. 2. Weefsel volgens conclusie 1, met het kenmerk dat spankettingdraden (3, 4, 3A, 3B, 4A, 4B) ziehuitstrekken tussen een vlak (A) dat gedefinieerd wordt door inslagdraden (11) die zich in tussenopeningen (16) uitstrekken en een tweede vlak (B) gedefinieerd door inslagdraden (13) van bovengenoemde reeks openingen die naar de poolzijde toe gelegen zijn en/of tussen een vlak (A) dat gedefinieerd wordt door inslagdraden (11) die zieh in tussenopeningen (16) uitstrekken en een derde vlak (C) gedefinieerd door de inslagdraden (12) die naar de rugzijde toe gelegen zijn. <Desc/Clms Page number 12>
  3. 3. Weefsel volgens conclusie 2, met het kenmerk dat een eerste reeks gestrekt liggende spankettingdraden (3A, 4A) de inslagdraden scheiden in inslagdraden (12) die naar de rugzijde gelegen zijn en inslagdraden (11, 13) die naar de poolzijde gelegen zijn ten opzichte van bovengenoemde spankettingdraden (3A, 4A) ; dat een tweede reeks gestrekt liggende spankettingdraden (3B, 4B) de inslagdraden scheiden in inslagdraden (13) die naar de poolzijde gelegen zijn en inslagdraden (11, 12) die naar de rugzijde gelegen zijn ten opzichte van bovengenoemde tweede reeks spankettingdraden, waarbij de inslagdraden (11) die zieh in tussenopeningen (16) uitstrekken tussen de eerste reeks spankettingdraden (3A, 4A) en de tweede reeks spankettingdraden (3B, 4B) gelegen zijn.
  4. 4. Weefsel volgens een der conclusies 1 t/m 3, met het kenmerk dat, voor elke opening (14, 15) van de reeks waardoor een eerste (12) en een tweede inslagdraad (13) lopen, en die gelegen is tussen een eerste tussenopening (16) waardoor een derde inslagdraad (11) loopt en een tweede tussenopening (16) waardoor een vierde inslagdraad (11) loopt, een werkende pooldraad loopt tussen, enerzijds, de derde inslagdraad (11) en, anderzijds, de eerste en tweede inslagdraden (12, 13), en tussen, enerzijds, de vierde inslagdraad (11) en, anderzijds, de eerste en tweede inslagdraden (12, 13).
  5. 5. Weefsel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de dode pooldraden liggen tussen, enerzijds, één of meerdere inslagdraden (13) die naar de poolzijde toe gelegen zijn en, anderzijds, een of meerdere inslagdraden (11) die in tussenopeningen (16) doorlopen. <Desc/Clms Page number 13>
  6. 6. Weefsel volgens conclusie 5, met het kenmerk dat een dode (ingebonden) pooldraad om een werkende (afgebonden) pooldraad te worden loopt tussen een inslagdraad (11) van een tussenopening (16) en een inslagdraad (12) die naar de rugzijde toe gelegen is, op laatstgenoemde inslagdraad (12) richting rugzijde toe, en tussen, enerzijds, de inslagdraden (12, 13) van een opening en, anderzijds, inslagdraad (11) van de tussenopening (16) die naast laatstgenoemde opening gelegen is.
  7. 7. Weefsel volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk dat een werkende pooldraad afgebonden is door middel van inslagdraden (12, 13) van een opening (14, 15) die tussen een eerste tussenopening (16) en een tweede tussenopening (16) ligt, waarbij de pooldraad (7, 8, 9, 10) loopt tussen, enerzijds, de inslagdraad (11) van de eerste tussenopening (16) en, anderzijds, de twee inslagdraden (12, 13) van de opening (14, 15) die naast bovengenoemde tussenopening (16) ligt, op inslagdraad (12) van bovengenoemde opening (14, 15) richting rugzijde toe, en tussen, enerzijds, de twee inslagdraden (12, 13) van bovengenoemde opening (14, 15) en, anderzijds, de inslagdraad (11) van de tweede tussenopening (16).
  8. 8. Weefsel volgens een der conclusies 5 t/m 7, met het kenmerk dat een werkende pooldraad om een dode (ingebonden) pooldraad te worden loopt op een naar de rugzijde gelegen inslagdraad (12) richting rugzijde, tussen, enerzijds, de inslagdraden (12, 13) van een opening en, anderzijds, de inslagdraad (11) van de tussenopening (16) die naast bovengenoemde opening gelegen is, en daarna tussen, enerzijds, inslagdraden (11) van tussenopeningen (16) en, anderzijds, een of meerdere inslagdraden (13) die naar de poolzijde toe <Desc/Clms Page number 14> gelegen zijn.
  9. 9. Struktuur bestaande uit een bovenweefsel (1) en uit een onderweefsel (2) die door pooldraden (7, 8, 9, 10) samenverbonden zijn, met het kenmerk dat door het doorsnijden ervan tenminste een van bovengenoemde weefsels een weefsel volgens de uitvinding is.
BE9400024A 1993-06-11 1994-01-10 Weefsel. BE1008021A3 (nl)

Priority Applications (8)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9400024A BE1008021A3 (nl) 1994-01-10 1994-01-10 Weefsel.
EP94201621A EP0628649B1 (en) 1993-06-11 1994-06-07 Method for manufacturing a face-to-face pile fabric
EP97201387A EP0805227B1 (en) 1993-06-11 1994-06-07 Method for manufacturing a face to face pile fabric
EP97201386A EP0805226B1 (en) 1993-06-11 1994-06-07 Method for manufacturing a face-to-face pile fabric
DE69407663T DE69407663T2 (de) 1993-06-11 1994-06-07 Verfahren zum Herstellen von Doppelplüschgeweben
DE69430215T DE69430215T2 (de) 1993-06-11 1994-06-07 Verfahren zum Herstellen von Doppelplüschgeweben
DE69430216T DE69430216T2 (de) 1993-06-11 1994-06-07 Verfahren zum Herstellen von Doppelplüschgeweben
US08/257,896 US5655573A (en) 1993-06-11 1994-06-10 Method for manufacturing a face-to-face pile fabric having weft threads located above one another

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9400024A BE1008021A3 (nl) 1994-01-10 1994-01-10 Weefsel.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1008021A3 true BE1008021A3 (nl) 1995-12-12

Family

ID=3887873

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE9400024A BE1008021A3 (nl) 1993-06-11 1994-01-10 Weefsel.

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1008021A3 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP2107144A1 (fr) * 2008-04-03 2009-10-07 SCHÖNHERR Textilmaschinenbau GmbH Procédé de tissage pour réaliser un tapis et tapis obtenu par un tel procédé

Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2182790A1 (nl) * 1972-05-03 1973-12-14 Wirkmaschinenbau Karl Marx Veb

Patent Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2182790A1 (nl) * 1972-05-03 1973-12-14 Wirkmaschinenbau Karl Marx Veb

Cited By (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP2107144A1 (fr) * 2008-04-03 2009-10-07 SCHÖNHERR Textilmaschinenbau GmbH Procédé de tissage pour réaliser un tapis et tapis obtenu par un tel procédé
FR2929623A1 (fr) * 2008-04-03 2009-10-09 Schonherr Textilmaschb Procede de tissage pour realiser un tapis et tapis obtenu par un tel procede
CN101550629B (zh) * 2008-04-03 2013-07-10 圣豪纺织机械有限公司 织造地毯的方法和由这种方法获得的地毯

Similar Documents

Publication Publication Date Title
AU764442B2 (en) Architectural covering
EP1183412B1 (de) Gewebtes ETIKETT MIT EINEM UNSICHTBAREN BARCODE
BE1016658A3 (nl) Werkwijze voor het weven van een weefsel, weefsel geweven volgens een dergeljke werkwijze en weefmachine voor het weven van een dergelijk weefsel.
US9920464B2 (en) Camouflage clothing woven using dyed threads and jacquard weaving machine and method of weaving the same
BE1008021A3 (nl) Weefsel.
BE1012077A3 (nl) Onechte en echte boucle-weefsels, en een werkwijze voor de productie van dergelijke weefsels.
BE1012357A3 (nl) Werkwijze voor het dubbelstukweven van poolweefsels.
BE1004894A4 (nl) Werkwijze voor het vervaardigen van een dubbelstuktapijtweefsel in een enkelspoelige binding alsmede aldus verkregen weefsels.
SE9102285D0 (sv) Insektnaet
EP0119184B1 (fr) Procédé de tissage de tapis double face
BE1004509A4 (nl) Werkwijze voor het dubbelstuk-weven van schaduwfluweel en volgens deze werkwijze vervaardigd schaduwfluweel.
BE1008071A5 (nl) Weefsel.
BE1008129A4 (nl) Weefsel in het bijzonder tapijt.
DE19731447A1 (de) Webharnisch und Jaquardwebmaschine mit Webharnisch
BE1012269A3 (nl) Werkwijze voor de vervaardiging van een weefsel met ribstructuur, en volgens deze werkwijze vervaardigde weefsels.
BE1005208A4 (nl) Werkwijze voor het weven van dubbelstuk jacquardpoolweefsels, en volgens een dergelijke werkwijze vervaardigde poolweefsels.
BE1009343A3 (nl) Weefsel.
BE1014784A3 (nl) Doek en werkwijze voor het vervaardigen van een doek met minstens een permanente vouw.
BE1011073A3 (nl) Werkwijze voor het vervaardigen van een lussenpoolweefsel.
EP1731644A3 (de) Frottiergewebe mit Reliefeffekt und Verfahren zu dessen Herstellung
BE1022043B1 (nl) Weefmethode en volgens deze methode geweven weefsels
DE3917508A1 (de) Reflektierendes schattengewebe
NL1021569C2 (nl) Schaduwfluweelweefsel en werkwijze voor het weven ervan.
US16437A (en) Of double-pile carpets and bugs
BE1007295A5 (nl) Weefsel, in het bijzonder tapijt.

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Owner name: MICHEL VAN DE WIELE N.V.

Effective date: 19960131