BE1006746A3

BE1006746A3 - Voertuig voor het selectief verzamelen van bepaalde tot een aantal categorien behorende huishoudelijke afvalstoffen.

Info

Publication number: BE1006746A3
Application number: BE9300180A
Authority: BE
Inventors: Diederik Verstraeten
Original assignee: Janssens Containerdienst
Priority date: 1993-02-25
Filing date: 1993-02-25
Publication date: 1994-11-29

Abstract

De uitvinding betreft een voertuig voor het selectief verzamelen van bepaalde tot een aantal categoriën behorende huishoudelijke afvalstoffen, gekenmerkt doordat het langs één zijde een reeks openingen vertoont waarvan het aantal overeenstemt met het verhaal categoriën selectief te verzamelen afvalstoffen, elke opening aan één van deze categoriën beantwoordt en elke opening uitgeeft op een transportband die naar een welbepaalde container leidt, bestemd voor het selectief opvangen van de afvalstoffen behorende tot een bepaalde categorie.

Description

"Voertuig voor het selectief verzamelen van bepaalde tot een aantal categories behorende huishoudelijke afvalstoffen"
Deze uitvinding heeft betrekking op een voertuig voor het selectief verzamelen van bepaalde tot een aantal categoriën behorende huishoudelijke afvalstoffen die in kratten of dergelijke worden aangeboden en hoofdzakelijk zoniet uitsluitend bestaan uit anorganische stoffen.

De uitvinding vindt toepassing in een zeer specifiek domein waarin een gedeelte van het al dan niet voor recyclage vatbaar huishoudelijk afval afzonderlijk wordt afgehaald en de voertuigen die dit, in een eerste fase geselecteerd, huisvuil afhalen compartimenten vertonen voor de verschillende in categorieën ingedeelde produkten.

Wanneer het voor eventueel composteren geschikt organisch huisvuil afzonderlijk wordt afgehaald, blijven een aantal afvalprodukten over die voor het hier besproken selectief afhalen in aanmerking komen.

In grote trekken kunnen deze afvalprodukten als volgt worden onderverdeeld : a. Papier en karton b. Glas c. Kunststoffen d. Blik e. Toevallig aanwezig niet tot de categorieën a-d behorende anorganische stoffen.

Het probleem dat zich voordoet bij het

selectief afhalen en sorteren van deze huishoudelijke afvalstoffen ligt o. m. in de noodzaak de bedienaar van het voertuig de mogelijkheid te geven het sorteren snel en feilloos uit te voeren onafgezien van de op een bepaald ogenblik bereikte vulhoogte van de compartimenten.

Dit wordt conform de uitvinding bereikt doordat het voertuig volgens de uitvinding langs een zijde een reeks openingen vertoont waarvan het aantal overeenstemt met het aantal categoriën selectief te verzamelen afvalstoffen, elke opening aan een van deze categoriën beantwoordt en elke opening uitgeeft op een transportband die naar een welbepaalde container leidt, bestemd voor het selectief opvangen van de afvalstoffen behorende tot een bepaalde categorie.

Volgens een bij voorkeur toegepaste verwezenlijkingsvorm komen hogerbedoelde openingen langs de achterzijde van het voertuig en onderaan voor.

In een mogelijke uitvoeringsvorm strekken hogerbedoelde transportbanden zich ononderbroken uit tot boven de betreffende containers bestemd voor het uitsluitend opvangen van de afvalstoffen afkomstig van een bepaalde opening en strekken zij zich daartoe over een volgend traject ook horizontaal of nagenoeg horizontaal uit boven een welbepaalde container.

Steeds volgens de uitvinding is het mogelijk dat minstens sommige containers van middelen zijn voorzien om de daarin gestorte afvalstoffen te verkleinen en/of te compacteren.

Andere details en voordelen van de uitvinding zullen blijken uit de hiernavolgende beschrijving van een voertuig voor het selectief verzamelen van bepaalde huishoudelijke afvalstoffen, volgens de uitvinding. Deze beschrijving wordt

uitsluitend bij wijze van voorbeeld gegeven en beperkt de uitvinding niet. De verwijzingscijfers hebben betrekking op de hieraan toegevoegde figuren.

Figuur 1 is een perspectivische voorstelling van het voertuig voor het selectief verzamelen van huishoudelijke afvalstoffen.

Figuur 2 vertoont, op een grotere schaal, de achterzijde van ditzelfde voertuig.

Het voertuig wordt door deze figuren in een uitvoeringsvorm voorgesteld waarbij de inworp van het geselecteerde afval langs de achterzijde Y plaatsvindt. Principieel en zonder afbreuk te doen aan de uitvindingsgedachte zou dit ook zijdelings kunnen plaatsvinden. Om de uitvinding duidelijk te maken, moet ervan uitgegaan worden dat met het gescheiden verzamelen van huishoudelijke afvalstoffen bedoeld wordt het collecteren van een beperkt aantal afvalstoffen die aan de ophaaldienst in een daartoe speciaal ontworpen krat 2 of dergelijke worden aangeboden. Het krat 2 rust op een console 3.

De stoffen die hier specifiek worden bedoeld en waarvoor een welbepaald aantal compartimenten werden voorzien, zijn de volgende : a. Papier en karton b. Wit glas c. Groen glas d. Bruin glas e. PE kunststoffen f. PET kunststoffen g. PVC kunststoffen h. Drinkkartons i. Blik j. Diversen niet onder a-i vallend
Het voertuig is dan ook in een overeenstemmend aantal compartimenten onderverdeeld en

achteraan op een hoogte die als "manshoogte" kan worden genoemd, zijn openingen 4 - 13 in de achterste wand 2 voorzien. Om de inworp van de geselecteerde afvalstoffen te vergemakkelijken, is elke opening min of meer trechtervormig uitgewerkt.

In de hier beschreven uitvoeringsvorm loopt achter elk van de openingen 4 - 13 een afzonderlijke verticale transportband. De uitdrukking "verticaal" slaat uiteraard ook op transportbanden die een zekere hoek met de loodlijn zouden uitmaken maar die in elk geval bestemd zijn om de doorheen de openingen 4 - 13 ingeworpen afvalstoffen naar omhoog af te voeren.

Alle verticale transportbanden 14 worden onder elkaar door schotten 15 gescheiden. De verticale transportbanden 14 worden van afvoerplaten 16 voorzien. De assen waarrond deze verticale transportbanden 14 worden geleid werden schematisch voorgesteld. De onderste as, 17, strekt zich ruim onder de openingen 4 - 13 uit, terwijl de bovenste as, 18, op een hoogte is ingesteld die voldoende boven de as 19, waarover de horizontale transportband wordt geleid, is gelagerd zodat er van de verticale transportbanden gekantelde afvalstoffen zonder probleem op de corresponderende horizontale transportbanden terechtkomen.

In de figuren werden slechts vier van deze horizontale transportbanden getekend en met de verwijzingen 19,20, 21 en 22 duidelijk gemaakt.

De tien horizontale transportbanden (overeenstemmend in getal met het aantal compartimenten) vertonen alle een verschillende lengte die telkens nagenoeg overeenstemt met de afstand gemeten vanaf de bovenste as 18 tot een punt boven het overeenstemmend compartiment waarin de getransporteerde

afvalstoffen moeten worden gestort.

Met tien compartimenten stemmen dus tien horizontale transportbanden overeen. De compartimenten dragen in figuur 1 de verwijzingen 23 tot 32.

Uit het voorgaande kan dus afgeleid worden dat tussen de openingen en de corresponderende compartimenten de volgende overeenstemming bestaat : 4/23,5/24, 6/25,7/26, 8/27,9/28, 10/29,11/30, 12/31,13/32.

De kortste horizontale transportband, i. c. transportband 19, stort de afvalprodukten in het dichtstbijgelegen compartiment, t. w. compartiment 23.

De langste transportband die met opening 4 kan, maar niet noodzakelijk moet, overeenstemmen, zou zich dan uiterst links in het voertuig bevinden, althans wanneer men de bijgaande figuren beschouwt. Duidelijk is het ook mogelijk de langste horizontale transportband ongeveer in het midden van het voertuig aan te brengen.

De bedienaar die de te sorteren afvalstoffen uit het krat 2 haalt, zal zeer vlug het onderscheid maken tussen de te sorteren produkten, nl. het glas, onderverdeeld in groen, wit en bruin glas, de PVC, PE en PET-kunststoffen, papier en karton en tenslotte blik.

De omvang van de verschillende compartimenten 23 - 32 zullen in volume overeenstemmen met de massa te verwerken afvalstoffen. Elk compartiment kan voorzien zijn van middelen voor het compacteren en/of verkleinen van de aangevoerde afvalstoffen.

Vooraleer tot de beschrijving over te gaan van de verschillende mogelijke uitvoeringsvormen van de compartimenten moet nog worden onderlijnd dat, in een hier niet voorgestelde uitvoeringsvorm, de

verticale transportbanden uit een geheel met de corresponderende horizontale transportbanden zouden kunnen bestaan, in welk geval middelen zullen moeten worden voorzien om de afvoerplaten 16 zijdelings te geleiden zodat zij het horizontaal traject van de transportbanden 19-22 en volgende niet hinderen.

Steeds volgens een andere uitvoeringsvorm zouden de verticale transportbanden die alle dezelfde lengte vertonen uit een geheel kunnen bestaan. Ook in dit geval zouden schotten 15 aanwezig moeten zijn om de vervoerde afvalstoffen onder elkaar per categorie te scheiden.

Tenslotte kunnen middelen worden voorzien om voor elk van de betreffende openingen 4 tot 13 een signaal te verwekken bij de aanwezigheid van de geselecteerde afvalstoffen.

Deze details behoren tot de kennis van de vakman en zullen niet worden beschouwd als behorende tot de fundamentele uitvindingsgedachte van deze aanvraag.

Wat nu de verschillende compartimenten 23 tot 32 betreft, zijn zeer uiteenlopende verwezenlijkingsvormen mogelijk.

In de eerste plaats kunnen deze compartimenten, waarvan de volumes onder elkaar duidelijk zullen verschillen, vaste onderdelen van het voertuig uitmaken. Aan de onderzijde kunnen dan de nodige klepmiddelen worden voorzien voor het ledigen van het compartiment. Het compartiment wordt in alle hierna beschreven uitvoeringsvormen als een container beschouwd.

Een andere mogelijke uitvoeringsvorm is het voorzien van zijdelings verschuifbare en kipbare containers. Dit kan dan zo worden uitgevoerd dat, hetzij container per container wordt gekipt, hetzij per

groep van meerdere containers onder elkaar. In beide hierboven beschreven uitvoeringsvormen kan de wand van het voertuig geheel wegklapbaar zijn uitgevoerd.

De opstelling achteraan het voertuig biedt meerdere voordelen omdat de afstand die de bedienaar dan moet afleggen tussen de eerst voorkomende opening, namelijk opening 4, en de laatste opening, t. w. opening 13, klein of althans betrekkelijk klein mag worden genoemd. De hier beschreven structuur maakt het dus voor de bedienaar mogelijk, onafhankelijk van de vulhoogte van de compartimenten of containers ; steeds op dezelfde hoogte te werken. De bedienaar moet zich namelijk slechts lichtjes van links naar rechts verplaatsen om een van de openingen 4 tot 13 te bereiken.

Meerdere wijzigingen zijn aan de beschreven uitvoeringsvorm mogelijk aan te brengen en vallen binnen het kader van de hieraan toegevoegde conclusies, voor zover de openingen of vulopeningen steeds uitgeven op nagenoeg verticale transportbanden die na het nagenoeg verticaal traject overgaan naar een horizontaal traject, waarbij hetzij de beide trajecten uit afzonderlijke stellen van transportbanden bestaan, hetzij continu doorlopende banden bestaan die na het nagenoeg verticaal traject overgaan naar een horizontaal traject.

Claims

CONCLUSIES 1. Voertuig voor het selectief verzamelen van bepaalde tot een aantal categoriën behorende huishoudelijke afvalstoffen die in kratten of dergelijke worden aangeboden en hoofdzakelijk zoniet uitsluitend bestaan uit anorganische stoffen, met het kenmerk dat het langs een zijde een reeks openingen vertoont waarvan het aantal overeenstemt met het aantal categoriën selectief te verzamelen afvalstoffen, elke opening aan een van deze categoriën beantwoordt en elke opening uitgeeft op een transportband die naar een welbepaalde container leidt, bestemd voor het selectief opvangen van de afvalstoffen behorende tot een bepaalde categorie.
2. Voertuig volgens conclusie 1, met het kenmerk dat hogerbedoelde openingen aan de achterzijde van het voertuig voorkomen.
3. Voertuig volgens een van de conclusies 1 en 2, met het kenmerk dat hogerbedoelde openingen onderaan de achterzijde voorkomen.
4. Voertuig volgens een van de conclusies 1 tot 3, met het kenmerk dat hogerbedoelde transportbanden zich vanaf hogerbedoelde openingen over een eerste trajekt verticaal of nagenoeg verticaal naar omhoog uitstrekken.
5. Voertuig volgens conclusie 4, met het kenmerk dat hogerbedoelde transportbanden zich ononderbroken uitstrekken tot boven de betreffende containers bestemd voor het uitsluitend opvangen van de afvalstoffen afkomstig van een bepaalde opening en zich daartoe over een eerste traject verticaal of nagenoeg verticaal uitstrekken en zich in een volgend traject horizontaal of nagenoeg horizontaal tot boven een welbepaalde container uitstrekken.
6. Voertuig volgens conclusie 4, met <Desc/Clms Page number 9> het kenmerk dat hogerbedoelde transportbanden uit twee afzonderlijke transportbanden bestaan, namelijk een eerste die zich vanaf hogerbedoelde openingen over een eerste traject verticaal of nagenoeg verticaal uitstrekt en een tweede die zich, in een tweede traject, horizontaal tot boven de betreffende container bestemd voor het uitsluitend opvangen van de afvalstoffen afkomstig van een bepaalde opening uitstrekt.
7. Voertuig volgens een van de conclusies 1 - 6, met het kenmerk dat hogerbedoelde transportbanden van afvoerplaten zijn voorzien.
8. Voertuig volgens een van de conclusies 1 - 7, met het kenmerk dat tussen de verschillende hogerbedoelde transportbanden schotten zijn aangebracht.
9. Voertuig volgens een van de conclusies 1 tot 4, met het kenmerk dat wanneer een container rechtstreeks aansluit bij een zich verticaal of nagenoeg verticaal uitstrekkend transportband, deze laatste zo is ingesteld dat de verplaatste afvalstoffen rechtstreeks in de betreffende container kunnen terechtkomen.
10. Voertuig volgens een van de conclusies 1 - 8, met het kenmerk dat middelen zijn voorzien om minstens een, desgevallend alle hogerbedoelde transportbanden aan te drijven vanaf een signaal opgewekt door de aanwezigheid van een bepaalde afvalstof in een van hogerbedoelde openingen.
11. Voertuig volgens een van de conclusies 1 tot 8, met het kenmerk dat hogerbedoelde transportbanden als een geheel zijn opgevat en overlangse schotten zijn voorzien voor het gescheiden houden van de afvalstoffen vanaf hogerbedoelde openingen. <Desc/Clms Page number 10>
12. Voertuig volgens een van de conclusies 1 tot 11, met het kenmerk dat hogerbedoelde containers uit afzonderlijke elementen of groepen van elementen bestaan die zijdelings uit het voertuig kunnen weggehaald worden.
13. Voertuig volgens een van de conclusies 1 - 11, met het kenmerk dat hogerbedoelde container afzonderlijk of in groepen kantelbaar zijn.
14. Voertuig volgens een van de conclusies 1 - 11, met het kenmerk dat hogerbedoelde containers uit op het voertuig gemonteerde compartimenten bestaan en zijn middelen voorzien om bepaalde compartimenten langs onder te ledigen.
15. Voertuig volgens een van de conclusies 1 - 13, met het kenmerk dat minstens sommige containers van middelen zijn voorzien om de daaringestorte afvalstoffen te verkleinen en/of te compacteren.