BE1005395A3

BE1005395A3 - Vloer.

Info

Publication number: BE1005395A3
Application number: BE9100857A
Authority: BE
Inventors: Andre A Waumans
Original assignee: Topfloor Nv
Priority date: 1991-09-16
Filing date: 1991-09-16
Publication date: 1993-07-13
Also published as: DK0533646T3; ATE126855T1; EP0533646A1; DE533646T1; DE69204246T2; DE69204246D1; EP0533646B1

Abstract

Vloer, in het bijzonder sportvloer, die een verende onderlaag (2) bevat, een daarop liggende drukverdelingslaag (3) die bestaat uit platen die harder zijn dan de verende onderlaag (2) en een op deze drukverdelingslaag (3) aangebracht toplaag (4), daardoor gekenmerkt dat de drukverdelingslaag (3) uit één enkele laag bestaat van platen die van - met een vochtvast bindmiddel onder hoge druk en temperatuur samengebonden - kunststofdeeltjes met gesloten celstruktuur vervaardigd zijn en met hun randen met een vochtvaste lijm aan elkaar gekleefd zijn.

Description

Vloer.

De uitvinding heeft betrekking op een vloer, in het bijzonder een sportvloer, die een verende onderlaag bevat, een daarop liggende drukverdelingslaag die bestaat uit platen die harder zijn dan de verende onderlaag, en een op deze drukverdelingslaag aangebrachte toplaag.

Vloeren van de hierbedoelde soort met een verende onderlaag, een drukverdelingslaag en een toplaag bieden tegelijkertijd een grote krachtafbouw, een klein energieverlies en een grote balreflektie en worden dan ook veel gebruikt als sportvloer.

Bij bekende vloeren van deze soort bestaat de drukverdelingslaag uit twee of meer lagen van platen, vervaardigd uit een mengsel van gemalen houtspanen en een bindmiddel, welk mengsel onder hoge druk wordt geperst.

Deze houtspaanplaten zijn evenwel vochtgevoelig.

Daarenboven is bij lage belasting de vloer te stug.

Bovendien moet deze vloer zeer goed worden geventileerd,

dit om twee redenen : enerzijds omdat de houtspaanplaatdelen een eigen vochtgehalte van ongeveer 8% hebben en zij veel vocht opnemen uit de omgeving, waardoor ze sterk gaan zwellen en, anderzijds, omdat zij formaldehydehars bevatten dat formaldehydegas kan afgeven dat giftig is.

Deze houtachtige platen worden op elkaar gelijmd of geschroefd en eventueel op een houten raster geschroefd.

De meerlagige drukverdelingslaag bevat een groot aantal platen, waardoor de materiaalkosten hoog zijn. Het aanbrengen van de platen is ook tijdrovend en, door het grote gewicht van deze platen zijn meerdere mensen daarvoor nodig. Het aan elkaar bevestigen, meestal lijmen, van de platen van de verschillende lagen is ook tijdrovend. De konstruktie van de vloer is dus eveneens kostbaar.

In de Belgische oktrooiaanvrage nr. 9000333 van 23 maart 1990 ten name van de aanvraagster is een vloer beschreven waarbij de lagen van de meerlagige drukverdelingslaag gevormd zijn docr platen van gemalen en geperste polyurethaanschuimafval. Deze platen hebben het voordeel veel lichter te zijn dan de houtachtige platen, maar de nadelen van het grote aantal en de noodzaak de platen van

de verschillende lagen aan elkaar te lijmen gelden ook in deze uitvoering.

Vloeren zoals hiervoor beschreven met een meerlagige drukverdelingslaag hebben daarenboven het nadeel dat de doorbuiging bij dynamische belasting beperkt is en zich over een groot oppervlak verspreidt. Bij een dynamische belasting van 75 kg bijvoorbeeld bedraagt de doorbuiging slechts 2 tot 2, 5 mm, waar dit voor een sportvloer minimaal 4 tot 5 mm zou moeten bedragen. Bovendien moet onder meer volgens de Duitse DIN-norm de doorbuiging in horizontale richting beperkt blijven tot een rond vlak met maximaal 100 cm. Met voornoemde meerlagige houtachtige drukverdelingslagen bedraagt de diameter van dit vlak 120 tot 200 cm.

De uitvinding heeft tot doel deze nadelen te verhelpen en een vloer, in het bijzonder een sportvloer, te verschaffen die eenvoudig van konstruktie is en relatief goedkoop is, maar toch de gewenste eigenschappen bezit die hem als sportvloer geschikt maakt en in het bijzonder de korrekte stroefheid en doorbuiging in horizontale richting bezit en daarenboven vochtongevoelig is.

Tot dit doel bestaat de drukverdelingslaag uit één enkele laag van platen die van-met een vochtvast bindmiddel

onder hoge druk en temperatuur samengebonden kunststofdeeltjes met gesloten celstruktuur vervaardigd zijn en met hun randen met een vochtvaste lijm aan elkaar gekleefd zijn.

De kunststofdeeltjes met gesloten celstruktuur kunnen spaanders of granulaten zijn en bijvoorbeeld afval vormen van de kunststofindustrie. De vloer onderscheidt zieh van de bestaande vloersystemen doordat de drukverdelingslaag éénlagig is en rechtstreeks op de verende onderlaag lig zonder steunend houten rasters.

In een bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvinding, steken de aan elkaar gekleefde randen van de platen van de drukverdelingslaag met tanden en groeven in elkaar.

In een andere bijzondere uitvceringsvorm van de uitvinding, overlappen de aan elkaar gekleefde randen van de platen van de drukverdelingslaag elkaar.

De drukverdelingslaag ligt bij voorkeur los op de verende onderlaag.

Doelmatig zijn de platen van de drukverdelingslaag docr middel van éenkomponentige polyurethaanlijm met hun randen aan elkaar gekleefd.

De toplaag bestaat doelmatig uit PVC of linoleum.

In een voordelige uitvoeringsvorm van de uitvinding bevat de vloer onder de verende onderlaag een vochtscherm.

Andere bijzonderheden en voordelen van de uitvinding zullen blijken uit de hier volgende beschrijving van vloeren volgens de uitvinding. Deze beschrijving wordt enkel als voorbeeld gegeven en beperkt de uitvinding niet. De verwijzingscijfers betreffen de hieraan toegevoegde tekeningen waarin :
Figuur 1 een bovenaanzicht weergeeft met een gedeeltelijke wegsnijdingen van een vloer volgens de uitvinding ;

figuur 2 een doorsnede weergeeft volgens de lijn II-II uit figuur 1 maar op grotere schaal getekend; figuur 3 een doorsnede weergeeft volgens de lijn
III-III uit figuur 1 maar op grotere schaal getekend, figuur 4 een doorsnede weergeeft analoog aan deze uit figuur 3, maar met betrekking op een andere uitvoeringsvorm van de vloer volgens de uitvinding.

In de figuren l tot 3 is een vloer volgens de uitvinding weergegeven die in hoofdzaak bestaat uit een vochtscherm 1, een los daarop liggende onderste verende onderlaag 2, een los op deze onderlaag 2 liggende éénlagige drukverdelingslaag 3 en een toplaag 4.

De vloer is van het zwevende type en ligt los op een ondervloer 5. Over gans de omtrek is de vloer omgeven met een plint die tegen de muren aansluit en gevormd is uit een aluminium-hoekprofiel 6 in kombinatie met een hol rubbercpsluitprofiel 7.

Het vochtscherm 1 bestaat uit een PVC-folie met hoge damp-dichtheid en doorscheurweerstand en met een dikte van 0, 5 mm. Dit scherm bestaat uit banen waarvan de overlappende randen aan elkaar gelijmd zijn. Over de omtrek van de vloer is dit vochtscherm vertikaal omhoog geplooid en door middel van de plint 6, 7 tegen de toplaag 4 vastgezet.

De verende onderlaag 2 bestaat uit vlokken soepel polyether of polyurethaanschuim die door een vochtvast bindmiddel aan elkaar gebenden zijn. Deze onderlaag 2 bezit een soortelijk gewicht of densiteit van 80 tot 120 kg/m3 en een dikte van 10 tot 20 mm. De onderlaag 2 kan eventueel brandvertragend gemaakt worden. Dergelijke schuimlagen, meestal vervaardigd

van afval van de schuimkunststofindustrie, zijn als dusdanig in de handel. Ze worden gebruikt als isolatiemateriaal, verpakkingsmateriaal of substraat voor hydrokultuur.

De drukverdelingslaag 3 bestaat uit één enkele laag van naast elkaar geplaatste, met hun randen aan elkaar gelijmde platen 8 die gevormd zijn uit polyurethaanspaanders of een polyurethaangranulaat. De spaanders of korrels zijn onder hoge druk en temperatuur met een speciaal vochtvast bindmiddel, bijvoorbeeld op basis van isocyanaat, aan elkaar gebonden. De spaanders of korrels bezitten een gesloten celstruktuur waardoor ze ongevoelig zijn voor vocht. De platen bezitten een densiteit van 1000 kg/m3. De dichtheid en dus ook de hardheid van de platen van de drukverdelingslaag 3 zijn dus groter dan de dichtheid en hardheid van de verende onderlaag 2.

De platen 8 zijn rechthoekig van vorm zodat ze in verbanden kunnen geplaatst worden. Hun dikte bedraagt een 20-tal mm.

Met hun randen zijn ze door een verlijmde tand- en-groef verbinding 9,10 aan elkaar vastgemaakt. Een langse en een korte rand is daartoe van een tand 9 voorzien, terwijl de overige randen van een daarmee overeenkomende groef 10 voorzien zijn. Doorlopende naden worden best vermeden. Daarom zijn de platen 8 bij voorkeur in diagonaal of

visgraat verband geplaatst zoals weergegeven in figuur 1 alhoewel andere verbanden mogelijk zijn. Uiteraard worden, in zoverre nodig zoals bij een diagonaal verband, aan de omtrek gedeelten van platen 8 geplaatst die door het verzagen van platen 8 kunnen verkregen worden.

De randen van de platen 8 zijn aan elkaar gelijmd met een vochtvaste lijm, namelijk een opschuimende éénkomponentige polyurethaanlijm die hardt onder invloed van de luchtvochtigheid. Deze lijm wordt vooraleer de platen 8 met hun tanden 9 en groeven 10 in elkaar geschoven worden op deze tanden 9 en/of groeven 10 aangebracht.

De drukverdelingslaag 3 ligt los op de verende onderlaag 2 die op haar beurt los geplaatst is op het vochtscherm 1.

De toplaag 4 bestaat in een uitvoeringsvorm uit een soepele, homogene, éénlagige PVC-bekleding met gematteerde gladde oppervlaktestrukturen en met een dikte van 2 mm.

In een andere uitvoeringsvorm bestaat de toplaag 4 uit een soepele, einlagige linoleum met een dikte van 2 ; 2, 5 ; 3, 2 of 4 mm.

Deze toplaag 4 is op de drukverdelingslaag 3 gelijmd.

De uitvoeringsvorm van de vloer weergegeven in figuur 4 verschilt van de hiervoor beschreven uitvoeringsvornm in hoofdzaak doordat de platen 8 van de drukverdelingslaag 3 niet met tanden 9 en groeven 10 in elkaar geschoven zijn, maat elkaar met hun randen overlappen. De vier randen van elke plaat 8 zijn daartoe twee aan twee respectievelijk aan de bovenzijde en de onderzijde van uitsparingen voorzien.

De overlappende randen van de platen zijn op dezelfde manier als de tanden en groeven aan elkaar gelijmd. Om te beletten dat door de naden tussen de platen 8 doordringende lijm harde stukken tussen de lagen 2 en 3 of in de verende schuimlaag 1 zou vormen is daarenboven tussen deze lagen 2 op 3 een folie 11 van kunststof zoals PVC geplaatst.

De hiervoor beschreven vloeren bezitten een schokdemping van minimum 60% en een grote krachtafbouw zowel bij zware belasting als bij kleine belasting. Het energieverlies is zeer gering en de balreflektie zeer groot. Mede door de hoge slijtvastigheid en mechanische sterkte van de toplaag 4, vooral indien deze van linoleum is, is de vloer geschikt voor alle sporten, zelfs rolschaatsen. Op deze vloer kunnen daarenboven zonder problemen niet sportieve aktiviteiten plaatsvinden zoals toneeluitvoeringen, tentoonstellingen, feestelijkheden en dansmanifestaties.

De vloer bezit niet alleen unieke sporttechnische eigenschappen met een optimale veiligheid maar ook een lange levensduur. Hij is zeer eenvoudig in onderhoud, bezit sterk isolerende eigenschappen en kan gemakkelijk op een reeds bestaande vloer aangebracht worden mits in achtname van een vlakheidstolerantie van 3 mm op 3m.

De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de hiervoor beschreven en in de figuur weergegeven uitvoeringsvormen, maar binnen het raam van de oktrooiaanvrage kunnen aan deze uitvoeringsvormen vele veranderingen worden aangebracht.

In het bijzonder moet de toplaag niet noodzakelijk een PVC-bekleding of linoleum zijn. Andere toplagen zijn mogelijk.

De plintkonstruktie maakt geen wezenlijk deel uit van de uitvinding en kan weggelaten of van een andere konstruktie zijn.

Claims

Konklusies. EMI11.1 ----------- 1. - Vloer, in het bij zonder sportvloer, die een verende onderlaag (2) bevat, een daarop liggende drukverdelingslaag (3) die bestaat uit platen die harder zijn dan de verende onderlaag (2) en een op deze drukverdelingslaag (3) aangebrachte toplaag (4), daardoor gekenmerkt dat de drukverdelingslaag (3) uit een enkele laag bestaat van platen die van - met een vochtvast bindmiddel onder hoge druk en temperatuur samengebonden-kunststofdeeltjes met gesloten celstruktuur vervaardigd zijn en met hun randen met een vochtvaste lijm aan elkaar gekleefd zijn.

2. - Vloer volgens vorige konklusie, daardoor gekenmerkt dat de aan elkaar gekleefde randen van de platen (8) van de drukverdelingslaag (3) met tanden (9) en groeven (10) in elkaar steken.

3. - Vloer volgens konklusie 1, daardoor gekenmerkt dat de aan elkaar gekleefde randen van de platen (8) van de drukverdelingslaag (3) elkaar overlappen.

4. - Vloer volgens een van de vorige konklusies, daardoor gekenmerkt dat de kunststofdeeltjes van de platen (8) van de drukverdelingslaag (3) spaanders of granulaten zijn. <Desc/Clms Page number 12> 5. - Vloer volgens een van de vorige konklusies, daardoor gekenmerkt dat de drukverdelingslaag (3) los ligt op de verende onderlaag (2).

6. - Vloer volgens één van de vorige konklusies, daardoor gekenmerkt dat de kunststofdeeltjes van de samengestelde drukverdelingslaag (3) polyurethaandeeltjes zijn.

7. - Vloer volgens een van de vorige konklusies, daardoor gekenmerkt dat de platen (8) van de drukverdelingslaag (3) door middel van éénkomponentige polyurethaanlijm met hun randen aan elkaar gekleefd zijn.

8. - Vloer volgens één van de vorige konklusies, daardoor gekenmerkt dat de platen van de drukverdelingslaag (3) een dikte van nagenoeg 20 mm bezitten.

9. - Vloer volgens een van de vorige konklusies, daardoor gekenmerkt dat de platen vande drukverdelingslaag (3) een densiteit bezitten van nagenoeg 1000 kg/m3.

10. - Vloer volgens een van de vorige konklusies, daardoor gekenmerkt dat de verende onderlaag (2) een laag is van samengebonden vlokken van schuimkunststof. <Desc/Clms Page number 13> 11. - Vloer volgens een van de vorige konklusies, daardoor gekenmerkt dat de toplaag (4) van een van de stoffen vervaardigd is gevormd door PVC en linoleum.

12. - Vloer volgens een van de vorige konklusies, daardoor gekenmerkt dat de toplaag (4) op de drukverdelingslaag (3) gelijmd is.

13. - vloer volgens een van de vorige konklusies, daardoor gekenmerkt dat hij onder de verende onderlaag (2) een vochtscherm (1) bevat.

14. - Vloer volgens een van de vorige konklusies, daardoor gekenmerkt dat tussen de verende onderlaag (2) en de drukverdelingslaag (3) en kunststoffolie (11) aangebracht EMI13.1 is.