<Desc/Clms Page number 1>
"Landbouwmachine voor het machinaal planten van vooraf in perspotten gezaaide gewassen".
EMI1.1
-------------------------
Voor het telen van bepaalde gewassen wordt het systeem met perspotten steeds meer gebruikt. Dat systeem bestaat erin dat de zaadjes van het gewas in geperste blokjes aarde worden gebracht. De plantjes worden dan in ideale omstandigheden gekweekt in een serre tot ze een bepaalde hoogte hebben. Daarna worden de perspotten op het veld geplant zodat de plant verder kan groeien.
Principieel bestaat het planten uit drie opeenvolgende bewerkingen : eerst maakt een ploeg een vore in de aarde, de perspotten worden dan in de vore geplaatst en de vore wordt terug dicht gemaakt met aandrukwielen.
Dat plaatsen in de vore gebeurt zowel manueel als machinaal.
In het belgisch octrooi 903 064 werd een landbouwmachine beschreven voorzien van een plaatsingsmechanisme waarbij vaste geleidingsbanen samenwerken met loopwielen-die gehecht zijn aan bewegende plaatsingshulzen voorzien van een klep - en die voor het openen van deze klep en het kantelen van de plaatsingshuls zorgen.
Het voorwerp van de uitvinding is een landbouwmachine waarbij het planten van de perspotten op een hogere snelheid kan plaatsgrijpen, met minder werkuren, zonder dat de plantafstand te kort zou schieten of met enig verlies.
De landbouwmachine volgens de uitvinding is principieel samengesteld uit drie delen : een ploeg die een vore in de aarde maakt - een kettingsysteem voorzien van de middelen om de perspotten te verhandelen en te planten-en van de middelen, bij voorkeur van aandrukwielen om de voren terug dicht te maken.
De landbouwmachine volgens de uitvinding, wordt
<Desc/Clms Page number 2>
gekenmerkt doordat het kettingsysteem dat gebruikt wordt om de perspotten te verhandelen en te planten o. a. samengesteld is enerzijds uit een ketting die doorlopend beweegt en die voorzien is van drukplaten die vastgehecht zijn aan de ketting en anderzijds van een afglijdingsbaan voorzien van remmiddelen die de glijbeweging van deze perspotten onder de druk van de betrokken drukplaten weerhoudt.
Verder is de landbouwmachine volgens de uitvinding gekenmerkt doordat de drukplaten die de perspotten op de afglijdingsbaan duwen verdraaibaar en instelbaar aan de ketting gemonteerd zijn.
Andere kenmerken en voordelen van de landbouwmachine volgens de uitvinding zullen blijken uit de beschrijving van dergelijke machine aan de hand van de bijgevoegde figuren.
EMI2.1
Figuur 1 een schematisch zijzicht van een landbouwmachine volgens de uitvinding.
Figuur 2 - is een schematisch bovenzicht van het ladingssysteem van de landbouwmachine zoals voorgeteld is in figuur 1.
Figuur 3 - is een uiteengenomen perspectieve voorstelling van de aanhechting van een drukplaat aan de ketting.
Figuur 4 - is een perspectieve voorstelling van de afglijdingsbaan gebruikt in deze machine.
Een landbouwmachine volgens de uitvinding zoals voorgesteld in figuur 1, bestaat uit een wagengeraamte getrokken door een landbouwtractor die niet getekend is.
Aan het geraamte (1) van deze trekwagen is er een ploeg (2) vastgehecht die een vore maakt, terwijl achteraan twee schuine aandrukwielen (3) de vore terug dichtmaken volgens een gekende werkwijze eens het betrokken perspotje (4) in de vore is geplaatst. Daarvoor wordt er gebruik gemaakt van een ketting (5) die doorlopend draait en de perspotjes
<Desc/Clms Page number 3>
(4', 4") meeneemt vanuit een opladen transportbandje (6).
De ketting (5) wordt aangedreven door een getand aandrijvingswiel (7), dat zelf in beweging wordt gebracht bij het trekken van de wagen door de tractor terwijl de geleidingstandwielen (8 en 9) als dragers fungeren en de gesloten omloop van de ketting (5) verzekeren.
Geleidingswiel (8) is vastgehecht aan een stang (10) instelbaar in de lengte vast gehecht aan een balk (11) om de spanning van de ketting te regelen, terwijl geleidingswiel (9) draait rond een as (12) vastgehecht aan het bovenste uiteinde van balk (1) die zelf instelbaar is in haar lengte vanuit de as (13) van tandwiel (7).
De ketting (5) is, op regelmatige afstand van elkaar, van plaatsingijzers (14) voorzien om de perspotjes (4', 4") mee te nemen. Deze plaatsingijzers (14) zijn aan een staafje (15) vastgehecht dat zelf aan een stavenstelsel (16) vast verbonden is waarvan een arm (17) in een buisje (18) kan ingeschoven worden dat aan ketting (5) vastgehecht is door middel van de plaatjes (19 en 20) die respectievelijk aan de ketting (5) en aan buisje (18) vast gelast zijn.
De lengte van arm (17) van het stavenstelsel (16) waarvan het plaatsingsijzer (14) vastgebonden is, is groter dan buisje (18) waarin die arm (17) is ingeschoven, waardoor de uiteinden van deze arm (17) aan beide kanten van buisje (18) uitkomen die dan ook aan beide kanten tegen geleidingsbanen (21) lopen, die evenwijdig zijn met de ketting (5) in haar neerwaartse beweging wanneer de plaatsingsijzers (14), die aan deze ketting (5) zijn verbonden, de perspotjes (4,4', 4") meenemen.
Daar het staafje (15), waaraan het plaatsingsijzer (14) vastgehecht is, door een verbindingstuk (22) aan arm (17) is gehecht, bij het inschuiven van arm (17) in buisje (18) ligt staafje (15) met plaatsingsijzer (14) buiten het buisje (18) van het stavenstelsel (16).
<Desc/Clms Page number 4>
Anderzijds is het stavenstelsel (16) nog voorzien van een tweede arm (23) die aan arm (17) vastgehecht is door middel van een bindingstaafje (24). Deze arm (23) loopt evenwijdig met de arm (17) en bij de neerwaartse beweging van de ketting (5), wat achter de arm (17) en wat hoger dan het afglijdingsvlak van de arm (17), tegen een andere geleidingsbaan (25) zodat beide armen (17) en (23) tussen de geleidingsbanen (21 en 25) worden geleid (zie fig. 2).
Doordat arm (17) in buisje (18), dat aan de ketting (5) vastgehecht is, is ingeschoven, kan het stavenstelsel (16) rond de arm (17) kantelen, toch is die beweging door de respectievelijke positie van de armen (17 en 23) t. o. v. de geleidingsbanen (21 en 25)-beperkt.
Boven aan de machine dwars aan de ketting (5), ligt een opladen transportbandje (6) waarop de perspotjes (4,4', 4''...) achter elkaar worden neergelegd. Deze perspotjes (4, 4', 4''...) leunen tegen een geleidingszijlintje (26) dat synchron met het opladen transportbandje (6) beweegt zodat de perspotjes bij deze beweging niet geschonden worden.
Op het einde van dat transportbandje (6), komen de perspotjes (4,4', 4''...) onder de ketting (5), en worden zij het ene na het ander geduwd door de opeenvolgende plaatsingsijzers (14), die bij de aanraking met perspotje (4) eerst kantelen rond arm (17) totdat arm (23) tegen geleidingsbaan (25) wordt weerhouden.
Onder ketting (5) is er een afglijdingsbaan (28) in de vorm van een goot waarlangs een van de zijwanden van een reeks veerkrachtige lamellen (27) voorzien is om de perspotjes (4,4', te weerhouden. Deze remmiddelen op de neerwaartsebeweging van de perspotjes (4,4', 4''...) worden door de druk van de plaatsingsijzers overwonnen zodat de perspotjes (4,4', 4''...) geleidelijk naar beneden komen zonder dat ze geschonden worden.
<Desc/Clms Page number 5>
Aan de grond, loopt de afglijdingsbaan (28) gelijk met de diepte van de vore door ploeg (2) opengemaakt en wordt perspotje (4) door het plaatsingsijzer (14) in de vore geschoven. Terwijl de trekwagen (1) verder gaat houdt het plaatsingsijzer (14) het perspotje (4) recht in de vore en wordt deze door de aandrukwielen (3) dicht gemaakt. Op dat ogenblik komt het plaatsingsijzer (14) uit de grond met de ombuiging van ketting (5) rond het aandrijvingswiel (13) en kantelt het stavenstelsel (16) met zijn plaatsingsijzer (14) rond arm (17). Het perspotje ligt in de grond los van elke druk, de plaatsingsijzers (14) lopen verder naar boven toe en de cyclus herbegint.
De landbouwmachine volgens de uitvinding voor het machinaal planten van vooraf in perspotten gezaaide gewassen, werkt op een zeer eenvoudige manier-laat toe de perspotten volledig automatisch te behandelen zonder ze vast te grijpen wat elke beschadiging van de geperste aarde belet.
De afstand tussen elke plant is instelbaar volgens de natuur van deze planten, door de afstand te wijzigen van twee opeenvolgende stavenstelsels (16) met hun respectievelijke plaatsingsijzers (14).
De landbouwmachine volgens de uitvinding is niet beperkt tot de beschreven uitvoering. Varianten kunnen bijvoorbeeld voorkomen in het aanbrengen van de perspotten vanuit een opladen transportbandje, dat in plaats van dwars op de ketting (5) ligt, evenwijdig aan deze ketting zou kunnen ontworpen worden, mits een bijkomend middel om de perspotjes (4,4', 4''...) een zijdelings duwtje te geven om ze op de afglijdingsbaan (28) te zetten.
Een andere uitvoeringsvorm van de landbouwmachine volgens de uitvinding kan bestaan uit twee of meerdere ploegen, kettingen en aandrukwielen, die aan elkaar evenwijdig lopen, zodat meerdere voren terzelfdertijd worden gemaakt, gevuld, en dichtgemaakt worden.
<Desc/Clms Page number 6>
Ook zou ketting (5) op een andere omloop kunnen gemonteerd zijn zonder dat betrokken landbouwmachine buiten de omvang van de bescherming van de landbouwmachine volgens de uitvinding zou komen.