BE1004140A3 - Draadrem. - Google Patents

Draadrem. Download PDF

Info

Publication number
BE1004140A3
BE1004140A3 BE9000424A BE9000424A BE1004140A3 BE 1004140 A3 BE1004140 A3 BE 1004140A3 BE 9000424 A BE9000424 A BE 9000424A BE 9000424 A BE9000424 A BE 9000424A BE 1004140 A3 BE1004140 A3 BE 1004140A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
brake
thread
wire
brake according
brake element
Prior art date
Application number
BE9000424A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Picanol Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Picanol Nv filed Critical Picanol Nv
Priority to BE9000424A priority Critical patent/BE1004140A3/nl
Priority to EP91200672A priority patent/EP0453012A1/fr
Application granted granted Critical
Publication of BE1004140A3 publication Critical patent/BE1004140A3/nl

Links

Classifications

    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D47/00Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms
    • D03D47/34Handling the weft between bulk storage and weft-inserting means
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65HHANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL, e.g. SHEETS, WEBS, CABLES
    • B65H59/00Adjusting or controlling tension in filamentary material, e.g. for preventing snarling; Applications of tension indicators
    • B65H59/10Adjusting or controlling tension in filamentary material, e.g. for preventing snarling; Applications of tension indicators by devices acting on running material and not associated with supply or take-up devices
    • B65H59/20Co-operating surfaces mounted for relative movement
    • B65H59/22Co-operating surfaces mounted for relative movement and arranged to apply pressure to material
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65HHANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL, e.g. SHEETS, WEBS, CABLES
    • B65H2701/00Handled material; Storage means
    • B65H2701/30Handled filamentary material
    • B65H2701/31Textiles threads or artificial strands of filaments

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Textile Engineering (AREA)
  • Looms (AREA)
  • Tension Adjustment In Filamentary Materials (AREA)

Abstract

Draadrem, daardoor gekenmerkt dat zij hoofdzakelijk bestaat uit een draadgeleiding (11) voor de toevoer van een draad (2); een eerste remelement (12); en een met het eerste remelement (12) samenwerkend tweede remelement (13) dat verplaatsbaar is, waarbij dit in rusttoestand (A) een welbepaalde positie inneemt en bij het verplaatsen een vrije doortocht in het verlengde van de voornoemde draadgeleiding (11) laat.

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  Draadrem. 



  Deze uitvinding heeft betrekking op een draadrem, meer speciaal een draadrem voor weefmachines. 



  Dergelijke draadremmen worden bij weefmachines onder andere voorzien ter hoogte van de voorafwikkelaar. Deze draadrem kan hierbij geplaatst worden tussen een voorraadspoel en een voorafwikkelaar nabij de ingang van deze voorafwikkelaar, ten einde de inslagdraad aan de ingang van de voorafwikkelaar te remmen. Zulke draadrem kan ook geplaatst worden tussen een voorafwikkelaar en de insertiemiddelen, meer speciaal nabij de uitgang van de voorafwikkelaar, ten einde toe te laten de inslagdraad tijdens de insertie in de gaap te remmen. 



  Er zijn reeds een groot aantal draadremmen bekend. Deze draadremmen vertonen echter het nadeel dat zij niet automatisch kunnen worden bedraad   d. m. v.   een luchtstroom. 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 De huidige uitvinding heeft betrekking op een draadrem die het voornoemde nadeel niet vertoont. 



  Tevens betreft zij een draadrem die verschillende regelfunkties bezit,   o. a.   voor het instellen van de remkracht, en voor het gedurende het gebruik van de draadrem plots vergroten of verminderen van deze ingestelde remkracht met een vooropgestelde waarde. 



  Tot dit doel betreft de uitvinding een draadrem, met als kenmerk dat zij minstens bestaat uit een draadgeleiding voor de toevoer van een draad ; een eerste remelement ; en een met het eerste remelement samenwerkend tweede remelement dat verplaatsbaar is, waarbij dit in rusttoestand een welbepaalde positie inneemt en bij het verplaatsen een vrije doortocht in het verlengde van de voornoemde draadgeleiding laat. 



  Bij voorkeur bestaat het eerste remelement uit een bladveer of dergelijke, terwijl het tweede remelement bestaat uit een cilindervormig lichaam, waarbij de bladveer buiten het verlengde van de voornoemde draadgeleiding staat opgesteld. 



  Hierdoor wordt het voordeel bekomen dat het eerste remelement instaat voor het bepalen van de remkracht 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 terwijl het tweede remelement instaat om een vrije doortocht in het verlengde van de voornoemde draadgeleiding toe te laten. 



  Met het inzicht de kenmerken volgens de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna als voorbeelden zonder enig beperkend karakter enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : figuur 1 een draadrem volgens de uitvinding in een toepassing weergeeft ; figuur 2 de draadrem uit figuur 1 in perspektief weergeeft ; figuur 3 een zieht weergeeft volgens pijl F3 in figuur   2 ;   figuur 4 een doorsnede weergeeft volgens lijn
IV-IV in figuur   3 ;   figuur 5 de draadrem weergeeft in een zieht gelijkaardig aan dat van figuur 3, voor een andere stand ;

   figuur 6 een doornsede weergeeft volgens lijn VI-VI in figuur   5 ;   figuur 7 een doorsnede weergeeft volgens lijn
VII-VII in figuur   2 ;   figuur 8 een doorsnede weergeeft volgens lijn 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 
VIII-VIII in figuur   7 ;   figuur 9 de middelen uit de draadrem van figuur 2 weergeeft om de remkracht in te stellen ; figuur 10 een doorsnede weergeeft volgens lijn X-X in figuur   3 ;   figuur 11 een zicht weergeeft gelijkaardig aan dat van figuur 10, doch voor een andere stand ; figuur 12 een variante weergeeft van het gedeelte dat in figuur 9 is afgebeeld. 



  Figuur 1 geeft een opstelling weer van een draadrem 1 voor het afremmen van een draad 2, in dit geval een inslagdraad tussen een voorraadspoel 3 en een voorafwikkelinrichting 4 bij een weefmachine. De voorafwikkelinrichting 4 bestaat hierbij zoals bekend uit een wikkeltrommel 5 en een roteerbare wikkelarm 6. 



  Aan de ingang 7 van de wikkelarm 6 is een blaasmond 8 voorzien, zodanig dat een aan deze ingang 7 gepresenteerde draad 2 automatisch doorheen de wikkelarm 6 kan worden geblazen bij het bedraden met een nieuwe draad. 



  Het draadeinde van een draad 2 van een voorraadspoel 3 kan in de wikkelkern 9 worden vastgehouden door middel van een in de wikkelkern 9 aanwezige zuiginrichting en kan door middel van een in de wikkelkern 9 aanwezige 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 blaasinrichting op het gewenste ogenblik uit de wikkelkern 9 en naar de voorafwikkelinrichting 4 worden geblazen. 



  De uitvinding beoogt een draadrem 1 die toelaat dat de draad 2 gemakkelijk hier doorheen kan worden getransporteerd, bij voorkeur ook d. m. v een luchtstroom, zodanig dat een automatische bedrading vanaf de voorraadspoel 3 tot aan de voorafwikkelinrichting 4 of zelfs tot aan de uitgang 10 van de voorafwikkelinrichting 4 kan plaatsvinden. 



  Opgemerkt wordt dat de hierna beschreven draadrem 1 echter ook in andere opstellingen kan worden aangewend. 



  Zoals weergegeven in de figuren 2 tot 6 bestaat de draadrem 1 volgens de uitvinding hoofdzakelijk uit een eerste draadgeleiding 11 voor de toevoer van de draad 2, een eerste remelement 12, en een met het eerste remelement 12 samenwerkend tweede remelement 13, dat verplaatsbaar is, waarbij zoals hierna nog in detail zal worden uiteengezet het tweede remelement 13 in rusttoestand een welbepaalde positie inneemt en bij het verplaatsen een vrije doortocht in het verlengde van de voornoemde eerste draadgeleiding 11 laat. 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 



  Zoals weergegeven in de figuren 1, 4 en 6 is bij voorkeur ook een tweede draadgeleiding 14 voorzien, die zodanig is opgesteld dat in de geopende toestand van de draadrem 1 een rechtlijnige vrije doortocht wordt gevormd tussen de beide draadgeleidingen 11 en 14, meer speciaal zoals is weergegeven in figuur 6. De tweede draadgeleiding 14 hoeft niet rechtstreeks tot de draadrem 1 te behoren, doch kan bestaan uit een bestaande draadgeleiding, zoals bijvoorbeeld de ingang 7 van de voorafwikkelinrichting 4. 



  De draadrem 1 is in de praktische uitvoeringsvorm hoofzakelijk opgebouwd rond een lichaam 15. De eerste draadgeleiding 11 is hierbij gevormd door een boring doorheen dit lichaam. 



  In de weergegeven uitvoeringsvorm is het eerste remelement 12 elastisch verplaatsbaar en is het gevormd uit een bladveer of dergelijke. 



  Het tweede remelement 13 bestaat uit een star element. Bij voorkeur is het gevormd uit een cilindrisch lichaam 16 dat op een hefboom 17 is gemonteerd die verdraaibaar is langs een in het lichaam 15 gemonteerde as 18, die evenwijdig is aan de verbindingslijn 19 tussen de twee draadgeleidingen 11 en 14. Het cilindrisch lichaam 16 is 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 door middel van een vrijloopkoppeling 20 op de hefboom 17 gemonteerd, zodanig dat het niet kan verdraaien volgens de beweging van de draad 2, doch wel in tegengestelde draaizin. 



  Het tweede remelement 13 is voorzien van middelen die dit tweede remelement 13 in rusttoestand naar het eerste remelement 12 dwingen, zoals bijvoorbeeld elastische middelen die al dan niet rechtstreeks op de hefboom 17 inwerken. In de weergegeven uitvoeringsvorm van figuur 7 bestaan deze elastische middelen in een veer 21 die inwerkt op een tweede hefboom 22 die via de voornoemde as 18 vast aan de hefboom 17 is verbonden. 



  De draadrem 1 bezit tevens aandrijfmiddelen die toelaten om de draadrem 1 te openen. Volgens figuur 7 bestaan deze aandrijfmiddelen in een pneumatische cilinder 23 die een kracht op de tweede hefboom 22 kan uitoefenen, tegengesteld aan de kracht van de veer 21. De cilinder 23 werkt hierbij samen met het uiteinde van de tweede hefboom 22 dat zich tegenoverliggend bevindt aan het uiteinde waarop de veer 21 inwerkt. Het bekrachtigen van 
 EMI7.1 
 de cilinder 23 gebeurt d. een op een persluchtbron 24 aangesloten leiding 25 waarin een d. een stuureenheid 26 in- en uitschakelbaar ventiel 27 is opgenomen. 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 



  Volgens nog een bijzonder kenmerk van de uitvinding bezit de draadrem 1 eveneens middelen die een luchtstroom F voor het transport van de draad 2 genereren bij het openen van de draadrem. Zoals weergegeven in de figuren 5,7 en 8 bestaan deze middelen bij voorkeur uit een blaasmond 28, een leiding 29 tussen de persluchtbron 24 en de blaasmond 28, en in deze leiding 29 een ventiel 30 waarmee bij het openen van de draadrem 1 in een luchtstroom aan de blaasmond 28 kan worden voorzien. 



  Zoals weergegeven in figuur 7 is het ventiel 30 bij voorkeur geïntegreerd in het lichaam 15, en is gevormd uit een door middel van de tweede hefboom 22 tegen de kracht van een veer 31 in verstelbaar kleplichaam 32, bijvoorbeeld in de vorm van een stift, verschuifbaar in een boring 33. Het kleplichaam 32 vormt een afsluiting in de leiding 29 en vertoont hierbij een opening 34 die bij het indrukken van het kleplichaam 32 een vrije doortocht biedt. 



  De opstelling volgens figuur 7 biedt het voordeel dat de blaaswerking aanvangt nadat de draadrem 1 geopend is,   m. a. w.   nadat de hefboom 17 verdraaid is. 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 



  Zoals weergegeven in figuur 8 geeft de boring van het eerste draadgeleidingselement 11 uit in een wijder kanaal 35. De voornoemde blaasmond 28 strekt zieh evenwijdig uit aan de boring van de eerste draadgeleiding 11 en geeft uit in de radiale wand 36 die de overgang vormt van de smalle naar de bredere sektie. 



  De draadrem 1 is eveneens voorzien van een draaddetektor 37 die in de wand van het voornoemde kanaal 35 is aangebracht. Deze draaddetektor 37 kan bestaan uit een piezo-elektrisch element en is zodanig opgesteld dat bij een gesloten rem de draad 2 over deze draaddetektor 37 wordt geleid, meer speciaal zoals is weergegeven in figuur 4. De draaddetektor 37 levert een signaal af aan de stuureenheid 26, waaruit de aanwezigheid van de draad 2 kan worden afgeleid. 



  Aan de ingang van de draadrem 1 kan een geleidingsplaat 38 zijn gemonteerd. 



  Het tweede remelement 13 neemt in rusttoestand een vaste positie in die bepaald wordt door een aanslag, die in dit geval wordt gevormd doordat de tweede hefboom 22 bij één uiteinde, meer speciaal het uiteinde waarop de cilinder 23 kan inwerken, rust op een kraag 39 of 

 <Desc/Clms Page number 10> 

 dergelijke. Deze kraag 39 kan eveneens vervangen worden door een regelschroef of dergelijke. 



  In de draadrem volgens de uitvinding zijn verschillende regelfunkties ingebouwd, waarmee de remkracht kan worden ingesteld en kan worden gewijzigd. 



  Het eerste remelement 12 is hierbij aangebracht op een in het lichaam 15 verdraaibaar element 40. Dit verdraaibare element 40 is U-vormig en vertoont aan beide benen een asgedeelte 41, die elk aangrijpen in een opening 42 in een elastisch verbuigbare lamel 43, zodanig dat het element 40 gemakkelijk kan gemonteerd en gedemonteerd worden. 



  Het eerste remelement 12 is   d. m. v.   een lasverbinding 44 of dergelijke bevestigd aan een torsie-element 45 dat tussen de benen van het U-vormige verdraaibare element 40 is aangebracht. Het torsie-element 45 bestaat uit een tussen twee schroeven 46 gespannen draad. 



  De draadrem 1 vertoont middelen om de aandrukkracht van het tweede remelement 13 op het eerste remelement 12 in te stellen. Volgens de uitvoeringsvorm van figuur 9 bestaan deze uit, enerzijds, een verstelbare aanslag 47, bijvoorbeeld gevormd door een stelschroef, en 

 <Desc/Clms Page number 11> 

 anderzijds, elastische middelen zoals een drukveer 48, waarbij deze elastische middelen een moment op het element 40 uitoefenen met een rotatiezin R, terwijl de aanslag 47 deze rotatie tot in een bepaalde positie beperkt. De verstelbare aanslag 47 en de drukveer 48 werken hierbij samen met zijdelings aan het element 40 uitstekende armen 49 en 50, zodanig dat door het inschroeven van de stelschroef een grotere remkracht wordt bekomen. 



  Opgemerkt wordt dat de bladveer van het eerste remelement 12 weinig of niet verbuigt en dat bij het instellen van een grotere remkracht dit laatste hoofdzakelijk veroorzaakt wordt door de torsie van het torsie-element 45. Door het feit dat het eerste remelement 12 op een torsie-element 45 is opgesteld kan dit eerste remelement 12 zeer soepel bewegen, zelfs bij gebruik van een bladveer die weinig of niet verbuigt. 



  De draadrem 1 volgens figuren 2 tot 9 bezit eveneens stuurbare middelen die toelaten om de remkracht op de gewenste ogenblikken en gedurende de gewenste perioden te vergroten met een vooropgestelde waarde. Deze bestaan in een elektromagnetische inrichting 51 met een elektromagnetisch verplaatsbaar anker 52, met een stift 53 waarmee het element 40 tegen de kracht van de 

 <Desc/Clms Page number 12> 

 drukveer 48 in kan worden verplaatst over een welbepaalde bij voorkeur instelbare hoek. De verdraaiing van het element 40 wordt hierbij bepaald door de koers van anker 52 die bepaald is door een aanslag 54 gevormd door de wand van het huis van de elektromagnetische inrichting 51.

   De grootte van de verdraaiing van het element 40 onder invloed van de beweging van de stift 53 kan naar keuze worden ingesteld doordat de aanslag 54 verplaatsbaar is, meer speciaal doordat het huis 55 door middel van schroefdraad 56 meer of minder kan worden ingeschroefd in het lichaam 15. 



  Belangrijk is wel dat het eerste remelement 12 bij het openen van de draadrem 1 niet in de baan van de aan te brengen draad 2 terecht komt. Hiertoe kan indien noodzakelijk een aanslag 57 aan het lichaam 15 worden voorzien die verhindert dat het remelement 12 bij het openen van de draadrem 1 in het verlengde van de voornoemde draadgeleiding 11 of in de baan van de aan te brengen draad 2 terecht komt. 



  De werking van de inrichting kan eenvoudig uit de figuren worden afgeleid. Wanneer de draadrem 1 dient bedraad te worden, wordt de hefboom 17 gewenteld van de aangeduide stand A tot in de stand B. Dit kan manueel gebeuren   d. m. v.   de hefboom 17, ofwel automatisch door 

 <Desc/Clms Page number 13> 

 het ventiel 27 te bekrachtigen. Hierdoor wordt een vrije doortocht van de eerste draadgeleiding 11 naar de tweede draadgeleiding 14 gevormd, waarbij de luchtstroom F wordt ingeschakeld. Hierdoor wordt aan de eerste draadgeleiding 11, meer speciaal aan de geleidingsplaat 38 een zuigeffekt gekreëerd terwijl naar de tweede draadgeleiding 14 toe een blaaseffekt onstaat. Een aan de eerste draadgeleiding 11 gepresenteerde draad 2 wordt dan ook automatisch doorgevoerd tot aan de tweede draadgeleiding 14 en eventueel verder. 



  Hierna wordt de hefboom 17 terug in de stand A geplaatst, waardoor de toevoer van lucht via de blaasmond 28 wordt onderbroken. 



  Door de elektromagnetische inrichting 51 aan te sturen door middel van de stuureenheid 26 kan de remkracht tijdens het weefproces op elk gewenst ogenblik worden vergroot. De twee standen van het element 40 zijn hierbij in de figuren 10 en 11 weergegeven. 



  In figuur 12 is schematisch een variante weergegeven die is voorzien van middelen die toelaten om de remkracht op elk gewenst ogenblik en gedurende een gewenste periode met een welbepaalde waarde te verlagen. De drukveer 48 en de aanslag 47 zijn hiertoe zodanig opgesteld dat de 

 <Desc/Clms Page number 14> 

 drukveer 48 een moment uitoefent op het element 40 volgens een rotatiezin R tegengesteld aan deze uit figuur 9. De drukveer 48 oefent hierbij een zodanig moment op het element 40 uit dat, zelfs wanneer de rem gesloten is, de rotatie van het element 40 beperkt wordt door de aanslag 47. Ook de elektromagnetische inrichting 51 werkt andersom op het element 40 in. Door het bekrachtigen van deze inrichting 51 wordt het torsie-element 45 minder belast en verminderd de remkracht. 



  De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeelden beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch dergelijke draadrem kan in verschillende vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (1)

  1. Konklusies. l.-Draadrem, daardoor gekenmerkt dat zij hoofdzakelijk bestaat uit een draadgeleiding (11) voor de toevoer van een draad (2) ; een eerste remelement (12) ; en een met het eerste remelement (12) samenwerkend tweede remelement (13) dat verplaatsbaar is, waarbij dit in rusttoestand (A) een welbepaalde positie inneemt en bij het verplaatsen een vrije doortocht in het verlengde van de voornoemde draadgeleiding (11) laat.
    2.-Draadrem volgens konklusie 1, daardoor gekenmerkt dat zij elastische middelen (21) bezit waarmee het tweede remelement (13) tot in de voornoemde positie in rusttoestand wordt gedrukt, alsmede aandrijfmiddelen waarmee het tweede remelelement (13) tegen de kracht van de voornoemde elastische middelen (21) in kan worden verplaatst.
    3.-Draadrem volgens konklusie 2, daardoor gekenmerkt dat het tweede remelement (13) wentelbaar is, teneinde dit van het eerste remelement (12) te verplaatsen.
    4.-Draadrem volgens konklusie 3, daardoor gekenmerkt dat de aandrijfmiddelen bestaan in een hefboom (17) <Desc/Clms Page number 16> waarop het tweede remelement (13) is bevestigd en waarop de voornoemde elastische middelen (21) rechtstreeks of onrechtstreeks inwerken.
    5.-Draadrem volgens één der konklusies 2 tot 4, daardoor gekenmerkt dat de aandrijfmiddelen bestaan uit een pneumatische cilinder (23).
    6.-Draadrem volgens een der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat zij een blaasmond (28) bezit waarmee een luchtstroom (F) door de draadrem (1) kan worden veroorzaakt.
    7.-Draadrem volgens konklusie 6, daardoor gekenmerkt dat zij middelen bezit die bij het openen van de draadrem (1) de blaasmond (28) in werking stellen.
    8.-Draadrem volgens konklusie 7, daardoor gekenmerkt dat de middelen die bij het openen van de draadrem (1) de blaasmond (28) in werking stellen hoofdzakelijk bestaan uit een leiding (29) die kan worden aangesloten op een persluchtbron (24) en een in deze leiding (29) aangebracht ventiel (30) dat door de verplaatsing van het tweede remelement (13) wordt bevolen. <Desc/Clms Page number 17>
    9.-Draadrem volgens een der konklusies 6 tot 8, daardoor gekenmerkt dat de draadgeleiding (11) voor de toevoer van de draad (2) bestaat in een boring in een lichaam (15), waarbij deze boring overgaat in een wijder kanaal (35), en dat de blaasmond (28) uitgeeft in de wand (36) gevormd aan deze overgang.
    10.-Draadrem volgens een der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat zij is uitgerust met een draaddetektor (37) die geplaatst is tussen de draadgeleiding (11) waarlangs de draad (2) wordt toegevoerd en de remelementen (12,13).
    11.-Draadrem volgens een der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat het eerste remelement (12) is uitgevoerd in de vorm van een bladveer en het tweede remelement (13) bestaat in een star element.
    12.-Draadrem volgens konklusie 11, daardoor gekenmerkt dat het tweede remelement (13) bestaat uit een cilindrisch lichaam (16) dat met zijn cilindrische wand kontakt maakt met de bladveer, dat verdraaibaar gemonteerd is d. m. v. een vrijloopkoppeling (20) zodanig dat dit lichaam (16) uitsluitend verdraaibaar is volgens een richting tegengesteld aan de beweging van de te remmen draad (2). <Desc/Clms Page number 18> 13.-Draadrem volgens konklusie 11 of 12, daardoor gekenmerkt dat het eerste remelement (12) bevestigd is op een verdraaibaar element (40).
    14.-Draadrem volgens konklusie 13, daardoor gekenmerkt dat het eerste remelement (12) bevestigd is op een torsie-element (45) gevormd door een gespannen draad, die op zijn beurt bevestigd is aan het verdraaibare element (40).
    15.-Draadrem volgens een der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat zij gestuurde middelen bezit die toelaten de remkracht op elk gewenst ogenblik te vergroten tot op een vooropgestelde waarde.
    16.-Draadrem volgens konklusie 13 of 14, daardoor gekenmerkt dat zij gestuurde middelen bezit die toelaten de remkracht op elk gewenst ogenblik te vergroten, waarbij deze bestaan uit elastische middelen (48) die een kracht op het voornoemde verdraaibare element (40) uitoefenen volgens een rotatiezin zodanig dat het eerste remelement (12) van het tweede remelement (13) wordt weg bewogen, een verstelbare aanslag (47) die de verdraaiing van het voornoemde verdraaibare element (40) beperkt, en een elektromagnetische inrichting (51) die een <Desc/Clms Page number 19> welbepaalde verdraaiing tegen de kracht van de elastische middelen (48) in kan veroorzaken.
    17.-Draadrem volgens een der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat zij gestuurde middelen bezit die toelaten de remkracht op elk gewenst ogenblik te verkleinen tot op een vooropgestelde waarde.
    18.-Draadrem volgens konklusie 13 of 14, daardoor gekenmerkt dat zij gestuurde middelen bezit die toelaten de remkracht op elk gewenst ogenblik te verkleinen, waarbij deze bestaan uit elastische middelen (48) die een kracht op het voornoemde verdraaibare element (40) uitoefenen volgens een rotatiezin zodanig dat het eerste remelement (12) naar het tweede remelement (13) wordt gedwongen, een verstelbare aanslag (47) die de verdraaiing van het voornoemde verdraaibare element (40) beperkt, en een elektromagnetische inrichting (51) die een welbepaalde verdraaiing tegen de kracht van de elastische middelen (48) in kan veroorzaken.
    19.-Draadrem volgens een der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat het eerste remelement (12) buiten het verlengde van de voornoemde draadgeleidng (11) staat opgesteld, zodanig dat het eerste remelement <Desc/Clms Page number 20> (12) niet in het verlengde van de voornoemde draadgeleiding (11) kan komen.
    20. - Draadrem volgens een der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat zij een aanslag (57) vertoont die verhindert dat het eerste remelement (12) in het verlengde van de voornoemde draadgeleiding (11) kan komen.
BE9000424A 1990-04-17 1990-04-17 Draadrem. BE1004140A3 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9000424A BE1004140A3 (nl) 1990-04-17 1990-04-17 Draadrem.
EP91200672A EP0453012A1 (fr) 1990-04-17 1991-03-26 Frein de fil

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9000424A BE1004140A3 (nl) 1990-04-17 1990-04-17 Draadrem.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1004140A3 true BE1004140A3 (nl) 1992-09-29

Family

ID=3884762

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE9000424A BE1004140A3 (nl) 1990-04-17 1990-04-17 Draadrem.

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP0453012A1 (nl)
BE (1) BE1004140A3 (nl)

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE9215226U1 (de) * 1992-11-09 1994-05-11 Sobrevin Fadenbremse
DE10361773A1 (de) * 2003-12-31 2005-07-28 Iro Ab Fadenbremse
DE102005011841A1 (de) * 2005-03-15 2006-09-21 Iro Ab Fadenverarbeitungssystem und gesteuerte Fadenbremse

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2374451A1 (fr) * 1976-12-17 1978-07-13 Nissan Motor Dispositif de retrait de debris de fil dans un metier a tisser a jet d'air
FR2568595A1 (fr) * 1984-08-02 1986-02-07 Alsacienne Constr Mat Tex Dispositif de commande positive pour frein de fil.
DE8713749U1 (nl) * 1987-10-13 1987-12-10 Elitex Koncern Textilniho Strojirenstvi, Reichenberg/Liberec, Cs
GB2196994A (en) * 1986-11-06 1988-05-11 Dornier Gmbh Lindauer Weft thread brake
EP0384502A1 (en) * 1989-02-16 1990-08-29 Picanol N.V. Device for braking a weft thread in a weaving machine

Family Cites Families (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2568565B1 (fr) * 1984-08-02 1990-10-19 Ppg Industries Inc Cadre de trempe a blocs segmentes, a cadres jumeles

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2374451A1 (fr) * 1976-12-17 1978-07-13 Nissan Motor Dispositif de retrait de debris de fil dans un metier a tisser a jet d'air
FR2568595A1 (fr) * 1984-08-02 1986-02-07 Alsacienne Constr Mat Tex Dispositif de commande positive pour frein de fil.
GB2196994A (en) * 1986-11-06 1988-05-11 Dornier Gmbh Lindauer Weft thread brake
DE8713749U1 (nl) * 1987-10-13 1987-12-10 Elitex Koncern Textilniho Strojirenstvi, Reichenberg/Liberec, Cs
EP0384502A1 (en) * 1989-02-16 1990-08-29 Picanol N.V. Device for braking a weft thread in a weaving machine

Also Published As

Publication number Publication date
EP0453012A1 (fr) 1991-10-23

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5598973A (en) Fluid flow control device
US4395791A (en) Spring feeding mechanism
BE1004140A3 (nl) Draadrem.
BE1003686A3 (nl) Inrichting voor het toevoeren van inslagdraad bij luchtweefmachines.
DE2632332C3 (de) Etikettiervorrichtung für Flaschen
DE2337787C2 (de) Projektil für eine pneumatische Webmaschine
KR100191653B1 (ko) 실 제동장치
US5791238A (en) Looping strap tensioning device
JPH0253348B2 (nl)
NL7907931A (nl) Regelinrichting met terugkoppeling, meer in het bijzonder een standregelaar.
BE1014441A3 (nl) Werkwijze en inrichting voor het toevoeren van inslaggaren bij een weefmachine, alsmede rem- en/of dempingsmechanisme hierbij toegepast.
EP0162497A2 (de) Aufzeichnungs- und/oder Wiedergabegerät
US3243138A (en) Tension control for web roll
GB2267075A (en) Guide for binding material
KR102523925B1 (ko) 카톤을 일정한 속도로 이송하는 카톤 이송장치
JPH0531043Y2 (nl)
BE1016040A3 (fr) Appareil d&#39;alimentation de fil.
DE3229329C2 (nl)
DE4321703A1 (de) Anordnung zur Veränderung der Bandspannung bei einem Magnetbandgerät
US2770941A (en) Air operated clock
US4909285A (en) Thread clip
DK144558B (da) Spolemaskine til opspoling af en traad af termoplastisk materiale navlig glastraad
JPS6252632B2 (nl)
BE1019803A3 (nl) Luchttoevoereenheid en werkwijze voor het toepassen van een luchttoevoereenheid.
US3315907A (en) Tape winding control mechanism

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Owner name: PICANOL N.V.

Effective date: 19970430