BE1002782A3 - Friet, werkwijze en snijrooster om deze friet te fabriceren. - Google Patents

Abstract

Friet gekenmerkt doordat de doorsnede ervan zeshoekig is, bij voorkeur gelijkzijdig. Werkwijze en snijrooster om een dergelijke friet te fabriceren, gekenmerkt door een snijrooster met zeshoekige roosteropeningen die een honingraatstruktuur uitmaken.

Description

   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  "Friet, werkwijze en snijrooster om deze friet te fabriceren." 
 EMI1.1 
 ----------------- 
De aardappelhandel is reeds sedert geruime tijd, en nog steeds aan grondige veranderingen onderhevig, en dit in overeenstemming met de verbruikersgewoonten voor wat betreft hun leef-en eetgewoonten. 



   Restaurants, frituren en groot-keukens kopen fabrieksfrieten en/of geschilde aardappelen. Ook de buitenhuiswerkende vrouw verkiest dikwijls om diepvriesfrieten te gebruiken (die meestal voorgebakken zijn) boven het zelf schillen van aardappelen en het snijden ervan tot frieten. 



   Welnu, wat aan het eten van frieten dikwijls wordt verweten is hun hoge vetgehalte. Het cholesterolgehalte van het bloed neemt erdoor toe en uiteindelijk komen er klachten van, aangaande de gezondheid met als gevolg dat het eten van frieten wordt verboden. 



   Het doel van de uitvinding is een friet op de markt te brengen die aan dit nadeel verhelpt. 



   Het voorwerp van de uitvinding is een friet die minder vet verbruikt bij het bakken ervan en een lager vetgehalte heeft. 



   Een ander voorwerp van de uitvinding is een werkwijze en een gereedschap om deze frieten volgens de uitvinding te fabriceren. 



   De friet volgens de uitvinding is gekenmerkt door haar doorsnede met de vorm van een gelijkzijdige zeshoek. 



   Door het gebruik van een friet met zeshoekige doorsnede, waarvan de oppervlakte   gelijk ia   aan de oppervlakte van de doorsnede van frieten met vierkante of rechthoekige doorsnede, krijgt men een omtrek die bijna 7% kleiner is, voor eenzelfde sectie. 



   Welnu, vermits de vetopname evenredig is met het contactoppervlak van de friet met het vet of de olie, 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 krijgt men met de friet volgens de uitvinding bijna 7% minder vetopname en bijgevolg ook minder vetverbruik. 



   Een ander voordeel ligt ook in het feit dat de hoeken van de friet minder vlug verbranden, aangezien ze nu stompe hoeken hebben    van 1200   (in plaats van 900 bij frieten met vierkante of rechthoekige doorsnede). 



   De friet volgens de uitvinding benadert de ronde vorm, wordt homogener gebakken en behoudt beter de aardappelsmaak. 



   De friet, volgens de uitvinding kan ook zwaarder (of dikker) uitgesneden worden, zonder dat een onelegant uitzicht wordt bekomen. 



   Voor het snijden van frieten, nam men vroeger de aardappel in de hand, na die goed gewassen te hebben en schilde men deze aardappel met een mes, daarna werd hij eveneens met de hand eerst in schijven gesneden, die dan op hun beurt in frieten gesneden werden, die dan uiteindelijk nog eens werden gespoeld en gedroogd vooraleer ze te bakken in olie of vet. 



   Door het groot succes van de frieten werd er snel een meer industriële wijze gezocht voor de fabricage van frieten, waardoor uiteindelijk methodes bekomen werden die een aardappel in   één   doorlopende behandeling tot frieten snijden. 



   De geschilde aardappelen worden daarbij door een snijrooster gedrukt die voorzien is van roosteropeningen die de vorm van de friet bepalen. Tot nu toe was de vorm van die roosteropeningen zodanig dat frieten met rechthoekige of vierkante doorsnede werden bekomen, de oorspronkelijke vorm van de frieten. 



   Die vorm heeft onder andere het voordeel dat elke snijdende zijde van een roosteropening in het snijrooster voor twee frieten wordt gebruikt, aan beide kanten van die snijdende zijde, zonder dat daarbij enig verlies is aan de gesneden aardappel. 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 



   Om een minimum aan vet te verbruiken en op te nemen, is het nodig om te zoeken naar de kleinst mogelijke omtrek van een doorsnede voor een bepaalde oppervlakte van die doorsnede. Thepretisch is de vorm die daaraan voldoet, de cirkel. 



   Het snijden van cylindrische frieten heeft echter het nadeel dat er tussen de raakpunten van de naast elkaar liggende roosteropeningen (eveneens cylindrisch) een nutteloze oppervlakte is die een aardappelverlies vertegenwoordigt. 



   Eveneens theoretisch zou een driehoekige doorsnede van de frieten kunnen bekomen worden zonder dat aardappelverlies voorkomt. Het nadeel in de praktijk is dat de zeer scherpe hoeken van de frieten bij het bakken vlug een verbranding op de ribben teweegbrengt. 



   De enige resterende mogelijkheid om frieten te snijden zonder aardappelverlies, waarbij een doorsnede verkregen wordt met een minimum omtrek voor een bepaalde oppervlakte van die doorsnede, is het snijden van frieten die een doorsnede hebben van een gelijkzijdige zeshoek, volgens de uitvinding. 



   Het nodige snijrooster heeft daarbij de vorm van een honingraat (ingedeeld in gelijkzijdige zeshoeken door de snijdende zijden van de roosteropeningen).   Bij   deze vorm treedt geen aardappelverlies op, bij het versnijden van aardappelen tot frieten. 



   De verhouding van de omtrek tot de oppervlakte van de doorsnede van deze frietvorm volgens de uitvinding ligt het dichtst (van alle verliesvrije mogelijkheden) bij de cirkelvorm, zodat ook een minimum aan vetverbruik en vetopname optreedt bij het bakken van deze frieten, volgens de uitvinding. 



   De werkwijze, volgens de uitvinding, om een friet te maken, bestaat uit het achtereenvolgens wassen van de aardappelen, het schillen ervan en het snijden in frieten 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 vooraleer ze kunnen gebakken worden in olie of vet, waarbij de geschilde aardappel door een snijrooster wordt gedrukt die de aardappel in frieten snijdt, en is gekenmerkt doordat het snijrooster samengesteld is uit zeshoekige roosteropeningen die samen een honingraatstruktuur uitmaken.

Claims (6)

1. CONCLUSIES. 1. Friet met het kenmerk dat de doorsnede de vorm heeft van een zeshoek.
2. 2. Friet volgens conclusie 1 met het kenmerk dat de vorm van de zeshoekige doorsnede gelijkzijdig is.
3. 3. Werkwijze om frieten te maken bestaande uit achtereenvolgens het wassen van de aardappelen, het schillen ervan, het snijden in rauwe frieten, vooraleer in olie of vet gebakken te worden, waarbij de geschilde aardappel door een snijrooster wordt gedrukt om de rauwe frieten te bekomen, met het kenmerk dat het snijrooster samengesteld is uit zeshoekige roosteropenigen die samen een honingraatstruktuur uitmaken.
4. 4. Werkwijze volgens conclusie 3 met het kenmerk dat de zeshoekige roosteropeningen gelijkzijdig zijn.
5. 5. Snijrooster om een aardappel te snijden in rauwe frieten, met het kenmerk dat het snijrooster is samengesteld uit zeshoekige roosteropeningen die samen een honingraatstruktuur uitmaken.
6. 6. Snijrooster volgens conclusie 5 met het kenmerk dat de zeshoekige roosteropeningen gelijkzijdig zijn.