BE1002469A4

BE1002469A4 - Verbetering van het opsmeltproces in spuitgietmachines en van de schroeven voor de realisatie ervan.

Info

Publication number: BE1002469A4
Application number: BE8800927A
Authority: BE
Original assignee: Euro Stel P V B A
Priority date: 1988-08-12
Filing date: 1988-08-12
Publication date: 1991-02-19

Abstract

Het procédé bestaat erin dat aan de voorkant van de spiraalschroef (L), links of rechts, aan de kant van het mondstuk een meerkanalige smeltzone (L5) wordt gerealiseerd waarvan de lengte in verhouding staat tot de constante buitendiameter (D) van de schroef. De spiraalschroef is voorzien van een kegelvormige compressiezone (L2) tussen een voedingszone (L1) en een meteringzone (L3) en aan de voorkant van een twee-tot zeskanalige opsmeltzone (L5), waarbij de externe diameter van de schroef constant blijft over heel de lengte van de schroef.

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  Verbetering van het   opsmeltproces   in spuitgietmachines en van de schroeven voor de realisatie ervan. 



  Onderhavige uitvinding slaat op het spuitgieten van kunststof en meer bepaald op het spuitgieten met behulp van een schroefpers. Zij heeft tevens betrekking op de spiraalschroeven die tot doel hebben het materiaal te smelten door het in kontakt te brengen met de verwarmde wand en het naar het mondstuk te brengen. 



  Bij het persen met gekende schroeven heeft de schroef meestal drie zones : een voedingszone, een compressiezone en een meteringzone. 



  Aangezien de kwaliteit van kunststof steeds toeneemt en dus meer energie vereist om een goed opsmeltproces te bekomen, moet wie de bestaande schroeven gebruikt gaan werken met hogere temperaturen, een zwaardere aandrijving en een hoge extrusiekracht : grotere lengte machines. Dit Leidt uiteindelijk tot een belangrijke slijtage en corrosie van de schroeven, tot het afbreken van de kunststof, tot hoge belastingen bij de aanzet, tot een groot energieverbruik en een gebrekkige homogeniteit in het materiaal. 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 



  Om aan deze tekortkomingen te verhelpen bleek het volgens de uitvinding voordelig te zijn een procede te ontwerpen waarbij een betere opsmelting en homogenisatie gepaard gaan met een substantiële energiebesparing.   Dit procedé   bestaat erin dat aan de voorkant van de spiraalschroef, links of rechts, aan de kant van het mondstuk een meer-   kanalige   smeltzone wordt gerealiseerd waarvan de lengte in verhouding staat tot de constante buitendiameter van de schroef. 



  Volgens de uitvinding bestaat het procédé erin, tijdens het extruderen, door de   schroefbeweging   het materiaal achtereenvolgens te geleiden door een voedingszone met constante kern, een compressiezone met toenemende kern, een meteringzone eveneens met constante kern en uiteindelijk door de opsmeltzone met progressief, degressive kern. 



  Eveneens volgens de uitvinding wordt de spiraalschroef waarmee dit procédé wordt gerealiseerd gekenmerkt door het feit dat zij voorzien is van een kegelvormige compressiezone tussen een voedingszone en een meteringzone en aan de voorkant van een twee-tot zeskanalige opsmeltzone, waarbij de externe diameter van de schroef constant blijft over heel de lengte van de schroef. 



  Verdere details blijken uit de hiernavolgende beschrijving, bij wijze van voorbeeld uitsluitend gebaseerd op bijgevoegde tekening. Zij toont in : Figuur 1 een zicht op de spiraalschroef waarmee het procédé volgens de uitvinding moet worden uitgevoerd ; Figuur 2 een deel van de afwikkeling van de opsmeltzone van de schroef van figuur 1 ; 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 Figuren 3 en 4 een doorsnede, respectievelijk volgens A en volgens B van de figuur   2,   en 
 EMI3.1 
 f Figuur 5 een doorsnede op vergrote schaal van de schroef- spiraal in de voedingszone. 



  Een spiraalschroef L van de spuitgietmachine volgens uitvinding vertoont een voedingszone L1, een compressiezone   L2,   een meteringzone L3 en een opsmeltzone L5. 



  De externe diameter D van de schroef is constant over heel de lengte. De lengte van de schroef varieert tussen 15 tot 30 maal de diameter. De schroefkern in de compressiezone L2 is kegelvormig en de compressieverhouding is gelijk aan D1/D2, waarbij D1 de diameter van de kern in de voedingszone L1 en D2 de diameter in de meteringzone L3 voorstelt. Deze verhouding heeft een waarde die schommelt tussen 1 en 1, 8. 



  De kerndiameters D1 en D2 van de meteringzone L3 worden bepaald door de externe diameter D als volgt : D1 =   D - 2   (4 tot 14) mm en D2 =   D - 2   (3 tot 10) mm. 



  De   Lengten   van de schroef en van de diverse zones ervan verhouden zich ook tot de externe diameter van de schroef : L   = 15   D tot 30 D L1   = 6   D tot 12 D L2   = 6   D tot 12 D L3   = 6   D tot 12 D L5   = 4   D tot 8 D De opsmeltzone L5 vertoont een inloopzone L6 en een uitloopzone L7 zonder winding, waarvan de diameter
D5, in verhouding tot   D,   gelijk is aan D - 4 mm tot 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 12 mm en waarbij de Lengten L6 en L7 kunnen schomme-   len   tussen respectievelijk 20 mm tot 8 mm en 8 mm tot 20 mm. 



  In de zones L1, L2 en L3 heeft de schroef een spoed S van   0, 7   D tot 1 D en bedraagt de steek T 0, 1 tot 0, 15 D. 



  Op figuur 2 vertoont de schroef in haar opsmeltzone L5 een schroefspiraal waarvan de tegenhoudflank b1 en de overstroomflank b3 kunnen schommelen zoals de breedte T. De afstanden b2 en b4 tussen tegenhoud en overstroom kunnen variëren tussen   0, 2   D en 0, 5 D. 



  De schroefhoek   c,   heeft een waarde van 350,   45    of   550, terwijl   de inloophoek van de   kanalen (6 optimaal   gelijk zijn aan ongeveer 17040. 



  Op de doorsneden van figuur 3 en 4 kan de lengte L8 van de inkeping bij de in- en uitloop schommelen tussen 1, 5 D en 3   D,     terwijl de diameter D4 = D - 2 mm   en de diameter D6 = D -0, 4 mm tot 2 mm. 
 EMI4.1 
 



  Op een stuk draad in de voedingszone L1 weergeeft, is de   hoek y of   de halfhoek Langszij gelijk aan ongeveer   150,   terwijl de stralen R1 en R2 respectievelijk 2, 5 mm en 4 mm tot 6 mm bedragen. 



  Het procédé volgens uitvinding en de spiraalschroef die het proces moet uitvoerbaar maken vertonen verschillende voordelen : het belangrijkste daarvan is een verhoogde opsmeltcapaciteit van de spuitgietmachine met ongeveer 25 %. 



  Andere voordelen zijn dat de vereiste stuwdruk wordt 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 beperkt tot nagenoeg nul, een energiebesparing van ongeveer 20 %, een temperatuursdaling van 10 tot   25OC,   cyclustijden die met 10 tot 20 % worden ingekort, de mogelijkheid om met kortere schroeven   te,   werken en een perfecte inkleuring van het produkt wanneer het uit de spuitgietmachine komt.

Claims

CONCLUSIES 1. Opsmeltproces in schroefspuitgietmachines, gekenmerkt door het feit dat men op de voorkant van de linkerof rechterspiraalschroef (L) aan de mondstukkant een meerkanalige opsmeltzone (L5) realiseert waarvan de lengte in verhouding staat tot de constante externe diameter (D) van de schroef.
2. Proces volgens conclusie 1, gekenmerkt door het feit dat het, tijdens het extruderen door de schroefbeweging de kunststof achtereenvolgens geleidt door een voedingszone (L1) met constante kern (D1), een compressiezone (L2) met toenemende kern en een mete- EMI6.1 ringzone (L3) met constante kern (D2) en uiteindelijk door de meerkanalige smeltzone (L5).
3. Spiraalschroef waarmee het procédé zoals beschreven in conclusies 1 en 2 kan worden uitgevoerd, gekenmerkt door het feit dat zij een kegelvormige compressiezone (L2) omvat tussen een voedingszone (L1) en een meteringzone (L3) en aan de voorkant een twee- tot zeska- nalige opsmeltzone (L5), waarbij de externe diameter van de schroef constant blijft over heel de lengte.
4. Spiraalschroef volgens conclusie 3, gekenmerkt door het feit dat de opsmeltzone (L5) een schroefdraadloze inloopzone (L6) en uitlaatzone (L7) vertoont.
5. Spiraalschroef volgens conclusie 3, gekenmerkt door het feit dat de compressieverhouding, d. w. z. de verhouding van de kerndiameter (D1) in de voedingszone (L1) en de kerndiameter (D2) in de meteringzone (L3) schommelt tussen 1 en 1, 8. <Desc/Clms Page number 7>
6. Spiraalschroef volgens een of meerdere conclusies 3 tot 5, gekenmerkt door het feit dat zij de hiernavolgende Lengten vertoont, waarbij totale lengte van EMI7.1 de tussen 15 en 30 x de diameter.

L1.. van 6D tot 12D L5.. van 4D tot 8D , van 6D tot 12D L6.. van 20 tot 8 mm L3.. van 6D tot 12D L7.. van 8 mm tot 20 mm.
7. Spiraalschroef volgens een of meerdere conclusies 3 tot 6, gekenmerkt door het feit dat zij de hiernavolgende diameters vertoont : D1 (van L1)........ D-2 (4 tot 14) mm D2 (van L3)........ D-2 (3 tot 10) mm D5 (van L6 en L7).. D - 2 (4 tot 12) mm.
8. Spiraalschroef volgens een of meerdere conclusies 3 tot 7, gekemenrkt door het feit dat haar drie zoned (L1 - L2 - L3) een spoed (S) vertonen die'gelijk is aan ongeveer D (0, 7 tot 1) en een draadbreedte (T) gelijk aan ongeveer D (0, 1 tot 0, 15).
9. Spirallschroef volgens een of-meerdere conclusies 3 tot 8, gekenmerkt door het feit dat in de opsmeltzone ervan (L5), de schroefspiraal een overstroomflank (b1) en tegenhoudflank (b3) vertoont die schommelt tussen 0, 1 D en 0, 15 D waarbij de afstanden (b2, b4) tussen de overstroom en de tegenhoudflanken tussen 0, 2 D en 0, 5 D bedragen.
10. Spiraalschroef volgens een of meerdere conclusies 3 tot 9, gekenmerkt door het feit dat in de opsmelt- EMI7.2 zone ervan (L5) de schroefhoek (cX) tussen 350 en 550 en dat de inloophoek ongeveer bedraagt. <Desc/Clms Page number 8>
11. Spiraalschroef volgens een of meerdere conclusies 3 tot 10, gekenmerkt door het feit dat de spleetopening ligt tussen 0, 2 en 1 mm (overstroomspLeet).'