<Desc/Clms Page number 1>
Deze uitvinding heeft betrekking op een geprefabriceerd gebouw, in het bijzonder, maar niet exklusief, op een uitbouwsel aan een bestaand gebouw.
Gangbare uitbouwsels zijn in hoofdzaak volgens 66n van de volgende technieken gebouwd : 1. Houten skeletten, die onderhoud vereisen en een beperkte
EMI1.1
levensduur hebben en de neiging vertonen om tochtig te zijn en gevoellg voor lekken.
2. Aluminium gebogen met een aluminium ril of een PVC afdekking om bet glas op zljn plaats te houden. Dit zijn gewoonlijk afdak-types, maar twee puntdak-types worden in lerland vervaardigd. Deze kunnen feitelijk in het gebogen deel slechts enkelvoudig beglaasd worden, waardoor het gebruik van polycarbonat (onbreekbaar glas), dat echter sterk kostenverhogend werkt, noodzakelijt is. Dubbele beglazing kan verwezenlijkt worden door glas te buigen. maar dit is zo duur dat het eenvoudigweg nooit gedaan wordt. Het skelet zelf is niet thermisch onderbroken.
3. Een gelaste struktuur ofwel in aluminium ofwel in staal.
Geen geprefabriceerd materiaal zal aan de laswarzte weerstand bieden, zodat langs binnen en langs buiten een bekleding moet gebruikt worden.
<Desc/Clms Page number 2>
"Uitbouwsel aan een bestaand gebouw" Gangbare uitbouwsels zijn in hoofdzaak volgens den van de volgende tecbnieken gebouwd : 1. Houten skeletten, die onderhoud vereisen en een beperkte levensduur hebben en de nelging vertonen cm tochtig te zijn en gevoelig voor lekken 2. Aluminium "patent glazing" staven, gewoonlijk gebogen met een aluminluN rll of een PVC afdekking om het glas op zijn plaats te houden. Dit zijn gewoonlijk afdak-types, maar twee puntdak-types worden in Ierland vervaardigd.
Deze kunnen feltelljk in bet gebogen dee) slechts enkelvoudig beglaasd worden, waardoor bet gebruik van polycarbonaat (onbreekbaar glas), dat echter sterk kostenverhogend werkt, noodzakelijk is. Dubbele beglazing kan verwezenlijkt worden door glas te buigen, maar dit is zo duur dat bet eenvoudigweg noolt gedaan wordt. Het skelet zelt is niet thermisch onderbroken.
3. Een gelaste struktuur ofwel in aluminium ofwel in staal.
Geen geprefabriceerd materiaal zal aan de laswarmte weerstand bieden. zodat langs binnen en langs buiten een bekleding moet gebruikt worden.
<Desc/Clms Page number 3>
Daarom is het een oogmerk van de uitvinding een verbeterde konstruktie voor uitbouwsels te verschaffen, die deze nadelen tot een minimum herleidt.
Overeenkomstig daarmee verschaft de onderhavige uitvinding een geprefabriceerd gebouw, met inbegrip van een aantal raamwerkdelen, en een aantal dubbele beglazingseenheden die zieh uitstrekken tussen respektieve aan elkaar grenzende paren raamwerkdelen, waarbij de aan alkaar grenzende randen van elk paar aan elkaar grenzende beglazingselementen randen van een respektief gemeenschappeliJk raamwerkdeel die tegenover elkaar liggen langs buiten overlappen en hieraan bevestigd zijn met een uitwendig gerekt bevestigingsdeel dat de genoemde aan elkaar grenzende randen van de beglazingseenheden aan de tegenovergestelde kant ervan met betrekking tot het raamwerkdeel overlappen,
waarbij het ultwendig bevestigingsdeel vast bevestigd
EMI3.1
is aan hat raamwerkdeel door een bevestigingsmiddel dat zieh van het bevestlgingsdeel tot aan het raamwerkdeel uitstrekt via een ruimte tussen de aan elkaar grenzende randen van de beglazings- eenheden.
De raamwerkdelen omvatten bij voorkeur een aantal in hoofdzaak evenwijdige vertikale stijlen en een respektieve dakspar, vast bevestigd aan het bovenste uiteinde van elke vertikale stljl en zich naar boven en naar binnen uitstrekkend gericht naar een punt, waarbij de uiteinden van de daksparren die afgewend zijn van de vertikale stijlen vast aan de punt bevestigd zijn.
Het voordeel van deze opstelling is dat het raamwerk voor de beglazingseenneden, dat in wezen bestaat uit de vertikale stijlen (of daksparren) en de ermee verbonden bevestigingsdelen, een thermische onderbreking verschaft in bet raamwerk. zodat de volledige struktur, samen met de dubbele beglazingseenheden, op efficiënte wiJze geïsoleerd is tegen thermische verliezen.
Bovendien is de speciale bevestigingstechniek volgens de uitvinding eenvoudig om op te stellen en kan ze gevormd worden
EMI3.2
vertrekkende van bestaande handelsonderdelen.
1
<Desc/Clms Page number 4>
Dus kunnen, bij wijze van voorbeeld, de vertikale stijlen en daksparren gekonstrueerd worden uit in de bandel beschikbare geextrudeerde aluminium profielen met een kokervormige doorsnede van 45 x 45 mm, geschikt om op lengte gezaagd te worden, en de bevestigingsdelen kunnen geextrudeerde aluminium U-vormige profielen zijn 45 mm breed en 20 Bim diep, eveneens op lengte gezaagd, waarbij de open zijde van elk U-vorm1g profiel naar de ermee verbonden beglazingseenheden gekeerd 18, zodat elke rand van het U-vormig profiel in kontakt is met de rand van een
EMI4.1
respektieve beglazingseenheid.
Bij voorkeur worden de vertikale stijlen en de daksparren tegen de randen van de beglazingseenheden afgedicht met een PVC pakking, en zo ook 18 elke rand van elk U-vormlg profiel
EMI4.2
afgedicht tegen de rand van het respektief beglazingseenheid met een PVC pakking. De binnenzijde van elk U-vormig proftel wordt bij voorkeur gevuld met een warmte-isolerend materiaal, zoals polystyreen.
De bevestigingsdelen die de U-vormige profielen met de vertikale stijlen en de daksparren verbinden kunnen parkerschroeven of - beuten omvatten.
Men heeft beschouwd dat het uitbouwsel zich over een zekere afstand, direkt vertrekkende vanaf het gebouw waarmee het verbanden is, uitstrekt met evenwijdige zljden en dat zodoende de vertikale stijlen, op het uiteinde dat van het gebouw verwijderd is, geplaatst zijn op een denkbeeldige halve cirkel, die verbanden is aan elk uiteinde met de evenwijdig zijden van het uitbouwsel. Een typische uitvoeringsvorm heeft negen vertikale stijlen, op de genoemde denkbeeldig halve cirkel geplaatst, waarbij er tussen de stijlen acht openingen tussen gevormd worden voor het onderbrengen van beglaz1ngseenbeden.
In zo een geval strekken de daksparren die verbonden zijn met de eindstijlen zieh naar boven en naar binnen uit naar een gemeenschappelijk punt en kunnen daar bevestigd worden aan een
EMI4.3
stevige veelarmige beugel met een aantal armen die zieh naar I
<Desc/Clms Page number 5>
beneden en naar buiten uitstrekken in een richting die komplementair 16 aan deze van de daksparren, waarbij elke dakspar vast bevestigd is aan een respektieve arm. De armen kunnen binnenin de holle daksparren grijpen of als alternatief kunnen de armen hol zijn en de daksparren kunnen dan in de armen grijpen.
Voor het vast bevestigen van een dakspar aan het bovenste ulteinde van elke vertikale stijl, in het geval van holle vertikale stijlen en daksparren, kan een hoekbeugel, die past in de aangrenzende uiteinden van respektievelijk de vertikale stijl en de dakspar, gebruikt worden.
Het spreekt vanzelf dat elke evenwijdige zijde van het uitbouwsel niet volledig uit vertikale stijlen met beglazing ertussen moet bestaan. Bij wijze van voorbeeld kan een gedeelte van elke zijde of elke zijde volledig een volle of holle wand bevatten, die zieh ultstrekt over de volledige hoogte van de zijde, met evenwijdige daksparren die zieh naar boven en naar binnen ultstrekken vanaf de bovenkant van de wand tot aan een harizontaal nokdeel met
EMI5.1
kokervorm1ge doorsnede. Zo ook kan aan een kant een enkelvoudige of dubbele deur voorzien worden.
Men heeft het zo gezien dat de vertikale stijlen zieh niet uitstrekken over de volledige hoogte van de konstruktie, maar gebouwd worden in, en zich naar boven uitstrekkend vanaf een lage muur, die zieh ultstrekt over ongeveer een derde van de hoogte van de zijden tot aan de bovenkant ervan, waarbij de bijkomende hoogte veroorzaakt door het hellende dak niet meegerekend wordt. Het is echter wel te verstaan dat de vertikale stijlen en de dubbele beglazing- eenheden, indien het gewenst wordt, volledig tot op de bodem kunnen komen.
Ben uitvoeringsvorm van de uitvinding wordt nu beschreven, bij wijze van voorbeeld, met verwijzing naar de begeleidende tekeningen, waarin : Figuur 1 een dwarsdoorsnede is door een uitbouwsel volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding.
<Desc/Clms Page number 6>
Figuur 1A een gedetailleerde horizontale doorsnede is, genomen volgens de lijn A-A van figuur 1.
Figuur 2 de wijze illustreert waarop vertikale stijlen en daksparren verbanden zijn op het uiteinde van het uitbouwsel dat verwijderd 1s van het gebouw waarmee het verbonden is, en Figuur 3 een perspekt1ef zieht geeft van een beglazingseenheid, gebruikt in de uitvoeringsvorm van figuren 1 en 2.
Figuur 1 is een zieht in dwarsdoorsnede van een uitbouwsel dat
EMI6.1
gebouwd is om zieh uit te strekken direkt von het gebouw weg, waarmee het verbonden is, kijkende in de richting van het gebouw (dat niet getekend is). Het 15 wel te verstaan dat de linkerkant van de figuur een spiegelbeeld is van de rechterkant.
Het uitbouwsel omvat twee evenwijdige zijwanden 10 (slechts een 1s getekend) die zieh uitstrekken In een loodrechte richting weg van het eraan verbonden gebouw. Elke zijwand 10 bevat een lage muur 11 die zieh ultstrekt tot onder het maaiveld 12 en die steunt op funderingen 13. Aan de binnenzijde van bet uitbouwsel 16 het niveau van de vloer 14 hoger dan het maaiveld en de muur 11 bevat een vochtwerende laag 15. De blnnenkant van de lage muur 1s afgewerkt met bouten stielen 16 en met gipsplaat 17.
Een aantal vertikale stijlen 18, geplaatst in de muur 11 en er zieh van daaruit evenwijdig en wezenlijk vertikal naar boven uitstrekkend, met een holle kokervormige doorsnede, waarbij er slechts een getoond wordt. Het is wel te verstaan dat in het gekozen zieht de andere vertikale stijlen verborgen zijn achter de getekende en/of zieh voor de getoonde bevinden. Een respektieve dakspar 19, eveneens met een holle kokervormige doorsnede, 1s aan het boveneinde van elke vertikale stijl 18 vast bevestigd en strekt zieh naar boven en naar binnen uit tot aan een punt 20.
In de punt 20 is elke dakspar 19 vastgemaakt aan een horizontaal nokdeel 21, eveneens met een holle kokervorm1ge doorsnede, waarbij de bevestiging gebeurt door de bussen 22 die goed passend in de uiteinden van de daksparren 19 grijpen en die
<Desc/Clms Page number 7>
hieraan en aan het nakdeel 21 vast bevestigd zijn met gegalvaniseerde bauten. De punt 20 wordt beschermd door een aluminium afdekking 50.
Het is wel te verstaan dat de daksparren 19 langs de evenwijdige zijden van het uitbouwsel wezenlijk evenwijdig met elkaar lopen en dat ze op dezelfde konstante afstand van elkaar liggen als de vertikale stijlen 18 waaraan ze bevestigd zijn.
Om elke dakspar 19 vast te bevestigen aan het boveneinde van elke vertikale stijl 18, is er gebruik gemaakt van een hoekbeugel 24 die goed past respekt1evelijk in de aangrenzende uiteinden van de vertikale stijl en de dakspar en die ook vast bevestigd is met gegalvaniseerde bouten 23.
Zoals boven aangehaald, strekt het uitbouwsel zich over een zekere afstand uit met evenwijdige zijden, direkt weg van het gebouw waarmee het verbonden 1s, en daarom zijn de vertikale stijlen 18, aan het einde dat van het gebouw afgewend is, op een denkbeeldige halve cirkel geplaatst, die aan beide uiteinden met de evenwijdige zijden van het uitbouwsel verbonden is. In onderhavig geval zijn er op deze denkbeeldige cirkel negen vertikale stijlen 18 geplaatst, met inbegrip van de twee die bet paar vormen aan de uiteinden van de evenwijdige zijwanden van het uitbouwsel, die het verst afgelegen zijn van het ermee verbonden gebouw. Zo worden er acht openingen tussen gevormd voor bet onderbrengen van beglazingseenheden zoals verder beschreven.
In dit gebogen eindgebied zullen de daksparren 19 die verbonden zijn met de negen eindstijjen 18 zich naar boven en naar binnen uitstrekken gericht naar een gemeenschappelijk punt en worden er vast bevestigd met een veelarmige beugel 25 < figuur 2) met een aantal armen 26 die zieh naar beneden en naar buiten uitstrekken in een richting komplemntair aan deze van de daksparren, waarbij elke dakspar vast bevestigd is aan een respektieve arm. De armen 26 kunnen binnenin de holle daksparren 19 grijpen, wat de voorkeursopstel11ng is, of als alternatief kunnen de armen hol zijn en de daksparren in de armen grijpen.
De beugel 25 heeft
<Desc/Clms Page number 8>
een naar achteren gerichte horizontale arm 27 die ingrijpt in, en vast bevestigd 1s aan bet holle nokonderdeel 21.
Een respektieve dubbele beglazingseenheid 28 strekt zieh uit tussen en is vast bevestigd aan elk aan elkaar grenzend paar vertikale stijlen 18 en aan elk aan elkaar grenzend paar daksparren 19. Met betrekking tot de vertikale evenwijdige stijlen en de evenwijdige daksparren langs de evenwijdige zijwanden van het uitbouwsel, zijn de beglazingseenheden rechthoekig. Daarentegen zijn de beglazingseenheden, met betrekking tot de daksparren aan het gebogen uiteinde van het uitbouwsel, driehoekig, met name vanwege de daksparren die konvergeren om de beugel 25 te ontmoeten. Niettegenstaande dit ie de wijze van bevestiging in beide gevallen dezelfde en zal die beschreven worden met verwijzing naar fieuur IA, die een gedetailleerde horizontale dwarsdoorsnede i5 van een van de rechtopstaande stijlen.
Het principe getoond in figuur 1A is dat de aan elkaar grenzende randen 30 van elk aangrenzend paar beglazingseenheden 28 tegenover elkaar liggende randen 31 van een respektieve- gemeenschappelijke vertikale stijl 18 (of dakspar 19) langs buiten overlappen en-vast bevestigd zijn aan de vertikale stijl of de dakspar door een uitwendig gerekt bevestigingsdeel 32 dat de genoemde randen 30 van de beglazingseenheden overlapt aan de tegenovergestelde kant ervan met betrekking tot de vertikale stijl of de dakspar en dat vast bevestigd is aan de vertikale stijl of de dakspar met een bevestigingsmiddel 33 dat zich uitstrekt van het bevestigingsdeel 32 tot aan de vertikale stijl of dakspar via een ruimte tussen de aan elkaar grenzende randen 30 van de beglazingseenheden.
In het bijzonder kunnen de bevestigingsdelen 32 geextrudeerde aluminium U-vormige profielen zijn, zoals getekend, waarbij de open zijde van elk U-vormig profiel uitkijkt op de ermee verbonden beglazingseenheden 30 zodat elke rand 35 van het Uvormig profiel kontakt maakt met de rand 30 van een respektieve beglazingseenheid 28.
EMI8.1
;
<Desc/Clms Page number 9>
Bij voorkeur worden de vertikale stijlen en de daksparren afgedicbt tegen de randen van de beglazingseenheden met een PVC pakking 36 en wordt eveneens elke rand 35 van elk U-vormig profiel afgedicht tegen de rand van de respektieve beglazingseenheid met een PVC pakking 37.
De binnenkant van elk U-vormig profiel wordt bij voorkeur opgevuld met een warmte- isolierend materiaal 38, zoals polystyreen.
Het bevestigingsmiddel 33 dat de U-vormige profielen vast verbindt met de vertikale stijlen en de daksparren kan parkerschroeven of-bouten bevatten.
Het is wel te verstaan dat figuur IA alleen de bevestiging van een ulteinde 30 van elk paar aan elkaar grenzende beglazing- eenheden 28 toont en dat de andere uiteinden 30 van deze eenheden op een gelijkaardige wijze bevestigd zijn met betrekking tot een aangrenzende vertikale stijl of dakspar.
Figuur 3 toont een in de handel verkrijgbare beglazingseenheid die gebruikt kan worden in de voorafgaande uitvoeringsvorm. Zij bevat een dubbel beglaasd vensterraam 39 en een dubbel beglaasd hoofddeel 40. Het vensterraam 39 kan een onderdeel zijn dat afzonderlijk 1s van bet hoofddeel 40, doch beide zijn vast op hun plaats bevestigd aan de vertikale stijlen 18 door de bevestiglngsproflelen 32. Een PVC dorpel 41 15 voorzien (zie ook figuur 1) en het bovenste gedeelte 42 verschaft een steun voor een goot 43 (figuur 1).
Zoals boven vermeld maarten de evenwijdige zijden van het ultbouwsel niet volledig bestaan uit vertikale stijlen met beglazing ertussen. Bij voorbeeld, een gedeelte van elke zijde of de volledige zijde kan een. volle of een halle wand bevatten. die zieh over de volledige hoogte van de zijde uitstrekt, met evenwijdige daksparren die zieh naar boven en naar binnen uitstrekken vanaf de bovenzijde van de wand tot aan een horizontaal nokonderdeel met kokervormige doorsnede. Zo ook kan er aan een kant een enkelvoudige of een dubbele deur voorzien warden.
Het 1s dus magelijk dat het enige gedeelte van het
<Desc/Clms Page number 10>
uitbouwsel waarin beglazingseenheden zoals getoond op figuur gebruikt worden in het gebogen deel gelegen is dat het verst verwijderd ligt van het eraan verbonden gebouw, waarbij de zljwanden volledig benomen zijn door deuren en/of muren op volle hoogte. Nochtans zal het grootste deel, of zelfs het volledige dakgedeelte beglaasd zijn volgens de principes van figuur lA.
Men begrijpt best dat de beschreven konstruktie de volgende voordelen biedt : 1. Zlj is goed geisoleerd, geprefabriceerd en bijna volledig onderhoudsvrij.
2. Zij is eenvoudig te transporteren en snel op te stellen.
3. ZiJ is struktureel sterk en duurzaam.
4. Zij kan gemaakt worden van standaard in de handel verkrijgbare onderdelen voor het bekomen van een optimale kost.
EMI10.1
5. 21J heeit een puntdak met een aehtsijdige oi een halfcirkelvormige vormgeving ten bate van de aantrekkelijkheid en doet niet onder voor de Victorlaanse archltektuur waarin serres ontstonden.