NL9500462A - Systeem voor het leggen van een vloerbedekking alsmede vloerpanelen voor een dergelijk systeem. - Google Patents

Description

Systeem voor het leggen van een vloerbedekking alsmede vloerpanelen voor een dergelijk systeem.

De uitvinding heeft betrekking op een systeem voor het leggen van een vloer- of bodembedekking waarbij eerst onderpanelen met een vlak op de vloer worden gelegd en met de zijkanten zodanig tegen elkaar worden geplaatst dat (dichte) legnaden ontstaan, waarna op de andere vlakken van de onderpanelen die voorzien zijn van een hechtlaag, vlakken van bovenpanelen worden aangebracht.

Het is bekend dat elastische vloerbedekking evenals, zij het in mindere mate, vloerbedekking uit textiel geplakt resp. bewerkt dienen te worden op ondervloeren die de kwalificatie vlak, droog, druk- en vormvast moeten hebben. De praktijk leert echter dat aan deze kwaliteits-eisen vaak niet geheel voldaan kan worden.

Een probleem voor het leggen van een vloerbedekking ontstaat bij steenachtige ondervloeren die ondanks het feit dat er vele z.g. uitvlak-methoden bestaan toch niet voldoende vlak worden. De meeste uitvlak-methoden voor betonnen vloeren zijn gebaserd op poedersystemen waarbij het poeder met water tot een vloeibare massa wordt vermengd en daarna met een hand-spaan vlak over de vloer verdeeld dan wel door een specifiek uitvloeigedrag een vlak oppervlak moeten geven. Vervolgens moet worden gewacht tot het water in voldoende mate is verdampt, waarna met de eigenlijke vloerbedekking volgens de voorschriften van de fabrikant kan worden gewerkt. Het zal duidelijk zijn dat deze methode tijdrovend en kostbaar is.

Een ander probleem geven houten ondervloeren waarbij de plankenstructuur resp. de plaatvorm zich als het ware doortekent in bijvoorbeeld elastische vloerbedekkingen. Om dit te voorkomen worden planken vloeren geëgaliseerd met bijv. hardboard of spaanplaten waarvan de (leg)-naden zorgvuldig geschuurd moeten worden. Echter, omdat na enige tijd toch bewe- ging tussen de naden ontstaat, tekent dit zich niettegenstaande zorgvuldige bewerking toch zichtbaar af in het oppervlak van vooral elastische vloeren. Bij vloerbedekking uit textiel is dit probleem minder aantoonbaar resp. zichtbaar.

Uit het vorenstaande zal het duidelijk zijn dat de wachttijden, de hoge voorbereidingskosten met betrekking tot het verkrijgen van een vlakke ondervloer of ondergrond alsmede het passnijden en lijmen van de vloerbedekking grote bezwaren opleveren, in het byzonder bij linoleum en andere elastische vloerbedekkingen.

De uitvinding ondervangt de hiervoor genoemde bezwaren door een systeem te introduceren dat uitgaat van panelen van bepaalde vorm en afmeting en daardoor is gekenmerkt dat na het tegen elkaar leggen van de onderpanelen de bovenpanelen met de naden op relatief grote afstanden versprongen ten opzichte van de naden van de onderpanelen worden geplaatst, waarna door aandrukken van de bovenpanelen een nagenoeg onverbrekelijke hechting tussen onder- en bovenpanelen wordt verkregen. Hierdoor wordt op efficiënte en effectieve wijze een systeem van vloerbedekking geïntroduceerd waarmee in één relatief snelle arbeidsgang een perfecte vloer wordt opgeleverd, waarbij de hiervoor vermelde bezwaren o.a. tijdrovende droogtijden, volledig zijn ondervangen. Het eindresultaat is een direct te gebruiken vloeroppervlak waarvan de vloerbedekking hechte, solide en esthetisch verantwoorde eigenschappen vertoont. Een ander voordeel ligt in het feit dat de vloerbedekking volgens de uitvinding betrekkelijk eenvoudig kan worden opgelicht, hetgeen vooral bij verhuizingen waarbij aan de eis dat de oorspronkelijke (kale) vloer moet worden achtergelaten, gemakkelijk kan worden voldaan.

Opgemerkt wordt dat weliswaar het Franse octrooischrift 2080 356 een systeem beschrijft waarbij eveneens panelen worden toegepast, echter hierbij bestaat de vloerbedekking niet alleen uit drie verschillende panelen van gelijke dikte maar zijn zij zodanig ten opzichte van elkaar zijn aangebracht dat aan twee zijkanten slechts geringe lijmstroken overblijven om de naastliggende panelen vast te houden. Deze bekende soort bevestiging is op den duur onvoldoende houdbaar en leidt tot vloeroneffenheden.

Voorkeur verdient de uitvoeringsvorm van het systeem die daardoor is gekenmerkt dat de leg-naden van de bovenpanelen over ongeveer 1/4 tot 1/2 afstand ten opzichte van de naden van de onderpanelen worden aangebracht. Hierdoor wordt een stabiele en solide vloerbedekking verkregen.

Gunstig is de uitvoeringsvorm die daardoor is gekenmerkt dat de geplaatste panelen op enige afstand van de ruimtebegren-zing resp. muren en deuren worden vrijgehouden, zodat bijv. uitzettingen van de panelen onder natuurkundige invloeden zoals luchtvochtigheid, kunnen worden opgevangen. Vervolgens kunnen in of over de gevormde spleten of openingen afdekpro-fielen worden aangebracht.

Zowel een onder- als bovenpaneel kan in het systeem volgens de uitvinding elke polygonale vorm bezitten en is bijvoorkeur aan één oppervlakte voorzien van een hechtlaag.

Gunstig is het indien het onderpaneel voorzien is van een geluiddempende laag of van een geschikte isolatie-laag.

In een voorkeursuitvoeringsvorm is het bovenpaneel aan de bovenzijde voorzien van een slijtvaste en decoratieve laag welke uit elastisch of textiel materiaal is vervaardigd.

De uitvinding zal hierna aan de hand van de tekening nader worden toegelicht, waarbij voordelen en andere kenmerken van de uitvinding naar voren zullen treden.

Fig. 1 geeft het bovenaanzicht weer van een gedeelte van het systeem voor de vloerbedekking;

Fig. 2 geeft de doorsnede weer volgens de lijn 2-2 uit Fig.l Het bovenaanzicht volgens Fig. 1 toont schematisch een ruimte (kamer) waar de vloerbedekking aangebracht moet worden.

Daarbij wordt uitgegaan van een hoek 1 van deze ruimte die begrensd is door muren 2 en 3. In deze toelichting is gekozen voor rechthoekig gevormde panelen met recht afgesneden zijkanten. Het is evenwel ook mogelijk om schuin of anderszins afgesneden zijkanten toe te passen, waardoor onderling stevige en dichte naden worden verkregen. Op enige afstand, ong. 5 mm, van de muren wordt aangevangen met het leggen van de onderpanelen 4 op een wijze zoals die in de figuur met stippellijnen is aangegeven, met de zijkanten tegen elkaar aan, zodat (dichte) naden 5 gevormd worden. Op de panelen 4 worden vervolgens de bovenpanelen 6, aangegeven met getrokken lijnen, aangebracht en eveneens tegen elkaar aangelegd zodat naden 7 ontstaan. Overigens is het niet nodig dat de naden 5 of 7 precies in eikaars verlengde liggen zoals in de figuur is aangegeven; deze posities zijn immers afhankelijk van de vloer-indeling of -vorm. Echter van groot belang is het dat de naden 7 van de bovenpanelen 6 op relatief grote afstand van de naden 5 van de onderpanelen 4 worden gelegd. In de figuur is dit kenmerk weergegeven met de onderlinge plaatsing van de bovenpanelen 6 met ongeveer 1/3 tot 1/2 naad-afstand ten opzichte van de onderpanelen 4. In dit voorbeeld zijn daartoe eveneens de bij de muren 2,3 gelegde onderpanelen 4 afgedekt door 1/2 of 1/3 oppervlakte-deel van de bovenpanelen 6. De panelen worden verder aan elkaar bevestigd door overigens bekende hechtmiddelen.

Om veranderingen, bijvoorbeeld onder invloed van de relatieve vochtigheid, tussen de panelen 4,6 op te vangen is een ruimte resp. een spieetvormige opening 8 tussen de muren 2,3 of deuren en de panelen vrijgehouden welke later door middel van profielen kan worden opgevuld of afgedekt. Voorkeur verdient de uitvoeringsvorm van het systeem volgens de uitvinding die daardoor is gekenmerkt dat op de onder-vloer 9 eerst een waterdampdichte folie of een contactgeluiddempende schuimlaag 13 wordt aangebracht, waarop vervolgens de onderpanelen 4 worden geplaatst. Hierdoor wordt op effectieve wijze bereikt dat invloeden van vocht uit de onder-vloer 9 dan wel veranderingen van de relatieve luchtvochtigheid in de ruimte zelf zo gering mogelijk op de gehele vloerbedekking kunnen inwer ken. Ook is het mogelijk om te voorkomen dat vocht in dampvorm tussen de lagen kan binnendringen door de naden tijdens het leggen af te dichten met bijvoorbeeld aluminium stroken.

Fig. 2 toont het aanzicht volgens de lijn 2-2 uit Fig. 1, waarbij op de vloer 9 en op enige afstand, bijv. 5 mm, van de muur 3 de onderpanelen 4 volgens het schema uit Fig.l zijn gelegd. De panelen 4 zijn in dit voorbeeld op een waterdamp-dichte folie 13 aangebracht waardoor invloeden van vocht uit de vloer 9 sterk worden beperkt. Op het bovenvlak 4a is een geschikt hechtmiddel 10 aangebracht, waarop aldus volgens het hiervoor (Fig.l) getoonde specifieke naden-patroon de bovenpanelen 6 zijn aangebracht. Bij voorkeur zijn de ondervlakken 6a van de bovenpanelen 6 eveneens van een geschikt hechtmid del voorzien, zodat door, eventueel machinaal, aandrukken van de panelen 4 en 6 een nagenoeg onverbrekelijke verbinding ontstaat. De bovenvlakken van de panelen 6 kunnen verder voorzien zijn van een decoratieve en tevens slijtvaste laag 11 bijvoorbeeld uit een elastisch of textiel materiaal.

De ruimte 8 tussen de muren 2,3 en de panelen 4,6 wordt na uitwerking van de panelen onder invloed van bijv. de luchtvochtigheid, verder opgevuld of afgedekt door geschikte pro fielen 12, zodanig dat de vloerbedekking onmerkbaar enigszins vrijelijk kan bewegen. Daarbij worden bij deuropeningen met voordeel gebruik gemaakt van U- of H-profielen tussen de samengestelde panelen 4,6.

Gunstig is het verder dat de panelen uit spaanplaat of multi plex zijn vervaardigd of uit HDF-board (High Density Fibre) dan wel MDF-board (Medium Density Fibre) die volgens de uitvinding diverse afmetingen en vormen kunnen bezitten.

Van belang blijft evenwel dat de onder- en bovennaden van de panelen op relatief grote afstand versprongen ten opzichte van elkaar liggen, waardoor een zekere stabiele en vlakke vloerbedekking wordt verkregen, zelfs indien relatief kleine panelen worden gebruikt.

Claims (12)

1. Systeem voor het leggen van een vloer- of bodembedekking waarbij eerst onderpanelen met een vlak op de vloer worden gelegd en met de zijkanten zodanig tegen elkaar worden geplaatst dat (dichte) legnaden ontstaan, waarna op de andere vlakken van de panelen die voorzien zijn van een hechtlaag, vlakken van bovenpanelen worden aangebracht, met het kenmerk, dat na het tegen elkaar aanleggen van de onderpanelen (4) de bovenpanelen (6) met de naden (7) op relatief grote afstemden versprongen ten opzichte van de naden (5) van de onderpanelen (4) worden geplaatst, waarna door aandrukken van de bovenpanelen (6) een nagenoeg onverbrekelijke hechting tussen onderen bovenpanelen (4,6) wordt verkregen.

2. Systeem volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de legnaden (7) van de bovenpanelen (6) over ongeveer 1/4 tot 1/2 afstand ten opzichte van de naden (5) van de onderpanelen (4) worden aangebracht.

3. Systeem volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de zijkanten van de geplaatste panelen (4,6) op enige afstand van ruimtebegrenzingen, zoals muren (2,3) en deuren worden vrijgehouden, zodanig dat in of over de gevormde openingen of spleten (8) afdekprofielen (12) kunnen worden aangebracht.

4. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat op de (onder)-vloer (9) eerst een waterdampdich-te folie of een contactgeluiddempende schuimlaag (13) wordt aangebracht, waarna de onderpanelen (4) worden geplaatst.

5. Paneel voor toepassing in het systeem volgens conclusie 1-4, met het kenmerk, dat een onder- (4) en boven-paneel (6) dezelfde polygonale vorm hebben.

6. Paneel volgens conclusie 5, met. het kenmerk, dat de zij kanten van een paneel schuin aflopen.

7. Paneel volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk, dat tenminste het bovenvlak (4a) van het onderpaneel (4) voorzien is van een hechtlaag (10).

8. Paneel volgens conclusie 5-7, met het kenmerk, dat het ondervlak voorzien is van een geluiddempende laag.

9. Paneel volgens conclusie 5-7, met het kenmerk, dat het ondervlak voorzien is van een isolatie-laag.

10. Paneel volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk, dat het ondervlak (6a) van het bovenpaneel (6) voorzien is van een hechtlaag (10) welke na aandrukking op de hechtlaag van het onderpaneel (4) een nagenoeg onverbrekelijke eenheid vormt.

11. Paneel volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat het bovenvlak van een bovenpaneel (6) voorzien is van een slijtvaste en decoratieve laag (11).

12. Paneel volgens conclusie 10 of 11, met het kenmerk, dat het bovenvlak van het bovenpaneel (6) uit een elastische of textiele laag (11) bestaat.