NL9402230A - Aan te maken materiaal en met dit materiaal verkregen constructie-element. - Google Patents
Aan te maken materiaal en met dit materiaal verkregen constructie-element. Download PDFInfo
- Publication number
- NL9402230A NL9402230A NL9402230A NL9402230A NL9402230A NL 9402230 A NL9402230 A NL 9402230A NL 9402230 A NL9402230 A NL 9402230A NL 9402230 A NL9402230 A NL 9402230A NL 9402230 A NL9402230 A NL 9402230A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- balls
- gypsum
- order
- construction element
- mold
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B28—WORKING CEMENT, CLAY, OR STONE
- B28B—SHAPING CLAY OR OTHER CERAMIC COMPOSITIONS; SHAPING SLAG; SHAPING MIXTURES CONTAINING CEMENTITIOUS MATERIAL, e.g. PLASTER
- B28B23/00—Arrangements specially adapted for the production of shaped articles with elements wholly or partly embedded in the moulding material; Production of reinforced objects
- B28B23/0081—Embedding aggregates to obtain particular properties
- B28B23/0087—Lightweight aggregates for making lightweight articles
-
- C—CHEMISTRY; METALLURGY
- C04—CEMENTS; CONCRETE; ARTIFICIAL STONE; CERAMICS; REFRACTORIES
- C04B—LIME, MAGNESIA; SLAG; CEMENTS; COMPOSITIONS THEREOF, e.g. MORTARS, CONCRETE OR LIKE BUILDING MATERIALS; ARTIFICIAL STONE; CERAMICS; REFRACTORIES; TREATMENT OF NATURAL STONE
- C04B28/00—Compositions of mortars, concrete or artificial stone, containing inorganic binders or the reaction product of an inorganic and an organic binder, e.g. polycarboxylate cements
- C04B28/14—Compositions of mortars, concrete or artificial stone, containing inorganic binders or the reaction product of an inorganic and an organic binder, e.g. polycarboxylate cements containing calcium sulfate cements
Landscapes
- Chemical & Material Sciences (AREA)
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Ceramic Engineering (AREA)
- Manufacturing & Machinery (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Chemical Kinetics & Catalysis (AREA)
- Inorganic Chemistry (AREA)
- Materials Engineering (AREA)
- Structural Engineering (AREA)
- Organic Chemistry (AREA)
- Curing Cements, Concrete, And Artificial Stone (AREA)
Description
Aan te maken materiaal en met dit materiaal verkregen con-structie-element
De uitvinding heeft betrekking op een aan te maken materiaal, een met dit materiaal verkregen constructie-element en een werkwijze voor het toepassen van dit materiaal voor de vervaardiging van dergelijke element. Het con-structie-element is bijvoorbeeld een wand, een paneel, een blok of enigerlei ander overeenkomstig element.
op het gebied van de bouw en constructie zijn gipsblokken reeds bekend. Deze worden door installatiebedrijven gewaardeerd, aangezien zij het mogelijk maken eenvoudig en snel wanden op te stellen die nagenoeg "schilder-klaar" zijn, dit dankzij de combinatie van een uitstekende samenbouwnauwkeurigheid (messingen en groeven) en een nagenoeg perfecte vlakheid van het parament. Deze samenbouwnauwkeurigheid en de kwaliteit van het parament zijn een gevolg van het feit dat de fabrikanten gebruik maken van een aangepast industrieel gereedschap dat "blokkenpers" genoemd wordt. Dit gereedschap omvat in een zelfde gietvorm evenwijdig opgestelde verticale cellen, die gelijktijdig gevuld worden door het gieten van vloeibaar gips. Een gelijktijdig legen van de cellen vindt plaats door "extrusie", dat wil zeggen dat de bodem van elke cel in werkelijkheid een zuiger is die tegen het uitgeharde gips drukt en het langs de perfect gepolijste wanden van de cel doet glijden. Deze werkwijze leent zich goed voor het automatiseren van de vervaardigingscycli.
Inrichtingen, die dit soort traditioneel gieten mogelijk maken, zijn bekend en zijn reeds beschreven in verschillende octrooiaanvragen, bijvoorbeeld in DD-A-262 617, dat een inrichting beschrijft, welke een kiep-wagen omvat, die voorzien is van een speciemolen die zodanig ingericht is, dat deze de inhoud in een blokkenpers kan gieten die een hydraulische extrusievijzel, gietmatrijspla-ten en een door de vijzel geduwde extrusieplaat omvat.
Deze gipsblokken zijn relatief zwaar, hetgeen het hanteren en installeren daarvan niet vergemakkelijkt. Derhalve zijn pogingen ondernomen de gipsblokken lichter te maken door het bij de vervaardiging daarvan gebruikte aan te maken materiaal te verlichten. Dergelijke oplossingen zijn bekend uit de octrooischriften FR-A-1 520 699, GB-A-1 118 621, FR-A-1 534 689, FR-A-2 056 034, US-A-4 076 880 en DE-A-2 434 970.
Het octrooischrift FR-A-1 520 699 beschrijft een werkwijze ter verkrijging van een constructiemateriaal dat een thermisch en akoestisch isolerende stof bevat. Deze werkwijze bestaat uit het in een vlak geplaatste mal vormen van een eerste laag van zuiver gips, het vervolgens, wanneer dit begint uit te harden, op het reeds gegoten gips gieten van een laag van een innig mengsel van bolletjes van voorgeschuimd polystyreen (PSE) en gips, en het tenslotte, wanneer het mengsel begint uit te harden, storten van een nieuwe vulling van zuiver gips. Deze werkwijze laat niet toe dat een gipsplaat gegoten wordt in één en dezelfde stap, waardoor het risico van insluitingen en derhalve de breekbaarheid van het blok toeneemt, en leidt tot een heterogeen blok dat uiteen zou kunnen vallen in zijn verschillende lagen.
In het octrooischrift GB-A-1 118 621 worden mengsel beschreven die gips of cement, voorgeschuimde polystyreen kogels en een suspenderingsmiddel bevatten. De volume-verhouding van het cement ten opzichte van de voorgeschuimde polystyreenkogels ligt in de orde van 1:3.
Het octrooirschrift FR-A-1 534 689 beschrijft eveneens de vervaardiging van verlichte composiet panelen, waarin gebruik gemaakt wordt van gips, cement of natriumsi-licaten, welke dienen als bindmiddel voor een kern van voorgeschuimde polystyreenkogels (PSE). Het eindprodukt heeft de vorm van een sandwich waarbij de kern aan twee zijden bekleed is met een stijve plaat.
Tenslotte is in het octrooischrift FR-A-2 056 034 de vervaardiging beschreven van een blok cement of gips, dat voorgeschuimde polystyreenkogels (PSE) bevat. De kogels worden eerst gemengd met gips en water en de resulterende vulling wordt in een mal gegoten teneinde een eerste laag te vormen. Wanneer deze laag in zijn geheel hard begint te worden, wordt een tweede laag op de eerste gegoten. Deze werkwijze vertoont dezelfde nadelen als die van het octrooi-SChrift FR-A-1 520 699.
De octrooischriften US-A-4 076 880 en DE-A-2 434 970 beschrijven een samengesteld constructie-element dat opgebouwd is uit enerzijds een door cellen gevormde kern met een "honingraat" structuur die het element zijn mechanische weerstand geeft, en anderzijds twee para-mentlagen die aan weerszijden aan de kern gehecht zijn. Elke laag wordt op de celvormige kern geplakt, en vertoont aanvankelijk de consistentie van een mastieklaag, die gevormd wordt door een vochtig mengsel (vulling) van gips en kogels van een geschuimd plastic materiaal met gesloten cellen. Het respectieve gehalte aan kogels van plastic materiaal ten opzichte van het gips wordt op zodanige wijze gekozen, dat het totale volume van de vulling niet uitgaat boven 125 % van het interstitiële volume tussen de kogels van het plastic uitgangsmateriaal, hetgeen anders uitgedrukt wil zeggen dat het volume van de kogels van plastic materiaal in verhouding tot het gewicht van het droge gips tenminste gelijk is aan 2,85, wanneer uitgegaan wordt van een interstitieel volume tussen de kogels dat ten hoogste gelijk is aan 52 % van het volledige volume van de kogels (in een kubische pakking), een specifiek gewicht van de vulling in de orde van 0,97 kg per liter en een gewichtsverhouding van droge gips in de vulling in de grootteorde van 0,55.
Met andere woorden omvat, wanneer uitsluitend het parament beschouwd wordt, het gebruikte droge materiaal voor het aanmaken in hoofdzaak kogels van plastic materiaal en gips als bindmiddel. Dientengevolge vertoont na het aanmaken het verkregen materiaal geen enkele intrinsieke mechanische weerstand, hetgeen goed overeenkomt met zijn toepassing slechts als parament, met name gezien de lichtheid ervan.
Bijgevolg kan een dergelijk materiaal niet gebruikt worden om op zichzelf een zelfdragend constructie-element te vormen, zoals hiervoor beschreven, niet slechts als gevolg van zijn breekbaarheid, maar ook als gevolg van zijn brosheid; deze laatste eigenschap maakt het in het bijzonder onmogelijk om verbindingsorganen, zoals een messing en een groef te vormen die voldoende weerstand bieden tijdens het samenbouwen van dergelijke constructie-elemen-ten, bijvoorbeeld blokken.
In tegenstelling tot hetgeen reeds bekend was uit de hiervoor genoemde octrooischriften, en tegen elke verwachting in is ontdekt dat door te kiezen voor een bepaalde buiten de uit de genoemde documenten bekende verhouding gelegen verhouding tussen de kogels of deeltjes van het plastic materiaal, in het bijzonder voorgeschuimd polystyreen (PSE) en het gips gebruik gemaakt kan worden van een traditionele gietwijze in een enkele stap, en dat zonder dat daartoe de produktie-installatie aangepast behoeft te worden. Met andere woorden maakt de verhouding volgens de uitvinding het mogelijk de "verwerkbaarheid" van het aan te maken materiaal te handhaven, met verlaagde vervaardigings-kosten ten opzichte van de stand van de techniek, terwijl tegelijkertijd een verlicht constructie-element verschaft wordt dat niet onderhevig is aan dezelfde nadelen als elementen die vervaardigd zijn volgens dezelfde stand van de techniek, in het bijzonder de breekbaarheid daarvan.
De uitvinding betreft derhalve een aan te maken materiaal in droge toestand, dat gips en kogels of deeltjes van plastic materiaal met een dichtheid die kleiner is dan 1, in het bijzonder van voorgeschuimde polystyreen (PSE) omvat, met het kenmerk, dat de verhouding tussen de kogels (PSE) en het gips in schijnbaar volume ten opzichte van het gewicht van het gips (1/kg) in de orde van 0,6 tot 0,9:1 bedraagt. Bij voorkeur is de verhouding ongeveer 0,8:1.
De uitvinding betreft ook een isolerend en licht constructie-element dat voorzien is van ten minste twee hoofdvlakken en ten minste drie zijvlakken, alsmede van respectievelijk uitstekende en opnemende verbindingsorganen, bijvoorbeeld messing en groef, die het mogelijk maken een aantal elementen samen te bouwen teneinde een wand te vormen, met het kenmerk, dat het constructie-element matrix van gips omvat waarin op homogene wijze kogels of deeltjes van plastic materiaal met een dichtheid die kleiner is dan 1, in het bijzonder van voorgeschuimd polystyreen (PSE) verdeeld zijn, met een verhouding in schijnbaar volume ten opzichte van het gewicht van het gips (1/kg) in de orde van 0,6 tot 0,9:1, bij voorkeur in de orde van 0,8:1.
Daarnaast betreft de uitvinding een werkwijze voor het vervaardigen van isolerende en lichte constructie-ele-menten, met het kenmerk, dat het gebruikte aan te maken materiaal in droge toestand gips en kogels of deeltjes van plastic materiaal met een dichtheid van minder dan 1, in het bijzonder voorschuimd polystyreen (PSE) omvat, met een verhouding tussen de kogels en het gips in schijnbaar volume ten opzichte van het gewicht van het gips (1/kg) in de orde van 0,6 tot 0,9:1, bij voorkeur in de orde van 0,8:1.
Tenslotte betreft de uitvinding ook de toepassing van een licht aan te maken materiaal in droge toestand bij een werkwijze voor het vervaardigen van constructie-elementen, met het kenmerk, dat het aan te maken materiaal kogels of deeltjes van een plastic materiaal met een dichtheid van minder dan 1, in het bijzonder voorschuimd polystyreen (PSE) en gips omvat in een verhouding tussen de kogels en het gips in schijnbaar volume ten opzichte van het gewicht van het gips (1/kg) in de orde van 0,6 tot 0,9:1, bij voorkeur in de orde van 0,8:1.
Onder "dichtheid" wordt de verhouding verstaan tussen de soortelijke massa van het plastic materiaal en de soortelijke massa van water bij omgevingstemperatuur.
De oplossing volgens de uitvinding heeft in de praktijk bewezen dat hij de volgende belangwekkende resultaten oplevert: - de kogels worden op voldoende gelijkmatige wijze verdeeld in de vulling, zonder de rheologische eigenschappen van het te gieten gips te beïnvloeden; - tijdens het gieten treedt nagenoeg geen segregatie door flotatie van de kogels op; - en tenslotte verschijnen er tijdens het vormen nagenoeg geen kogels aan het oppervlak; en dit ondanks het grote verschil in intrinsieke eigenschappen tussen de kogels en het gips.
Beneden een vaarde van 0,6:1 van de kogel/gipsver-houding neemt het soortelijk gewicht van de blokken snel toe en gaat het gezochte voordeel van de lichtheid verloren.
Boven een waarde van 0,9:1 van dezelfde verhouding wordt het gieten moeilijker en verschijnen kogels aan het oppervlak. Ook neemt de breekbaarheid van het blok in belangrijke mate toe.
Meer in het bijzonder kan het aan te maken materiaal kogels omvatten met een diameter die ten hoogste gelijk is aan 4 mm. Bij voorkeur hebben deze kogels een diameter in de orde van 1 mm tot 4 mm, en meer in het bijzonder een diameter van 2 mm of zelfs een diameter van 1 mm.
De diameter in de orde van 5 mm, die het formaat vormt van de meest gangbare PSE kogels is te groot, aangezien hij het risico met zich meebrengt dat het oppervlak van het blok bij een geringe schok doorboord wordt, als gevolg van de ongunstige verhouding tussen de dikte van de gipslaag die de kogels scheidt van het paramentvlak en hun diameter. Daarentegen treedt dit probleem niet op bij de voorkeursdiameters volgens de uitvinding, en doen zich ook geen problemen met betrekking tot uiteenvallen voor zoals bekend volgens de stand van de techniek, als gevolg van het verschil tussen de dichtheid van het gips en van de kogels.
Het materiaal kan ook glasvezels omvatten. Deze vezels verhogen verrassenderwijs de robuustheid van het construct ie-element, en met name van zijn verbindingorganen. De gekozen vezels kunnen draden, deeltjes of filamenten zijn, al dan niet gesneden en met verschillende lengten. Zij worden aan het aan te maken materiaal toegevoegd in een gewichtsverhouding ten opzichte van het gips in de orde van 0,001 tot 0,005:1, bij voorkeur in de orde van 0,002:1.
Het constructie-element dat van het aan te maken materiaal vervaardigd wordt is een isolerend en licht element, bijvoorbeeld een plaat, een paneel, een blok of zelfs een wand. Dit element omvat een gegoten matrix van gips en ten minste twee hoofdvlakken met ten minste drie zijvlakken, met respectievelijk uitstekende en opnemende verbindingsor-ganen. Deze verbindingsorganen kunnen gevormd worden door met elkaar overeenkomende langsribben en -groeven. Het element bestaat bij voorkeur uit twee hoofdvlakken en vier zijvlakken. Het kan ook ten minste één inwendige holte omvatten, welke holte bij voorkeur in dwarsrichting verloopt. Wanneer dergelijke dwarsholten, die bijvoorbeeld in rijen geplaatst kunnen zijn, in het element aanwezig zijn, hebben zij bij voorkeur een cilindervorm, maar ze kunnen eveneens kubusvormig zijn, dat wil zeggen de vorm hebben van een rechthoekig prisma, of zelfs een van driehoekig prisma, of enigerlei andere willekeurige geometrische prismatische vorm.
De gipsmatrix bevat water, bij voorkeur in een gewichtsverhouding ten opzichte van het gips die typisch in de orde van 0,8:1 bedraagt. Voor de vervaardiging van blokken wordt deze verhouding vaak gebruikt, daar wanneer de verhouding lager is het gips onvoldoende weerstand vertoont, en wanneer hij hoger is de vulling onvoldoende vloeibaar is, hetgeen leidt tot problemen tijdens het gieten en vormen.
De werkwijze volgens de uitvinding omvat de volgende stappen: (a) het doseren van water en gipshoudend aan te maken materiaal met eventuele bijvoegsels; (b) het krachtig doorroeren van de samenstellende delen teneinde een vulling te vormen; (c) het gieten van de vulling in een samenstel van tot eenzelfde gietvorm behorende cellen; (d) het grotendeels uitharden van het gips in de gietvorm; (e) het legen van de gietvorm door drukken vanaf de bodem van elke cel; (f) het uitnemen van de elementen door een heftang die voorzien is van tenminste zoveel bekken als er cellen zijn; met het kenmerk, dat tijdens de stap (a) het aan te maken materiaal in droge toestand gips en kogels of deeltjes van plastic materiaal met een dichtheid van minder dan 1, in het bijzonder voorgeschuimd polystyreen (PSE) omvat, bij voorkeur met een verhouding tussen de PSE kogels en het gips naar schijnbaar volume ten opzichte van het gewicht van het gips in de orde van 0,6 tot 0,9:1, bij voorkeur in de orde 0,8:1.
De keuze van deze verhouding maakt het op volledig verrassende en onverwachte wijze mogelijk gebruik te maken van traditionele uitrusting die bekend staat als "blokkenpers", zonder dat het nodig is deze aan te passen. Het volstaat om aan de reeds bestaande installatie een kogeldo-seerinrichting toe te voegen. Het lag absoluut niet voor de hand dat dezelfde installatie toegepast kon worden, omdat men wist dat bij eerdere pogingen er problemen opgetreden waren met betrekking tot het uitscheiden van de kogels uit de gipsmatrix en dat men om die reden gedwongen was geweest een extra gipslaag te gieten, teneinde de kogels goed vast te houden. Bij de werkwijze volgens de uitvinding heeft geen uitscheiding van de samenstellende componenten plaats, en bevat de matrix op homogene wijze verspreide en goed verdeelde kogels.
Tijdens de stap van het grotendeels uitharden of vormen (d), en voor het volledig uitharden van de gipsma-trijs wordt bij voorkeur een kalkkloet over de bovenlaag van elke cel gehaald, waar het gieten plaatsgevonden heeft, teneinde een verbindingsorgaan, zoals een messing of een groef te vormen. Het leven van de mal bestaat bij voorkeur uit het volledig uit zijn cel losnemen van het gegoten element onder gebruikmaking van een hydraulische vijzel teneinde de onderzijde van het gegoten element terug te duwen, zodanig dat aan het eind van het legen van de mal de elementen met hun onderste laag in evenwicht rusten op de bodems van de cellen die omhoog gebracht zijn tot het bovenste deel daarvan.
Bij deze stap is een ander verrassend effect van de onderhavige uitvinding opgevallen, namelijk het niet verbrokkelen en niet scheuren van de elementen tijdens de extrusie, dat wil zeggen tijdens het wegtrekken van de bodem van de cel. Deze "extrusie" leidt immers tot aanzienlijke drukken, en gemeend zou kunnen worden dat deze schadelijk zouden zijn voor een composietconstructie volgens de uitvinding. Dit is echter niet het geval, en de elementen verlaten de cellen zonder beschadigd te worden.
Tijdens de volgende stap, dat wil zeggen het wegnemen van de elementen, wordt de heftang loodrecht boven de elementen geplaatst, en neemt deze op teneinde ze op wagens te plaatsen die naar een droogkamer gaan. De vervaar-digingscyclus herhaalt zich tenslotte met een nieuwe lading door het gelijktijdig intrekken van de bodems van de cellen, die hun stand als bodem van de gietvorm weer innemen.
Na het drogen vertoont het volgens de onderhavige uitvinding vervaardigde element eigenschappen die superieur zijn aan die volgens de stand van de techniek. Opgemerkt wordt dat de elementen een geringere breekbaarheid bij transport en bij hanteren vertonen, en nagenoeg geen scheurvorming; ze kunnen op een snijmachine gesneden worden zonder dat scherven of schilfers ontstaan, en met name de relatief sterke verbindingsorganen vertonen een zeer goede samenbouwnauwkeurigheid.
De uitvinding is beter te begrijpen door figuren 1 en 2 te beschouwen, die gegeven zijn bij wijze van voorbeeld en geen enkele beperking van de uitvinding vormen.
Fig. 1 toont een schematische weergave van de werkwijze volgens de uitvinding.
Fig. 2 toont een gipsblok dat vervaardigd is met de werkwijze volgens de uitvinding.
Voor het vervaardigen van het verlichte construc-tie-element volgens de uitvinding, bijvoorbeeld een gipsblok, gaat men in hoofdzaak op de volgende manier te werk. Het aan te maken materiaal volgens de uitvinding wordt met water toegevoerd aan een aanmaakbak 6. Het doseren van de ingrediënten van het materiaal kan afzonderlijk plaatshebben, zoals weergegeven in fig. 1 door de doseerinrichtingen voor water 1, voor gips 2 en voor PSE kogels 4, ofwel het doseren van de droge ingrediënten, te weten de PSE kogels en het gips vindt plaats in dezelfde opslagkuip, waarbij het aan te maken materiaal in droge toestand voorgemengd is in de gewenste verhoudingen. In het geval van de weergegeven figuur heeft de dosering van gips en water 1 met eventuele toevoegingen plaats door middel van een stortbak 3 die de samenstellende delen naar de aanmaakbak 6 voert. De PSE kogels worden vanuit de kuip 4 rechtstreeks aan de vulling toegevoerd door een soepele kous 5 van rubber of van plastic materiaal, en het mengsel wordt krachtig gemengd door een agitator 8.
Vervolgens wordt de zo gemengde vulling uitgegoten in de gietvorm 9 die bestaat uit (hier niet getoonde) cellen. Elke cel heeft een inwendige vorm die overeenkomt met de vorm van het te verkrijgen blok, inclusief zijn verbin-dingsorganen. Tijdens het grotendeels uitharden van het gips in het samenstel van cellen wordt een door een vijzel 11 voortgeduwde kalkkloet 10 over de bovenranden van de ontstaande blokken geleid, teneinde een bovenste verbindingsor-gaan, bijvoorbeeld een messing te vormen.
Deze stap wordt gevolgd door het leven van de vorm, hetgeen plaatsvindt door "extrusie", dat wil zeggen dat een vijzel 12 de beweegbare bodem van de gietvorm (niet getoond) opdrukt teneinde de blokken geheel vrij te maken uit hun cellen. De positie 13 van de blokken na extrusie is weergegeven met een stippellijn. In deze stand rusten de blokken met hun onderste deel in evenwicht op de bodems van de cellen.
De zo naar buiten gebrachte blokken worden opgepakt door een heftang 14 met net zoveel bekken als er cellen (en derhalve blokken) zijn, die ze door middel van een transportwagen 15 en een transportband 16 afvoert naar de conditioneringsstappen, dat wil zeggen naar de droogkamer 7.
Figuur 2 geeft schematisch een voorbeeld weer van een gipsblok 13 dat vervaardigd is volgens de hiervoor beschreven werkwijze. Het blok omvat verbindingsorganen 18,19, in dit geval in de vorm van een messing 18 en een groef 19, en in dwarsrichting verlopende cilindrische holten 20. Deze holten maken het blok nog lichter, waardoor het hanteren daarvan bij gebruik vereenvoudigd wordt. Deze holten worden verkregen door in de cellen van de gietvorm 9 overeenkomstige cilindrische en verticale moffen te plaatsen.
Voorbeeld 1
Het hiervoor beschreven plastic materiaal, bijvoorbeeld PSE kogels kan als volgt direct gebruikt worden bij een traditionele vulling:
Materiaal in droge toestand: - gips 265 kg - kogels van voorgeschuimd polystyreen met een diamter van 2 mm 210 liter - glasvezels 0,3 kg
Water 212 kg
De droge componenten worden gemengd alvoren water toegevoegd wordt. De zo gevormde vulling wordt krachtig geroerd, en wordt gebruikt bij een werkwijze als hiervoor beschreven, teneinde verlichte elementen met een goede mechanische weerstand te verkrijgen.
Claims (25)
1. Aan te maken materiaal in droge toestand, omvattende gips en kogels of deeltjes van plastic materiaal met een dichtheid die kleiner is dan 1, in het bijzonder voorschuimd polystyreen, met het kenmerk, dat de kogels/gipsverhouding in schijnbaar volume van de kogels (in 1) ten opzichte van het gewicht van het gips (in kg) in de orde van 0,6 tot 0,9:1, bij voorkeur in de orde van 0,8:1 bedraagt.
2. Materiaal volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de kogels een diameter hebben die ten hoogste gelijk is aan 4 mm.
3. Materiaal volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de kogels een diameter hebben in de orde van 1 mm tot 4 mm.
4. Materiaal volgens één der conclusies 1 tot 3, met het kenmerk, dat de kogels een diameter van 2 mm hebben.
5. Materiaal volgens één der conclusies 1 tot 3, met het kenmerk, dat de kogels een diameter van 1 mm hebben.
6. Materiaal volgens één der conclusies 1 tot 5, met het kenmerk, dat het verder glasvezels bevat.
7. Materiaal volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de glasvezels ten opzichte van het gips een gewichtsverhouding in de orde van 0,001 tot 0,005:1 vertonen.
8. Materiaal volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de gewichtsverhouding tussen de glasvezels en het gips in de orde van 0,002:1 is.
9. Isolerend en licht constructie-element, voorzien van ten minste twee hoofdvlakken en ten minste drie zijvlakken, alsmede van respectievelijk uitstekende en opnemende verbindingsorganen, welke het mogelijk maken een aantal elementen zodanig samen te bouwen dat een wand gevormd wordt, met het kenmerk, dat het een gipsmatrix omvat waarin op homogene wijze kogels van plastic materiaal met een dichtheid van minder dan 1, in het bijzonder voorgeschuimd polystyreen (PSE) verdeeld zijn in een verhouding van het schijnbaar volume (1) van de kogels ten opzichte van het gewicht (kg) van het gips in de orde van 0,6 tot 0,9:1, bij voorkeur in de orde van 0,8:1.
10. Constructie-element volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de kogels een diameter hebben die ten hoogste gelijk is aan 4 mm.
11. Constructie-element volgens conclusie 9 of 10, met het kenmerk, dat de diameter van de kogels in de orde van 1 mm tot 4 mm bedraagt.
12. Constructie-element volgens één der conclusie 9 tot 11, met het kenmerk, dat de kogels een diameter van 2 mm vertonen.
13. Constructie-element volgens één der conclusies 9 tot 11, met het kenmerk, dat kogels een diameter van 1 mm vertonen.
14. Constructie-element volgens één der conclusies 9 tot 13, met het kenmerk, dat de gipsmatrijs verder glasvezels bevat.
15. Constructie-element volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat de gewichtsverhouding van de glasvezels ten opzichte van het gips in de orde van 0,001 tot 0,005:1 bedraagt .
16. Constructie-element volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat de gewichtsverhouding van de glasvezels ten opzichte van het gips in de orde van 0,002:1 bedraagt.
17. Constructie-element volgens één der conclusies 9 tot 16, met het kenmerk, dat de verbindingsorganen gevormd worden door in de zijvlakken aangebrachte met elkaar overeenkomende langsribben en -groeven.
18. Constructie-element volgens één der conclusie 9 tot 17, met het kenmerk, dat het bestaat uit twee hoofdvlakken en vier zijvlakken.
19. Constructie-element volgens één der conclusies 9 tot 18, met het kenmerk, dat het ten minste één in dwars-richting verlopende inwendige holte omvat, en in het bijzonder een aantal holten in rijen.
20. Constructie-element volgens conclusie 19, met het kenmerk, dat de in dwarsrichting verlopende holte een cilindervorm vertoont.
21. Werkwijze voor het vervaardigen van construe-tie-elementen op basis van gips, omvattende de volgende stappen: (a) het doseren van water (1) en gipshoudend aan te maken materiaal (2,4) met eventuele bijvoegsels? (b) het doorroeren (6,8) van de samenstellende delen volgens (a) teneinde een vulling te vormen; (c) het gieten van de vulling in een samenstel van tot een gietvorm (9) behorende cellen; (d) het grotendeels uitharden van het gips in de gietvorm? (e) het uit de gietvorm lossen van de elementen door het duwen tegen de bodem van elke cel (12); (f) het uit de gietvorm nemen van de elementen door een heftang die bestaat uit tenminste zoveel bekken als er cellen (14) zijn? met het kenmerk, dat tijdens de stap (a) het aan te maken materiaal gips en kogels of deeltjes van plastic materiaal met een dichtheid van minder dan 1, in het bijzonder voorgeschuimd polystyreen (PSE) omvat, met een verhouding van de kogels in schijnbaar volume (in 1) ten opzichte van het gewicht (in kg) van het gips in de orde van 0,6 tot 0,9:1, bij voorkeur in de orde 0,8:1.
22. Werkwijze volgens conclusie 21, met het kenmerk, dat het aan te maken materiaal verder glasvezels omvat.
23. Werkwijze volgens conclusie 22, met het kenmerk, dat de gewichtsverhouding tussen de glasvezels en het gips in de orde van 0,001 tot 0,005:1 bedraagt.
24. Toepassing van een licht aan te maken materiaal in droge toestand dat kogels of deeltjes van plastic materiaal met een dichtheid van minder dan 1, in het bijzonder van voorgeschuimd polystyreen (PSE) omvat bij een werkwijze voor het vervaardigen van constructie-elementen welke de volgende stappen omvat: (a) het doseren van water (1) en gipshoudend aan te maken materiaal (2,4) met eventuele bijvoegsels? (b) het krachtig doorroeren (6,8) van de samenstellende delen volgens (a) teneinde een vulling te vormen? (c) het gieten van de vulling in een samenstel van tot een gietvorm (9) behorende cellen; (d) het grotendeels uitharden van het gips in de gietvorm; (e) het uit de gietvorm lossen van de elementen door het duwen tegen de bodem van elke cel (12); (f) het uit de gietvorm nemen van de elementen door een heftang die bestaat uit tenminste zoveel bekken als er cellen (14) zijn.
25. Toepassing volgens conclusie 24, met het kenmerk, dat het aan te maken materiaal kogels en gips omvat in een verhouding van schijnbaar volume van de kogels ten opzichte van het gewicht van het gips (1/ kg), in de orde van 0,6 tot 0,9:1, bij voorkeur in de orde van 0,8:1.
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
FR9316001 | 1993-12-28 | ||
FR9316001A FR2714408B1 (fr) | 1993-12-28 | 1993-12-28 | Matériau à gâcher, et élément de construction obtenu avec ledit matériau. |
Publications (3)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL9402230A true NL9402230A (nl) | 1995-07-17 |
NL194157B NL194157B (nl) | 2001-04-02 |
NL194157C NL194157C (nl) | 2001-08-03 |
Family
ID=9454684
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL9402230A NL194157C (nl) | 1993-12-28 | 1994-12-28 | Werkwijze voor het vervaardigen van een constructie-element op basis van gips en constructie-element vervaardigd volgens deze werkwijze. |
Country Status (4)
Country | Link |
---|---|
AT (1) | AT404587B (nl) |
DE (1) | DE4446968A1 (nl) |
FR (1) | FR2714408B1 (nl) |
NL (1) | NL194157C (nl) |
Families Citing this family (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US7543642B2 (en) | 2003-01-24 | 2009-06-09 | Halliburton Energy Services, Inc. | Cement compositions containing flexible, compressible beads and methods of cementing in subterranean formations |
US20140273687A1 (en) | 2013-03-15 | 2014-09-18 | Certainteed Gypsum, Inc. | Building Board with Acoustical Foam |
CA2988547C (en) | 2016-12-15 | 2021-01-26 | Certainteed Gypsum, Inc. | Plaster boards and methods for making them |
Family Cites Families (12)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
GB1118621A (en) * | 1964-05-14 | 1968-07-03 | Malcolm Jeffery | Improvements in cement or plaster mixes |
FR1534689A (fr) * | 1966-09-30 | 1968-08-02 | Perfectionnement à la fabrication industrielle de murs, cloisons, plafonds, panneaux allégés pour le bâtiment | |
FR1520699A (fr) * | 1967-03-01 | 1968-04-12 | Procédé pour obtenir un matériau de construction contenant une matière d'isolation thermique et acoustique | |
FR2056034A5 (en) * | 1969-08-21 | 1971-05-14 | Trombetta Edouard | Insulating material for panels and partitions |
CA1048698A (en) * | 1973-07-20 | 1979-02-13 | Robert C. Geschwender | Mastic composition and composite structural panels formed therefrom |
DE2418588A1 (de) * | 1974-04-18 | 1975-11-06 | Porelith Baustoffwerk | Plattenfoermiges bauelement |
DK139040B (da) * | 1976-03-31 | 1978-12-04 | Permataet Koebenhavn As | Fremgangsmåde til fremstilling af et isolerende element, særlig bygningsplade. |
OA06571A (fr) * | 1980-03-24 | 1981-07-31 | Zormati Hassouna | Perfectionnement apporté aux carreaux en plâtre préfabriqués et leur procédé de fabrication. |
AT373538B (de) * | 1982-04-02 | 1984-01-25 | Macho Theobald | Batteriegussform zur herstellung eines plattenfoermigen bauelementes |
JPS6386775A (ja) * | 1986-09-30 | 1988-04-18 | Nisshin Kenpan Kk | 壁下地圧着用石膏ボンド |
DD262617B1 (de) * | 1987-06-12 | 1990-10-24 | Kreisbaubetrieb Nordhausen Veb | Formkammersystem |
DE4300428A1 (en) * | 1992-02-19 | 1993-08-26 | Wilhelm Rusteberg | Gypsum building material - contg. fibrous esp. waste material, used for boards, blocks and mouldings |
-
1993
- 1993-12-28 FR FR9316001A patent/FR2714408B1/fr not_active Expired - Fee Related
-
1994
- 1994-12-28 DE DE19944446968 patent/DE4446968A1/de not_active Ceased
- 1994-12-28 AT AT242394A patent/AT404587B/de not_active IP Right Cessation
- 1994-12-28 NL NL9402230A patent/NL194157C/nl not_active IP Right Cessation
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
ATA242394A (de) | 1998-05-15 |
DE4446968A1 (de) | 1995-06-29 |
FR2714408B1 (fr) | 1996-02-02 |
NL194157B (nl) | 2001-04-02 |
AT404587B (de) | 1998-12-28 |
NL194157C (nl) | 2001-08-03 |
FR2714408A1 (fr) | 1995-06-30 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US4306395A (en) | Lightweight cementitious product and method for making same | |
US6676862B2 (en) | Method for forming lightweight concrete block | |
US5520729A (en) | Process for producing heat-insulating material | |
CN102448689A (zh) | 移动型独立式造石及混凝土加工装置 | |
NL9402230A (nl) | Aan te maken materiaal en met dit materiaal verkregen constructie-element. | |
EP0924173A1 (en) | Polystyrene beads | |
RU2197376C2 (ru) | Способ формования бетонного блока | |
US3354245A (en) | Method and composition of matter for forming ceramic structures | |
EP0652188A1 (en) | Process for the production of a conglomerate of gypsum and impermeable granulated cellular material, and the conglomerate obtained thereby | |
RU2828722C2 (ru) | Способ производства строительных блоков | |
CA2374544A1 (en) | Gypsum wallboard core, and method and apparatus for making the same | |
CN217992904U (zh) | 一种混凝土家具制造用模具 | |
AU665695B2 (en) | Cementitious building element | |
WO2002032826A2 (en) | Method and apparatus for compressing lightweight concrete | |
AU613600B2 (en) | Limestone tile | |
NL2002167C (en) | A method for producing a wood wool construction element, a construction element obtained therewith and a production facility therefor. | |
AU2005203383A1 (en) | Lightweight concrete block | |
JP4164366B2 (ja) | 建築要素を製造する方法 | |
AU7485200A (en) | Lightweight concrete block | |
RU2078742C1 (ru) | Материал для изготовления плит покрытия | |
JPH04280849A (ja) | 発泡スチロールによる難燃性成形体、及びその製造方法 | |
JPH0622805B2 (ja) | 複合コンクリート製品の製造装置 | |
SU1006228A1 (ru) | Способ образовани пустот в прессуемых издели х | |
GB2264491A (en) | Concrete block manufacturing process | |
FI72307B (fi) | Format foeremaol samt foerfarande foer framstaellning av detsamma |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
BA | A request for search or an international-type search has been filed | ||
BB | A search report has been drawn up | ||
BC | A request for examination has been filed | ||
DNT | Communications of changes of names of applicants whose applications have been laid open to public inspection |
Free format text: LAFARGE PLATRES |
|
V1 | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20040701 |