NL9401939A - Inrichting voor het verwijderen van baggermateriaal, alsmede werkwijze voor het bedrijven daarvan. - Google Patents

Description

Inrichting voor het verwilderen van baggermateriaal. alsmede werkwijze voor het bedrijven daarvan

De uitvinding betreft een inrichting voor het verwijderen vanbaggeraateriaal van een waterbodem, omvattende een roteerbare snijkopvoor het lossnijden van het baggermateriaal alsmede transportmiddelenvoor het afvoeren van het losgesneden baggermateriaal f welketransportmiddelen een pomp omvatten die is aangesloten op eenpersleiding.

Een dergelijke inrichting is bekend. Hij omvat .een huis met aan hetonderste kopvlak een snijkop, alsmede een pomp die het losgesnedenmateriaal opzuigt en wegpompt. Vanwege de compacte afmetingen van debekende inrichting kan hij goed worden toegepast op lokaties waar weinigof geen ruimte beschikbaar is. Als voorbeeld wordt genoemd de toepassingin bouwputten waarin reeds funderingspalen zijn geheid. Na het inbrengenvan de palen moet de toplaag nog worden verwijderd, voor welk doel degenoemde inrichting wordt toegepast aangezien deze tussen de palen kanworden geplaatst.

De bekende inrichting bezit echter het nadeel dat het manoeuvrerendaarmee niet eenvoudig is. Daardoor bestaat het risico dat hij tegen depalen aankomt, waardoor beschadigingen worden veroorzaakt. Bovendienverspreidt de snijkop een gedeelte van het losgesneden materiaal door hetwater in de bouwput, hetgeen nadelig indien later onderwater-beton moetworden gestort.

Doel van de uitvinding is daarom een inrichting van het in deaanhef beschreven soort te verschaffen die deze nadelen niet heeft. Datwordt bereikt doordat de zuigzijde van de pomp is aangesloten op een bak,in welke bak zich de snijkop bevindt.

Het losgesneden materiaal wordt door de snijkop direct in de bakgedrukt, waardoor dit nauwelijks de kans krijgt zich te verspreiden doorhet water. Bovendien wordt het materiaal direct weggezogen uit deomsloten ruimte in het inwendige van de bak, waardoor hetverspreidingsrisico verder wordt verkleind.

Bij voorkeur heeft de snijkop tenminste twee bladen die in wezenvolgens een schroeflijn zijn opgesteld, terwijl elk blad aan zijn inrotatierichting voorste zijde tenminste een snijtand kan dragen.

Volgens een bijzonder gunstige uitvoeringsvorm heeft de bak eenbasis met aan een zijde een ten opzichte van de basis uitstekendeomhulling, en is de hartlijn van de snijkop dwars georiënteerd op debasis. De bak kan een in wezen vierkante of rechthoekige basis hebben, waarbij de omhulling dan uit vier panelen bestaat waarvan een isuitgevoerd met een snijrand.

De bak kan met de snijrand in het baggermateriaal worden gedrongen,waarbij een nauwkeurig bepaald en plat bodemoppervlak achterblijft.Doordat de snijkop gedeeltelijk uitsteekt buiten de omhulling, kan dezehet baggermateriaal goed bereiken. De snijkop graaft zich in tengevolgevan de schroeflijn-opstelling van de snijbladen, en trekt daarbij desnijrand alsmede de rest van de bak stevig aan tegen het te verwijderenbaggermateriaal.

Het voordeel daarvan is dat bij het manipuleren van de inrichtingdeze met geringe uitwendige krachten in de juiste positie kan wordengehouden. Gevolg is dat de inrichting nauwkeurig kan wordengepositioneerd, waardoor het gevaar van botsingen met andere objecten,bij voorbeeld funderingspalen, aanzienlijk kleiner is.

Goede resultaten worden verkregen indien de zuigaansluiting van depomp uitmondt in de basis van de bak; ook een uitvoering waarbij dezuigaansluiting zich bevindt in het deel van de basis nabij het metsnijrand uitgevoerde paneel is gunstig in verband met het volledigafvoeren van het losgesneden materiaal.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm is de pomp opgenomen in eenhuis, terwijl de bak met de buitenzijde van de basis is gekeerd naar hethuis en het paneel met de snijrand is afgekeerd van het huis. Eendergelijke uitvoering is in het bijzonder geschikt om aangebracht teworden aan de gelede arm van een hydraulische kraan; daartoe bezit hethuis aan een van zijn kopvlakken koppelmiddelen voor het bevestigen aaneen kraanarm.

Daarbij is de zuigzijde van de pomp zich centraal in het anderekopvlak van het huis aangebracht, en via een kniestuk aangesloten op debak.

In een voorkeursuitvoeringsvorm zijn zowel de bak als het kniestukop verschillende posities in omtreksrichting van het huis aansluitbaar opdat huis resp. de zuigzijde van de pomp. Daartoe kan het huis eencilindrische mantel hebben, en de bak een overeenkomstig gekromdebevestigingsflens dragen die is bevestigd aan het huis. Bij dezeuitvoering kan de inrichting, afhankelijk van de positie van de bak, inverschillende richtingen ten opzichte van de hydraulische kraan werken,zoals naar die kraan toe, zijdelings of van die kraan af.

Verder kunnen sensormiddelen zijn voorzien voor het meten van dehoekstand van de bak met betrekking tot de horizontaal. Met behulp vandeze sensormiddelen kan de juiste stand van de inrichting worden gehandhaafd tijdens het baggeren, ook wanneer deze zich onder water bevindt.

De uitvinding betreft tevens een werkwijze voor het bedrijven vande hiervoor beschreven inrichting, omvattende het aanbrengen van de bakmet zijn open zijde naar het oppervlak danwel het front van het te verwijderen baggermateriaal, het in rotatie brengen van de snijkop voorhet lossnijden van het baggermateriaal alsmede het opzuigen van hetlosgesneden baggermateriaal uit de bak.

Bij het aanvangen van de werkzaamheden wordt de bak van de inrichting met zijn open zijde naar beneden gekeerd op het weg te baggeren materiaal gelegd. De snijkop graaft zich daarna in, waarbij deinrichting zodanig gemanipuleerd wordt dat hij over 90 graden kanteltwaarbij de opening van de bak dan zijdelings is gericht.

In die stand wordt de vervolgens een sleuf gebaggerd. Indien invoortbewegingsrichting het paneel met snijrand onder een hoek van minvijf graden met betrekking tot de horizontaal wordt gehouden, kanverhinderd worden dat de inrichting langzaam omhoog kruipt bij hetvorderen van de sleuf.

Vervolgens zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de handvan een in de figuren weergeven uitvoeringsvoorbeeld.

Figuur 1 toont een aanzicht in perspectief van de inrichtingvolgens de uitvoering.

Figuur 2 toont een zijaanzicht van de inrichting volgens figuur 1.

Figuur 3 toont de inrichting aangebracht op de arm van eenhydraulische kraan, in beginstand.

Figuur 4 toont de inrichting, in ingegraven stand.

De in figuur 1 weergegeven inrichting voor het verwijderen vanbaggermateriaal omvat een in zijn geheel met 1 aangeduide bak, waarin eensnijkop 2 draaibaar is opgehangen. De bak 2 is door middel van steun 3bevestigd aan het cilindrische huis 4, waarin zich een pompinrlchting 3bevindt. Aan de bovenzijde van het huis 4 zijn ophangogen 6 aangebracht,waarop een overeenkomstig uitgevoerd koppelstuk op een hydraulischekraanarm kan aangrijpen. In verband met het tillen van de inrichting metkabels zijn tevens ogen 7 voorzien. Aan de onderzijde van het huis 4loopt een zuigbuis 8. die enerzijds is aangesloten op de pomp 5, enanderzijds via gat 9 in de basis 10 uitmondt in bak 1.

De bak 12 heeft verder een onderwand 27, aan de voorzijde voorzienvan een snijrand 11. Verder heeft de bak 1 een bovenwand 26, die korteris dan de onderwand 27. alsmede twee daartussen verlopende zijwanden 12.De snijkop 2 bezit in het afgebeelde uitvoeringsvoorbeeld drie schroeflijnvormig verlopende bladen 13, elk voorzien van 2 snijtanden 14.Verder bezit de snijkop 2 een centreerorgaan 15.

De snijkop 2 is gemonteerd op een hydraulische motor metreduktiekast 16, die door overigens niet getoonde hydraulische leidingenwordt bedreven.

De bak is nog voorzien van een viertal spuitmonden 17, die gevoedworden door drukleidingen 18.

De L-vormige zuigpijp is aan zijn naar de pomp 5 gekeerde eindvoorzien van een flens 19, terwijl de steunmiddelen een overeenkomstig decilinder 4 gekromde bevestigingsflens 20 dragen. De boeide 'flenzen 19. 20,alsmede de steunen 21 zijn door bouten vastgezet aan het cilindrischehuis 4.

Daarbij kan de positie van bak 1 en zuigleiding 8 gevarieerd wordenlangs de omtrek van het cilindrische huis 4, doordat regelmatig verdeeldbevestigingsgaten 22 voor flens 20 zijn aangebracht. Ook de flens 19 ende steunen 21 kunnen op overeenkomstige plaatsen worden vastgezet.

Voordeel van deze uitvoering is dat de bak 1 met de snijkop 2 zowelnaar de hydraulische kraan toe kan wijzen, als daarvan af. Ook is hetmogelijk om bak 1 en snijkop 2 zijdelings gericht aan te brengen op hetcilindrische huis 4.

Bij bedrijf vein de inrichting volgens de uitvinding wordt dezeallereerst gekoppeld aan de arm van een hydraulische kraan. Vervolgenswordt de inrichting zodanig geroteerd dat het cilindrische huis 4horizontaal ligt, en de bak 2 met zijn opening gericht is naar het tebehandelen oppervlak: zie figuur 3« De inrichting is daarbij opgehangenaan het koppelstuk 23, dat zich bevindt aan het eind van de arm 25 vaneen hydraulische kraan.

Vervolgens wordt de snijkop 2 alsmede de pomp 5 in bedrijf gesteld,waarbij het baggermateriaal wordt verwijderd en uiteindelijk de situatiezoals weergegeven in figuur 3 wordt verkregen. De inrichting is daarbijover 90 gekanteld; vervolgens kan het baggeren verder worden doorgezetin de in figuur 4 getekende stand van de inrichting, waarbij deinrichting in zijn geheel dezelfde stand naar rechts bewogen wordt infiguur 4 en daarbij een sleuf maakt.

Claims (18)

1. Inrichting voor het verwijderen van baggermateriaal van eenwaterbodem, omvattende een roteerbare snijkop voor het lossnijden van hetbaggermateriaal alsmede transportmiddelen voor het afvoeren van hetlosgesneden baggermateriaal, welke transportmiddelen een pomp omvattendie is aangesloten op een persleiding met het kenmerk dat de zuigzijdevan de pomp is aangesloten op een bak, in welke bak zich de snijkopbevindt.

2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de snijkop tenminstetwee bladen heeft die in wezen volgens een schroeflijn zijn opgesteld.

3. Inrichting volgens conclusie 2, waarbij elk blad aan zijn inrotatierichting voorste zijde tenminste een snijtand draagt.

4. Inrichting volgens conclusie 1, 2 of 3, waarbij de bak een basisheeft met aan een zijde een ten opzichte van de basis uitstekendeomhulling, en de hartlijn van de snijkop dwars is georiënteerd op debasis.

5· Inrichting volgens conclusies 4, waarbij de bak een in wezenvierkante of rechthoekige basis heeft, en de omhulling uit vier panelenbestaat waarvan een is uitgevoerd met een snijrand.

6. Inrichting volgens conclusie 4 of 5, waarbij de snijkop gedeeltelijk uitsteekt buiten de omhulling.

7. Inrichting volgens conclusie 4, 5 of 6, waarbij de zuigaansluiting van de pomp uitmondt in de basis van de bak.

8. Inrichting volgens 7. waarbij de zuigaansluiting zich bevindt inhet deel van de basis nabij het met snijrand uitgevoerde paneel.

9. Inrichting volgens conclusie 8, waarbij de pomp is opgenomen ineen huis, de bak met de buitenzijde van de basis is gekeerd naar het huisen het paneel met de snijrand is afgekeerd van het huis.

10. Inrichting volgens conclusie 9. waarbij de zuigzijde van de pomp zich centraal in een kopvlak van het huis bevindt, en via eenkniestuk is aangesloten op de bak.

11. Inrichting volgens conclusie 10, waarbij zowel de bak als hetkniestuk op verschillende posities in omtreksrichting van het huisaansluitbaar zijn op dat huis resp. de zuigzijde van de pomp.

11. Inrichting volgens conclusie 10, waarbij het huis eencilindrische mantel heeft, en de bak een overeenkomstig gekromdebevestigingsflens draagt die is bevestigd aan het huis.

12. Inrichting volgens conclusie 10, 11 of 12, waarbij het huis aanhet andere kopvlak middelen draagt voor het bevestigen aan een kraanarm.

14. Inrichting volgens conclusie 9, 10, 11 of 12, waarbijsensormiddelen zijn voorzien voor het meten van de hoekstand van de bakmet betrekking tot de horizontaal.

15· Werkwijze voor het bedrijven van een inrichting volgens een dervoorgaande conclusies, omvattende het aanbrengen van de bak met zijn openzijde naar het oppervlak danwel het front van het te verwijderenbaggermateriaal, het in rotatie brengen van de snijkop voor hetlossnijden van het baggermateriaal alsmede het opzuigen van hetlosgesneden baggermateriaal uit de bak.

16. Werkwijze volgens conclusie 14 voor het bedrijven van deinrichting volgens een der conclusies 9-14, omvattende het zodanigplaatsen van de bak dat de snijrand zich onder de snijkop bevindt.

17. Werkwijze volgens conclusie 16, waarbij de bak met snijrandtegen een front van baggermateriaal wordt aan gehouden, en door deschroefbeweging van de snijkop wordt voortbewogen onder gelijktijdiglossnijden van dat baggermateriaal.

18. Werkwijze volgens conclusie 17, waarbij invoortbewegingsrichting het paneel met snijrand onder een hoek van minvijf graden met betrekking tot de horizontaal wordt gehouden.