NL9401908A - Automatische winkel. - Google Patents

Description

AUTOMATISCHE WINKEL

De uitvinding heeft betrekking op een automatische winkel, dat wil zeggen een winkel zonder bedieningspersoneel.

Openings- en sluitingstijden van winkels zijn gewoonlijk afhankelijk van de tijden waarop bedieningspersoneel aanwezig kan zijn. winkels zijn daarom slechts een beperkt aantal uren per dag geopend. Voor een bepaalde groep klanten, met name die welke een volle dagtaak vervullen, blijft slechts een beperkt aantal uren over voor winkelbezoek. Dit kan bezwaarlijk zijn en leidt bovendien tot beperking van de omzet van deze winkels.

Met de uitvinding zoals gekenmerkt in conclusie 1 worden deze bezwaren weggenomen. De automatische winkel volgens de uitvinding kan zonder de aanwezigheid van bedieningspersoneel geopend zijn, zodat deze 24 uur per dag voor klanten bereikbaar is. Het bijvullen van de verkoopautomaten kan vanuit het magazijn gedurende normale werktijden geschieden.

Een belangrijk bijkomend voordeel van de automatische winkel volgens de uitvinding is dat diefstal van ten verkoop aangeboden voorwerpen onmogelijk is. Het is bekend dat heden ten dage winkeldiefstal een aanzienlijke kostenpost vormt. Door het wegvallen van deze kostenpost en bovendien doordat geen bedieningspersoneel nodig is, kan de automatische winkel volgens de uitvinding ondanks de relatief hoge investering in verkoopautomaten en dergelijke, concurrerend worden gedreven.

Bij voorkeur wordt de maatregel van conclusie 2 toegepast. Een credit- of debetkaart die gebruikt wordt voor het betalen van de gekochte voorwerpen wordt tegelijkertijd als toegangssleutel gebruikt. Hierdoor verkrijgen alleen personen die over een dergelijke kaart beschikken toegang tot de verkoopruimte.

Een verdere gunstige ontwikkeling wordt gekenmerkt in conclusie 3. De computerondersteunde besturings- en re-gistratie-inrichting kan gegevens bijhouden omtrent verkoop, voorraad, houdbaarheidsdata en dergelijke. Daarnaast controleert deze de goede werking van de automaten en waarschuwt bij het optreden van een storing, zodat deze storing snel kan worden verholpen. Met behulp van de registratie-inrich-ting kan de voorraadpositie worden bijgehouden en kunnen tijdig bestellingen worden gedaan voor het aanvullen van de voorraad. Doordat bij voorkeur de verkoopautomaten werken met betaalkaarten, kan eveneens geregistreerd worden welke klanten wat voor produkten aanschaffen, zodat een gerichte reclame mogelijk wordt. De geregistreerde gegevens kunnen uiteraard verder voor het optimaliseren van de werking van de onderneming welke de automatische winkel exploiteert, worden gebruikt.

Een geschikte verdere ontwikkeling wordt gekenmerkt in conclusie 4. Het gebruik van de winkelwagens vergemakkelijkt het winkelen, omdat de aangekochte voorwerpen gemakkelijk meegenomen kunnen worden langs de verkoopautomaten. Doordat de winkelwagens onlosneembaar verbonden zijn met het railsysteem, is toezicht teneinde te voorkomen dat de winkelwagens onbedoeld de winkelruimte verlaten, overbodig.

De winkel volgens de uitvinding kan verder op gunstige wijze ten minste één automaat voor het tegen terugbetaling inleveren van leeg fust omvatten. Deze automaat kan het terug te betalen bedrag bijvoorbeeld als krediet in de besturings- en registratie-inrichting registreren, dat bij de eerstvolgende aankoop van het te betalen bedrag wordt afgetrokken.

De uitvinding zal verder worden toegelicht in de volgende beschrijving aan de hand van de bijgevoegde figuur, die een mogelijk uitvoeringsvoorbeeld toont.

In de figuur is een automatische winkel volgens de uitvinding gedeeltelijk weggebroken en zonder zoldering weergegeven.

De winkel 1 omvat een verkoopruimte 2 die van een openbaar toegankelijk gebied, zoals een winkelstraat, gescheiden is door een scheidingswand 5. In deze scheidingswand 5 is een toegangsdeur 6 opgenomen. De toegangsdeur 6 is normaal vergrendeld door middel van een slotinrichting 7. Deze slotinrichting werkt met een persoonsgebonden sleutel, zoals bijvoorbeeld een magneet- of chipkaart. De betrokken persoon steekt de kaart in de sleuf 8, waarna de kaart gelezen wordt en bijvoorbeeld op een display 45 gevraagd wordt om een persoonlijk identificatienummer in te tikken op het toetsenbord. Indien de ingetikte code overeenstemt met die welke bij de persoonsgebonden sleutel behoort, gaat de deur 6 open en kan de betrokken persoon de verkoopruimte 2 binnentreden.

De verkoopruimte is door middel van een scheidingswand 46 gescheiden van een magazijn 3 waarin een aantal voorraadstellingen 4 is opgesteld. In deze voorraadstellin-gen is de voorraad opgeslagen van te verkopen voorwerpen.

In de scheidingswand 46 is een aantal verkoopauto-maten 9 opgenomen, zodanig dat deze aan de voorzijde toegankelijk zijn vanuit de verkoopruimte 2 en aan de achterzijde toegankelijk zijn vanuit het magazijn 3. De verkoopautomaten 9 kunnen van verschillende types zijn, waarbij voor elke te verkopen soort voorwerpen een geschikte verkoopautomaat is opgesteld.

De verkoopautomaat 10 is bijvoorbeeld van het type met een aantal vakken 11 die afgesloten worden door deurtjes 12 waarin een venster is opgenomen. De klant kern dus door het venster het te kopen voorwerp zien. Zodra de klant zijn keuze heeft gemaakt, kan hij met behulp van de bij de ver-koopautomaat 10 behorende betaalinrichting 13 het voorwerp eerst betalen.

Bij dit uitvoeringsvoorbeeld is de betaalinrich-ting 13 uitgevoerd voor het betalen met behulp van een betaalkaart zoals een credit- of debetkaart. De kaart wordt in de sleuf 15 gestoken, waarna met behulp van het toetsenbord 14 een identificatiecode wordt ingetikt en vervolgens een bij het vak 11 waarin het aan te schaffen voorwerp zich be vindt, behorend nummer wordt ingetoetst. De prijs van het aan te schaffen voorwerp wordt vervolgens van de in de sleuf 15 gestoken kaart af geboekt, en het deurtje 12 van het desbetreffende compartiment gaat open, waardoor de kant het voorwerp uit het vak kan nemen. Tegelijkertijd wordt met behulp van een telstrookprinter een telstrook 16 afgedrukt, dat als betalingsbewijs kan fungeren.

Een ander soort verkoopautomaat is de in de figuur aan de linkerkant weergegeven verkoopautomaat 18. Deze omvat aan zijn voorzijde een aantal afbeeldingen 9 van in de automaat aanwezige produkten. Door middel van de betaalinrichting 20 kiest de klant weer het te kopen voorwerp en betaalt dit. De betaalinrichting 20 omvat op dezelfde wijze als de betaalinrichting 13 een sleuf 22 voor het daarin steken van een betaalkaart, een toetsenbord 21 voor het invoeren van de benodigde gegevens en een telstrookprinter 23 voor het afdrukken van een betalingsbewijs. Zodra deze financiële transactie is afgewerkt, zal het gekozen voorwerp via de opening 24 de automaat 18 verlaten.

Onder de opening 24 is een winkelwagen 25 van de klant opgesteld.

De winkelwagen 25 grijpt aan op een in de vloer van de verkoopruimte 2 aangebracht railsysteem 26, waarlangs deze verplaatsbaar is van nabij de toegangsdeur 6, langs de verkoopautomaten 9 en weer terug naar een positie nabij de uitgang 47.

Zoals de figuur laat zien, is het railsysteem 26 voorzien van rails die zich langs de verkoopautomaten 9 uitstrekken en van dwarsverbindingen die het mogelijk maken om i klanten die bij één bepaalde automaat bezig zijn, te passeren.

Bij de getoonde uitvoering steken de verkoopautomaten naar buiten uit, waardoor daaronder een inspringende ruimte wordt gevormd. Het railsysteem 26 is zodanig aangelegd dat de winkelwagens in deze inspringende ruimte bewegen, bij het bewegen langs de verkoopautomaten. Hierdoor belemmeren deze minimaal de doorgang. De winkelwagens 25 zijn zodanig uitgevoerd dat deze vanuit een hoge positie 28, waarin deze geheel binnen de begrenzing van de inspringende ruimte blijven, naar een iets lagere positie 29 bewogen kunnen worden waarin aangekochte voorwerpen in de winkelwagen 25 geplaatst kunnen worden. Na het plaatsen van het betreffende voorwerp beweegt de winkelwagen, ofwel het de voorwerpen dragende gedeelte terug in zijn met stippellijnen aangegeven stand 28, zodat de klant vrije toegang tot de verkoop-automaat behoudt.

In de figuur gezien aan de rechter zijde is een magazijn 35 van winkelwagens gevormd, waarin de lege winkelwagens tijdelijk worden gestald, totdat klanten deze weer uit dit magazijn nemen.

Doordat de verkoopautomaten 9 aangebracht zijn in de scheidingswand 46 tussen de verkoopruimte 2 en het magazijn 3, zijn de verkoopautomaten aan de achterzijde 30 toegankelijk vanuit dit magazijn 3. De automaten kunnen dus vanuit het magazijn 3 worden gevuld. Het aanvullen van de verkoopautomaten behoeft slechts éénmaal of hooguit enkele malen per dag te gebeuren. Door een geschikte keuze van de verkoopautomaten kan de capaciteit daarvan aangepast zijn aan de hoeveelheid produkten die van een bepaalde soort telkens worden verkocht.

De automaten zijn gekoppeld met een niet nader getoonde computerondersteunde besturings- en registratie-inrichting, zodat continu bijvoorbeeld de vullingstoestand van de automaten en de momentane voorraad bijgehouden kan worden. Daarnaast kan met de besturings- en registratie-in-richting de goede werking van de automaten gecontroleerd worden en, zodra een storing wordt gedetecteerd, onderhoudspersoneel worden gewaarschuwd. Dit personeel behoeft dus niet ter plekke aanwezig te zijn maar kan bijvoorbeeld via telefoon of semafoon oproepbaar zijn. De wijze waarop de werking van de automaten door middel van een besturings- en registratie-inrichting wordt gecontroleerd en geregistreerd ligt voor een vakman voor de hand en behoeft hier dus niet verder in detail te worden beschreven.

Gezien de grote afhankelijkheid van elektrische energie bevat de automatische winkel 1 bij voorkeur een elektrisch noodaggregaat, dat automatisch in werking treedt wanneer de netspanning wegvalt. De winkel kan dan in werking blijven, ook als de elektriciteit is uitgevallen.

Lege flessen en dergelijke kunnen teruggegeven worden met behulp van een retourautomaat 36. De lege flessen worden in ene vak 37 geplaatst waarin een transporteur is opgenomen die de geplaatste fles afvoert en ondertussen detecteert om wat voor fles het gaat. De waarde van het teruggegeven lege fust moet uiteraard aan de klant ten goede komen. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren door bijschrijven op een daarvoor geschikte betaalkaart. Een andere mogelijkheid is dat de centrale computergestuurde besturings- en registratie- inrichting registreert welk bedrag aan leeg fust is teruggegeven en vervolgens dit bedrag onthoudt tot een volgende aankoop, waarmee het tegoed dan wordt verrekend. De retourautomaat 36 omvat hiertoe een inrichting 38, welke een sleuf heeft voor het insteken van de betaalkaart van de klant en een telstrookprinter 39. De door de telstrookprin-ter 39 afgegeven telstrook dient als bewijs dat het lege fust is ingeleverd en vermeldt de waarde daarvan.

Mocht door een storing de verrekening niet op de juiste wijze plaatsvinden, dan kan de klant reclameren. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren bij de winkel 1 op bepaalde uren, wanneer daar personeel aanwezig is of, indien in een gebied een aantal van dergelijke winkels 1 aanwezig is, bij een centraal punt. Door de computerondersteunde besturing van de winkel 1 kunnen op dat punt alle noodzakelijke gegevens beschikbaar zijn.

In de verkoopruimte 2 is verder een aantal bewakingscamera's 40 gemonteerd, zodat bijvoorbeeld weer op het centrale punt gecontroleerd kan worden of zich geen ongewenste omstandigheden voordoen.

Claims (6)

1. Automatische winkel omvattende een verkoopruimte die door een externe scheidingswand gescheiden is van een openbaar toegankelijk gebied, een in de externe scheidingswand opgenomen toegangsdeur, welke voorzien is van een met een persoonsgebonden sleutel, zoals een magneetkaart, werkende slot inrichting, waarbij de verkoopruimte door een interne scheidingswand gescheiden is van een magazijn voor te verkopen voorwerpen, in welke scheidingswand een aantal ver-koopautomaten is opgenomen die vanuit het magazijn toegankelijk zijn voor het daarin brengen van te verkopen voorwerpen en vanuit de verkoopruimte toegankelijk zijn voor het tegen betaling daaruit nemen van de voorwerpen.

2. Automatische winkel volgens conclusie 1, waarbij de persoonsgebonden sleutel van het type is waarmee financiële transacties kunnen worden verricht en de verkoopautoma-ten voorzien zijn van daarmede samenwerkende betalingsin-richtingen.

3. Automatische winkel volgens conclusie 1 of 2, omvattende een computerondersteunde besturings- en registra-tie-inrichting, die met ten minste de verkoopautomaten verbonden is en de verkochte voorwerpen registreert en storingen detecteert, een alarmeringssysteem voor het alarmeren van een zich elders bevindende persoon en waarbij de inrichting het alarmeringssysteem activeert bij een gedetecteerde storing.

4. Automatische winkel volgens óén van de voorgaande conclusies, omvattende een railsysteem in de verkoopruimte, met onlosneembaar daarop aangrijpende winkelwagens, dat zich van nabij de toegangsdeur, langs de verkoopautomaten, tot nabij een uitgangsdeur in de externe scheidingswand.

5. Automatische winkel volgens conclusie 4, waarbij het railsysteem in de vloer is aangebracht.

6. Automatische winkel volgens óén van de voorgaande conclusies, omvattende in de verkoopruimte ten minste één automaat voor het tegen terugbetaling inleveren van leeg fust.