NL9401486A - Samenstel van relatief laag gewicht voor laden of lossen en een werkwijze daarvoor. - Google Patents

Description

SAMENSTEL· VAM RELATIEF LAAG GEWICHT VOOR LADEN 07 LOSSEN EN EEN WERKWIJZE DAARVOOR

De uitvinding heeft betrekking op een samenstel van relatief laag gewicht voor het laden en/of lossen van een aanhangwagen, bestelbus of dergelijk voertuig en op een werkwijze voor het laden en/of lossen van een zodanig voertuig.

Het vervoer van zware en moeilijk te behandelen lading zoals landbouwwerktuigen, bouwmateriaal, winkelgoederen en dergelijke vereist vaak aanhangwagens, bestelbussen en dergelijke met gespecialiseerde, integraal gemonteerde laad-/losinrichtingen, specifiek voor het type aanhangwagen, bestelbus of dergelijke dat wordt gebruikt, teneinde het laden/lossen van dergelijke hiervoor genoemde lading te vergemakkelijken.

Veelal is voor voertuigen met laadklep, een 'groot' rijbewijs vereist. Aldus kunnen mensen die in het bezit zijn van een gewoon rijbewijs deze zwaardere voertuigen met laad-/losinrichtingen niet zelf besturen, hetgeen betekent dat niet geschikte personenauto's vaak moeten worden gebruikt om zware en moeilijk te behandelen lading, zoals de bovengenoemde, te vervoeren.

Een ander probleem is dat deze laad-/losinrichtingen zwaar zijn, een feit dat de inrichting moeilijk te monteren en/of demonteren maakt en tevens het totale gewicht van het voertuig tot op een zekere hoogte verhoogt, hetgeen nadelige gevolgen voor brandstofconsumptie heeft. Vaak bestaan deze laad/losinrichtingen uit gecompliceerde hydraulische systemen met veel onderdelen, die kostbaar te produceren en te onderhouden zijn. Een hiermee samenhangend probleem is dat, indien deze systemen storingen krijgen, het vaak moeilijk, kostbaar en tijdrovend is om ze te repareren, een taak welke in het algemeen gedaan moet worden door een specialist. In dit geval moet meestal een ander voertuig, voorzien van een laad/losinrichting gehuurd worden om het werk uit te voeren.

De onderhavige uitvinding heeft als doel ten minste één van deze problemen te vermijden.

Teneinde dit doel te bereiken, verschaft de onderhavige uitvinding een samenstel van relatief laag gewicht voor het laden en/of lossen van een aanhangwagen, bestelbus of dergelijk voertuig, waarbij het samenstel omvat: - een klep voor het daarop plaatsen van lading; - bewegingsmiddelen voor het opwaarts en/of neerwaarts bewegen van de klep; - bedieningsmiddelen voor het bedienen van de bewegingsmiddelen die werkzaam zijn gekoppeld met die bewegingsmiddelen; - stabiliseringsmiddelen voor het stabiliseren van de klep tijdens opwaartse en/of neerwaartse beweging, die met de bewegingsmiddelen mee beweegbaar zijn; en - steunmiddelen voor het steunen van de stabiliseringsmiddelen.

Verder kenmerken, details en voordelen van de onderhavige uitvinding zullen duidelijk worden aan de hand van de hier volgende beschrijving en figuren, waarin: figuur 1 een gedeeltelijk weggesneden eerste uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding toont die gemonteerd is aan een aanhangwagen met een open eind; figuur 2 een gedeeltelijk weggesneden aanzicht van de uitvoeringsvorm uit figuur 1 toont, wanneer de laadklep in een omhoog gebrachte, gesloten toestand is; en figuur 3 een tweede uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding toont, wanneer deze aan een bestelbus is gemonteerd.

Het laad-/lossamenstel l (figuur l) bestaat uit een laadklep 2, die bij voorkeur zwenkbaar met twee opstaande stabiliseringsstutten 3 is verbonden, bij voorkeur door een scharnier 4 dat zich uitstrekt over de breedte van de laadklep 2 tussen de stabiliseringsstutten 3.

De stabiliseringsstutten 3 zijn verticaal beweegbaar, bij voorkeur door samengaande (niet getoonde) glijdblokken, in twee holle steunelementen 5, die bij voorkeur losneembaar aan de laadzijde van de aanhangwagen worden bevestigd, bij voorkeur door middel van telkens drie schroeven (niet getoond). Zowel de stabiliseringsstutten 3 als de holle steunelementen 5 worden bij voorkeur van roestvrij metaal gemaakt, teneinde corrosie-effecten tegen te gaan.

De laadklep 2 wordt opwaarts en neerwaarts bewogen via bewegingsmiddelen die worden gevormd bij voorkeur door kabels 6 die zich uitstrekken tussen bedienbare, daaraan gekoppelde bedieningsmiddelen, die bij voorkeur worden gevormd door een handpomp 7, samen met een hydraulische zuigerstang 8 en de laadklep 2. De kabels 6 bewegen de laadklep 2 opwaarts en/of neerwaarts bij voorkeur via geleidingswielen 9, teneinde deze bewegingen van de laadklep 2 op effectieve wijze uit te voeren. De kabels 6 zijn bij voorkeur met het scharnier 4 verbonden (zie tevens figuur 3), teneinde een stabiele verbinding tussen de kabels 6, stabiliseringsstutten 3 en laadklep 2 te verschaffen.

Alhoewel bij deze uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding de zuigerstang 8 door een handpomp 7 in werking wordt gesteld, zal het duidelijk zijn dat dit bij een niet getoonde voorkeursuitvoeringsvorm evenzeer automatisch met behulp van een motor kan plaatsvinden.

Bij bedienen van de handpomp 7 wordt de zuigerstang 8 in werking gebracht die op zijn beurt de kabels 6 in beweging brengt, waardoor de laadklep 2 tot een gewenste positie opwaarts en/of neerwaarts bewogen kan worden.

Een handknop 19 die behoort bij de pomp 7, activeert het vrijgeven van de zuigerstang 8 uit diens cilinder 10, waardoo^ de laadklep 2 neerwaarts wordt bewogen. De-activatie van de knop 19 stopt het vrijgeven van de cilinder 8 en dus op zijn beurt de laadklep 2, op een gewenste positie.

De laadklep 2 wordt naar een gewenste positie opwaarts bewogen door bediening van de handpomp 7, waardoor de laadklep 2 op een gewenste positie wordt geplaatst door het beëindigen van het bedienen van de handpomp 7.

Bij voorkeur wordt de laadklep 2 van aluminium, en worden de kabels 6 van lichtgewicht hoogwaardig staal vervaardigd teneinde het gewicht van het samenstel 1 laag te houden, vooral bij het achtereinde van de aanhangwagen. Dit zorgt ervoor dat de aanhangwagen niet zwaar aan zijn achtereinde is, hetgeen stabiliteitsproblemen vermijdt. Bij voorkeur heeft de laadklep 2 een schuin aflopende rand 11, teneinde de plaatsing van lading op en/of het verwijderen van lading van de laadklep 2 te vergemakkelijken.

De zuigerstang 8, die bij deze uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding een lengte van ongeveer 75 cm heeft, wordt bij voorkeur aan het vooreinde van de aanhangwagen op een centrale positie gemonteerd, teneinde maximale stabiliteit van het samenstel 1 en de aanhangwagen te verzekeren en het achtereind van het samenstel 1 en de aanhangwagen minder zwaar te maken.

Het gebruik van één zuigerstang 8 verzekert dat de spanning in de stalen kabels 6 ongeveer gelijk is ten alle tijden, zodat de laadklep soepel opwaarts en/of neerwaarts bewogen wordt en dat het gewicht van het samenstel 1 relatief laag wordt gehouden.

De laadklep 2 wordt op een ongeveer horizontale positie gehouden bij voorkeur door middel van twee lichtgewicht, hoogwaardig stalen hangkabels 12 die zich uitstrekken tussen de laadklep 2 en de opstaande stabiliseringsstutten 3.

De laadklep 2 kan, indien opwaarts bewogen tot dezelfde hoogte als het laadgebied van de aanhangwagen, opwaarts rondom de scharnier 4 geroteerd en vervolgens aan de holle steunelementen 5 bevestigd worden bij voorkeur door middel van twee sluithaken 13 die in twee ontvangende, aan de holle steunelementen 5 gemonteerde klemmen 14 passen (zie tevens figuur 2).

Deze sluithaken 13 worden bij voorkeur voorzien van een uitstekende vinger 15 die het losmaken van de sluithaken 13, wanneer deze in de klemmen 14 zitten vergemakkelijkt.

De hangkabels 12 worden bij voorkeur verbonden met de stabiliserende stutten 3 via ringen 16 die bij voorkeur draaibaar verbonden zijn met ogen 17 aan de stabiliseringsstutten 3 via pennen 18, zodat tijdens het opwaarts roteren van de laadklep 2 teneinde het laadgebied van de aanhangwagen af te sluiten, de hangkabels 12 ongeveer 45° inwaarts gedraaid worden, zodat deze niet tussen de in die stand opstaande laadklep 2 en de stabiliserende stutten 3 en/of de holle steunelementen 5 worden geklemd.

Indien voornamelijk zware ladingen, bijvoorbeeld omstreeks 500 kg of meer, op de aanhangwagen geladen en/of gelost moeten worden, kunnen ten minste twee (niet getoonde) steunbenen die zich uitstrekken tussen het achtereinde van de aanhangwagen, vanaf beide kanten naar de grond, op de aanhangwagen gemonteerd worden, teneinde de stabiliteit tijdens laden en/of lossen te verhogen.

De vorm van het samenstel 1 en de wijze waarop het aan de aanhangwagen gemonteerd wordt houdt het totale gewicht van het samenstel 1 relatief laag, ongeveer 65 kg en geeft een efficiënt, eenvoudig maar elegant laad-/lossamenstel dat robuust, betrouwbaar en makkelijk te bedienen is.

Een tweede uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding kan, zoals getoond in figuur 3, aan het achtereinde van een bestelbus gemonteerd worden.

Bij deze uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding, brengt een handpomp 20, bij voorkeur gemonteerd aan de binnenzijde van het achtereinde van de bestelbus, een eerste stalen kabel 21 in beweging die op zijn beurt een zuigerstang 22 in beweging brengt. De zuigerstang 22 en diens cilinder 23 worden bij voorkeur onder en langs de breedte van de bestelbus gemonteerd, teneinde het monteren en bedienen van deze uitvoeringsvorm van de onderhavige f a UAv/vAiamlrVAl 4

Een tweede stalen kabel 24, tevens verbonden aan de cilinder 21, brengt de stabiliseringsstut 25 in verticale beweging via bij voorkeur twee wielen 26 die bij voorkeur op verticale wijze in een lijn worden gebracht, teneinde efficiënte bediening van de beweegbare stabiliseringsstut 25 uit te voeren. Bij deze uitvoeringsvorm, wordt alleen de stabiliseringsstut 25 direct door de zuigerstang 22 bediend, terwijl de andere stabiliseringsstut 27 opwaarts en/of neerwaarts wordt bewogen door de verbinding met de laadklep en de stabiliseringsstut 25 door middel van een scharnier 28.

De stabiliseringstutten 25, 27 worden bevestigd aan het achtereinde van de bestelbus, bij voorkeur door telkens twee klampen 29. Het gebruik van deze klampen 29 bij deze uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding, houdt het gewicht laag.

Alhoewel bij deze uitvoeringsvorm van de uitvinding het samenstel aan de buitenkant van de bestelbus wordt gemonteerd, is het denkbaar het samenstel binnen het achtereinde van de bestelbus te monteren, waar, na openen van de achterdeuren van de bestelbus, de laadklep bediend kan worden.

Vanwege de kleine hoeveelheid onderdelen en de weinig complexe aard van het samenstel van de onderhavige uitvinding, kan het gemakkelijk van een voertuig gedemonteerd worden door het op een eenvoudige wijze losschroeven van de stabiliseringsstutten en het loslaten van de pomp, cilinder, zuigerstang en kabels. Het monteren van het samenstel op verschillende aanhangwagens, bestelbussen en dergelijke voertuigen kan op een dergelijke eenvoudige wijze gedaan worden, waarbij zowel het monteren als het demonteren in ongeveer twee uren, en voorts door een willekeurig persoon gedaan kan worden.

Aldus versohaft de onderhavige uitvinding een gemakkelijk verplaatsbaar, lichtgewicht, effectief laad-en/of lossamenstel dat de behoefte aan het gebruik van voertuigen met ingebouwde laad- en/of losinrichtingen vermijdt, en dat eenvoud en niet kostbaar te hanteren en produceren is.

Wanneer bijvoorbeeld, bij gebruik van het samenstel volgens de onderhavige uitvinding, het voertuig dat gebruikt wordt niet geschikt voor de lading is, kan het samenstel op eenvoudige wijze van het voertuig genomen worden en vervolgens aan een ander voor deze lading geschikt voertuig gemonteerd worden. Zodoende is de behoefte aan meerdere voertuigen met ingebouwde laad- en/of losinrichtingen voor ladingen van verschillende aard vermeden, daar thans het samenstel volgens de onderhavige uitvinding op verschillende voertuigen gemonteerd kan worden en voor variërende ladingen gebruikt kan worden. Op deze wijze wordt een kostenbesparing verschaft.

De onderhavige uitvinding is niet beperkt tot de hierboven geïllustreerde en beschreven uitvoeringsvormen,. Binnen de strekking van de navolgende conclusies zijn een groot aantal modificaties en variaties denkbaar.

Claims (12)

1. Samenstel van relatief laag gewicht voor het laden en/of lossen van een aanhangwagen, bestelbus of dergelijk voertuig, waarbij het samenstel omvat: - een klep voor het daarop plaatsen van lading; - bewegingsmiddelen voor het opwaarts en/of neerwaarts bewegen van de klep; - bedieningsmiddelen voor het bedienen van de bewegingsmiddelen die werkzaam zijn gekoppeld met die bewegingsmiddelen; - stabiliseringsmiddelen voor het stabiliseren van de klep tijdens opwaartse en/of neerwaartse beweging, die met de bewegingsmiddelen mee beweegbaar zijn; en - steunmiddelen voor het steunen van de stabiliseringsmiddelen.

2. Samenstel volgens conclusie 1, waarbij de steunmiddelen op een losneembare wijze aan de ladings-/lossingszijde van het voertuig zijn bevestigd.

3. Samenstel volgens conclusie 2, waarbij de bedieningsmiddelen worden gevormd door ten minste één hydraulische pomp.

4. Samenstel volgens conclusie 1, 2 of 3, waarbij de bewegingsmiddelen worden gevormd door ten minste één stalen kabel die zich uitstrekt tussen de pomp en de klep.

5. Samenstel volgens conclusies 1-4, waarbij de beweegbare stabiliseringsmiddelen worden gevormd door één of meer opstaande, aan de klep gemonteerde stutten.

6. Samenstel volgens conclusie 5, waarbij de steunmiddelen worden gevormd door één of meer holle elementen waarin de stutten door middel van daarmee samenwerkende glijdblokken bewegen.

7. Samenstel volgens conclusie 6, waarbij de holle elementen door schroeven zijn bevestigd.

8. Samenstel volgens conclusies 5, 6 of7, waarbij de klep roteerbaar door ten minste één scharnier aan de stutten bevestigd is.

9. Samenstel volgens conclusie 8, waarbij de klep in hoofdzaak van aluminium gemaakt is en in een in hoofdzaak horizontale positie door ten minste één stalen hangkabel wordt gehouden, die zich uitstrekt tussen de klep en de stutten en waaraan de klep is opgehangen.

10. Samenstel volgens conclusie 9, waarbij de stalen kabel rondom ten minste één aan het voertuig tussen de pomp en de klep gemonteerd wiel is aangebracht.

11. Werkwijze voor het laden en/of lossen van een voertuig met het gebruik van een samenstel volgens conclusies 1-10, waarbij voor het lossen van lading: - de laadklep tot een in hoofdzaak horizontale positie wordt geroteerd; - de lading op de laadklep wordt verplaatst; - de laadklep neerwaarts door bediening van de pomp wordt bewogen en de lading vanaf de laadklep verplaatst wordt, en waarbij - voor het laden van het voertuig dit proces omgekeerd wordt.

12. Voertuig of aanhangwagen voorzien van een samenstel volgens conclusies 1-10.