NL9401450A - Signaalkeuzeinrichting. - Google Patents

Signaalkeuzeinrichting. Download PDF

Info

Publication number
NL9401450A
NL9401450A NL9401450A NL9401450A NL9401450A NL 9401450 A NL9401450 A NL 9401450A NL 9401450 A NL9401450 A NL 9401450A NL 9401450 A NL9401450 A NL 9401450A NL 9401450 A NL9401450 A NL 9401450A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
signal
signals
logic
circuit
control signals
Prior art date
Application number
NL9401450A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Mitsubishi Electric Corp
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Mitsubishi Electric Corp filed Critical Mitsubishi Electric Corp
Publication of NL9401450A publication Critical patent/NL9401450A/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11CSTATIC STORES
    • G11C29/00Checking stores for correct operation ; Subsequent repair; Testing stores during standby or offline operation
    • G11C29/04Detection or location of defective memory elements, e.g. cell constructio details, timing of test signals
    • G11C29/08Functional testing, e.g. testing during refresh, power-on self testing [POST] or distributed testing
    • G11C29/12Built-in arrangements for testing, e.g. built-in self testing [BIST] or interconnection details
    • G11C29/46Test trigger logic
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11CSTATIC STORES
    • G11C19/00Digital stores in which the information is moved stepwise, e.g. shift registers
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11CSTATIC STORES
    • G11C7/00Arrangements for writing information into, or reading information out from, a digital store
    • G11C7/10Input/output [I/O] data interface arrangements, e.g. I/O data control circuits, I/O data buffers
    • G11C7/1006Data managing, e.g. manipulating data before writing or reading out, data bus switches or control circuits therefor
    • HELECTRICITY
    • H03ELECTRONIC CIRCUITRY
    • H03KPULSE TECHNIQUE
    • H03K19/00Logic circuits, i.e. having at least two inputs acting on one output; Inverting circuits
    • H03K19/02Logic circuits, i.e. having at least two inputs acting on one output; Inverting circuits using specified components
    • H03K19/173Logic circuits, i.e. having at least two inputs acting on one output; Inverting circuits using specified components using elementary logic circuits as components
    • H03K19/1733Controllable logic circuits
    • H03K19/1737Controllable logic circuits using multiplexers

Description

"Signaalkeuzeinrichting"
De onderhavige uitvinding heeft in het algemeen betrekking op een geïntegreerde halfgeleiderschakeling, en meer in het bijzonder op een techniek voor het kiezen van een daarin gebruikt signaal.
Fig. 18 is een tot de stand van de techniek behorend schakelschema, dat een configuratie toont van conventionele signaalkeuzemiddelen 200 in een conventionele geïntegreerde halfgeleiderschakeling. De signaalkeuzemiddelen 200 omvatten een standbepalingseenheid 6 en een logische bewerkingseen-heid 7.
In de logische bewerkingseenheid 7 zijn signaalgelei-ders 21 tot 24 verbonden met de ingangseinden van desbetreffende EN-poortschakelingen 3a-3d, en aan de signaalgeleiders 21 tot 24 toegevoerde ingangssignalen Px tot P4 kunnen slechts naar een ingangseinde van OF-poortschakeling 4 worden overgedragen wanneer de desbetreffende van de EN-poortschakelingen 3a-3d geopend zijn. De EN-poortschakelingen 3a-3d kunnen slechts op een elkaar uitsluitende wijze worden geopend, zodat slechts één van de ingangssignalen Px tot P4 een effectief ingangssignaal voor de OF-poortschakeling 4 kan worden, en een uitgangseinde van OF-poortschakeling 4 één van de ingangssignalen Px tot P4 als effectieve informatie afgeeft.
De standbepalingseenheid is aangebracht voor het op elkaar wederzijds uitsluitende manieren openen van de EN-poortschakelingen 3a tot 3d, zoals hierboven is genoemd. In de standbepalingseenheid 6 geeft een decodeerschakeling 5 vier besturingssignalen S00 tot S03 af aan de desbetreffende andere ingangseinden van de EN-poortschakelingen 3a tot 3d.
De vier besturingssignalen S00 tot S03 worden opgewekt door het decoderen van een tweebitsstandsignaal M^, dat toegevoerd wordt aan de decodeerschakeling 5.
Fig. 19 is een conversietabel van het decoderen. Volgens de vier mogelijke combinaties van logische waarden van het tweebitsstandsignaal MxM2f nemen de besturingssignalen S00 tot S03, die door de decodeerschakeling 5 moeten worden afgegeven, de waarde "1" aan op elkaar wederzijds uitsluitende wijze. Wanneer bijvoorbeeld het standsignaal MXM2 de logische waarden "1", "0" aanneemt, wordt P2 afgegeven als informatie uitgangssignaal. Voor het uitvoeren van een dergelijke decodeerhandeling, wordt, van buitenaf de decodeerschakeling 5 voorzien van een decoderingskloksignaal CKD.
Aldus hebben de signaalkeuzemiddelen 200 een functie van het selectief afgeven van slechts één van de van buitenaf aangelegde ingangssignalen P3 tot P4 in overeenstemming met het eveneens van buitenaf aangelegde tweebitsstandsignaal MxM2.
Zoals in de stand van de techniek beschreven met betrekking tot de signaalkeuzemiddelen 200, is een standsignaal met een aantal bits noodzakelijk voor het selectief afgeven van een aantal van buitenaf aangelegde ingangssignalen. Naarmate de geïntegreerde schakelingen grotere hoeveelheid logische waarden afgeeft, wordt het aantal te kiezen ingangssignalen groter. Bij de tot stand volgens de techniek nodigt dit eveneens uit tot een toename van het aantal bits van het standsignaal, en in overeenstemming daarmee, van het aantal ingangsaansluitingen voor het ontvangen hiervan.
Aldus ontstaat het grote nadeel van een uitnodiging tot degradatie van de integratie, hetgeen een belangrijke factor in de geïntegreerde schakeling. In het omgekeerde geval ontstaat het probleem, dat, wanneer het aantal ingangsaan-sluitingen voor het ontvangen van het standsignaal vast is, het te kiezen aantal ingangssignalen moet worden beperkt.
Verder moet bij het decoderen het decodeerkloksignaal worden toegevoerd van buitenaf, en is verder een aansluiting voor ontvangst ervan noodzakelijk.
Volgens de onderhavige uitvinding omvat een signaalkeu-zeinrichting: (a) een standbepalingsdeel, dat voorzien is van: (a-1) een ingangsaansluiting voor het ontvangen van een standsignaal; en (a-2) decodeermiddelen voor het decoderen van het standsignaal in overeenstemming met een kloksignaal tot een aantal af te geven besturingssignalen, voor het afgeven van een aantal werkingsstandkeuzesignalen in overeenstemming met het aantal besturingssignalen; en (b) een logisch bewerkingsdeel, dat voorzien is van: (b-1) een aantal eerste ingangseinden voor ontvangst van een aantal respectievelijk te kiezen signalen; (b-2) een aantal tweede ingangseinden voor ontvangst van het aantal werkstandkeuze-signalen; en (b-3) een uitgangseinde voor het afgeven van één van de signalen, welk signaal gekozen is in overeenstemming met het aantal werkstandkeuzesignalen.
Bij voorkeur kan het aantal besturingssignalen elk dienen als werkingsstandkeuzesignaal.
Bij voorkeur omvatten de decodeermiddelen en (a-2-1) kloksignaalopwekkingsdeel voor het opwekken van het kloksignaal uit een systeemkloksignaal voor een geïntegreerde halfgeleiderschakeling, omvattende de de signaalkeuzeinrich-ting en het standsignaal; (a-2-2) een eerste schuifregister voor het verschuiven van het standsignaal in volgorde in overeenstemming met het kloksignaal voor het verkrijgen van een .afgegeven omgezet standsignaal; en (a-2-3) een decodeer-schakeling voor het decoderen van het omgezette standsignaal tot in de af te geven besturingssignalen. Het bestandsbeper-kingsdeel omvat verder een (a-3) eerste logische schakeling voor het aanleggen van een voorafbepaald logisch proces op de besturingssignalen voor het verkrijgen van de af te geven werkstandkeuzesignalen.
Bij voorkeur wordt het aantal besturingssignalen ge-klassificeerd tot (y-1) voorkeursbesturingssignaal, dat geactiveerd wordt wanneer het standsignaal geen effectieve informatie omvat; en (y-2) een aantal specifieke besturingssignalen buiten het voorkeursbesturingssignaal. De eerste logische schakeling omvat verder (a-3-1) informatievasthoud-middelen, die voorzien zijn van: (a-3-1-1) een instelaan-sluiting voor het ontvangen van één van het aantal specifieke besturingssignalen; en (a-3-1-2) een uitgangsaansluiting voor het vasthouden van één van de specifieke besturingssignalen voor het afgeven van een eerste van de werkstandkeuze-signalen en (a-3-2) een NOF-poortschakeling voor het maken van een inverse van een logische som van de specifieke besturingssignalen buiten het éne specifieke besturingssig-naal en het eerste werkstandkeuzesignaalvoor het opwekken van een tweede van de werkstandkeuzesignalen. Het tweede werkstandkeuzesignaal wordt geactiveerd wanneer het standsignaal geen effectieve informatie omvat, en de eerste en tweede werkstandkeuzesignalen worden op een elkaar wederzijds uitsluitende wijze geactiveerd.
Bij voorkeur wordt het aantal besturingssignalen ge-klassificeerd, zoals getoond is in (y-1) en (y-2), en omvat de eerste logische schakeling (a-3-3) informatievasthoudmid-delen, die voorzien zijn van: (a-3-3-1) een instelaanslui-ting voor ontvangst van één van het aantal specifieke besturingssignalen; (a-3-3-2) een uitgangsaansluiting voor het vasthouden van het ene specifieke besturingssignaal voor het afgeven van een eerste van de werkstandkeuzesignalen; en (a-3-3-3) een terugstelaansluiting voor terugstellen van de informatie die aangelegd is op de uitgangsaansluiting, en (a-3-4) een NOF-poortschakeling voor het nemen van een inverse van de logische som van de specifieke besturingssignalen buiten het éne specifieke besturingssignaal en het eerste werkstandkeuzesignaal voor het opwekken van een tweede van de werkstandkeuzesignalen (a-3-5) een tijdbepalende schakeling, die getriggerd wordt in overeenstemming met het éne specifieke besturingssignaal voor het tellen van een voorafbepaalde tijdsduur voor het afgeven van een omge zet signaal; en (a-3-6) en EN-poortschakeling voor het nemen van het logische produkt van het eerste werkstandkeuzesig-naal en het omgezette signaal voor het verschaffen van het logische produkt voor de terugstelaansluiting van de infor-matievasthoudmiddelen. Het tweede werkstandkeuzesignaal wordt geactiveerd wanneer het standsignaal geen effectieve informatie omvat, en het eerst een het tweede werkstandkeuzesignaal worden geactiveerd in een elkaar wederzijds uitsluitende wijze.
Bij voorkeur is het aantal besturingssignalen geklassi-ficeerd als getoond is in (y-1) en (y-2) en omvat de eerste logische schakeling (a-3-7) eerste informatievasthoudmidde-len, die voorzien zijn van: (a-3-7-1) een triggeraanslui- ting voor het ontvangen van één van het aantal specifieke besturingssignalen; (a-3-7-2) een uitgangsaansluiting voor het afgeven van een getransformeerd signaal, waarvan de toestand geïnverteerd in responsie op een verandering in de logische toestand van het éne specifieke besturingssignaal; (a-3-7-3) een terugstelaansluiting voor het terugstellen van informatie, die aangelegd is op de uitgangsaansluiting, en (a-3-8) een EN-poortschakeling voor het nemen van het logische produkt van het éne specifieke besturingssignaal en het af te geven om te zetten signaal; (a-3-9) tweede informatie-vasthoudmiddelen, die voorzien zijn van: (a-3-9-1) een instelaansluiting voor het ontvangen van een uitgangssignaal van de EN-poortschakeling (a-3-9-2) een uitgangsaansluiting voor het vasthouden van het uitgangssignaal van de EN-poortschakeling op de instelaansluiting van de tweede informatie-vasthoudmiddelen voor het afgeven van een eerste werkstandkeuzesignaal; (a-3-9-3) een terugstelaansluiting voor het terugstellen van informatie die aangelegd is op de uitgangsaansluiting van de tweede informatievasthoudmiddelen, en (a-3-10) een ROF-poortschakeling voor het bepalen van de inverse van de logische som van de specifieke besturingssignalen buiten het éne specifiek besturingssignaal en het eerste werkstandkeuzesignaal voor het opwekken van een tweede werkstandkeuzesignaal. Het tweede werkstandkeuzesignaal wordt geactiveerd wanneer het standsignaal geen effectieve informatie heeft en de eerste en tweede werkstandkeuzesigna-len op een elkaar uitsluitende wijze worden geactiveerd.
Bij voorkeur heeft het standbepalingsdeel verder een (a-3) potentiaalpunt voor het aanleggen van een constante potentiaal; en een (a-5) weerstand voor het met de ingangs-aansluiting verbinden van het potentiaal.
Het standsignaal volgens de onderhavige uitvinding wordt in seriële vorm overgedragen en vervolgens gedecodeerd door de decodeermiddelen, waardoor het besturingssignaal wordt verkregen.
In het standbepalingsdeel wekt de logische schakeling het werkstandkeuzesignaal op vanuit het besturingssignaal.
Het logische bewerkingsdeel kiest één van het aantal te kiezen signalen in overeenstemming met het werkstandkeuzesignaal . Het klokopwekkingsdeel wekt het kloksignaal op dat gebruikt wordt voor het decoderen van het standsignaal voor het systeemkloksignaal en het standsignaal.
De weerstand fixeert de spanning van de ingangsaanslui-ting wanneer op de ingangsaansluiting geen standsignaal wordt aangelegd.
Aldus is het met de onderhavige uitvinding mogelijk het aantal ingangsaansluitingen voor het ontvangen van het standsignaal te beperken, en te voorkomen, dat de integratie van de geïntegreerde halfgeleiderschakeling wordt verslechterd, omdat het standsignaal, dat de keuze van te kiezen signalen bestuurt, in seriële vorm kan worden overgedragen. Omdat het kloksignaal, dat gebruikt wordt voor het decoderen van het standsignaal, opgewekt wordt vanuit van het standsignaal en het systeemkloksignaal van de geïntegreerde halfgeleiderschakeling, is er geen noodzaak het kloksignaal van buitenaf toe te voeren, zodat een aansluiting daarvoor kan komen te vervallen.
Bovendien kan de dynamische keuze van de te kiezen signalen en beperking van de werktijdsduur verzekeren.
Door verder de ingangsaansluiting te verbinden met het potentiaalpunt via de weerstand, kan op de ingangsaansluiting een voorafbepaalde potentiaal worden aangelegd wanneer daar geen standsignaal aan wordt toegevoerd.
Een doel van de onderhavige uitvinding is het verschaf* fen van een geïntegreerde halfgeleiderschakeling, die een groot aantal ingangssignalen kan kiezen, zelfs met een klein aantal aansluitingen die gebruikt worden voor het ontvangen van het standsignaal, en waarbij de noodzaak voor het van buitenaf toevoeren van het decodeerskloksignaal vervalt, waardoor de mate van integratie wordt verbeterd.
Deze en andere doeleinden, eigenschappen, aspecten en voordelen van de onderhavige uitvinding zullen blijken uit de volgende gedetailleerde beschrijving van de onderhavige uitvinding in samenhang met de bijgaande tekeningen.
Fig. 1 is een schakelscherm, dat de eerste voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding toont;
Fig. 2 is een schakelschema dat de opnieuw eerste voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding toont;
Fig. 3 is een golfvormschema, dat de werking illustreert in overeenstemming met de eerste voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding;
Fig. 4 is een schakelschema dat de eerste voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding toont;
Fig. 5 is een schakelschema dat de eerste voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding toont;
Fig. 6 is een golfvormdiagram, dat de werking toont in overeenstemming met de voorkeursuitvoerings van de onderhavige uitvinding;
Fig. 7 is opnieuw een schakelschema dat de eerste voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding toont;
Fig. 8 is een golfvormdiagram, dat de werking toont in overeenstemming met de voorkeursuitvoerings van de onderhavige uitvinding;
Fig. 9 is een schakelschema dat de tweede voorkeurs-uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding toont;
Fig. 10 is een golfvormschema, dat de wekring toont in overeenstemming met de tweede voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding;
Fig. 11 is een schakelschema dat de derde voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding toont;
Fig. 12 is een golfvormschema, dat de werking toont in overeenstemming met de derde voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding;
Fig. 13 is een schakelschema, dat de vierde voorkeurs-uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding toont;
Fig. 14 is een golfvormdiagram, dat de werking toont in overeenstemming met de vierde voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding;
Fig. 15 is een schakelschema, dat de vijfde voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding toont;
Fig. 16 is een golfvormschema, dat de werking toont in overeenstemming met de vijfde voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding;
Fig. 17 is een schakelschema, dat de variatie van de onderhavige uitvinding toont;
Fig. 18 is een schakelschema dat de stand van de techniek toont; en
Fig. 19 is een omzettingsstabel volgens de stand van de techniek.
A. De eerste voorkeursuitvoerinqsvorm (A-l) Totale structuur
Fig. 1 is een schakelschema, dat een configuratie toont van signaalkeuzemiddelen 101 in overeenstemming met de onderhavige uitvinding. De signaalkeuzemiddelen 101 omvatten een standbepalingseenheid 61 en een logische bewerkingseen-heid 7. In de eerste voorkeursuitvoeringsvorm wordt een signaal van n-bits gebruikt als een te kiezen ingangssignaal. Signaalgeleiders 21.tot 24 zijn n-bits geleidende bussignaalgeleiders. De logische bewerkingseenheden 71# 72, ... en 7n zijn dan ook parallel gerangschikt. De uitgangssignalen van de logische bewerkingseenheiden 7X, 72, ... en 7n worden samengevoegd tot een n bits omvattend signaal om te worden toegevoerd aan een n-bits omvattende signaalgelei-der 25.
De logische bewerkingseenheden 7lf 72, ... en 7n hebben elk dezelfde schakeling als de logische bewerkingseenheid 7 in de tot de stand van de techniek behorende signaalkeuze-middelen 200. In het bijzonder hebben de EN-poortschakelin-gen 3a tot 3d elk twee ingangseinden, en ze geven elk het logische produkt af van signalen, die aangelegd zijn op de twee desbetreffende ingangsaansluitingen, respectievelijk een ingangsaansluiting van een OR-poortschakeling 4. De EN-poortschakelingen 3a tot 3d zijn aan één ingangsaansluiting verbonden met de 1 bits omvattende signaalgeleiders en zij ontvangen op een andere ingangsaansluiting de desbetreffende besturingssignalen S00 tot S03.
De standbepalingseenheid 61 omvat een schuifregister 11, een kloksignaalopwekkingseenheid 20 voor het opwekken van een kloksignaal CK1 voor het besturen van de werking van het schuifregister 11 en een decodeerschakeling 51 voor het decoderen van uitgangssignalen Q0 tot Q3 van het schuifregister 11 voor het afgeven van de besturingssignalen S00 tot ^03 · (A-2) Opwekking van kloksignaal CK1
Fig. 2 is een schakelschema dat een configuratie toont van de kloksignaalopwekkingseenheid 20. De kloksignaalopwekkingseenheid 20 omvat een 4-bits omvattend schuifregister 201, een driebits omvattende binaire teller 202 en een poortdeel 203. Aan het 4-bits omvattende schuifregister 201 wordt een standsignaal M toegevoerd, dat indirect de werking bestuurt van de logische bewerkingseenheid 7 en een systeem-kloksignaal SYS. Het standsignaal M wordt toegevoerd van buiten de geïntegreerde halfgeleiderschakeling. De geïntegreerde halfgeleiderschakeling met inbegrip van de signaal-keuzemiddelen 101 is voorzien van een inwendig kloksignaal. De tijdsbepaling van de werking van de geïntegreerde halfgeleiderschakeling berust op het kloksignaal, dat gevormd wordt door het hierboven systeemkloksignaal 6. Het is dan ook mogelijk het kloksignaal CK1 op te wekken, dat noodzakelijk is voor het decoderen van het standsignaal M binnen de geïntegreerde halfgeleiderschakeling zonder het decoderen van het kloksignaal CKD, dat afzonderlijk toegevoerd wordt van buitenaf, zoals bij de stand van de techniek.
In het algemeen heeft het systeemkloksignaal SYS een hogere frequentie dan het standsignaal M. Zo is bijvoorbeeld de frequentie van het systeemkloksignaal SYS 8 MHz, en is de frequentie van het standsignaal M gelijk aan 1 MHz. Het kloksignaal CK1 wordt opgewekt in synchronisatie met het standsignaal M. De werkwijze voor het opwekken van het kloksignaal CK1, tezamen met de inrichting van de 4-bits schuifregisters 201 en 3-bits omvattende binaire teller 202, zal hieronder worden beschreven.
Het 4-bits omvattende schuifregister 201 heeft een schakeling, waarbij vier D flip flops 20a tot 20d in serie zijn geschakeld. De D flip flop 20a ontvangt op zijn gege-vensingangsaansluiting D een standsignaal M, en geeft een signaal Qa af. De D flip flop 20b ontvangt op zijn ingangs-aansluiting D het signaal Qa, en geeft een signaal Qb af. De D flip flops 20c en 20 d geven op overeenkomstige wijze de signalen Qc, respectievelijk Qd af. De vier D flip flops 20a tot 20d hebben elk een klokaansluiting T, die het systeemkloksignaal SYS ontvangt. Het poortdeel 203 ontvangt de signalen Qa tot Qd en voert een logisch proces uit voor het afgeven van een signaal
Figure NL9401450AD00111
waarbij het symbool "." een logisch produkt representeert. De logische inversie wordt gepresenteerd door gebruikmaking van een streep boven de letter.
De 3-bits omvattende binaire teller 202 detecteert het signaal Qh, en telt vervolgens het systeemkloksignaal SYS op voor het opwekken van het kloksignaal CK1. De 3-bits omvattende binaire teller 202 heeft een schakeling, waarbij 3 RS flip flops 20e tot 20g in serie zijn geschakeld. Het signaal Qh wordt aangelegd op de instelaansluitingen S van RS flip floppen 20e en 20f, en op een terugstelaansluiting R van RS flip flop 20 g. De RS flip flop 20e ontvangt op zijn klokin-gangsaansluiting T het systeemkloksignaal SYS, en geeft een ~Qe af. De RS flip flop 20f ontvangt op zijn klokaansluiting T het signaal Qe en geeft een signaal Qf af. De RS flip flop 20g ontvangt op zijn klokaansluiting T het signaal Qf , en geeft een signaal Qg af. Het signaal Qg dient als kloksig-naal CK1. Bovendien heeft de 3-bits omvattende binaire 202 een vooraf ingestelde waarde van "3".
Fig. 3 is een golfvormschema, dat de opwekking illustreert van het kloksignaal CK1 van 1 MHz, waarbij het interval van naburige veranderingen in de logische toestand van het standsignaal M gelijk is aan de cyclus bij een frequentie van 1 MHz, en het systeemkloksignaal 6 een frequentie heeft van 8 MHz. Het stijgen van het systeemkloksignaal SYS net na het stijgen van het standsignaal M veroorzaakt het stijgen van het signaal Qa. Daarna stijgen de signalen Qb, Qc en Qd in een volgorde met elke stijging van het systeemkloksignaal SYS. Aldus detecteert het signaal Qh het stijgen van een standsignaal M. De 3-bits binaire teller 202, die vooringesteld wordt in overeenstemming met het signaal Qh start met het tellen vanaf de waarde "3". Het signaal Qg stijgt, wanneer de 3-bits omvattende binaire teller de waarde "4" bereikt, en daalt, nadat de 3-bits binaire teller de waarde "7" bereikt.
De 3-bits binaire teller 202 deelt de frequentie van het systeemkloksignaal SYS van 8 MHz driemaal, zodat het af te geven signaal Qg een frequentie van 1 MHz heeft. Wanneer het stijgen van het standsignaal M gedetecteerd is, wordt de stijging van het signaal Qg steeds herhaald, onafhankelijk van het de logische toestand van het standsignaal M. Omdat verder de 3-bits binaire teller 202 een vooraf ingestelde waarde van van "3" heeft, heeft het signaal Qg een inscha-kelverhouding van 50 %, en stijgt het signaal tenminste nagenoeg bij het centrale punt van naburige veranderingen in de logische toestand van het standsignaal M.
Zelfs wanneer de fase van het standsignaal M afwijkt, de gebruikmaking van een codesysteem, waarin de eerste waarde in de effectieve bitrijen van het standsignaal M gelijk is "1", is het mogelijk het stijgen van het signaal Qg te verzekeren op tenminste het centrale punt van van naburige veranderingen in de logische toestand van het standsignaal M. Het is dan ook nog steeds gemakkelijk het standsignaal M te decoderen in overeenstemming met het signaal Qg als kloksignaal CK1.
(A-3) Het decoderen van het standsignaal M
Fig. 3 is een schakelschema, dat een configuratie toont van het schuifregister 11. Het schuifregister 11 heeft een schakeling, waarbij vier D flip flops 11a tot lid in serie zijn geschakeld, evenals het 4-bits schuifregister 201, en waarbij de D flip flops 11a tot lid elk een klokaansluiting T hebben, die de kloksignaal CK1 ontvangt. Hun informatiein-gangsaansluiting D van de D flip flop lla ontvangt het standsignaal M. De D flip flops lla tot 11c geven signalen Q0 tot Qi af aan de informatie ingangsaansluitingen van de desbetreffende D flip flops 11b tot 11 d. De D flip flop lid geeft het signaal Q3 af.
Fig. 5 is een schakelschema, dat een configuratie toont van de decodeerschakeling 51. De decodeerschakeling 51 ontvangt de signalen Q0 tot Q3, en geeft de besturingssigna-len S00 tot S03 af. Zoals uit fig. 5 blijkt, wordt de decodeerschakeling 51 gevormd door de inverteerschakelingen Ιχ tot I3, EN-poort schakelingen Αχ tot A3 en een NOF-poortscha-keling Nlf zodat de besturingssignalen als volgt worden uitgedrukt,
Figure NL9401450AD00131
waarbij de symbool "+" de logische som representeert. Aldus zijn de besturingssignalen S00 tot S03 elkaar wederzijds uitsluitend.
Wanneer bovendien het standsignaal M steeds de waarde "0" aanneemt, dat wil zeggen, dat het standsignaal M geen effectieve waarde heeft, nemen de signalen Q0 tot Q3 alle de waarde "0" aan, zoals uit fig. 1 blijkt. In dit geval nemen de besturingssignalen S01 tot S03 alle de waarde "0" aan, en in overeenstemming daarmee, neemt het besturingssignaal S00, dat uitsluitend is met deze besturingssignalen, steeds de waarde "1" aan. In het kort, neemt het besturingssignaal S00 de waarde "1" aan, wanneer het standsignaal M geen effectieve waarde heeft (hierna zal een dergelijk signaal worden aangeduid als een "voorkeurssignaal").
Fig. 6 is een golfvormdiagram, dat de opwekking toont van de besturingssignalen S00 tot S03. We zullen nu een geval beschouwen, waarin het standsignaal M bitrijen van "1010" aflevert.
Zoals beschreven is in "(A-2) Opwekking van het klok-signaal CK1", stijgt het kloksignaal CK1 in de nabijheid van het centrale punt van naburige veranderingen van de logische toestand van het standsignaal M. Verder worden stijgingen van de signalen Q0 tot Q3 veroorzaakt door het stijgen van het kloksignaal CK1, zoals in fig. 6 getoond is. Hieruit resulteert, dat de besturingssignalen S01 tot S03 de golfvor-men hebben, zoals getoond is in fig. 6. Slechts het besturingssignaal S03 neemt de waarde "1" aan, en de besturingssignalen S01 en S02 nemen steeds de waarde "0" aan. Daarentegen neemt het besturingssignaal S00 slechts de waarde "0" aan, wanneer besturingssignaal S03 de waarde "1" aanneemt, en blijft overigens gelijk op logisch "1".
(A-4) Sionaalkeuze
Fig. 7 is een blokschema, dat een configuratie toont van een geïntegreerde halfgeleiderschakeling 300, die voorzien is van signaalkeuzemiddelen 101. De geïntegreerde halfgeleiderschakeling 300 omvat signaalbewerkingseenheiden 91-94, die aangebracht zijn voorafgaand aan de signaalkeuzemiddelen 101. De signaalbewerkingseenheden 91 tot 94 bewerken signalen DIN, die toegevoerd zijn aan de geïntegreerde halfgeleiderschakeling 300 en zenden vervolgens desbetreffende bewerkte resultaten naar de signaalgeleiders 21 tot 24. Zo wordt bijvoorbeeld de signaalgeleider 21 voorzien van het bewerkte resultaat van het signaal DIN, dat geleid wordt door de signaalbewerkingseenheden 91 tot 94. Aan de signaal- geleider 22 wordt een bewerkt resultaat van het signaal DIN toegevoerd, dat geleid wordt door de signaalbewerkingseenhe-den 91 tot 93. Aan signaalgeleider 23 wordt een bewerkt resultaat van het signaal DIN toegevoerd, dat geleid is door de signaalbewerkingseenheden 91 en 92. Aan de signaalgeleider 24 wordt een bewerkt resultaat toegevoerd van het signaal DIN, geleid door de signaalbewerkingseenheden 91. Vervolgens zenden de signaalkeuzemiddelen 101 selectief één van de resultaten van de signaalgeleiders 21 tot 24 door naar de signaalgeleider 25.
Fig. 8 is een golfvormschema van de signaalkeuze, die uitgevoerd wordt in overeenstemming met het besturingssig-naal S03. De signalen DIN worden toegevoerd aan de geïntegreerde halfgeleiderschakeling 300, en vervolgens worden de effectieve gegevens J1 en J2 in deze signalen bewerkt door de signaalbewerkingseenheden 91 tot 94. In responsie op de gegevens J1 en J2 opgewekte, resulterende gegevens KI en K2 worden via de signaalgeleider 21 toegevoerd aan de signaalkeuzemiddelen 101. De gegevens KI en K2 worden slechts vanuit de signaalkeuzemiddelen 101 toegevoerd aan de signaalgeleider 25 wanneer het besturingssignaal S0 de waarde "1" aanneemt, dat wil zeggen, dat het signaal M geen effectieve gegevens bevat.
Daarentegen wordt een bewerkt resultaat van het signaal DIN geleid door signaalbewerkingseenheid 91, toegevoerd aan signaalgeleider 24. Omdat in responsie op gegevens J2 opgewekte, resulterende gegevens K3 bijvoorbeeld niet zijn bewerkt door de signaalbewerkingseenheden 92 tot 94, arriveren de gegevens K3 eerder bij de signaalkeuzemiddelen 101 dan de gegevens K2. Wanneer dan ook het besturingssignaal S03 de waarde "1" aanneemt, en in overeenstemming daarmee het besturingssignaal S00 de waarde "0" aanneemt, zoals in fig. 6 getoond, kunnen de gegevens K3, wanneer deze reeds toegevoerd zijn aan de signaalgeleider 24, worden overgedragen naar de signaalgeleider 25.
Door het aldus kiezen van de signalen die overgedragen worden op de signaalgeleider 25, is het mogelijk vast te stellen of elk van de signaalbewerkingseenheden een normale werking verricht. Wanneer bijvoorbeeld de signaalbewerkings-eenheden 91 tot 94 de signalen bewerken voor normale bewerkingen, kan de werking van de signaalbewerkingseenheid 91 worden gecontroleerd, zoals hieronder is vermeld.
Wanneer het standsignaal M geen effectieve gegevens omvat, neemt alleen het besturingssignaal S00 de waarde "1" aan, en voeren de signaalbewerkingseenheden 91 tot 94 gebruikelijke bewerkingen uit. Wanneer in deze omstandigheid het besturingssignaal S03 de waarde "1" aanneemt, wanneer geen van de effectieve gegevens KI en K2 worden overgedragen naar de signaalgeleider 25, kunnen de gegevens K3 worden overgedragen naar de signaalgeleider 25 in de intervallen van de normale werking. Met andere woorden kan een onder-zoekhandeling worden uitgevoerd voor het dynamisch controleren van de werking van de signaalbewerkingseenheid 91 zonder de normale werking te onderbreken.
Het is gemakkelijk vast te stellen wanneer het besturingssignaal S03 gelijk moet worden aan een logische "1" met een protocol met betrekking tot de desbetreffende werktijden van de bewerkingseenheden 91 tot 94.
(A-5) Effect van de eerste voorkeursuitvoeringsvorm
Aldus wordt volgens de eerste voorkeursuitvoeringsvorm, de signaalkeuze uitgevoerd door het decoderen van het standsignaal M. Omdat de standsignalen in seriële vorm worden toegevoerd, kan het aantal aansluitingen, dat noodzakelijk is voor de signaalkeuze, worden beperkt.
Omdat bovendien de decoderingshandeling wordt uitge-voerd in overeenstemming met het kloksignaal CK1, dat opgewekt wordt vanuit het systeemskloksignaal SYS van de geïntegreerde halfgeleiderschakeling met inbegrip van de signaal-keuzemiddelen 101, bestaat er geen behoefte aan een van buitenaf toegevoerd kloksignaal. Aldus leidt een toename van het aantal te kiezen signalen (dat wil zeggen het aantal functies) niet tot een verslechtering in de integratie van de geïntegreerde halfgeleiderschakeling. Bovendien wordt de signaalkeuze dynamisch uitgevoerd, zonder de normale werking te onderbreken.
B. Tweede voorkeursuitvoerinasvorm
Volgens de eerste voorkeursuitvoeringsvorm wordt het besturingssignaal S03 zodanig bestuurd, dat het gelijk wordt aan een logische "1", wanneer geen van de effectieve gegevens KI en K2 worden overgedragen naar de signaalgeleider 25. De tweede voorkeursuitvoeringsvorm zal tonen, dat het besturingssignaal S03 zodanig kan worden bestuurd, dat het gelijk wordt aan een logische "1", wanneer de effectieve informatie Kl of K2 wordt toegevoerd aan de signaalgeleider 25.
Fig. 9 is een blokschema, dat als voorbeeld een configuratie toont van de geïntegreerde halfgeleiderschakeling 301, met inbegrip van de signaalkeuzemiddelen 101. De geïntegreerde halfgeleiderschakeling 301 omvat signaalbewer-kingseenheden 95 tot 98, die aangebracht zijn voorafgaand aan de signaalkeuzemiddelen 101. De signaalbewerkingseenhe-den 95 tot 98 bewerken DIN signalen, die toegevoerd worden aan de geïntegreerde halfgeleiderschakeling 301, en zij dragen vervolgens desbetreffend bewerkte resultaten over aan signaalgeleiders 21 tot 24.
Wanneer de DIN signalen worden toegevoerd, worden de daarin opgenomen effectieve gegevens J3 en J4 bewerkt door de signaalbewerkingseenheid 95, en vervolgens worden de bewerkte resultaten K4 en K5 toegevoerd aan de signaalgeleider 21. Op overeenkomstige wijze worden de gegevens J3 en J4 bewerkt door de signaalbewerkingseenheid 98, en worden de bewerkte resultaten K6 en K7 toegevoerd aan signaalgeleider 24. De signaalbewerkingseenheden 96 en 97 bewerken de gegevens J3 en J4, en voeren de bewerkte resultaten toe aan de signaalgeleiders 22, respectievelijk 23.
Wanneer de signaalbewerkingseenheden 95 en 98 een zelfde bewerkingstijd hebben, worden de gegevens K4 en K5 tegelijkertijd toegevoerd aan de signaalgeleiders 21 en 24, en worden de gegevens K5 en K7 tegelijkertijd toegevoerd aan de signaalgeleiders 21 en 24.
In de geïntegreerde halfgeleiderschakeling 301 met de hiervoor beschreven rangschikking, kunnen de signaalkeuze- middelen 101 de gegevens van signaalgeleider 21 verwisselen met de gegevens van signaalgeleider 24, en vervolgens de verwisselde gegevens toevoeren aan de signaalgeleider 25. In het bijzonder wordt het besturingssignaal S03 zodanig bestuurd, dat dit de waarde "1" aanneemt, terwijl de signaalgeleider 21 effectieve gegevens heeft, waardoor de signaal-bewerkingsfunctie dynamisch en gemakkelijk wordt veranderd.
Fig. 10 is een golfvormdiagram van de signaalkeuze waarbij gebruik gemaakt wordt van het besturingssignaal S03. Wanneer het standsignaal M geen effectieve gegevens omvat, neemt slechts het besturingssignaal S00 de waarde "l" aan, en worden de gegevens K4 van de signaalgeleider 21 overgedragen naar de signaalgeleider 25. Wanneer het standsignaal M de bitrijen "1010" heeft, worden de gegevens K7 van de signaalgeleider 24 overgedragen naar de signaalgeleider 25 wanneer het besturingssignaal S03 de waarde "1" heeft, terwijl de gegevens K5 en K7 worden verkregen. In het kort, kunnen de signaalkeuzemiddelen 101 met het besturingssignaal S03 bepalen welk signaal moet worden overgedragen, en wel het signaal bewerkt door de signaalbewerkingseenheid 95 of het signaal bewerkt door de signaalbewerkingseenheid 98. Dat wil zeggen, dat de signaalkeuzemiddelen 101 selectief één van de signaalbewerkingsfuncties van de signaalbewerkings-eenheden 95 en 98 kunnen veranderen. Aldus wordt een dynamische functieverandering gemakkelijk verkregen.
C. De derde voorkeursuitvoeringsvorm
Fig. 11 is een blokschema, dat een configuratie toont van een standbepalingseenheid 62 en zijn verbinding met de logische bewerkingseenheden 7lf 72, ... 7n volgens de derde voorkeursuitvoeringsvorm. De standbepalingseenheid 62 vormt de substitutie voor de standebepalingseenheid 61 van de signaalkeuzemiddelen 101 volgens de eerste voorkeursuitvoeringsvorm, en zij heeft een rangschikking, die voorzien is van een logische schakeling 621. Aan de logische bewerkingseenheden 71( 72, ... 73 in de derde voorkeursuitvoeringsvorm worden besturingssignalen F00 en F01 toegevoerd in plaats van besturingssignalen S00 en S01.
De logische schakeling 621 is voorzien van een RS flip flop 62a en een NOF-poortschakeling 62b. De RS flip flop 62a omvat een instelaansluiting S voor ontvangst van het door decodeerschakeling 51 afgegeven signaal S01> en een terug-stelaansluiting R voor ontvangst van een terugstelsignaal RST. Het terugstelsignaal RST, dat de geïntegreerde halfgeleider schakeling met inbegrip van de standbepalingseenheid 62 terugstelt, kan zijn aangebracht binnen de geïntegreerde halfgeleiderschakeling. De RS flip flop 62a geeft het bestu-ringssignaal F01 af, dat toegevoerd wordt aan één van de ingangseinden van de NOF-poortschakeling 62b. De NOF-poortschakeling 62b ontvangt op zijn andere ingangsaansluiting de signalen S02 en S03 die afgegeven worden door de decodeerschakeling 51, en zij geeft het besturingssignaal F00 af. Aldus is het besturingssignaal F00 een voorkeurssignaal, evenals bij de eerste uitvoeringsvorm, dat de waarde "1" aanneemt, wanneer geen van de andere signalen S01, S02 en S03 de waarde "l" aanneemt.
Fig. 12 is een golfvormschema, waarin het besturingssignaal F01 de waarde "1" aanneemt, zoals, refererend aan fig. 5 in "(A-3) Decodering van standsignaal M", en wel de formule van signaal S01, neemt het signaal S01 de waarde "l" aan, wanneer het standsignaal M de bitrijen "1110" heeft. Omdat het signaal S01 de RS flip flop 62a instelt, blijft besturingssignaal F01 op een logische "1", todat het terugstelsignaal RST is geactiveerd. In dit geval blijkt het besturingssignaal F00 gelijk aan een logische "0".
De derde voorkeursuitvoeringsvorm, die de voorgaande handeling uitvoert, verzekert een vaste keuze van signalen. Wanneer de in overeenstemming met de besturingssignalen F00 en F01 te kiezen signalen afgegeven worden door de bewer-kingseenheden, die verschillende en specifieke functies hebben, bereid de derde voorkeursuitvoeringsvorm het effect van het volledig van de één naar de ander schakelen van de desbetreffend functies.
D. De vierde voorkeursuitvoerinqsvorm
Fig. 13 is een blokschema, dat een configuratie toont van een standbepalingseenheid 63 en zijn verbinding met de logische bewerkingseenheden 7lf 72, . .., 7n volgens de vierde voorkeursuitvoerings. De standbepalingseenheid 63 is de substitutie voor de standbepalingseenheid 61 van de signaal-keuzemiddelen 101 volgens de eerste voorkeursuitvoeringsvorm, en zij is voorzien van een schakeling, die verder voorzien is van een logische schakeling 631. Aan de logische bewerkingseenheden 7lf 72, ..., 7n in de vierde voorkeursuit voeringsvorm worden besturingssignalen G00 en G01 toegevoerd in plaats van de besturingssignalen S00 en S01.
De logische schakeling 631 is voorzien van een RS flip flop 63a en NOF-poortschakeling 63b, een OF-poortschakeling 63c, een EN-poortschakeling 63d en een tijdbepalende schakeling 63e. De RS flip flop 63a omvat een instelaansluiting S voor ontvangst van het door de decodeerschakeling 51 afgegeven signaal S01 en een terugstelaansluiting R voor ontvangst van de logische som van een terugstelsignaal RST met een uitgangssignaal van de EN-poortschakeling 63d. Aldus kan de RS flip flop 63a niet alleen door het terugstelsignaal RST worden teruggesteld, maar evenzeer door het uitgangssignaal van de EN-poortschakeling 63d. De RS flip flop 63a bestuurt het besturingssignaal G01, dat toegevoerd wordt aan één van de ingangsaansluitingen van de NOF-poortschakeling 63b.
De NOF-poortschakeling 63b ontvangt de signalen S02 en S03, die afgegeven worden door de decodeerschakeling 51 door de andere ingangsaansluiting, en geeft het besturingssignaal G00 af. Aldus vormt het besturingssignaal G00 een voorkeurssignaal, evenals bij de eerste voorkeursuitvoeringsvorm, dat de waarde "1" aanneemt, wanneer geen van de andere signalen G0i, S02 en S03 de waarde "1" aanneemt.
In de tijdbepalende schakeling 63e wordt een tijdtel-kloksignaal CK2 toegevoerd aan klokaansluiting T, en wordt een signaal S01 toegevoerd aan een triggeraansluiting Trg.
Het resultaat van het tellen door de tijdbepalende schakeling 63e wordt toegevoerd aan een uitgangsaansluiting TC, en vervolgens verkrijgt de EN-poortschakeling 63d het logische produkt van het resultaat, dat toegevoerd is aan de uit-gangsaansluiting Tc en het besturingssignaal G01.
Wanneer het besturingssignaal S01 de waarde "1" aanneemt, blijft het besturingssignaal G01 gelijk op een logische "1", totdat de RS flip flop 63a is teruggesteld. Wanneer de tijdbepalende schakeling 63e optelt tot het vooraf-bepaalde aantal malen in overeenstemming met tijdtelkloksig-naal CK1, en het resultaat van de telling (dat wil zeggen wanneer de telling voltooid is) toevoert aan de uitgangsaan-sluiting Tc, blijft het besturingssignaal G01 een logische "1". Aldus wordt het besturingssignaal G01 slechts een logische "0", wanneer de RS flip flop 63a teruggesteld is door het voltooien van de telling.
Fig. 14 is een golfvormschema, waarin het besturingssignaal G01 de waarde "1" aanneemt. Wanneer het signaal S01 begint de waarde "l" aan te nemen, stijgt het besturingssignaal G03. Wanneer nadien de telling voltooid is, en het op de uitgangsaansluiting Tc aangelegde signaal stijgt, daalt het besturingssignaal G01, en blijft vervolgens gelijk aan een logische "0".
De vierde voorkeursuitvoeringsvorm, die voorafgaande werking uitgevoerd, verzekert een vaste keuze van signalen voor een specifieke periode. Wanneer dan ook in overeenstemming met de besturingssignalen G00 en G01 te kiezen signalen worden afgegeven vanuit de bewerkingseenheden, die verschillende en specifieke functies hebben, bereikt de vierde uitvoeringsvorm een effect van het schakelen van de desbetreffende functies van de één naar de ander gedurende een specifieke periode. Het spreekt vanzelf, dat diverse schakelingen van toepassing kunnen zijn op de tijdbepalende schakeling 13e van de vierde voorkeursuitvoeringsvorm, zolang deze het tijdtelkloksignaal CK2 kan tellen, en de RS flip flop 63a kan terugzetten.
E. De vijfde voorkeursuitvoeringsvorm
Fig. 15 is een blokschema, dat een configuratie toont van een standbepalingseenheid 64, en zijn verbinding met de logische bewerkingseenheden 71; 72, 7n volgens de vijfde voorkeursuitvoeringsvorm. De standbepalingseenheid 64 vormt een substitutie voor de standbepalingseenheid 61 van de signaalkeuzemiddelen 101 volgens de eerste uitvoeringsvorm, en zij heeft een schakeling, die verder voorzien is van een logische schakeling 641. Aan de logische bewerkingseenheden 7lf 72, ... 7n van de vijfde voorkeursuitvoeringsvorm worden in plaats van de besturingssignalen S00 en S01 de besturings-signalen H00 en H01 toegevoerd.
De logische schakeling 641 omvat een T flip flop 64a, een EN-poortschakeling 64b, een RS flip flop 64c en OF-poortschakelingen 64d tot 64f. De T flip flop 64a omvatten tokkelaansluiting T voor het ontvangen van het door de decodeerschakeling 51 afgegeven signaal en een terugstelaan-sluiting R voor het ontvangen van een uitgangssignaal van de OF-poortschakeling 64e, dat gevormd wordt door de logische som van een terugstelsignaal RST en een uitgangssignaal van de OF-poortschakeling 64d. De RS flip flop 64c omvat een terugstelaansluiting R, die tevens het uitgangssignaal van de OF-poortschakeling 64e ontvangt. Omdat de OF-poortschakeling 64d de door de decodeerschakeling 51 afgegeven signalen S01 en S03 ontvangt, kunnen de T flip flop 64a en de RS flip flop 64c niet alleen worden teruggesteld door het terugstelsignaal RST, maar evenzeer door het signaal S01 of S03.
Een uitgangssignaal van de T flip flop 64a wordt toegevoerd aan één van de ingangsaansluitinge van de EN-poortschakeling 64b. Het andere ingangseinde van de EN-poortschakeling 64b ontvangt de signalen S01. Het uitgangssignaal van de EN-poortschakeling 64b wordt toegevoerd aan een instel-aansluiting S van de RS flip flop 64c. De RS flip flop 64c geeft het besturingssignaal H01 af, dat toegevoerd aan één van de ingangsaansluitingen van de NOF-poortschakeling 64f.
De NOF-poortschakeling 64f ontvangt op zijn andere ingangsaansluiting de logische som van de door de decodeer- schakeling 51 af gegeven signalen S01 en S03/ en geeft het besturingssignaal H00 af. Aldus is het besturingssignaal H00 een voorkeurssignaal, evenals bij de eerste voorkeursuitvoeringsvorm, dat de waarde "1" aanneemt, wanneer geen van de andere signalen H01, S02 en S03 de waarde "1" aannemen, en het besturingssignaal H00 af geven.
Fig. 16 is een golfvormschema, waarbij het besturingssignaal H01 de waarde "1" aanneemt. Zoals eerder genoemd is, neemt het signaal S01 de waarde "1" aan, wanneer het stand-signaal M de bitrijen "1110" heeft. Wanneer het signaal S01 voor de eerste maal stijgt na het terugstellen van de T flip flop 64a, passeert de logische "1" van signaal S01 niet de EN-poortschakeling 64b omdat het uitgangssignaal van de T flip flop 64a de waarde "0" aanneemt (tijdstip tl).
Wanneer het signaal S01 daalt (tijdstip t2), verandert het uitgangssignaal van de T flip flop 64a naar logisch "1". Wanneer dan ook het signaal S01 voor de tweede maal stijgt na het terugstellen van de T flip flop 64a (tijdstip T3), passeert de logische "1" van het signaal S01 de EN-poort-schakeling 64b, en stelt vervolgens de RS flip flop 64c in, hetgeen een stijging van een het besturingssignaal H01 veroorzaakt.
Alhoewel het uitgangssignaal van de T flip flop 64a verandert naar een logische "0" wanneer het signaal S01 daalt (tijdstip T4) houdt daarna de RS flip flop 64c deze stand, totdat het terugstelsignaal RST de RS flip flop 64c terugstelt of het andere besturingssignaal S02 of S03 stijgt. Kort gezegd, stijgt het signaal H0 slechts wanneer het signaal S02 tweemaal de waarde "1" aanneemt, en het signaal H01 houdt vervolgens de waarde logisch "1".
De vijfde voorkeursuitvoeringsvorm kan, bij het uitvoeren van de hiervoor beschreven bewerking niet het signaal kiezen door het aanleggen van de voorafbepaalde bitrijen op het standsignaal M om deze slechts éénmaal over te dragen. Aldus kan bij het voorbereiden van een speciale functie, zoals onderhoud, worden voorkomen, dat een funtiekeuze per ongeluk plaatsvindt. Bovendien kan de functie worden voorko- men door de voorafbepaalde bitrijen meer dan één maal aan te leggen op het over te dragen standsignaal M.
F. Variatie
Fig. 17 is een schakelschema, dat een variatie toont, die toepasbaar is op elk van de hierboven beschreven voorkeursuitvoeringsvormen. In de schakeling van fig. 17 wordt de potentiaal op de informatieingangsaansluiting D van het schuifregister 11, waaraan het standsignaal M wordt toegevoerd, door een weerstand R naar beneden getrokken. De schakeling, waardoor de weerstand als extra is aangebracht om een potentiaal naar beneden te trekken, is bij de onderhavige uitvinding van belang.
Wanneer bijvoorbeeld het standsignaal M slechts wordt gebruikt bij een onderzoekshandeling, zendt het standsignaal steeds de waarde "0" uit in een normale bewerking. In dit geval verzekert de in fig. 17 getoonde schakeling het naar beneden trekken, zodat het voordeel ontstaat, dat geen bedrading noodzakelijk is op het substraat maar op de geïntegreerde halfgeleiderschakeling met inbegrip van de signaalkeuzemiddelen is aangebracht.
Omdat daarentegen de potentiaal op de ingangsaanslui-ting D van het schuifregister 11 door de weerstand R naar beneden wordt getrokken, die niet direct verbonden is met de aardpotentiaal, kan het schuifregister 11 in de onderzoeks-stand het standsignaal M overdragen.
Alhoewel de uitvinding in detail getoond en beschreven is, is de voorgaande beschrijving slechts illustratief, en is deze niet beperkend. Het zal dan ook duidelijk zijn, dat diverse veranderingen en variaties die in bovenbeschreven inrichting kunnen worden aangebracht zonder af te wijken van de uitvinding.

Claims (16)

1. Signaalkeuzeschakeling, omvattende: (a) een standbepalingsdeel dat voorzien is van: (a-1) een ingangsaansluiting voor het ontvangen van een standsignaal; en (a-2) een decodeerschakeling voor het decoderen van het standsignaal in overeenstemming met een kloksignaal tot een aantal af te geven bestu-ringssignalen, waarbij het standbepalingsdeel is ingericht voor het afgeven van een aantal werkstandkeuzesignalen in overeenstemming met het aantal be sturings signal en,· en (b) een logisch bewerkingsdeel, dat voorzien is van: (b-1) een aantal eerste ingangsaansluitingen voor het ontvangen van een aantal respectievelijk te kiezen signalen; (b-2) een aantal tweede ingangsaansluitingen voor het ontvangen van het aantal werkstandkeuzesignalen; en (b-3) een uitgangsaansluiting voor het afgeven van één van de in overeenstemming met het aantal werkstandkeuzesignalen te kiezen signalen.
2. Signaalkeuzeinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het aantal werkstandkeuzesignalen elkaar op een wederzijds uitsluitende wijze activeert.
3. Een signaalkeuzeinrichting volgens conclusie 2, waarbij het aantal werkstandkeuzesignalen geclassificeerd is tot: (x-1) een voorkeurssignaal, dat geactiveerd wordt wanneer het standsignaal geen effectieve informatie omvat; en (x-2) een aantal specifieke signalen buiten het voorkeurssignaal.
4. Signaalkeuzeschakeling volgens conclusies 3, met het kenmerk, dat één van de te kiezen signalen wordt toegevoerd aan de uitgangsaansluiting in overeenstemming met het voor- keurssignaal gedurende 1 tijdsperiode, en dat de andere te kiezen signalen toegevoerd worden aan de uitgangsaansluiting in overeenstemming mét het aantal specifieke signalen gedurende andere perioden.
5. Signaalkeuzeschakeling volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat één van de te kiezen signalen wordt toegevoerd aan de uitgangsaansluiting in overeenstemming met het voorkeurssignaal gedurende één tijdsperiode, en de andere te kiezen signalen worden toegevoerd aan de uitgangsaansluiting in overeenstemming met het aantal specifieke signalen gedurende dezelfde periode.
6. Signaalkeuzeschakeling volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een verandering in de logische toestand van het kloksignaal plaatsvindt bij bijna elk centraal punt van een interval van veranderingen in de logische stand van het standsignaal.
7. Signaalkeuzeschakeling volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de te kiezen signalen elk gevormd worden door een aantal bits.
8. Signaalkeuzeschakeling volgens conclusie 1, waarbij het aantal besturingssignalen elk dient als werkstandkeuze-signaal.
9. Signaalkeuzeschakeling volgens conclusie 1, waarbij de decodeerschakeling omvat: (a-2-1) een kloksignaal opwekkingsdeel voor het opwekken van het kloksignaal uit een systeem-kloksignaal voor een geïntegreerde halfgelei-derschakeling met inbegrip van de signaalkeuzeschakeling en het standsignaal (a-2-2) een eerste schuifregister voor het verschuiven van de volgorde van het standsignaal in overeenstemming met het kloksignaal voor het verkrijgen van een af te geven getransformeerd standsignaal; en (a-2-3) een decodeerschakeling voor het decoderen van het getransformeerde standsignaal tot de af te geven besturingssignalen; en waarbij het standbepalingsdeel verder voorzien is van (a-3) een eerste logische schakeling voor het aan de besturingssignalen doen onderwerpen van een voorafbepaald logisch proces voor het verkrijgen van de af te geven werkstandkeuze-signalen.
10. Signaalkeuzeinrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat het kloksignaalopwekkingsdeel omvat: (a-2-1-1) een tweede schuifregister voor het schuiven van de volgorde van het standsignaal in overeenstemming met het systeemkloksignaal voor het verkrijgen van een eerste af te geven signaal; (a-2-1-2) een tweede logische schakeling voor het aan een voorafbepaald logisch proces doen onderwerpen van het eerste signaal voor het verkrijgen van een tweede signaal voor het detecteren van een initiële effectieve waarde van het af te geven standsignaal; en (a-2-1-3) een teller, die getriggerd wordt in overeenstemming met het tweede signaal voor het tellen van het systeemkloksignaal voor het delen van de frequentie van het systeemkloksignaal, zodat een cyclus van het systeemkloksignaal ongeveer gelijk is aan een interval van de verandering in de logische toestand van het standsignaal voor het verkrij-gen van het af te geven kloksignaal.
11. Signaalkeuzeschakeling volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat het aantal besturingssignalen geklassificeerd is tot: (y-1) een voorkeursbesturingssignaal, dat geacti veerd wordt wanneer het standsignaal geen effectieve informatie omvat; en (y-2) een aantal specifieke besturingssignalen buiten het voorkeursbesturingssignaal, en dat de eerste logische schakeling verder omvat: (a-3-1) informatievasthoudmiddelen, die voorzien zijn van (a-3-1-1) een instelaansluiting voor ontvangst van één van het aantals specifieke bestu-ringssignalen; en (a-3-1-2) een uitgangsaansluiting voor het vasthouden van één van de specifieke bestu-ringssignalen voor het afgeven van een eerste werkstandkeuzesignaal, en (a-3-2) een NOF-poortschakeling voor het bepalen van een inverse van de logische som van de specifieke besturingssignalen buiten het éne specifieke besturingssignaal en het eerste werkstandkeuzesignaal voor het opwekken van een tweede werkstandkeuzesignaal, en waarbij: het tweede werkstandkeuzesignaal wordt geactiveerd wanneer het standsignaal geen effectieve informatie omvat, en het eerste en het tweede werkstandkeuzesignaal geactiveerd worden op een elkaar uitsluitende wijze.
12. Signaalkeuzeschakeling volgens conclusie 9, waarbij het aantal besturingssignalen geklassificeerd is tot: (y-3) een voorkeursbesturingssignaal, dat geacti veerd wordt wanneer het standsignaal geen effectieve informatie omvat; en (y-4) een aantal specifieke besturingssignalen buiten het voorkeursbesturingssignaal, en waarbij de eerste logische schakeling verder omvat: (a-3-3) informatievasthoudmiddelen, die voorzien zijn van: (a-3-3-1) een instelaansluiting voor het ontvangen van één van het aantal specifieke besturingssignalen; (a-3-3-2) een uitgangsaansluiting voor het vasthouden van een specifiek besturingssignaal voor het afgeven van een eerste werkstandkeuzesignaal; en (a-3-3-3) een terugstelaansluiting voor het terugstellen van op de uitgangsaansluiting aangelegde informatie; en (a-3-4) een NOF-poortschakeling voor het bepalen van een inverse van de logische som van de specifieke besturingssignalen buiten het éne specifieke besturingssignaal en het werkstand-keuzesignaal voor het opwekken van een tweede werkstandkeuzesignaal; (a-3-5) een tijdsbepalende schakeling, die getriggerd wordt in overeenstemming met één van de specifieke besturingssignalen voor het tellen van een voorafbepaald tijdstip voor het afgeven van een getransformeerd signaal; en (a-3-6) een EN-poortschakeling voor het bepalen van een logisch produkt van het eerste werkstandkeuzesignaal en het getransformeerde signaal voor het verschaffen van het logische produkt voor de terugstelaansluiting van de informa-tievasthoudmiddelen, en waarbij het tweede werkstandkeuzesignaal geactiveerd wordt wanneer het standsignaal geen effectieve informatie omvat, en waarbij de eerste en de tweede werkstandkeuzesignalen op een elkaar wederzijds uitsluitende wijze worden geactiveerd .
13. Signaalkeuzeschakeling volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat het aantal besturingssignalen wordt geklassificeerd tot: (y-5) een voorkeursbesturingssignaal, dat geacti veerd wordt wanneer het standsignaal geen effectieve informatie omvat; en (y-6) een aantal specifieke besturingssignalen buiten het voorkeursbesturingssignaal, en dat de eerste logische schakeling verder omvat: (a-3-7) eerste informatievasthoudmiddelen, die voorzien zijn van: (a-3-7-l) een triggeraansluiting voor het ontvangen van één van het aantal specifieke besturingssignalen; (a-3-7-2) een uitgangsaansluiting voor het afgeven van een getransformeerd signaal, waarvan de toestand geïnverteerd wordt in responsie op een verandering in de logische toestand van één van de specifieke be-s turings s ignalen; (a-3-7-3) een terugstelaansluiting voor het terugstellen van de gegevens, die toegevoerd worden aan de uitgangsaansluiting, en (a-3-8) een EN-poortschakeling voor het bepalen van een logisch produkt van het éne specifieke besturingssignaal en het af te geven getransformeerde signaal; (a-3-9) tweede informatievasthoudmiddelen, die voorzien zijn van: (a-3-9-1) een instelaansluiting voor het ontvangen van een uitgangssignaal van de EN-poort-schakeling; (a-3-9-2) een uitgangsaansluiting voor het vasthouden van het uitgangssignaal van de EN-poortschakeling op de instelaansluiting van de tweede informatievasthoud-middelen voor het afgeven van een eerste werkstandkeuzesignaal; (a-3-9-3) een terugstelaansluiting voor het terugstellen van op de uitgangsaansluiting van de tweede informatievasthoudmiddelen aangelegde informatie; en (a-3-10) een ROF-poortschakeling voor het bepalen van de inverse van een logische som van de specifieke besturingssignalen buiten het éne specifieke besturingssignaal en het eerste werkstandkeuzesignaal voor het opwekken van een tweede werkstandkeuzesignaal, en waarbij het tweede werkstandkeuzesignaal geactiveerd wordt wanneer het standsignaal geen effectieve informatie omvat, en het eerste en het tweede werkstandkeuzesignaal geactiveerd worden op een elkaar wederzijds uitsluitende wij ze.
14. Signaalkeuzeschakeling volgens conclusie 13, waarbij de specifieke besturingssignalen buiten het specifieke besturingssignaal de eerste en tweede informatievasthoudmid-delen terugstellen.
15. Signaalkeuzeschakeling volgens conclusie 1, waarbij het standbepalingsdeel verder voorzien is van: (a-4) een potentiaalpunt voor het aanleggen van een constante potentiaal; en (a-5) een weerstand voor het met de ingangsaanslui- ting verbinden van het potentiaal.
16. Signaalkeuzeinrichting volgens conclusie 15, waarbij de constante potentiaal een aardpotentiaal is.
NL9401450A 1993-09-06 1994-09-06 Signaalkeuzeinrichting. NL9401450A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
JP22110693 1993-09-06
JP5221106A JPH0779155A (ja) 1993-09-06 1993-09-06 信号選択装置

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9401450A true NL9401450A (nl) 1995-04-03

Family

ID=16761586

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9401450A NL9401450A (nl) 1993-09-06 1994-09-06 Signaalkeuzeinrichting.

Country Status (4)

Country Link
US (1) US5512846A (nl)
JP (1) JPH0779155A (nl)
DE (1) DE4431791C2 (nl)
NL (1) NL9401450A (nl)

Families Citing this family (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPH0884161A (ja) * 1994-09-13 1996-03-26 Fuji Electric Co Ltd バイフェーズ符号を用いたシリアル通信装置用の受信検知回路装置
AU1145697A (en) * 1995-11-30 1997-06-19 Micron Display Technology, Inc. High speed data sampling system
JP4510498B2 (ja) * 2004-04-05 2010-07-21 セイコーインスツル株式会社 半導体集積回路
DE102004025899B4 (de) * 2004-05-27 2010-06-10 Qimonda Ag Verfahren zum Aktivieren und Deaktivieren von elektronischen Schaltungseinheiten und Schaltungsanordnung zur Durchführung des Verfahrens
JP2007124084A (ja) * 2005-10-26 2007-05-17 Sanyo Electric Co Ltd 3値パルス発生回路

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPS61247984A (ja) * 1985-04-26 1986-11-05 Toshiba Corp テスト回路
US5012180A (en) * 1988-05-17 1991-04-30 Zilog, Inc. System for testing internal nodes
EP0506462A2 (en) * 1991-03-27 1992-09-30 Nec Corporation Test signal output circuit for LSI
EP0543296A2 (en) * 1991-11-19 1993-05-26 Samsung Electronics Co. Ltd. Programmable pulse-width-modulation signal generator

Family Cites Families (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2044650B1 (nl) * 1969-05-16 1974-06-14 Ibm France
US3849634A (en) * 1969-06-21 1974-11-19 Olivetti & Co Spa Electronic computer
US3774056A (en) * 1971-04-29 1973-11-20 Design And Manuf Corp Digital electronic control circuit for cyclically operable appliances and the like
US4127823A (en) * 1977-02-23 1978-11-28 Frost R Jack Programmable controller
US4935944A (en) * 1989-03-20 1990-06-19 Motorola, Inc. Frequency divider circuit with integer and non-integer divisors
US5060244A (en) * 1989-07-28 1991-10-22 Texas Instruments Incorporated Method and apparatus for indicating when the total in a counter reaches a given number

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPS61247984A (ja) * 1985-04-26 1986-11-05 Toshiba Corp テスト回路
US5012180A (en) * 1988-05-17 1991-04-30 Zilog, Inc. System for testing internal nodes
EP0506462A2 (en) * 1991-03-27 1992-09-30 Nec Corporation Test signal output circuit for LSI
EP0543296A2 (en) * 1991-11-19 1993-05-26 Samsung Electronics Co. Ltd. Programmable pulse-width-modulation signal generator

Non-Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Title
PATENT ABSTRACTS OF JAPAN vol. 011, no. 097 (P - 560) 26 March 1987 (1987-03-26) *
ROYALS M ET AL: "A USER PROGRAMMABLE MACROCELL GENERATOR FOR THE IEEE 1149.1 BOUNDARY SCAN STANDARD INTERFACE PORT", MICROPROCESSING AND MICROPROGRAMMING, vol. 35, no. 1 / 05, 1 September 1992 (1992-09-01), AMSTERDAM, NL, pages 493 - 500, XP000325160 *
WELLES II K ET AL: "A TESTING METHODOLOGY FOR LARGE SCALE HYBRID VLSI", PROCEEDINGS OF THE INTERNATIONAL SYMPOSIUM ON CIRCUITS AND SYSTEMS, NEW ORLEANS, MAY 1 - 3, 1990, vol. 4 / 4, 1 May 1990 (1990-05-01), INSTITUTE OF ELECTRICAL AND ELECTRONICS ENGINEERS, pages 2724 - 2727, XP000164104 *

Also Published As

Publication number Publication date
JPH0779155A (ja) 1995-03-20
DE4431791A1 (de) 1995-03-09
DE4431791C2 (de) 1998-10-08
US5512846A (en) 1996-04-30

Similar Documents

Publication Publication Date Title
KR100453488B1 (ko) 병렬처리집적회로테스터
US5696772A (en) Test vector compression/decompression system for parallel processing integrated circuit tester
US4797936A (en) Waveform sequence trigger system
KR100506773B1 (ko) 이벤트 기반 테스트 시스템을 위한 다중 테스트 종료의 신호
NL8900608A (nl) Programmeerbare verwerkingsinrichting voor integratie op grote schaal.
EP0255118B1 (en) Pattern generator
KR970011585B1 (ko) 반도체 시험장치의 파형 정형기
US5638017A (en) Pulse width modulation circuit
US4759021A (en) Test pattern generator
NL8004845A (nl) Weergaveinrichting voor de afbeelding van een signaal- omhullende met een digitale oscilloscoop.
US5299145A (en) Adder for reducing carry processing
NL9401450A (nl) Signaalkeuzeinrichting.
JPS61500383A (ja) 論理ベクトルの発生確率の変換用および経時変化する発生確率をもつベクトルシ−ケンスの発生用の装置
NL192355C (nl) Digitale ketentestinrichting.
US5761100A (en) Period generator for semiconductor testing apparatus
KR100487050B1 (ko) 반도체 테스트 시스템용 타이밍 발생 회로
US3641509A (en) Digital data analysis and display device
EP0570067B1 (en) Control device for interface control between a test machine and multi-channel electronic circuitry, in particular acording to Boundary Test Standard
JP2909218B2 (ja) 半導体試験装置用周期発生器
JPH10319097A (ja) 半導体試験装置用タイミング発生器
KR200155054Y1 (ko) 카운터 회로
JP3501923B2 (ja) 半導体試験装置用タイミング発生器
JPH07209389A (ja) 高速パターン発生器
US5767706A (en) Rate generator
JP2614342B2 (ja) 挿入ソート装置

Legal Events

Date Code Title Description
A1A A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed