NL9401275A - Substraat-blok voor het telen van een meerjarig gewas. - Google Patents

Description

Substraat-blok voor het telen van een meerjarig gewas

Bij het telen van een meerjarig gewas, zoals rozen, over een tijdsperiode van 2-7 jaar, op een synthetisch substraat, wordt men voortdurend geconfronteerd met het probleem van snel en hoog opschietend onkruid. Aangezien het onkruid harder groeit dan het gewas, dient het onkruid bestreden te worden. Dit één of meermalig wieden van onkruid brengt relatief hoge kosten met zich mee. Doordat bij de substraatteelt voedingsoplossing veelal in een gesloten kringloop wordt gehouden, is het gebruik van herbiciden onmogelijk.

De onderhavige uitvinding beoogt een substraatblok te verschaffen, waarbij het wieden van onkruid zoveel mogelijk wordt vermeden, terwijl kan worden afgezien van het gebruik van herbiciden.

De onderhavige uitvinding is gebaseerd op het inzicht, dat vooral het bovenvlak van een zodanige aard moet zijn, dat de groei van onkruid wordt geweerd maar dat de teelt van het gewas in de daaronder gelegen laag ongehinderd moet kunnen plaatsvinden.

Dit wordt overeenkomstig de uitvinding bereikt met een substraatblok voor het telen van een meerjarig gewas, zoals rozen, omvattende een blok van minerale wol dat aan zijn opstaande vlakken en aan zijn bovenvlak is voorzien van een vegetatie-werende laag.

Als vegetatie-werende laag stelt de onderhavige uitvinding een aantal uitvoeringsvoorbeelden voor.

Volgens een eerste uitvoeringsvoorbeeld bestaat de vegetatie-werende laag uit een niet-doorwortelbare laag.

Aldus is het onmogelijk voor onkruid in deze niet-doorwortelbare laag te kiemen en voor de noodzakelijke groei uit te groeien naar het daaronder gelegen teeltdeel van het substraatblok. Als niet-doorwortelbare laag kunnen een groot aantal verschillende materialen gebruikt worden. Bijvoorbeeld kunnen worden gebruikt hoge-dichtheid minerale wol, dat wil zeggen een minerale wol met een ten opzichte van het resterende deel van het substraatblok hoge dichtheid, bijvoorbeeld vanaf 150 kg/m3, maar bij voorkeur vanaf 200 kg/m3 en hoger. Een ander voorbeeld bestaat uit een laag kunststof, vooral een laag kunststoffolie, zoals polyetheen en polypropeenfolie die licht-ondoorlatend zijn en bij voorkeur licht-reflecterend.

Volgens een tweede uitvoeringsvoorbeeld bestaat de vegetatie-remmende laag uit een water-nietvasthoudende laag. Bij dit uitvoeringsvoorbeeld zijn de condities in de vegetatie-remmende laag van dien aard dat vegetatie-ontwikkeling- en groei onmogelijk is, voornamelijk als gevolg van de te lage vochtigheid. Voorbeelden van een water-nietvasthoudende laag zijn minerale wol met een lage-dichtheid, dat wil zeggen een dichtheid die veel lager is dan het resterende deel van het substraatblok, zoals dichtheden tot 4 0 kg/m3, bij voorbeeld 5-20 kg/m3. Bij dergelijke lage dichtheden, zou als gevolg van de heersende zuigspanning al het water uit de water-nietvasthoudende laag worden weggezogen naar het resterende deel van het substraatblok.

Een ander voorbeeld wordt gevormd door een zogenaamde dry weave laag, zoals deze wordt toegepast als huidconctactlaag in sanitaire produkten, zoals luiers. Dergelijke dry weave lagen zijn poreus maar slechts in één richting waterdoorlatend.

De water-nietvasthoudende laag heeft veelal een dikte van 2-5 mm.

Een derde uitvoeringsvorm van de vegetatie-remmende laag wordt gevormd door een hydrofobe minerale wol, dat wil zeggen een minerale wol die geen water vasthoudt en/of doorlaat. Dit betekent dat bij watergift het water direct van deze laag wegvloeit en niet door deze laag heen treedt. Wederom omstandigheden waarbij vegetatiegroei niet mogelijk is.

Bij al deze uitvoeringsvormen kan de vegetatie-remmende laag vast zijn verbonden met het blok.

Voor een optimale teelt van het meerjarige gewas in het substraatblok volgens de uitvinding heeft het verder voorkeur dat de vegetatie-remmende laag is voorzien van een plantgat, waardoor heen het gewas wordt geleid tot in het resterende deel van het substraatblok, waarin teelt van het gewas in hoofdzaak optimaal is.

Teneinde een optimale toevoer van water-en voedingsstoffen te verzekeren, zeker in het geval dat de aard van de vegetatie-remmende laag doorlating van water in hoofdzaak onmogelijk maakt, is de vegetatie-remmende laag voorzien van een watertoevoergat naar het eronder gelegen deel van het substraatblok.

Volgens een voorkeurs-uitvoeringsvorm van het substraatblok volgens de uitvinding, zijn volgens de bekende plantblokken opstaande vlakken ingehuld in een kunststoffolie, terwijl de typische vegetatie-remmende laag louter is aangebracht aan het bovenvlak.

Genoemde en andere kenmerken van het substraatblok volgens de uitvinding zullen hierna verder verduidelijkt worden aan de hand van een aantal uitvoeringsvoorbeelden die slechts bij wijze van voorbeeld worden gegeven en waarnaar wordt verwezen in de bijgevoegde tekening.

In de tekening is:

Figuur 1-4 elk een perspectivisch deels weggebroken aanzicht van een substraatblok volgens de uitvinding.

Figuur 1-4 toont substraatblokken volgens de uitvinding die in het algemeen standaardafmetingen bezitten (10 x 10 x 6,5 cm). Bovendien kan het bodemvlak van de substraatblokken 1-4 zijn voorzien van groeven die drainage bevorderen en/of air pruning bevorderen.

Het substraatblok 1 volgens figuur 1 bestaat uit een blok 5 van minerale wol met een dichtheid van 30-90 kg/m3. De opstaande vlakken 6 en 7 zijn ingehuld in een wit kunststoffolie (bijvoorbeeld polyetheenfolie). Het ondervlak is vrij en kan worden geplaatst op een zogenaamde groeimat.

Het bovenvlak 10 is voorzien van een niet-doorwortelbare laag 11, zoals een laag hot melt of een laag kunststof (plasticoat (A GD 341)). Een dergelijke laag 11 kan vanuit vloeibare toestand worden aangebracht op een bovenvlak 10 en vervolgens uitgehard. In de niet-doorwortelbare laag 11 is een plantgat 12 voorzien voor het daarin te telen meerjarige gewas, en een watertoevoergat 13 naar het daarondergelegen blok van minerale wol. Dit blok kan bestaan uit steenwol, glaswol, slakkenwol, waarbij de wolvezels onderling zijn verbonden door uitgehard bindmiddel en de vezels kunnen eventueel zijn voorzien van een bevochtigingsmiddel.

Figuur 2 toont een substraatblok 2 volgens de uitvinding, waarbij het blok 5 van minerale wol wederom is ingehuld aan zijn opstaande vlakken met een folie 8.

Het bovenvlak 10 is in dit geval voorzien van een laag hoge-dichtheid minerale wol 14. De laag 14 van hoge-dichtheid minerale wol kan tijdens het produktieproces zijn gevormd door selectief een deel van het produkt te comprimeren, bijvoorbeeld door hameren, waardoor de laag 14 een hoge dichtheid krijgt (groter dan 200 kg/m3) terwijl het onderliggende blok 5 dat daarmee nauw verbonden is een dichtheid bezit van 30-90 kg/m3. Deze niet-doorwortelbare laag 14 is tevens voorzien van een plantgat 12 en eventueel een watertoevoergat 13, waarlangs water kan worden toegevoegd aan het blok 5 met behulp van bekende druppelaars.

Figuur 3 toont een substraatblok 3 volgens de uitvinding, waarbij het blok 5 wederom aan zijn opstaande vlakken is ingehuld met een folie 8. De vegetatie-werende laag bestaat thans uit een laag 15 van lage-dichtheid minerale wol, met een dichtheid van slechts 10 kg/m3. Een dergelijke minerale wol laag is zeer slecht watervasthoudend, terwijl de daarin heersende zuigspanning zo laag is, dat al het water direct wordt weggezogen naar het daaronder gelegen blok 5 bijvoorbeeld slechts door de heersende hydrostatische zuigkracht. De laag 15 is voorzien van een plantgat. Afgezien kan worden van een toevoergat 13 voor water doordat water door de laag 15 direct heen penetreert tot in het blok 5.

Figuur 4 toont een ander substraatblok 4 volgens de uitvinding, waarbij het blok 5 niet alleen aan zijn opstaande vlakken is ingehuld met het folie 8, maar tevens aan zijn bovenvlak 10 is ingehuld met folie 8. Dit folie is voorzien van een plantgat 12 en een watertoevoergat 13. Aan de bovenzijde is het folie gesloten door lassen langs de lasnaden 16 en 17.

Het zal duidelijk zijn, dat bij de substraatblokken die zijn beschreven in de figuren 1-4, niet alleen het bovenvlak behoeft te zijn voorzien van de typische vegetatie-remmende laag volgens de uitvinding maar dat eveneens de opstaande vlakken kunnen zijn voorzien van een hot melt, een kunststoflaag of hoge/lage-dichtheid minerale wol. Dergelijke lagen kunnen tijdens het produktieproces zijn aangebracht door dompelen, plakken, vernevelen en dergelijke.

Claims (10)

1. Substraatblok voor het telen van een meerjarig gewas, zoals rozen, omvattende een blok van minerale wol dat aan zijn opstaande vlakken en aan zijn bovenvlak is voorzien van een vegetatie-werende laag.

2. Substraatblok volgens conclusie 1, waarin de vegetatie-werende laag een niet-doorwortelbare laag is.

3. Substraatblok volgens conclusie 2, waarin de niet-doorwortelbare laag is gevormd uit hoge-dichtheid minerale wol, een laag kunststof en dergelijke.

4. Substraatblok volgens conclusie 1, waarin de vegetatie-werende laag een water niet-vasthoudende laag is.

5. Substraatblok volgens conclusie 4, waarin de water niet-vasthoudende laag is gevormd uit lage-dichtheid minerale wol, dry weave, en dergelijke.

6. Substraatblok volgens conclusie 4 of 5, waarin de water niet-vasthoudende laag een dikte heeft van 2-5 mm.

7. Substraatblok volgens conclusie 1, waarin de vegetatie-werende laag is gevormd uit hydrofobe minerale wol.

8. Substraatblok volgens conclusie 1-7, waarin de vegetatie-werende laag is voorzien van een plantgat.

9. Substraatblok volgens conclusie 1-8, waarin de vegetatie-remmende laag is voorzien van een watertoevoergat.

10. Substraatblok volgens conclusie 1-9, waarin de opstaande vlakken zijn ingehuld met een kunststoffolie.