NL9400804A - Pluimveestal. - Google Patents

Description

Titel: Pluimveestal.

De uitvinding heeft betrekking op een stal voor pluimvee dat in strooisel kan scharrelen.

In de legpluimveehouderij zijn de twee belangrijkste huisvestingssystemen batterijstallen, waarbij de kippen in rijen hokken zijn opgesloten en de mest uitsluitend op transportbanden terecht komt, en scharrel- en volièrestallen waarin de kippen zich vrij kunnen verplaatsen en in strooisel op de stalbodem kunnen scharrelen en waarbij de faecaliën zowel op transportbanden als in het strooisel terecht komen. Het strooisel bestaat uit een mengsel (ca. 60 tot 80¾ drogestof) van zand en/of houtkrullen en/of een ander materiaal en faecaliën.

Op de transportbanden terecht gekomen faecaliën wordt bandmest en die welke deel uitmaakt van het strooisel strooiselmest genoemd.

De bandmest kan op bekende wijze worden afgevoerd (bijvoorbeeld dagelijks), waardoor de bijdrage aan stalemissie wordt beperkt. In of buiten de stal kan deze worden gedroogd en/of aan een verdere behandeling worden onderworpen.

De ammoniakemissie uit het strooisel in pluimveestallen is echter nog steeds een probleem. Weliswaar wordt overtollig strooisel verwijderd na elke legronde (ca. 14 maanden). Echter is regelmatige verwijdering van alle strooisel niet mogelijk omdat de aanwezigheid van het strooisel een wezenlijk element voor het welzijn van het pluimvee is.

Met de uitvinding wordt beoogd bovengenoemd probleem van ammoniakemissie uit het strooisel in pluimveelstallen, bijvoorbeeld scharrel- en volièrestallen aanzienlijk terug te brengen.

Volgens de uitvinding is hiertoe de in de aanhef genoemde pluimveestal gekenmerkt door middelen om warme lucht, in het bijzonder stallucht over het strooiseloppervlak te doen stromen.

Het gemiddelde drogestofgehalte van strooisel in een scharrel- en volièrestal waarin de lucht aan een normale basisventilatie is onderworpen, bedraagt circa 60 tot 80¾. Het is zeer verrassend dat de aktieve droging van het strooisel door middel van de werkwijze volgens de uitvinding, dus door lucht, in het bijzonder stallucht, over het strooisel te blazen, tot een drogestofgehalte van circa 90¾ leidt waarbij de emissie van ammoniak uit het strooisel tot een verwaarloosbaar peil wordt verminderd. Met "blazen" wordt bedoeld het creëren van extra luchtbeweging boven het strooisel.

Bij voorkeur zijn nabij de stalvloer één of meer pijpen aangebracht voorzien van over de lengte van de pijpen verdeelde uitstroomopeningen, welke pijpen via een ventilator in verbinding staan met één of meer in het bovengedeelte van de stal aangebrachte luchtaanzuigbuizen.

De uitvinding zal nu aan de hand van de figuren nader worden toegelicht.

Figuur 1 toont een perspectivisch aanzicht van een volièrestal volgens de uitvinding waarbij het dak en bepaalde wanddelen weggebroken zijn gedacht.

Figuur 2 toont een bovenaanzicht van het ventilatiegedeelte van de stal.

Figuur 3 toont een vooraanzicht van het inwendige van de stal.

De weergegeven pluimveestal is een volièrestal dat wil zeggen dat het erin opgesloten pluimvee zich vrijelijk in de stal kan bewegen en kan scharrelen in het strooisel dat bestaat uit een mengsel van zand en/of houtkrullen en/of zaagsel en faecaliën. Het pluimvee heeft voorts de mogelijkheid zich op één van de roosters 1 van een aantal stellingen 2 of op de zitstokken 3 aan de bovenzijde van elke stelling of in zogenaamde legnesten k te bevinden. Onder elk rooster 1 bevindt zich een mestband 5 waarop het via openingen in het rooster 1 terecht gekomen mest valt. Deze mest kan regelmatig (bijvoorbeeld wekelijks) worden afgevoerd eventueel na droging op de banden 5·

Niet weergegeven is het basisventilatiesysteem. Dit kan elke geschikte uitvoering hebben, zoals nokventilatie of dwars- of lengteventilatie met bijbehorende inlaat- en uitlaatopeningen.

Om de ammoniakemissie van het op de stalvloer liggende strooisel aanzienlijk te reduceren wordt via pijpen 6 stallucht bijvoorbeeld onder het dak van de stal aangezogen en door middel van ventilatoren 7 naar horizontale verdeelpijpen 8 geleid die van openingen zijn voorzien die zodanig zijn geplaatst dat in figuur 2 met pijlen aangegeven luchtstromen over het bovenoppervlak van het strooisel worden geblazen.

Verrassenderwijs wordt het drogestofgehalte van het strooisel daardoor van circa 80% of lager tot circa 90% verhoogd en wordt de ammoniakemissie tot een verwaarloosbaar peil gereduceerd.

Ook andere ventilatiesystemen waarmee verhoogde luchtbeweging boven/over het strooisel kan worden verkregen behoren tot de mogelijkheden.

De uitvinding heeft een positief effect op het aantal eieren dat door de dieren op het strooisel wordt gelegd, de zogenaamde buiten-nesteieren. Dit aantal neemt af.

Claims (2)

1. Stal voor pluimvee dat in strooisel kan scharrelen, gekenmerkt door middelen om warme lucht, in het bijzonder stallucht, over de strooiseloppervlakte doen stromen.

2. Stal volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat nabij de stalvloer één of meer pijpen zijn aangebracht voorzien van over de lengte van de pijpen verdeelde uitstroomopeningen, welke pijpen via een ventilator in verbinding staan met één of meer in de stal aangebrachte luchtaanzuigbuizen.