NL9400676A - Machine combination for tilling and sowing ground - Google Patents
Machine combination for tilling and sowing ground Download PDFInfo
- Publication number
- NL9400676A NL9400676A NL9400676A NL9400676A NL9400676A NL 9400676 A NL9400676 A NL 9400676A NL 9400676 A NL9400676 A NL 9400676A NL 9400676 A NL9400676 A NL 9400676A NL 9400676 A NL9400676 A NL 9400676A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- machine combination
- combination according
- working
- members
- machine
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01B—SOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
- A01B49/00—Combined machines
- A01B49/04—Combinations of soil-working tools with non-soil-working tools, e.g. planting tools
- A01B49/06—Combinations of soil-working tools with non-soil-working tools, e.g. planting tools for sowing or fertilising
- A01B49/065—Combinations of soil-working tools with non-soil-working tools, e.g. planting tools for sowing or fertilising the soil-working tools being actively driven
Landscapes
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Soil Sciences (AREA)
- Environmental Sciences (AREA)
- Soil Working Implements (AREA)
Abstract
Description
MACHINECOMBINATIE VOOR HET BEWERKEN EN INZAAIEN VAN GRONDMACHINE COMBINATION FOR TILLING AND SEEDING SOIL
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een machinecombinatie voor het bewerken en het vervolgens in dezelfde werkgang inzaaien van grond, voorzien van om een as draaibare en aandrijfbare bewerkingsorganen en van zaaieenhe-den voor het in de grond brengen van zaad.The present invention relates to a machine combination for tillage and subsequent sowing of soil in the same pass, provided with rotary and drivable tillage implements and seeding units for soil seeding.
Dergelijke machinecombinaties zijn bekend. In het algemeen wordt hierbij echter de grond pas aangedrukt nadat deze door de bewerkingsorganen is losgemaakt. Volgens de uitvinding wordt echter een gunstige machinecombinatie verkregen wanneer, ten opzichte van de werkzame bewegingsrichting, vóór de bewerkingsorganen een rol is aangebracht. Een dergelijke machinecombinatie is in het bijzonder gunstig toepasbaar wanneer het gaat om het inzaaien van zaden, zoals bieten, koolzaad en mais. Onder bepaalde omstandigheden kan voor dergelijke zaden worden volstaan met een oppervlakkige secundaire grondbewerking, hetgeen slechts mogelijk is wanneer de rol vóór de bewerkingsorganen is aangebracht. Door deze constructie is voor de machinecombinatie slechts een relatief gering aandrijvend vermogen nodig. Voorts maakt de machinecombinatie volgens de uitvinding het mogelijk om op gunstige wijze geploegde grond in te zaaien. Hierbij heeft de rol naast het aandrukken en verkruimelen van de grond een functie in het egaliseren van de grond voordat deze door de bewerkingsorganen wordt bewerkt.Such machine combinations are known. In general, however, the soil is pressed only after it has been loosened by the working members. According to the invention, however, a favorable machine combination is obtained when, with respect to the active direction of movement, a roller is arranged in front of the working members. Such a machine combination is particularly advantageous when it comes to sowing seeds, such as beets, oilseed rape and corn. Under certain circumstances, a superficial secondary tillage can suffice for such seeds, which is only possible when the roller is arranged in front of the cultivating members. Due to this construction, the machine combination requires only relatively little driving power. Furthermore, the machine combination according to the invention makes it possible to sow plowed soil in an advantageous manner. In addition to pressing and crumbling the soil, the role here has a function in leveling the soil before it is worked by the working members.
Volgens een bijzonder aspect van de uitvinding wordt de bewerking van de grond gunstig uitgevoerd wanneer de bewerkingsorganen elk één of meer veerbaar aangebrachte tanden omvatten. De onderhavige uitvinding omvat dan ook eveneens een machinecombinatie voor het bewerken en vervolgens in dezelfde werkgang inzaaien van grond, voorzien van om een as draaibare en aandrijfbare bewerkingsorganen en van zaaieenhe-den voor het in de grond brengen van zaad, waarbij de bewerkingsorganen elk één of meer veerbaar aangebrachte tanden omvatten. Dergelijke tanden hebben onder meer het voordeel dat door de tanden onbreekbare kluiten met extra kracht tegen een verkruimelplaat kunnen worden geworpen. Tevens wordt volgens de uitvinding een energetisch zeer gunstig effect bereikt wanneer de bewerkingsorganen groepsgewijs zijn aangebracht voor het in afzonderlijke stroken bewerken van de grond en de zaaieenheden in de werkzame bewegingsrichting elk in lijn met een groep bewerkingsorganen zijn aangebracht. Dit effect komt in het bijzonder tot uiting wanneer de werk-breedte van een groep bewerkingsorganen ongeveer 15 cm bedraagt. Deze werkbreedte is voldoende voor het prepareren van de toplaag van een zaaibed en voor de ontwikkeling van zaad daarin, terwijl de energetische besparing ten opzichte van de zaairijafstand van 50 cm bij bieten, en 70 cm bij mais, zeer gunstig is.According to a special aspect of the invention, the working of the soil is advantageously carried out when the working members each comprise one or more teeth arranged in a resilient manner. The present invention therefore also includes a machine combination for tillage and subsequent sowing of soil in the same operation, provided with pivotable and drivable tillage and seed sowing units, each tillage more resiliently arranged teeth. One of the advantages of such teeth is that clods that cannot break through the teeth can be thrown against a crumb plate with extra force. Also according to the invention an energetically very favorable effect is achieved when the working members are arranged in groups for working the soil in separate strips and the sowing units are each arranged in line with a group of working members in the active direction of movement. This effect is particularly evident when the working width of a group of processing members is about 15 cm. This working width is sufficient for the preparation of the top layer of a seed bed and for the development of seed therein, while the energy saving compared to the sowing distance of 50 cm for beets and 70 cm for maize is very favorable.
Een bijzonder geschikte machinecombinatie wordt verkregen, wanneer de rol een gesloten omtrek heeft en zich over nagenoeg de gehele breedte van de machinecombinatie uitstrekt en is voorzien van uitsteeksels die in de omtreks-richting verdeeld, en in de langsrichting van de rol tussen groepen bewerkingsorganen zijn aangebracht. Op deze manier wordt een over de gehele werkbreedte van de machine gunstige, gelijkmatige aandrukking van de grond, en platlegging van eventuele opslag verkregen, terwijl de uitsteeksels van de rol, nodig voor het aanhouden van een draaiende beweging van de rol, slechts buiten de in te zaaien strook grond werkzaam zijn. De uitvinding omvat dan ook tevens een machinecombinatie voor het bewerken en het vervolgens in dezelfde werkgang inzaaien van grond, voorzien van om een as draaibare en aandrijfbare bewerkingsorganen en van zaaieenheden voor het in de grond brengen van zaad, waarbij de rol een gesloten omtrek heeft en zich over nagenoeg de gehele breedte van de machinecombinatie uitstrekt en is voorzien van uitsteeksels die in omtreksrichting verdeeld, en in de langsrichting van de rol tussen groepen bewerkingsorganen zijn aangebracht. Een evenzeer bijzondere machinecombinatie wordt, volgens de uitvinding, verkregen, wanneer de bewerkingsorganen hydraulisch en met variabele snelheid aandrijfbaar zijn. Hierdoor kan op eenvoudige wijze de bewerkingssnelheid worden aangepast aan de heersende omstandigheden. De uitvinding omvat dan ook tevens een machinecombinatie voor het bewerken en vervolgens in dezelfde werkgang inzaaien van grond, voorzien van om een as draaibare en aandrijfbare bewerkingsorganen en van zaai-eenheden voor het in de grond brengen van zaad, waarbij de bewerkingsorganen hydraulisch en met variabele snelheid aan-drijfbaar zijn. Het is hierbij in het bijzonder mogelijk dat een bewerkingsorgaan in twee draairichtingen aandrijfbaar is. De uitvinding omvat dan ook eveneens een machinecombinatie voor het bewerken en het vervolgens in dezelfde werkgang inzaaien van grond, voorzien van om een as draaibare en aandrijfbare bewerkingsorganen en van zaaieenheden voor het in de grond brengen van zaad, waarbij een grondbewerkingsor-gaan hydraulisch en in twee draairichtingen aandrijfbaar is. Weer een ander bijzonder kenmerk van de uitvinding is dat tussen groepen bewerkingsorganen wiedelementen zijn aangebracht. De uitvinding omvat dan ook tevens een machinecombinatie voor het bewerken en het vervolgens in dezelfde werkgang inzaaien van grond, voorzien van om een as draaibare en aandrijfbare bewerkingsorganen en van zaaieenheden voor het in de grond brengen van zaad, waarbij tussen groepen bewerkingsorganen wiedelementen zijn aangebracht.A particularly suitable machine combination is obtained when the roller has a closed circumference and extends over almost the entire width of the machine combination and is provided with projections distributed in the circumferential direction and arranged in the longitudinal direction of the roller between groups of working members . In this way, a uniform, uniform compaction of the soil and flattening of any storage is obtained over the entire working width of the machine, while the protrusions of the roller, necessary for maintaining a rotating movement of the roller, are only outside the strip of soil to be sown. The invention therefore also comprises a machine combination for tilling and subsequently sowing soil in the same pass, provided with rotatable and drivable tillage implements and seed sowing units, the roller having a closed circumference and extends over almost the entire width of the machine combination and is provided with projections which are circumferentially distributed and which are arranged in the longitudinal direction of the roller between groups of working members. An equally special machine combination is obtained, according to the invention, when the processing members can be driven hydraulically and at variable speed. The processing speed can hereby easily be adapted to the prevailing conditions. The invention therefore also comprises a machine combination for tilling and subsequently sowing soil in the same working pass, provided with rotatable and drivable working tools and seeding sowing units, the working tools being hydraulic and variable speed can be driven. It is in particular possible here that a working member can be driven in two directions of rotation. The invention therefore also encompasses a machine combination for tilling and subsequently sowing soil in the same pass, provided with rotatable and drivable tillage implements and seed sowing units, in which a tillage implement is hydraulic and can be driven in two directions of rotation. Yet another special feature of the invention is that weeding elements are arranged between groups of processing members. The invention therefore also comprises a machine combination for tilling and subsequently sowing soil in the same working pass, provided with rotatable and drivable working members and seed sowing units in the soil, with weeding elements arranged between groups of working members.
In een gunstige uitvoering wordt een zaaieenheid volgens de uitvinding gevormd door een precisie-zaaimachine, in het bijzonder een precisie-zaaimachine welke geschikt is voor bieten, mais en/of koolzaad. Verder kan het inzaaien van geploegd land, doch evenzeer secundair bewerkte grond, op extra gunstige wijze worden uitgevoerd wanneer vóór de rol een egalisatie-inrichting is aangebracht. Andere constructieve kenmerken volgens de uitvinding zijn gevormd door uitsteeksels die zijn aangebracht in kransen met een onderlinge afstand die overeenkomt met de onderlinge hart-tot-hart afstand van groepen bewerkingsorganen en door een rol welke is voorzien van schrapers.In a favorable embodiment, a sowing unit according to the invention is formed by a precision sowing machine, in particular a precision sowing machine which is suitable for beets, maize and / or rapeseed. Furthermore, the sowing of plowed land, but also secondary cultivated soil, can be carried out in an extra favorable manner when an equalization device is arranged in front of the roller. Other constructional features of the invention are formed by projections arranged in cores spaced to correspond to the center-to-center distance of groups of working members and by a roller provided with scrapers.
Een geschikte bewerking van de grond kan, volgens de uitvinding, verder nog bereikt worden wanneer een groep bewerkingsorganen met behulp van een schroefspindel ten opzichte van de rol in hoogte verstelbaar is. Hierdoor wordt niet alleen de bewerkingsdiepte aangepast aan de vereisten voor het te zaaien zaad, maar tevens aan de grondsoort en aan de toestand daarvan. Volgens weer een verdere gunstige uitvoering zijn de bewerkingsorganen aangebracht op een uit aan elkaar geschroefde plaatdelen gevormde, en om een as draaibare drager. Weer een andere gunstige uitwerking van de uitvinding bestaat erin dat een bewerkingsorgaan één of meer spiraalbindingen omvat, en dat een groep bewerkingsorganen bestaat uit vier dubbele, in langsrichting van de as ten opzichte van elkaar versprongen aangebrachte tanden. Ook kan volgens de uitvinding een groep bewerkingsorganen zijn omgeven door een kap, terwijl de rol en de bewerkingsorganen verder zijn omgeven door een het gestel van de machine vormend raamwerk, aan de voorzijde waarvan sporenwissers voor het verwijderen van de wielsporen van een trekker zijn aangebracht, en aan de achterzijde waarvan de zaaieenheden en de wiedelementen zijn aangebracht.According to the invention, a suitable working of the soil can furthermore be achieved if a group of working members is adjustable in height relative to the roller by means of a screw spindle. This adapts the working depth not only to the requirements for the seed to be sown, but also to the soil type and its condition. According to yet a further favorable embodiment, the processing members are arranged on a carrier formed from plate parts screwed together and rotatable about an axis. Yet another favorable elaboration of the invention consists in that a working member comprises one or more spiral bonds, and that a group of working members consists of four double teeth which are offset from one another in the longitudinal direction of the shaft. Also, according to the invention, a group of working members may be surrounded by a hood, while the roller and the working members may further be surrounded by a frame forming the machine frame, at the front of which are wheel mark eradicators for removing the wheel tracks of a tractor, and at the rear of which the sowing units and weeding elements are arranged.
De uitvinding zal nu nader worden toegelicht aan de hand van de bijgaande tekeningen.The invention will now be further elucidated with reference to the annexed drawings.
Figuur 1 is een bovenaanzicht van de machine volgens de uitvinding;Figure 1 is a top view of the machine according to the invention;
Figuur 2 is een zijaanzicht volgens de lijn II-II in Figuur 1;Figure 2 is a side view taken on the line II-II in Figure 1;
Figuur 3 is een bovenaanzicht van een deel van de machine volgens de uitvinding, welke aan de voorzijde van een egalisatie-inrichting is voorzien;Figure 3 is a top view of a part of the machine according to the invention, which is provided with an leveling device at the front;
Figuur 4 is een zijaanzicht volgens de lijn IV-IV in Figuur 3.Figure 4 is a side view taken on the line IV-IV in Figure 3.
Overeenkomstige delen in de figuren zijn met gelijke verwijzingscijfers aangegeven. Verder is de uitvinding geenszins beperkt tot de hier afgebeelde en beschreven uitvoeringsvormen; deze dienen slechts ter illustratie van de uitvindingsgedachte.Corresponding parts in the figures are indicated with the same reference numerals. Furthermore, the invention is by no means limited to the embodiments shown and described here; these only serve to illustrate the inventive idea.
De Figuren 1 en 2 tonen een gestel 1 bestaande uit een horizontaal raamwerk 2, een bok 3 en lippenparen 4, waarmee de machine op op zichzelf bekende wijze is gekoppeld met de driepuntshefinrichting van een trekker. Aan het gestel 1 zijn sporenwissers 5, een rol 6 voorzien van schraperin-richting 7, een via een schroefspindel 8 ten opzichte van het gestel 1 in hoogte verstelbare freesinrichting 9, wiedegele- menten 10 en zaaieenheden 11 gekoppeld.Figures 1 and 2 show a frame 1 consisting of a horizontal frame 2, a trestle 3 and lip pairs 4, with which the machine is coupled in a manner known per se to the three-point lifting device of a tractor. Spore wipers 5, a roller 6 provided with scraper device 7, a milling device 9 which is height-adjustable via a screw spindle 8 relative to the frame 1, weeding elements 10 and seeding units 11 are coupled to the frame 1.
Het raamwerk 2 omvat een voorste, dwars op de rijrichting A die tijdens het bedrijf wordt aangehouden of, anders gezegd, de werkzame voortbewegingsrichting, opgestelde balk met een vierkant en hol profiel. Aan elk van de uiteinden hiervan is een balk 14 van gelijk profiel in de rijrichting A aangebracht. Nabij de achterzijde hiervan is een zich neerwaarts strekkend plaatdeel 15 aangebracht, dat in een verticaal vlak in de rijrichting A is opgesteld. Het raamwerk 2 is aan de achterzijde gesloten door een parallel aan de voorste raamwerkbalk 13 en tussen de plaatdelen 15 aangebrachte holle balk 19. De balk 19 is voorzien van een klem-profiel dat gelijk is aan dat van een rechthoekige balk met driehoekige uitsteekstels, waarvan twee respectieve zijden samenvallen met, of gelegen zijn in het verlengde van de zijden van de balk. Op de voorste balk 13 van het raamwerk 2 is de bok 3 aangebracht, welke bestaat uit twee op afstand van elkaar opgestelde verticale steunen 16 die aan de bovenzijde door een horizontale balk 17 zijn verbonden. Het gestel 1 is verstevigd met schoren 18 die zich vanaf de bovenzijde van een steun 16 schuin omlaag en naar achteren uitstrekken naar een zich in de rijrichting uitstrekkende raamwerkbalk 14. Tegen het voorste deel van de zich in de rijrichting uitstrekkende raamwerkbalken 14 is aan de buitenzijde een zich neerwaarts uitstrekkend plaatdeel 20 aangebracht. Tegen de binnenzijde van dit plaatdeel is een legerhuis 21 met een leger vastgeschroefd. Hierin is de as 22 van de rol 6 gelegerd, welke as zich dwars op de rijrichting A en horizontaal tussen de twee plaatdelen 20 uitstrekt. De rol 6 is vervaardigd van een buisdeel en heeft daardoor een gladde en gesloten omtrek. De rol 6 is voorzien van uitsteeksels 23 die in het onderhavige geval in kransen, op een onderlinge afstand van 50 cm van elkaar, op de rolomtrek zijn vastgezet. Tussen de zijplaten 20 strekt zich nabij de achterzijde van de rol, buiten de omtrekslijn van de kransen, een vast aangebrachte balk 25 uit. Om de balk 25 zijn U-vormige klemmen 26 aangebracht, waarvan de uiteinden zijn voorzien van schroefdraad. Hiermee worden zich neerwaarts en enigszins naar voren uit strekkende steunen 27 met een U-profiel tegen de achterzijde van de balk 25 geklemd. Aan zijn onderzijde is een steun 27 voorzien van een voet 28, waartegen een schraper 29 geschroefd is. De breedte van een schraper 29 is gelijk aan de afstand tussen twee kransen. In de onderhavige uitvoering wordt een schraper 29 gesteund door twee steunen 27, elk aangebracht nabij een krans. De voet 28 van de steunen 27 is schuin aangebracht, zodat de schraper 29, die hier uit een ijzeren strip is gevormd, naar achteren toe onder een scherpe hoek met een horizontaal staat. Een schraper 29 heeft een aan de bovenzijde afgeschuinde voorste rand die de rol 6 dicht in de buurt van het contactpunt met de grond afschraapt.The frame 2 comprises a front beam transverse to the direction of travel A which is maintained during operation or, in other words, the active direction of forward movement, arranged with a square and hollow profile. A beam 14 of the same profile in the direction of travel A is arranged at each of its ends. Near the rear thereof, a downwardly extending plate part 15 is arranged, which is arranged in a vertical plane in the direction of travel A. The frame 2 is closed at the rear by a hollow beam 19 arranged parallel to the front frame beam 13 and between the plate parts 15. The beam 19 is provided with a clamping profile which is equal to that of a rectangular beam with triangular projections, of which two respective sides coincide with, or are in line with, the sides of the beam. Mounted on the front beam 13 of the frame 2 is the trestle 3, which consists of two spaced apart vertical supports 16 which are connected at the top by a horizontal beam 17. The frame 1 is reinforced with braces 18 extending obliquely downwardly and rearwardly from the top of a support 16 to a directionally extending frame beam 14. Against the front portion of the directionally extending frame beams 14 is a downwardly extending plate part 20 is provided. An enclosure 21 with an enclosure is screwed to the inside of this plate part. The shaft 22 of the roller 6 is supported therein, which shaft extends transversely to the direction of travel A and horizontally between the two plate parts 20. The roller 6 is made of a tube part and therefore has a smooth and closed periphery. The roller 6 is provided with protrusions 23 which in the present case are fixed on the roller circumference in wreaths, at a distance of 50 cm from each other. A fixed beam 25 extends between the side plates 20 near the rear side of the roller, outside the circumferential line of the wreaths. U-shaped clamps 26 are arranged around the beam 25, the ends of which are threaded. Downwardly and slightly forwardly extending supports 27 with a U-profile are hereby clamped against the rear side of the beam 25. A support 27 is provided on its underside with a base 28 against which a scraper 29 is screwed. The width of a scraper 29 is equal to the distance between two whorls. In the present embodiment, a scraper 29 is supported by two supports 27, each mounted near a wreath. The base 28 of the supports 27 is arranged at an angle, so that the scraper 29, which is formed here from an iron strip, is backwards at an acute angle with a horizontal. A scraper 29 has a top beveled front edge which scrapes the roller 6 close to the point of contact with the ground.
Tussen de achterste zijplaten 15 aan het raamwerk 2 is, op enige afstand vóór de klembalk 19, een om een, ten opzichte van de achterste zijplaten 15 draaibare as 31 draaibare balk 32 aangebracht. Op enige afstand van de binnenzijde van het raamwerk 2 zijn hierop twee verticale, zich in de rijrichting uitstrekkende platen 33 aangebracht. Tussen deze platen 33 is, via een aangeschroefd legerhuis met leger, de drager 34 voor bewerkingsorganen 36 aangebracht. Deze drager is gevormd uit vier gelijke repen plaatstaal, die elk twee overlangse, over 45° omgezette vouwranden 38 hebben. De vouw-randen 38 zijn tegen elkaar aangeschroefd met bouten 37 die eventueel tevens de bewerkingsorganen 36 inklemmen. Door deze constructie verkrijgt de drager 34 een vierhoekige vorm met overlangse randen 38 die zich diagonaal ten opzichte van de vierhoekige vorm van de drager uitstrekken. Aan de uiteinden is de drager 34 voorzien van asstompen 35, waarmee de drager 34 in de platen 33 is gelegerd. De bewerkingsorganen 36 zijn gevormd door verenstalen tanden die nabij hun bevestiging van spiraalwindingen zijn voorzien. Elk bewerkingsorgaan 36 omvat twee uit één stuk gevormde tanden. Een bewerkingsorgaan 36 is nabij zijn bevestiging zo gewikkeld dat beide tanden tijdens bedrijf in tangentiale richting kunnen veren. De bewerkingsorganen 36 zijn over de langsrichting van de drager 34 verdeeld in groepen die een hart-tot-hart afstand van ongeveer 50 cm hebben. Elke groep omvat vier bewerkingsorganen 36, die elk zijn aangebracht aan één van de vier randen 38. Elk bewerkingsorgaan bestaat uit twee tanden en bewerkt een breedte van ongeveer 15 cm. Hiertoe zijn de vier bewerkings-organen 36 in de langsrichting van de drager versprongen ten opzichte van elkaar opgesteld, zodat de acht tanden gelijkmatig over de werkbreedte van een groep bewerkingsorganen 36 zijn verdeeld. De weergegeven uitvoering van de uitvinding is voorzien van zes groepen bewerkingsorganen 36. In een andere, niet weergegeven uitvoering, die bijvoorbeeld voor mais geschikt is, is de hart-tot-hart afstand van de groep bewerkingsorganen 70 cm. Elk van de groepen is af geschermd door verticale, in de rijrichting opgestelde scheidingsplaten 40 met een onderlinge afstand die ongeveer met de werkbreedte van een groep overeenkomt. De scheidingsplaten 40 zijn, gezien in zijaanzicht, aan de bovenzijde afgerond en afgedekt door een kap 41 die over deze ronding is gebogen en die zich in langsrichting over de breedte van de drager 34 voor de bewerkingsorganen 36 uitstrekt. Aan de onderzijde eindigen de scheidingsplaten 40 en de schermkap 41 ter hoogte van de onderrand van een onderste, verticaal opgestelde bevesti-gingsrand 38 van de drager 34. Op deze hoogte is de ruimte aan de achterzijde van de drager 34, dat wil zeggen de afstand van de rand van de kap 41 tot een verticaal door de as van de drager 34, anderhalf keer zo groot als de ruimte aan de voorzijde.Between the rear side plates 15 on the frame 2, a beam 32 rotatable about an axis 31 rotatable relative to the rear side plates 15, is arranged at some distance in front of the clamping beam 19. Two vertical plates 33 extending in the direction of travel are arranged thereon at some distance from the inside of the frame 2. The carrier 34 for processing members 36 is arranged between these plates 33 via a screwed-on bearing housing with bearing. This carrier is formed from four equal strips of sheet steel, each of which has two longitudinal folding edges 38 bent at 45 °. The folding edges 38 are screwed together with bolts 37, which optionally also clamp the processing members 36. By this construction, the support 34 obtains a quadrangular shape with longitudinal edges 38 which extend diagonally with respect to the quadrangular shape of the support. At the ends, the carrier 34 is provided with stub axles 35, with which the carrier 34 is mounted in the plates 33. The working members 36 are formed by spring steel teeth which are provided with spiral turns near their attachment. Each processor 36 includes two one-piece teeth. A processing member 36 is wound near its attachment so that both teeth can spring in tangential direction during operation. The processing members 36 are divided along the longitudinal direction of the carrier 34 into groups having a center-to-center distance of about 50 cm. Each group includes four processing members 36, each of which is mounted on one of the four edges 38. Each processing member consists of two teeth and processes a width of about 15 cm. To this end, the four working members 36 are arranged in the longitudinal direction of the carrier, offset from each other, so that the eight teeth are evenly distributed over the working width of a group of working members 36. The illustrated embodiment of the invention is provided with six groups of processing members 36. In another embodiment, not shown, which is suitable, for example, for corn, the center-to-center distance of the group of processing members is 70 cm. Each of the groups is shielded by vertical dividing plates 40 arranged in the direction of travel, at a mutual distance approximately corresponding to the working width of a group. The separator plates 40, viewed in side elevation, are rounded at the top and covered by a cap 41 bent over this curve and extending longitudinally across the width of the carrier 34 for the working members 36. At the bottom, the dividing plates 40 and the shield cap 41 terminate at the bottom edge of a bottom, vertically arranged mounting edge 38 of the carrier 34. At this height is the space at the rear of the carrier 34, i.e. the distance from the edge of the hood 41 to a vertical through the axis of the carrier 34, one and a half times the space at the front.
Gezien in de rijrichting A, is op de linker asstomp 35 van de drager 34 voor de bewerkingsorganen 36 een tandwiel 43 gefixeerd. Nabij de draagbalk 32 van de freesin-richting 9, via welke de zijplaten 33 aan het gestel 1 zijn gelegerd, is aan de binnenzijde van de zijplaten een hydromo-tor 44 gefixeerd. De drijvende as 45 hiervan steekt, dwars op de rijrichting A, door de linker zijplaat 33 heen en is aan de buitenzijde daarvan tevens voorzien van een tandwiel 46. De tandwielen 43, 46 zijn onderling via een aandrijfketting 47 met elkaar verbonden. De hydromotor 44 wordt via de hydraulische slangen 48 gekoppeld met, en aangedreven door, de hydraulische inrichting van een de machinecombinatie voortbewegende trekker. Aan de voorzijde van de drager 34 van de freesinrichting 9 zijn de zijplaten 33 elk via een opwaarts en enigszins naar voren gerichte schroefspindel 8 in hoogte verstelbaar met het gestel 1 verbonden.Viewed in the direction of travel A, a gear wheel 43 is fixed on the left-hand stub shaft 35 of the support 34 for the working members 36. Near the supporting beam 32 of the milling device 9, via which the side plates 33 are mounted on the frame 1, a hydromotor 44 is fixed on the inside of the side plates. Its driving shaft 45 extends transversely to the direction of travel A through the left-hand side plate 33 and is also provided on the outside thereof with a sprocket 46. The sprockets 43, 46 are mutually connected via a drive chain 47. The hydraulic motor 44 is coupled via the hydraulic hoses 48 to, and driven by, the hydraulic device of a tractor moving the machine combination. At the front side of the carrier 34 of the milling device 9, the side plates 33 are each connected in height to the frame 1 via an upwardly and slightly forwardly directed screw spindle 8.
Aan de achterzijde van de freesinrichting 9 omvat de machine wiedegelementen 10 die via klemplaten 50 aan de achterste balk 19, welke als werktuigdrager fungeert, zijn bevestigd. De klemplaten 50 hebben aan hun bovenzijde een haak, waarvan de vorm overeenstemt met een nok in het profiel van de werktuigdrager 19. Aan de onderzijde van de werktuigdrager 19 wordt een dergelijke klemplaat 50 vastgezet met behulp van een hiertegen vastschroefbaar klemstuk 51, van welk klemstuk 51 een rand op het onderste nokprofiel van de werktuigdrager 19 is gelegen. Tegen de naar achteren gekeerde zijde van een klemplaat 50 zijn wiedegtanden 52 vastgeschroefd. De wiedegtanden 52 omvatten nabij hun bevestiging windingen en strekken zich met een tussendeel overwegend neerwaarts en enigszins naar achteren uit, en met een uitein-dedeel, dat onder een hoek van ruim 90° met het tussendeel staat, neerwaarts en in de rijrichting A uit. De wiedegelementen 10 zijn, gezien in bovenaanzicht, steeds aangebracht tussen twee groepen bewerkingsorganen van de freesinrichting 9. De onderhavige uitvoering omvat tussen twee groepen bewerkingsorganen zes op gelijke onderlinge afstanden, in paren aangebrachte wiedegtanden 52. Voorts is aan de achterzijde van de werktuigdrager 19 op gelijke wijze een zestal preci-sie-zaaieenheden 11 aangebracht. Een precisie-zaaieenheid 11 is via een vierarmige parallellogramconstructie en achterwaarts uitstekende ribben van een klemplaat 50 op de werktuigdrager 19 bevestigd. Een zaaieenheid 11 omvat een voor-raadbak 54, een afdraai-inrichting 55 voor het scheiden van zaden uit de voorraadbak 54 en het toevoeren van zaad aan een zaaikouter 56. Aan de achterzijde van de zaaieenheid 11 is een in hoogte verstelbaar steun- en aandrukwiel 57 aangebracht. Dit wiel 57 bestaat uit twee delen, die zijn aangebracht op een verticale, dwars op de rijrichting gerichte as aan het uiteinde van een steun 58, en wel elk aan een zijde van de steun 58 welke in de rijrichting A in lijn met de zaaikouter 56 is opgesteld.At the rear of the milling device 9, the machine comprises weeding elements 10 which are attached via clamping plates 50 to the rear beam 19, which functions as a tool carrier. The clamping plates 50 have a hook on their upper side, the shape of which corresponds to a cam in the profile of the tool carrier 19. On the underside of the tool carrier 19, such a clamping plate 50 is fixed by means of a clamping piece 51 screwed against it, of which clamping piece 51 an edge is located on the lower cam profile of the tool carrier 19. Weeder tines 52 are screwed against the backward side of a clamping plate 50. The weeder tines 52 include windings near their attachment and extend with an intermediate portion predominantly downward and slightly rearward, and with an end portion, which is at an angle of over 90 ° to the intermediate portion, downward and in the direction of travel A. Seen in top view, the weeding elements 10 are always arranged between two groups of working members of the milling device 9. The present embodiment comprises between two groups of working members six equidistant weeding tines 52. Furthermore, on the rear side of the tool carrier 19 six precision sowing units 11 are likewise arranged. A precision seeding unit 11 is attached to the tool carrier 19 via a four-arm parallelogram construction and rearwardly projecting ribs of a clamping plate 50. A sowing unit 11 comprises a stock hopper 54, a calibration device 55 for separating seeds from the hopper 54 and supplying seed to a sowing coulter 56. At the rear of the sowing unit 11 is a height-adjustable support and pressure wheel 57 fitted. This wheel 57 consists of two parts, which are arranged on a vertical axis directed transversely to the direction of travel at the end of a support 58, each on one side of the support 58 which, in the direction of travel A, is aligned with the seed coulter 56 has been prepared.
De Figuren 3 en 4 tonen een deel van de machine die is voorzien van een egalisatie-inrichting 61. Deze bestaat uit een egalisatiebalk 62, welke via steunen 63 hoogte-verstelbaar met het raamwerk 2 is verbonden. De steunen 63 zijn geleidbaar in geleidingen 64 in de vorm van U-profielen die tegen de voorste verticale zijde van de voorste raam-werkbalk 13 zijn aangebracht. De steunen 63 zijn via klemming met behulp van een bout 65 in de geleidingen 64 vastgezet. De egalisatiebalk 62 bestaat uit vier delen hoekijzer, die in W-vorm aan elkaar zijn aangebracht. De vrije uiteinden van de twee ribben van het hoekijzer liggen in een denkbeeldig horizontaal vlak en vormen de onderzijde van de balk. De binnenste twee delen van de egalisatiebalk 62 zijn in puntvorm, gericht in de rijrichting A, opgesteld en staan elk onder een hoek van ongeveer 105° met de rijrichting A. De buitenste twee delen van de egalisatiebalk 62 zijn elk onder een hoek van ongeveer 150° met een binnenste deel verbonden. De onderlinge afstand tussen de verbindingen van een binnenste en een buitenste deel van de egalisatiebalk 62 komt overeen met de gestandaardiseerde spoorbreedte van een trekker. Bij de onderhavige machinebreedte van 3 meter, waarover de balk zich uitstrekt, betekent dit dat een binnenste deel van de balk ongeveer twee keer zo lang is als een buitenste deel.Figures 3 and 4 show a part of the machine which is provided with an equalizing device 61. This consists of an equalizing beam 62, which is connected to the frame 2 in an adjustable manner via supports 63. The supports 63 are conductive in guides 64 in the form of U-profiles which are arranged against the front vertical side of the front window tool bar 13. The supports 63 are secured in the guides 64 via clamping using a bolt 65. The leveling beam 62 consists of four parts of angle iron, which are arranged in W-shape. The free ends of the two ribs of the angle iron lie in an imaginary horizontal plane and form the bottom of the beam. The inner two parts of the leveling bar 62 are arranged in a point shape, oriented in the direction of travel A, and are each at an angle of approximately 105 ° with the direction of travel A. The outer two parts of the leveling bar 62 are each at an angle of approximately 150 °. ° connected to an inner part. The mutual distance between the connections of an inner and an outer part of the leveling beam 62 corresponds to the standardized track width of a tractor. With the present machine width of 3 meters, over which the beam extends, this means that an inner part of the beam is approximately twice as long as an outer part.
De werking van de machine wordt in het navolgende beschreven.The operation of the machine is described below.
Tijdens bedrijf is de machine werkzaam in de bewegingsrichting A van de trekker, door middel waarvan de machine wordt voortbewogen en aangedreven. Hierbij wordt met behulp van de sporenwissers 5 de samendrukking van het zaaibed ter plaatse van de wielsporen van de trekker grotendeels opgeheven. De machine is tijdens bedrijf gekoppeld met de in zwevende stand gestelde driepuntshefinrichting van de trekker. Hierdoor rust de machine op de rol 6. Deze heeft tot doel de bodem geëgaliseerd en samengedrukt achter te laten. De relatief dunne bovenste laag van de geëgaliseerde en aangedrukte bodem wordt vervolgens door de freesinrichting 9 in stroken bewerkt, dat wil zeggen losgemaakt en verkruimeld. De onderlinge afstand van de door de groepen bewerkingsorga- nen bewerkte stroken komt overeen met de gewenste afstand tussen de rijen waarin zaden worden gezaaid. De werkdiepte van de freesinrichting 9 wordt met de schroefspindels 8 ingesteld, waarbij de zijplaten 33 van de freesinrichting 9 om de as 31 van de draagbalk 32 ten opzichte van het gestel 1 en daarmee ten opzichte van de vast aan het gestel 1 aangebrachte rol 6, verdraaien. In het geval van bieten of koolzaad kan de bewerkingsdiepte op bijvoorbeeld 3 cm en bij mais op bijvoorbeeld 7 cm worden ingesteld. Tussen de door de freesinrichting 9 bewerkte stroken grond zijn de wiedegele-menten 10 werkzaam, welke eventueel opgeschoten onkruid, dat door de rol 6 reeds is platgedrukt, met wortel en al uit de grond rijt. Tevens wordt hiermee het oppervlak van het niet gefreesde deel van de bodem losgemaakt en enigszins verkruimeld, zodat de bodem tegen uitdrogen is beschermd. De zaai-eenheden 11 zijn elk werkzaam in een door de freesinrichting 9 bewerkte strook grond en deponeren het zaad in het midden van deze strook. Door de parallellogramkoppeling van een zaaieenheid 11 met het gestel 1 van de machine kan de zaai-diepte van een kouter 56 met behulp van het steun- en aan-drukwiel 57 ingesteld worden, terwijl de kouters 56, wanneer het raamwerk 2 omhoog beweegt, steeds in contact met de grond blijven. De onderhavige constructie laat het toe dat desgewenst een zaaieenheid 11 door een willekeurige andere zaaieenheid wordt vervangen.During operation, the machine operates in the direction of motion A of the tractor, by means of which the machine is propelled and driven. With the aid of the wheel mark eradicators 5 the compression of the seed bed at the location of the wheel tracks of the tractor is largely canceled. The machine is coupled during operation to the floating three-point linkage of the tractor. As a result, the machine rests on the roller 6. The purpose of this is to leave the ground leveled and compressed. The relatively thin top layer of the leveled and pressed bottom is then worked into strips by the milling device 9, that is, loosened and crumbled. The spacing of the strips worked by the groups of processing members corresponds to the desired distance between the rows in which seeds are sown. The working depth of the milling device 9 is adjusted with the screw spindles 8, the side plates 33 of the milling device 9 about the axis 31 of the supporting beam 32 with respect to the frame 1 and thus with respect to the roller 6 fixed to the frame 1, twist. In the case of beets or oilseed rape, the working depth can be set to, for example, 3 cm and for maize to, for example, 7 cm. The weeding elements 10 are active between the strips of soil worked by the milling device 9, and any weeds that have sprung up, which have already been flattened by the roller 6, are rooted out of the soil. It also loosens the surface of the non-milled part of the bottom and crumbles it slightly, so that the bottom is protected against drying out. The sowing units 11 each operate in a strip of soil worked by the milling device 9 and deposit the seed in the center of this strip. The parallelogram coupling of a seeding unit 11 to the frame 1 of the machine allows the seeding depth of a coulter 56 to be adjusted with the aid of the support and pressure wheel 57, while the coulters 56, as the frame 2 moves upwards, are always stay in contact with the ground. The present construction allows if desired a seeding unit 11 to be replaced by any other seeding unit.
Door de bewerking in stroken is het benodigd vermogen voor het aandrijven van de machine relatief gering. De onderhavige machine kan worden aangedreven met behulp van de hydromotor 44, welke via de aan- en afvoerslangen 48 met de hydraulische inrichting van de trekker is verbonden. De freesinrichting 9 kan in de onderhavige uitvoering in twee richtingen worden aangedreven, terwijl de aandrijfsnelheid traploos instelbaar is. Door de plaatsing van de rol 6 aan de voorzijde van de freesinrichting 9 is het met de onderhavige machine mogelijk om direct op geploegd land in te zaaien. Deze mogelijkheid is in het bijzonder gunstig uit te voeren wanneer de machine, in plaats van van sporenwissers, is voorzien van een egalisatie-inrichting 61 die voor de rol 6 is aangebracht. Door de W-vorm van de egalisatiebalk wordt afgeschraapte aarde in de richting van de sporen van de trekkerbanden geleid, waardoor deze geeffend worden. Tevens behoeft door deze vorm de egalisatiebalk niet in zijn geheel schuin ten opzichte van de rijrichting A, en daarmee ten opzichte van het gestel, te worden gesteld en wordt geen aarde zijdelings van de machine afgelegd. De zaaieenheden 11 zijn zodanig ten opzichte van het gestel 1 van de machine opgesteld dat de trekkersporen zich steeds tussen twee stroken bewerkte grond vinden.Due to the processing in strips, the power required for driving the machine is relatively small. The present machine can be driven by means of the hydraulic motor 44, which is connected to the hydraulic device of the tractor via the supply and discharge hoses 48. In the present embodiment, the milling device 9 can be driven in two directions, while the drive speed is infinitely adjustable. By placing the roller 6 at the front of the milling device 9, it is possible with the present machine to sow directly on plowed land. This possibility is particularly advantageous if the machine is provided with a leveling device 61 which is arranged in front of the roller 6, instead of with wheel mark eradicators. The W-shape of the leveling beam guides scraped earth in the direction of the tracks of the tractor tires, so that they are smoothed. Also, due to this shape, the leveling beam does not have to be inclined in its entirety with respect to the direction of travel A, and thus with respect to the frame, and no earth is deposited laterally of the machine. The sowing units 11 are arranged relative to the frame 1 of the machine so that the tractor tracks are always located between two strips of cultivated soil.
De uitvinding is niet beperkt tot hetgeen hiervoor is beschreven, maar heeft ook betrekking op alle details in de tekeningen. De uitvinding heeft verder betrekking op allerlei alternatieven in de constructie uiteraard vallende binnen de bewoordingen van de hierna volgende conclusies.The invention is not limited to what has been described above, but also relates to all details in the drawings. The invention further relates to all kinds of alternatives in the construction, naturally falling within the terms of the following claims.
Claims (25)
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL9400676A NL9400676A (en) | 1994-04-27 | 1994-04-27 | Machine combination for tilling and sowing ground |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL9400676A NL9400676A (en) | 1994-04-27 | 1994-04-27 | Machine combination for tilling and sowing ground |
NL9400676 | 1994-04-27 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL9400676A true NL9400676A (en) | 1995-12-01 |
Family
ID=19864120
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL9400676A NL9400676A (en) | 1994-04-27 | 1994-04-27 | Machine combination for tilling and sowing ground |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL9400676A (en) |
Cited By (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
CN108684259A (en) * | 2018-05-18 | 2018-10-23 | 山东省农业机械科学研究院 | The clear stubble ferti-seeding combine of one seedling band |
RU184739U1 (en) * | 2018-03-20 | 2018-11-07 | Федеральное государственное бюджетное образовательное учреждение высшего образования "Новосибирский государственный аграрный университет" | Tillage sowing unit |
RU2675492C1 (en) * | 2018-02-02 | 2018-12-19 | Федеральное государственное бюджетное образовательное учреждение высшего образования "Новосибирский государственный аграрный университет" | Method of seeding agricultural crops and device for its implementation |
-
1994
- 1994-04-27 NL NL9400676A patent/NL9400676A/en not_active Application Discontinuation
Cited By (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
RU2675492C1 (en) * | 2018-02-02 | 2018-12-19 | Федеральное государственное бюджетное образовательное учреждение высшего образования "Новосибирский государственный аграрный университет" | Method of seeding agricultural crops and device for its implementation |
RU184739U1 (en) * | 2018-03-20 | 2018-11-07 | Федеральное государственное бюджетное образовательное учреждение высшего образования "Новосибирский государственный аграрный университет" | Tillage sowing unit |
CN108684259A (en) * | 2018-05-18 | 2018-10-23 | 山东省农业机械科学研究院 | The clear stubble ferti-seeding combine of one seedling band |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US4241674A (en) | Sub-soil planter | |
US4377979A (en) | Conservation tillage row crop planter system | |
US20080141914A1 (en) | Combined Agricultural Machine | |
EP2436250A1 (en) | Soil working apparatus and method | |
HU182892B (en) | Tiller | |
EP0770319A1 (en) | Integrated soil cultivating apparatus | |
US3935906A (en) | Adjustable height soil conditioner with frame extending rearwardly from cultivating implement | |
WO1994012010A1 (en) | Improvements relating to land management | |
CN110393048A (en) | The clean zone shape seeding combined working machine of rape rotary tillage ditching fertilising | |
KR20200044657A (en) | Cultivator with harrow | |
HU190361B (en) | Combined tillage tool | |
NL8501109A (en) | AGRICULTURAL IMPLEMENT. | |
NL9400676A (en) | Machine combination for tilling and sowing ground | |
EP0436975B1 (en) | A soil cultivating machine | |
JP2006325506A (en) | Partial tilling direct sowing apparatus | |
GB2133663A (en) | Soil cultivating machines | |
GB363475A (en) | A machine for ploughing, tilling, rolling, drilling, excavating, mowing, and the like | |
NL193433C (en) | Soil cultivation machine. | |
EP0771520B1 (en) | A rotary harrow | |
EP0305601B1 (en) | A soil cultivating machine | |
GB2121262A (en) | A seed drill | |
NL8203047A (en) | SOIL TILLER. | |
NL9300659A (en) | Soil cultivation machine. | |
RU48142U1 (en) | Soil cultivating tool | |
EP0189957B1 (en) | Soil cultivating machine |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
BA | A request for search or an international-type search has been filed | ||
BB | A search report has been drawn up | ||
BV | The patent application has lapsed |