NL193433C - Soil cultivation machine. - Google Patents

Soil cultivation machine. Download PDF

Info

Publication number
NL193433C
NL193433C NL9101361A NL9101361A NL193433C NL 193433 C NL193433 C NL 193433C NL 9101361 A NL9101361 A NL 9101361A NL 9101361 A NL9101361 A NL 9101361A NL 193433 C NL193433 C NL 193433C
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
roller
frame
working
members
soil
Prior art date
Application number
NL9101361A
Other languages
Dutch (nl)
Other versions
NL193433B (en
NL9101361A (en
Inventor
Cornelis Johannes Gerardus Bom
Ary Van Der Lely
Original Assignee
Lely Nv C Van Der
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Lely Nv C Van Der filed Critical Lely Nv C Van Der
Priority to NL9101361A priority Critical patent/NL193433C/en
Publication of NL9101361A publication Critical patent/NL9101361A/en
Publication of NL193433B publication Critical patent/NL193433B/en
Application granted granted Critical
Publication of NL193433C publication Critical patent/NL193433C/en

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01BSOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
    • A01B49/00Combined machines
    • A01B49/04Combinations of soil-working tools with non-soil-working tools, e.g. planting tools
    • A01B49/06Combinations of soil-working tools with non-soil-working tools, e.g. planting tools for sowing or fertilising
    • A01B49/065Combinations of soil-working tools with non-soil-working tools, e.g. planting tools for sowing or fertilising the soil-working tools being actively driven
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01BSOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
    • A01B29/00Rollers
    • A01B29/06Rollers with special additional arrangements
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01BSOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
    • A01B63/00Lifting or adjusting devices or arrangements for agricultural machines or implements
    • A01B63/02Lifting or adjusting devices or arrangements for agricultural machines or implements for implements mounted on tractors
    • A01B63/10Lifting or adjusting devices or arrangements for agricultural machines or implements for implements mounted on tractors operated by hydraulic or pneumatic means
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01BSOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
    • A01B63/00Lifting or adjusting devices or arrangements for agricultural machines or implements
    • A01B63/14Lifting or adjusting devices or arrangements for agricultural machines or implements for implements drawn by animals or tractors
    • A01B63/24Tools or tool-holders adjustable relatively to the frame
    • A01B63/26Tools or tool-holders adjustable relatively to the frame by man-power
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01BSOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
    • A01B63/00Lifting or adjusting devices or arrangements for agricultural machines or implements
    • A01B63/14Lifting or adjusting devices or arrangements for agricultural machines or implements for implements drawn by animals or tractors
    • A01B63/24Tools or tool-holders adjustable relatively to the frame
    • A01B63/32Tools or tool-holders adjustable relatively to the frame operated by hydraulic or pneumatic means without automatic control

Description

1 1934331 193433

GrondbewerkingsmachineSoil cultivation machine

De uitvinding heeft betrekking op een grondbewerkingsmachine voorzien van een gestel met een aantal op opwaartse assen roterende grondbewerkingswerktuigen en van een achter deze grondbewerkings-5 werktuigen geplaatste rol die in hoogterichting instelbaar is ten opzichte van het gestel en waarbij de rol en het gestel met elkaar scharnierbaar zijn verbonden nabij de voorkant van het gestel en waarbij de armen steunen bezitten die naar beneden zijn gericht en aan welke steunen de rol is bevestigd.The invention relates to a soil tillage machine provided with a frame with a number of soil tillage implements rotating on upward axes and of a roller placed behind these soil tillage implements which is adjustable in height relative to the frame and wherein the roller and frame are hinged together are connected near the front of the frame and the arms have supports that face down and to which supports the roller is attached.

Een dergelijke inrichting is beschreven in de niet vóórgepubliceerde Nederlandse octrooiaanvrage NL-A-8301074. Deze bekende inrichting heeft als nadeel dat de rol relatief ver achter de grondbewerkings-10 werktuigen is geplaatst. De onderhavige uitvinding heeft tot doel bovengenoemd nadeel op te heffen of althans tot een minimum te beperken.Such a device is described in the non-prepublished Dutch patent application NL-A-8301074. The drawback of this known device is that the roller is placed relatively far behind the soil tillage implements. The object of the present invention is to eliminate or at least minimize the above drawback.

Volgens de uitvinding wordt dit bereikt doordat de steunen vanaf hun bevestigingsplaatsen aan de als draaggestel uitgevoerde armen, gerekend ten opzichte van de rijrichting, schuin naar voren zijn gericht, waarbij hun langshartlijnen (a) met de langshartlijnen van de armen een naar beneden gerichte hoek 15 vormen.According to the invention this is achieved in that the supports are oriented obliquely forwardly from their mounting locations on the arms designed as a carrying frame, calculated relative to the direction of travel, wherein their longitudinal axes (a) and the longitudinal axes of the arms are angled downwards. to shape.

Door de speciale opstelling van de arm en de steun ten opzichte van elkaar, waarbij door hun iangs-hartlijnen de in het voorgaande beschreven scherpe hoek wordt ingesloten, is het mogelijk de rol praktisch recht naar beneden te bewegen, zodat geen extra ruimte voor de boven beschreven beweging van de rol noodzakelijk is.Due to the special arrangement of the arm and the support relative to each other, whereby the longitudinal centers enclose the sharp angle described above, it is possible to move the roller practically straight downwards, so that no extra space for the top described movement of the roller is necessary.

2020

Aan de hand van enkele in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeelden zal de uitvinding hieronder nader worden uiteengezet.The invention will be explained in more detail below with reference to a few illustrative embodiments shown in the drawing.

Figuur 1 geeft in bovenaanzicht een grondbewerkingsmachine weer, gecombineerd met een aanbouw-werktuig in de vorm van een zaaimachine en voorzien van een constructie volgens de uitvinding; 25 figuur 2 geeft een zijaanzicht weer van figuur 1; figuur 3 geeft op grotere schaal een tot de constructie volgens de uitvinding behorend verstelmiddel en daartoe behorend begrenzingsmiddel weer; figuur 4 geeft een aanzicht weer volgens de lijn IV - IV in figuur 3, terwijl figuur 5 een aanzicht weergeeft volgens de lijn V - V in figuur 4; 30 figuur 6 geeft een tweede uitvoeringsvoorbeeld weer van een verstelmiddel en een begrenzingsmiddel bij de constructie volgens de uitvinding.Figure 1 is a top view of a soil tillage machine, combined with an attachment in the form of a seed drill and provided with a construction according to the invention; Figure 2 shows a side view of figure 1; figure 3 shows on a larger scale an adjusting means belonging to the construction according to the invention and limiting means belonging thereto; Figure 4 shows a view along line IV-IV in Figure 3, while Figure 5 shows a view along line V-V in Figure 4; Figure 6 shows a second exemplary embodiment of an adjusting means and a limiting means in the construction according to the invention.

De in de figuren weergegeven inrichting betreft een grondbewerkingsmachine, in het bijzonder eem machine voor het bereiden van een zaaibed. De machine omvat een kokervormig gesteldeel 1, dat zich dwars op de 35 voortbewegingsrichting A van de machine uitstrekt en waarin naast elkaar, op een afstand van bij voorkeur 25 cm, opwaartse, bijvoorkeur althans nagenoeg verticale assen 2 van bewerkingsorganen 3 zijn gelegerd. Elk bewerkingsorgaan 3 omvat een zich althans nagenoeg horizontaal uitstrekkende drager 4, die op het aan de onderzijde uit het gesteldeel 1 stekende einde van een as 2 is aangebracht en welke drager nabij de einden is voorzien van zich naar beneden uitstrekkende bewerkingselementen 5 in de vorm van tanden.The device shown in the figures relates to a soil cultivation machine, in particular a machine for preparing a seed bed. The machine comprises a tubular frame part 1, which extends transversely to the direction of travel A of the machine and in which upwardly, preferably at least substantially vertical axes 2 of working members 3 are supported next to each other, at a distance of preferably 25 cm. Each processing member 3 comprises an at least substantially horizontally extending carrier 4, which is arranged on the end of a shaft 2 projecting at the bottom from the frame part 1 and which carrier is provided near the ends with working elements 5 in the form of downwardly extending teeth.

40 De einden van het kokervormig gesteldeel 1 zijn afgesloten door middel van platen 6 die zich in opwaartse richting en althans nagenoeg evenwijdig aan de voortbewegingsrichting A van de machine uitstrekken. Nabij de voorzijde is elk van de platen 6 voorzien van een as 7, waarom een arm 8 verzwenk-baar is, die zich langs de buitenzijde van een plaat 6 naar achteren uitstrekt. Elk van de armen 8 die, zoals uit figuur 2 blijkt, een recht verloop hebben, is aan de achterzijde voorzien van een draagarm 9. Elke 45 draagarm 9 is aan de binnenzijde van een arm 8 aangebracht en verloopt vanaf de arm over een recht deel schuin naar beneden en naar achteren om vervolgens nabij het midden over te gaan in een zich in hoofdzaak naar achteren uitstrekkend deel. De eerstgenoemde delen van de draagarmen 9 zijn met elkaar verbonden door een dwarsbalk 10, die zich althans nagenoeg evenwijdig uitstrekt aan een vlak door de draaiingsassen van de bewerkingsorganen 3 en wordt gevormd door een kokerbalk met een rechthoekige 50 dwarsdoorsnede (figuur 2). De draagarmen 9 en de kokerbalk 10 vormen een draagconstructie.The ends of the tubular frame part 1 are closed by means of plates 6 which extend in the upward direction and at least substantially parallel to the direction of advancement A of the machine. Near the front, each of the plates 6 is provided with a shaft 7, around which an arm 8 is pivotable, which extends backwards along the outside of a plate 6. Each of the arms 8, which, as can be seen from figure 2, have a straight course, is provided with a support arm 9 at the rear. Each support arm 9 is arranged on the inside of an arm 8 and runs from the arm over a straight part. obliquely downwards and backwards and then near the center to a substantially rearwardly extending part. The first-mentioned parts of the supporting arms 9 are connected to each other by a cross beam 10, which extends at least substantially parallel to a plane through the rotary axes of the working members 3 and is formed by a box beam with a rectangular cross-section (figure 2). The supporting arms 9 and the box beam 10 form a supporting construction.

Aan de zich naar achteren uitstrekkende delen zijn zich schuin naar beneden en naar voren uitstrekkende steunen 11 aangebracht, een en ander zodanig dat de langshartlijn a van een steun 11 met de langshartlijn b van een arm 8 een scherpe hoek insluit, waarvan de benen naar beneden zijn gericht (figuur 2). De hoek bedraagt bij voorkeur ± 45°. Aan de ondereinden van de steunen 11 zijn door middel van 55 legers, die in legerhuizen zijn ondergebracht astappen vrij draaibaar ondersteund van een rol 12, die in dit uitvoeringsvoorbeeld is uitgevoerd als een pakkerrol. De pakkerro! 12 omvat een cilindervormig deel 13 dat aan de omtrek is voorzien van op afstand van elkaar gelegen kransen tanden 14. Tussen de respectieve 193433 2 kransen tanden 14 zijn aan de achterzijde afstrijkers 15 aangebracht, die door middel van een zich naar boven uitstrekkende drager 16 aan een tussen de achtereinden van de armen 9 aanwezige drager 17 zijn aangebracht. Nabij het midden is het gesteldeei 1 aan de voorzijde voorzien van een bok 18, die aankoppelpunten heeft voor aankoppeling aan de driepuntshefinrichting van een trekker. De bovenzijde van 5 de bok 18 omvat een aankoppelpunt gevormd door op afstand van elkaar gelegen platen 19, die door middel van divergerende, naar beneden verlopende steunen 20 met de achterzijde van het gesteldeei 1 zijn verbonden. De achterzijde van de bok 18 is aan de onderzijde voorzien van aankoppelpunten, waaraan door middel van onderste armen 21 en een bovenste enkele arm 22 de driepuntsbevestiging 23 kan worden aangebracht van een aanbouwwerktuig, zoals de afgebeelde zaaimachine 24, een en ander zodanig dat 10 deze machine, die door middel van eigen loopwielen 25 wordt ondersteund, zich tijdens het bedrijf onafhankelijk aan de bodemoneffenheden kan aanpassen. De zaaimachine 24 is voorzien van een zich dwars op de voortbewegingsrichting A uitstrekkend reservoir 26, waarop zaaipijpen 27A aansluiten, die door middel van zaaischoenen 28 het zaad in de grond kunnen brengen. De aandrijving van het zaaimechanisme vindt plaats vanaf de loopwielen 25 van de machine.Supports 11 are arranged obliquely downwards and forwards to the rearwardly extending parts, such that the longitudinal axis a of a support 11 with the longitudinal axis b of an arm 8 encloses an acute angle, the legs of which go downwards. are targeted (Figure 2). The angle is preferably ± 45 °. At the lower ends of the supports 11, journals are rotatably supported on a roller 12, which in this embodiment is designed as a packer roller, by means of 55 bearings which are housed in army houses. The packer! 12 comprises a cylindrical part 13 which is provided on the periphery with spaced apart crowns of teeth 14. Between the respective 193433 2 crowns of teeth 14 are provided on the rear side scrapers 15, which are attached by means of an upwardly extending support 16 a carrier 17 present between the rear ends of the arms 9 is arranged. Near the center, frame 1 at the front is provided with a trestle 18, which has coupling points for coupling to the three-point linkage of a tractor. The top of the trestle 18 comprises a coupling point formed by spaced apart plates 19, which are connected to the rear of the frame 1 by means of divergent, downwardly extending supports 20. The rear side of the trestle 18 is provided at the bottom with coupling points, to which the three-point attachment 23 of an attachment, such as the seed drill 24 shown, can be fitted by means of lower arms 21 and an upper single arm 22, such that machine, which is supported by means of its own running wheels 25, can independently adapt to the ground irregularities during operation. The seed drill 24 is provided with a reservoir 26 extending transversely to the direction of travel A, to which seed pipes 27A connect, which can bring the seed into the ground by means of seed shoes 28. The seeding mechanism is driven from the running wheels 25 of the machine.

15 Aan de achterzijde is de machine voorzien van een dubbele rij uit verend materiaal vervaardigde tanden 26. Nabij het midden is de kokerbalk 10 voorzien van twee op afstand van elkaar gelegen, zich naar voren uitstrekkende oren 27, waartussen scharnierend een einde is aangebracht van een verstelcilinder 28. Het andere einde van de verstelcilinder 28 omvat een verlenging 29, waarin een stang 30 reikt die is verbonden met, en in het verlengde is gelegen van een zuigerstang 31 in de cilinder. Het einde van de verlenging 29 is 20 afgesloten door een sluitstuk 32 dat is voorzien van een schroefdraad, waarin een schroefspindel 33 is gedraaid. De schroefspindel 33 is draaibaar ondersteund in een geleiding 34 welke geleiding is bevestigd aan een stang 35, die evenwijdig verloopt aan de schroefspindel. De stang 35 is gevoerd door een opening in het sluitstuk 32. Het sluitstuk 32 is voorzien van een tap 36, die vrij verzwenkbaar is aangebracht in een bus 37. De bus 37 is aangebracht tussen platen 38. De platen 38 zijn aan de platen 19 vastgezet door 25 middel van bouten. Aan de achterzijde dragen de platen 19 en 38 een dwarsstuk 39 dat aan de einden is voorzien van schuin naar beneden divergerende lippen 40, die elk zijn voorzien van een opening 41. In elk van de openingen 41 kan het einde worden gehaakt van een orgaan 42 dat met zijn andere einde is aangebracht in een opening van een lip 43 op de bovenzijde van een arm 21 en met behulp waarvan wordt voorkomen dat de armen 21 tijdens het transport op het gesteldeei 1 komen te rusten.15 At the rear, the machine is provided with a double row of sprung material made of resilient material. Near the center, the box beam 10 is provided with two spaced-apart, forwardly extending ears 27, between which one end is hinged. adjustment cylinder 28. The other end of the adjustment cylinder 28 includes an extension 29 into which a rod 30 extends which is connected to and is an extension of a piston rod 31 in the cylinder. The end of the extension 29 is closed by a closing piece 32 which is provided with a screw thread into which a screw spindle 33 is screwed. The screw spindle 33 is rotatably supported in a guide 34, which guide is attached to a rod 35, which runs parallel to the screw spindle. The rod 35 is passed through an opening in the closing piece 32. The closing piece 32 is provided with a pin 36, which is freely pivotally mounted in a sleeve 37. The sleeve 37 is arranged between plates 38. The plates 38 are attached to the plates 19 secured by means of bolts. At the rear, the plates 19 and 38 carry a cross piece 39 which is provided at the ends with diagonally downwardly diverging lips 40, each of which is provided with an opening 41. In each of the openings 41 the end can be hooked from a member 42 which, with its other end, is arranged in an opening of a lip 43 on the top of an arm 21 and by means of which the arms 21 are prevented from resting on the frame 1 during transport.

30 Nabij het midden is het orgaan 42 voorzien van een trekveer 44.Near the center, the member 42 is provided with a tension spring 44.

Binnen het kokervormig gesteldeei 1 is elke as 2 van een bewerkingsorgaan 3 voorzien van een tandwiel 45 met rechte vertanding, een en ander zodanig dat de tandwielen op de as van naast elkaar gelegen bewerkingsorganen 3 met elkaar aandrijvende verbinding zijn. Nabij het midden is de as van een bewerkingsorgaan 3 naar boven verlengd en deze verlenging reikt in een tandwielkast 46, waarbinnen de 35 verlenging via een aan de achterzijde van de tandwielkast aangebrachte toerenvariator 47 in aandrijvende verbinding staat met een zich in de voortbewegingsrichting A van de machine uitstrekkende as 48 die aan de voorzijde buiten de tandwielkast uitsteekt. Het uit de tandwielkast stekende einde van de as 48 kan door middel van een tussenas 49 met de aftakas van een trekker worden gekoppeld.Within the box-shaped frame 1, each shaft 2 of a working member 3 is provided with a gear 45 with straight teeth, such that the gears on the shaft of adjacent working members 3 drive together. Near the center, the shaft of a working member 3 is extended upwards and this extension extends into a gearbox 46, within which the extension is in driving connection via a speed variator 47 arranged at the rear of the gearbox with a direction of travel A of the machine extending shaft 48 which protrudes from the front of the gearbox. The end of the shaft 48 protruding from the gearbox can be coupled to the PTO shaft of a tractor by means of an intermediate shaft 49.

De werking van de in het voorgaande beschreven machine is als volgt.The operation of the machine described above is as follows.

40 Tijdens het bedrijf is de machine door middel van de bok 18 met de driepuntshefinrichting van een trekker verbonden en wordt de machine voortbewogen in een richting volgens pijl A, waarbij vanaf de aftakas via de tussenas 49 en de in het voorgaande beschreven overbrenging, de respectieve bewerkingsorganen 3 worden aangedreven in richtingen zoals met pijlen in figuur 1 is weergegeven en waarbij naast elkaar gelegen bewerkingsorganen met hun bewerkingselementen 5 ten minste aan elkaar grenzende 45 stroken grond bewerken. Alvorens met het werk te beginnen, is de werkdiepte van de bewerkingsorganen 3 ingesteld door middel van de rol 12. Deze instelling kan geschieden vanaf de trekker met behulp van de dubbelwerkende verstelcilinder 28. Een schaalverdeling 50 is hiertoe aanwezig op de zijde van de verlenging 29, die naar de stang 35 is gekeerd (zie figuur 4). Nadat men de rol 12 met behulp van de verstelcilinder 28 in de gewenste stand heeft gebracht, kan men vanaf de bestuurderszitplaats de schroef-50 spindel 33 zover verdraaien dat het einde tegen de bovenzijde van de verlenging 30 van de zuigerstang 31 komt (figuur 4). De schroefspindel 33 vormt hierbij een continu verstelbare aanslag binnen de cilinder, waardoor de ingestelde stand van de rol 12 aan de bovenzijde is gefixeerd. Achteraan de machine is bij dit uitvoeringsvoorbeeld met behulp van de armen 21 en 22 de driepuntsbevestiging 23 van een zaaimachine 24 aangebracht.40 During operation, the machine is connected to the three-point linkage of a tractor by means of the trestle 18 and the machine is moved in a direction according to arrow A, whereby from the PTO shaft via the intermediate shaft 49 and the gear described above, the respective working members 3 are driven in directions as shown with arrows in figure 1 and wherein adjacent working members with their working elements 5 cultivate at least adjacent strips of soil. Before starting work, the working depth of the working members 3 is adjusted by means of the roller 12. This adjustment can be made from the tractor using the double-acting adjusting cylinder 28. A scale 50 is provided for this purpose on the side of the extension 29 which faces the bar 35 (see Figure 4). After the roller 12 has been brought into the desired position with the aid of the adjusting cylinder 28, the screw-50 spindle 33 can be rotated from the driver's seat so that the end touches the top of the extension 30 of the piston rod 31 (figure 4). . The screw spindle 33 hereby forms a continuously adjustable stop within the cylinder, whereby the adjusted position of the roller 12 is fixed at the top. In this exemplary embodiment, the three-point mounting 23 of a seed drill 24 is arranged at the rear of the machine by means of the arms 21 and 22.

55 Tijdens het bedrijf bevindt de zaaimachine zich in een stand zoals in figuur 2 is weergegeven en kan vanuit het reservoir 26 met behulp van het vanaf de loopwielen 25 aangedreven zaaimechanisme zaaigoed via de zaaipijpen 27A en de door de grond bewegende zaaischoenen 28 in de aarde worden gebracht.55 During operation, the seed drill is in a position as shown in figure 2 and seed can be sown from the reservoir 26 by means of the seed mechanism driven from the impellers 25 via the seed pipes 27A and the seed shoes 28 moving through the ground 28 brought.

Claims (2)

3 193433 Indien men op de wendakker aan het einde van de werkgang moet manoeuvreren, kan men met behulp van de verstelcilinder 28 en de rol 12 via de draagconstructie 9, 10 naar beneden bewegen tot in een stand die in figuur 2 is weergegeven. In deze weergegeven stand bevindt de onderzijde van de rol 12 zich in ten minste 10 cm onder de baan beschreven door de uiteinden van de bewerkingseiementen 5 van de 5 bewerkingsorganen 3. Bij het naar beneden bewegen van de rol 12 door middel van de een verstelmiddel vormende verstelcilinder 28 in de weergegeven stand wordt het geheel van grondbewerkingsmachine en aanbouwwerktuig, in dit geval de zaaimachine 24, omhoog gebracht tot de bewerkingsorganen en de zaaimachine geheel vrij zijn van de grond. Indien dit is geschied, kan met het slechts door de rol 12 ondersteunde geheel worden gemaoeuvreerd tot men in de juiste stand is gekomen voor de nieuwe 10 werkgang. Hierbij kan men de rol 12 naar boven laten bewegen tot de verlenging 30 van de zuigerstang 31 tegen de onderzijde van de schroefspindel 33 komt en de oorspronkelijk ingestelde werkdiepte van de bewerkingsorganen opnieuw is verkregen en de zaaimachine opnieuw in de gewenste stand op de grond rust. De verstelcilinder 28, die tevens als begrenzingsmiddel de continu verstelbare aanslag 33 omvat, vormt een compact geheel dat gemakkelijk is aan te brengen. 15 Door de speciale opstelling van de arm 8 en de steun 11 ten opzichte van elkaar, waarbij door hun langshartlijnen de in het voorgaande beschreven scherpe hoek wordt ingesloten, is het mogelijk de rol 12 praktisch recht naar beneden toe te bewegen, zodat geen extra ruimte voor de boven beschreven beweging van de rol noodzakelijk is. Door het op de boven beschreven wijze uit het werk brengen van het geheel, wordt voorkomen dat tijdens het manoeuvreren op de wendakker de zaaischoenen met aarde verstopt 20 raken, zodat niet alleen een gemakkelijker manoeuvreren mogelijk is, doch tevens wordt voorkomen dat onregelmatigheden in het gewenste zaaibeeld gaan optreden. In plaats van de in de figuren 1-5 weergegeven constructie, waarbij de verstelbare aanslag 33 deel uitmaakt van de verstelcilinder 28, kan ook een constructie worden toegepast zoals weergegeven in figuur 6. Hierbij zijn de achtereinden van de platen 19 aan de bovenzijde van de bok 18 voorzien van twee op 25 afstand van elkaar gelegen strippen 51. De einden van de strippen 51 zijn scharnierend verbonden met een verstelcilinder 52, die met zijn andere einde scharnierend is aangebracht tussen twee op de bovenzijde van de kokerbalk 10 aanwezige lippen 53. Tussen de lippen 27 aan de voorzijde van de kokerbalk 10 is scharnierbaar een einde aangebracht van een begrenzingsmiddel 54, dat een buisvormige geleiding 55 omvat voor een schroefspindel 56, die verdraaibaar is in een verzwenkbaar tussen de strippen 51 30 aangebracht, van schroefdraad voorzien blok 57. Het tot binnen de buisvormige geleiding 55 reikende einde van de schroefspindel 56 rust bij een bepaalde, door middel van de verstelcilinder 52 ingestelde werkstand tegen een aanslag 58 in de buisvormige geleiding 55. Voor het instellen van de werkstand is een schaalverdeling op de geleiding 55 aanwezig, welke schaalverdeling afleesbaar is met behulp van een wijzer 59, die aan het blok 57 is aangebracht. Bij toepassing van deze constructie kan men een eenvoudiger verstel-35 cilinder toepassen en kan men de ingestelde werkdiepte naar boven begrenzen op dezelfde wijze als bij het voorgaande uitvoeringsvoorbeeld, door vanaf de bestuurderszitplaats de schroefspindel 56 te bedienen. Opgemerkt wordt dat in plaats van om opwaartse, bij voorkeur verticale assen aan te drijven bewerkingsorganen, ook bewerkingsorganen aanwezig kunnen zijn die om een althans nagenoeg horizontale as aandrijf baar zijn. 403 193433 If you have to maneuver on the headland at the end of the pass, you can move down to the position shown in figure 2 with the aid of the adjustment cylinder 28 and the roller 12 via the supporting structure 9, 10. In this shown position, the underside of the roller 12 is located in at least 10 cm below the web described by the ends of the working elements 5 of the 5 working members 3. When the roller 12 is moved downwards by means of an adjusting means adjusting cylinder 28 in the position shown, the whole of the soil tillage implement and attachments, in this case the seed drill 24, is raised until the implement members and the seed drill are completely free from the ground. When this has been done, the whole supported only by the roller 12 can be maneuvered until it is in the correct position for the new pass. Here, the roller 12 can be moved upwards until the extension 30 of the piston rod 31 comes into contact with the underside of the screw spindle 33 and the working depth of the working members which was originally set is again obtained and the seed drill rests in the desired position on the ground again. The adjusting cylinder 28, which also comprises the continuously adjustable stop 33 as limiting means, forms a compact unit which is easy to apply. Due to the special arrangement of the arm 8 and the support 11 relative to each other, whereby the longitudinal axes enclose the sharp angle described above, it is possible to move the roller 12 practically straight downwards, so that no extra space required for the roller movement described above. Bringing the unit out of operation in the manner described above prevents the seed shoes from becoming clogged with soil during maneuvering on the headland, so that not only is maneuvering easier, but also irregularities in the desired shape are prevented. sowing picture will occur. Instead of the construction shown in Figures 1-5, in which the adjustable stop 33 forms part of the adjusting cylinder 28, a construction as shown in Figure 6 can also be used. Here, the rear ends of the plates 19 are at the top of the trestle 18 provided with two strips 51 spaced from each other. The ends of the strips 51 are hingedly connected to an adjusting cylinder 52, which is hinged with its other end between two lips 53 present on the top of the box beam 10. Between the lips 27 on the front of the box beam 10 are hingedly disposed at one end of a limiting means 54 which comprises a tubular guide 55 for a screw spindle 56 rotatable in a threaded block 57 pivotally disposed between the strips 51. The end of the screw spindle 56, which extends into the tubular guide 55, rests on a particular, by means of the adjusting cylinders. Operating position set against 52 against a stop 58 in the tubular guide 55. To adjust the working position, a scale is provided on the guide 55, which scale is readable with the aid of a pointer 59, which is arranged on the block 57. When this construction is used, a simpler adjustment cylinder can be used and the set working depth can be limited upwards in the same manner as in the previous embodiment, by operating the screw spindle 56 from the driver's seat. It is noted that instead of machining members which can be driven upwardly, preferably vertical axes, machining members which are drivable about an at least substantially horizontal axis may also be present. 40 1. Grondbewerkingsmachine voorzien van een gestel met een aantal om opwaartse assen roterende 45 grondbewerkingswerktuigen en van een achter deze grondbewerkingswerktuigen geplaatste rol die in hoogterichting instelbaar is ten opzichte van het gestel en waarbij de rol en het gestel met elkaar schamier-baar zijn verbonden nabij de voorkant van het gestel en waarbij de armen steunen bezitten die naar beneden zijn gericht en aan welke steunen de rol is bevestigd, met het kenmerk, dat de steunen (11) vanaf hun bevestigingsplaatsen aan de als draaggestel (8, 9, 10) uitgevoerde armen, gerekend ten opzichte van 50 de rijrichting, schuin naar voren zijn gericht, waarbij hun langshartlijnen (a) met de langshartlijnen (b) van de armen (8) een naar beneden gerichte hoek vormen.1. Soil tillage machine provided with a frame with a number of tillage implements rotating about upward axes and with a roller placed behind these soil tillage implements which is adjustable in height relative to the frame and wherein the roller and the frame are hingedly connected near the front of the frame and the arms having downwardly facing brackets and to which brackets the roller is attached, characterized in that the brackets (11) are fixed from their mounting locations to the arms constructed as supporting frame (8, 9, 10) with respect to the direction of travel, they are obliquely forward, their longitudinal centerlines (a) forming a downward angle with the longitudinal centerlines (b) of the arms (8). 2. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de hoek ± 45° bedraagt. Hierbij 4 bladen tekeningSoil cultivation machine according to claim 1, characterized in that the angle is ± 45 °. Hereby 4 sheets drawing
NL9101361A 1983-09-01 1991-08-08 Soil cultivation machine. NL193433C (en)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9101361A NL193433C (en) 1983-09-01 1991-08-08 Soil cultivation machine.

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8303042 1983-09-01
NL8303042A NL8303042A (en) 1983-09-01 1983-09-01 SOIL TILLER.
NL9101361A NL193433C (en) 1983-09-01 1991-08-08 Soil cultivation machine.
NL9101361 1991-08-08

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL9101361A NL9101361A (en) 1992-01-02
NL193433B NL193433B (en) 1999-07-01
NL193433C true NL193433C (en) 1999-11-02

Family

ID=19842330

Family Applications (2)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8303042A NL8303042A (en) 1983-09-01 1983-09-01 SOIL TILLER.
NL9101361A NL193433C (en) 1983-09-01 1991-08-08 Soil cultivation machine.

Family Applications Before (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8303042A NL8303042A (en) 1983-09-01 1983-09-01 SOIL TILLER.

Country Status (4)

Country Link
DE (1) DE3431796A1 (en)
FR (1) FR2551308B1 (en)
GB (1) GB2145611B (en)
NL (2) NL8303042A (en)

Families Citing this family (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CA1241504A (en) * 1983-12-01 1988-09-06 Frederick K. Mesek Disposable diaper with folded absorbent batt
GB2158686B (en) * 1984-05-11 1988-02-03 Eurotec Precision Ltd Ground care implements and appliances
US5366024A (en) * 1993-06-09 1994-11-22 Deere & Company Remotely adjustable depth control
FR3007934B1 (en) * 2013-07-04 2015-07-17 Kuhn Sa FLOOR WORKING MACHINE WITH PERFECTION WORK DEPTH ADJUSTING DEVICE
DE102018204873A1 (en) * 2018-03-29 2019-10-02 Roland Edlbauer Apparatus and method for soil cultivation
CN110574509A (en) * 2019-10-16 2019-12-17 安徽邓氏机械制造有限公司 seeding machine

Family Cites Families (16)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR1357044A (en) * 1964-07-01 Liot Ets Jack mechanism particularly applicable to the control of the tools of an agricultural machine
US2361326A (en) * 1942-07-15 1944-10-24 Deere & Co Power lift
US2704047A (en) * 1953-03-05 1955-03-15 Lushenko Gordon Indicating mechanism for ram operated agricultural tool
FR1347361A (en) * 1963-01-11 1963-12-27 Beauvais Et Robin S A R L Ets Improvement of lifting devices for heavy implements hitched at three points
US3225836A (en) * 1964-06-08 1965-12-28 Clarence E Newkirk Adjustable implement hitch means
FR1412550A (en) * 1964-08-20 1965-10-01 Weimar Werk Veb Adjusting device for machines for harvesting torn agricultural products and machine provided with said device
DE1965461U (en) * 1967-05-17 1967-08-03 Rau Ohg Maschf COMBINATION OF EQUIPMENT FOR TILLAGE FOR INSTALLATION ON THE THREE-POINT LINKAGE OF A TRACTOR.
US4077477A (en) * 1972-06-23 1978-03-07 C. Van Der Lely N.V. Soil cultivating implements
US3809165A (en) * 1973-02-26 1974-05-07 M Miller Hydraulically operated weight control
GB1460048A (en) * 1973-06-07 1976-12-31 British Demblon Equipment Ltd Tillage implements
NL7602084A (en) * 1976-03-01 1977-09-05 Lely Nv C Van Der SOIL WORKING MACHINE.
FR2448843A1 (en) * 1979-02-16 1980-09-12 Lemoine Attelages Sa "THREE POINT" HITCH THAT CAN BE USED AS WELL BEFORE AS AT THE BACK OF AN INDUSTRIAL, AGRICULTURAL VEHICLE, FOR PUBLIC WORKS, OR FORESTRY, FOR EXAMPLE A TRACTOR
DE3164248D1 (en) * 1980-02-08 1984-07-26 Rau Gmbh Maschf Power take-off soil treatment implement
DE3033848A1 (en) * 1980-09-09 1982-03-18 Rabewerk Heinrich Clausing, 4515 Bad Essen Multiple section agricultural machine - has sections used independently also attached in series to frame with wheels lowered to ground
DE3105639C3 (en) * 1981-02-17 1993-12-02 Amazonen Werke Dreyer H Closed combination of devices for agriculture
NL8102623A (en) * 1981-05-29 1982-12-16 Lely Nv C Van Der SOIL TILLER.

Also Published As

Publication number Publication date
DE3431796A1 (en) 1985-03-21
DE3431796C2 (en) 1989-09-14
GB2145611A (en) 1985-04-03
NL8303042A (en) 1985-04-01
NL193433B (en) 1999-07-01
FR2551308A1 (en) 1985-03-08
GB8421857D0 (en) 1984-10-03
NL9101361A (en) 1992-01-02
GB2145611B (en) 1987-07-01
FR2551308B1 (en) 1989-12-08

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP0271119B1 (en) A soil cultivating machine
NL193433C (en) Soil cultivation machine.
NL8204705A (en) GROUND TILLING ROLE.
EP0199406B1 (en) A plough
NL8800800A (en) COMBINATION OF A TRACTOR WITH AT LEAST A TILLAGE SEED UNIT.
NL8101017A (en) SOIL TILLER.
NL8903162A (en) SOIL TILLER.
NL8500187A (en) SOIL TILLER.
NL8300709A (en) Ground working implement - has outwardly extending prongs covering the whole working width of the machine
NL7907081A (en) SOIL TILLER.
US2378635A (en) Seeding attachment
AU761095B2 (en) Combined agricultural machine for working the soil and sowing
NL192594C (en) Combination of a tillage machine and a further machine to be coupled to it.
NL192364C (en) Combination of a tractor and a combination of a power harrow and a seed drill.
NL8203047A (en) SOIL TILLER.
NL8602972A (en) SOIL TILLER.
NL8801489A (en) SOIL TILLER.
NL192019C (en) Soil cultivation machine, in particular for working a seed bed.
NL8403460A (en) SOIL TILLER.
NL8006776A (en) SOIL TILLER.
NL8701010A (en) SOIL TILLER.
NL9101330A (en) SOIL TILLER.
NL8401597A (en) SOIL TILLER, IN PARTICULAR FOR THE PREPARATION OF A SEEDBED.
NL8902832A (en) AGRICULTURAL MACHINE.
NL8701582A (en) SOIL TILLER.

Legal Events

Date Code Title Description
A1A A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed