NL9400649A - Werkwijze voor het vervaardigen van een afdekking van een damwand alsmede deksloof. - Google Patents

Description

Werkwijze voor het vervaardigen van een afdekking van een damwand alsmede deksloof

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een afdekking voor een damwand of ander langwerpig uitstekend deel en het op het damwandeinde aanbrengen van een lichaam.

Een dergelijke werkwijze is in de stand der techniek algemeen bekend. Voor het beëindigen van damwanden, bijvoorbeeld gebruikt voor het vervaardigen van een kademuur, is het gebruikelijk aan weerszijden van de damwand een bekisting aan te brengen en deze bekisting met beton vol te storten. Het vervaardigen van de bekisting is een zeer arbeidsintensieve methode. Ter vereenvoudiging is voorgesteld zgn. "boekensteunen" toe te passen. Dit zijn steunen, die aan het damwandprofiel bevestigd worden, zoals door lassen, waarop vervolgens op eenvoudige wijze de bekisting geplaatst wordt. Na het uitharden van het beton kunnen dergelijke "boekensteunen" met bijbehorende bekistingsdelen eenvoudig verwijderd worden.

Afgezien van het arbeid-onvriendelijke karakter bestaat het probleem van de aanvoer van materialen. Immers de omgeving van damwanden, met name indien deze een begrenzing met water vormen, is vaak moeilijk toegankelijk en de bodem nabij de damwanden niet al te stevig.

Een overeenkomstige problematiek doet zich voor bij het vervaardigen van afdekkingen op andere uitstekende delen, zoals ducdalven en meerpalen.

Bij al deze werkzaamheden geldt dat deze bovendien weersafhankelijk zijn. Bij grote neerslag is het storten van beton moeilijk terwijl bij koude dit doorgaans niet is toegestaan.

Het doel van de onderhavige uitvinding is in een werkwijze te voorzien waarmee bovengenoemde nadelen kunnen worden weggenomen.

Dit doel wordt bij een hierboven beschreven werkwijze verwezenlijkt doordat het aanbrengen omvat: het prefabriceren van een betonlichaam voorzien van een sleuf voor het opnemen van het damwandeinde of einde van het andere langwerpige uitstekende deel, teneinde dit in aangebrachte toestand aan de bovenkant te bedekken en het plaatsen van het geprefabriceerde lichaam op het damwandeinde.

Aan de uitvinding ligt het inzicht ten grondslag de deksloof te prefabriceren. Dit kan onder optimale omstandigheden onafhankelijk van weersomstandigheden en onafhankelijk van de mogelijkheden van toevoer van de gebruikte materialen aan een damwand of ander uitstekend deel plaatsvinden.

Na het fabriceren van de deksloof is het uitsluitend nodig deze met behulp van een kraan met een verhoudingsgewijs eenvoudige handeling op de geslagen damwandprofielen te plaatsen. Begrepen zal worden, dat een dergelijk plaatsen met een grote snelheid kan plaatsvinden.

Bij het slaan van damwanden is gebleken dat enige tolerantie bestaat tussen de onderlinge afstand van de damwandprofielen. Dit geldt zowel in langs- als in dwarsrichting. Daardoor is het vaak onmogelijk een nauwkeurige reproduktie van het damwandprofiel te vervaardigen zonder eerst dit damwandprofiel, nadat dit ingeslagen is, op te nemen.

Volgens de onderhavige uitvinding is gebleken dat een dergelijk opmeten van een damwandprofiel op bijzonder eenvoudige wijze verwezenlijkt kan worden door toepassing van het plaatsen van een deel gemakkelijk deformeerbaar materiaal op het damwanduiteinde en het over een bepaalde afstand indrukken over het damwandeind. Op deze wijze is gebleken dat een zeer nauwkeurige sleufafdruk van het damwandeinde kan worden verkregen. Het betreffende gemakkelijk deformeerbare materiaal waarin de afdruk van de sleufafdruk van het damwandeinde blijvend is aangebracht, wordt vervolgens naar de plaats getransporteerd waar fabricage van de deksloof plaatsvindt.

Hoewel dit gemakkelijk deformeerbare materiaal in de stand der techniek bekend materiaal kan omvatten, bestaat deze bij voorkeur uit een schuimmateriaal, zoals polyurethaanschuim. Een schuimsoort waaraan de voorkeur wordt gegeven wordt op de markt gebracht als steekschuim ten behoeve van bloemboeketten,

Met de hierboven beschreven werkwijze wo rdt bij voorkeur na het aanbrengen van een afdruk in het schuimmateriaal dit schuimmateriaal in een bekisting geplaatst en na het eventueel vergroten van de afdruk van de sleufafdruk van het damwandeinde wordt deze sleuf en het zich daarboven bevindende deel van de bekisting gevuld met een uithardend vormmateriaal. Na het uitharden van het vormmateriaal wordt het schuimmateriaal verwijderd zodat de vorm van het einde van, bijvoorbeeld een aantal damwanddelen, in het vormmateriaal, zoals gips, overblijft. Vervolgens wordt dit vormmateriaal omgoten door het materiaal van de deksloof, zoals beton. Dit beton wordt in dezelfde bekisting aangebracht als het vormmateriaal en na het uitharden van het beton ontstaat de vooraf vervaardigde deksloof volgens de uitvinding

Een andere mogelijkheid om rekening te houden met toleranties die ontstaan bij het inslaan van een aantal aan elkaar grenzende damwanddelen is het zodanig uitvoeren van de sleuf in het geprefabriceerde betonlichaam dat deze naar één einde toe in breedte steeds verder toeneemt. Daardoor kan de deksloof vanzelfsprekend slechts een beperkte lengte hebben, maar in praktijk lijkt dit niet tot problemen te leiden omdat de lengte van de deksloof, die immers uit verhoudingsgewijs zwaar beton bestaat door gewicht en afmeting al beperkt is.

De uitvinding zal hieronder aan de hand van een in de tekening afgebeelde uitvoeringsvoorbeelden nader verduidelijkt worden. Daarbij tonen:

Fig. 1 in perspectivisch aanzicht een damwand bestaande uit een aantal damwanddelen met daarop aangebracht een blok schuimmateriaal;

Fig. 2 een dwarsdoorsnede van de hulpvorm voor het vervaardigen van de deksloof;

Fig. 3 de hulpvorm volgens fig. 2 bij het storten van de deksloof volgens de uitvinding;

Fig. 4 de deksloof volgens de uitvinding;

Fig. 5 het plaatsen van een tweede uitvoering van de deksloof volgens de uitvinding;

Fig. 6 een onderaanzicht van de deksloof volgens fig. 5; en fig. 7 in dwarsdoorsnede de deksloof volgens fig. 6.

In fig. 1 is een damwand aangegeven waarvan de verschillende damwanddelen met 1 zijn aangegeven en welke volgens sloten 9 in elkaar grijpen. Door verschillende toleranties kan de onderlinge positie van de damwanddelen variëren.

Vaak is het gewenst om dergelijke damwanden te beëindigen met een deksloof.

Volgens een eerste uitvoering van de uitvinding wordt een dergelijke deksloof vervaardigd door het op damwanddelen 1 drukken van een blok schuimmateriaal 3. Dit schuimmateriaal is verhoudingsgewijs eenvoudig deformeerbaar. Daarin wordt een blijvende indrukking verkregen die overeenkomt met de vorm van de damwand. Een dergelijk schuim heeft als voordeel dat de veranderingen in afmeting door veranderingen in temperatuur verwaarloosbaar zijn.

Om het blokschuim 3 waarin een sleuf is aangebracht die overeenkomt met het profiel van de damwand wordt, eventueel na het enigszins vergroten van een dergelijke sleuf, een bekisting 4 aangebracht. Vervolgens wordt deze bekisting 4 volgestort met een vormmateriaal 5, zoals gips. Dit is in fig. 2 afgebeeld. Op deze wijze wordt een vorm verkregen die overeenkomt met het vrije uiteinde van de damwand.

Vervolgens wordt de bekisting 4 omgekeerd en verwijderd waarna het schuim van het uitgeharde vormdeel wordt verwijderd. Daarna wordt de kist opnieuw aangebracht over het vormmateriaal 5. In de thans ontstane ruimte wordt beton 6 gestort. Eventueel wordt daarbij een wapening aangebracht, zoals in fig. 7 is getoond.

Na het (gedeeltelijk) uitharden van het beton worden zowel de bekisting als de vorm 5 verwijderd en ontstaat een deksloof met afmetingen die nauwkeurig overeenkomen met het uiteinde van de damwand.

Het vervaardigen van de hulpvorm en het storten van beton kunnen op fabrieksmatige wijze plaatsvinden, zodat er geen effekt van weersomstandigheden is en het beton optimale sterkte-eigenschappen kan hebben.

Na het vervaardigen van de deksloof wordt deze getransporteerd naar de damwand en daarop geplaatst.

In fig. 5 is een tweede uitvoering van de deksloof volgens de uitvinding afgebeeld.

Deze wordt eveneens op fabrieksmatige wijze voortgebracht maar daarbij is het niet noodzakelijk vooraf de afmeting van de damwand te nemen met behulp van blokken schuimmateriaal 3. In plaats daarvan wordt sleuf 13 in de in fig. 5 aangegeven deksloof 12 zodanig uitgevoerd, dat de maatafwijkingen, die kunnen ontstaan bij naden 9, opgenomen worden. D.w.z. de sleufbreedte neemt in de lengte van de deksloof 12 steeds verder toe. Dit is in fig. 6 afgebeeld. Daaruit blijkt dat de breedte a kleiner is dan de breedte b, die op zijn beurt kleiner is dan breedte c, welke tot slot kleiner is dan breedte d. De wapening wordt volgens het in fig. 7 getoonde systeem aangebracht. Na het storten en uitharden van de deksloof 12 kan deze op damwand 1 geplaatst worden.

Hoewel de uitvinding hierboven aan de hand van het vervaardigen van een deksloof voor damwanden beschreven is, moet begrepen worden dat daarmee ook andere constructies van een afdekking kunnen worden voorzien. Daarbij kan worden gedacht aan ducdalven, meerpalen enz.

Eveneens is het mogelijk in plaats van beton elk ander eenvoudig te vormen materiaal toe te passen, zoals een rubberachtig materiaal.

Begrepen zal worden dat met de hierboven beschreven werkwijze en deksloof een aanzienlijke besparing van arbeid verkregen wordt, omdat het niet langer noodzakelijk is op gecompliceerde wijze bekistingen aan te brengen aan damwandprofielen. Eveneens is de aanvoer van materiaal zeer aanzienlijk beperkt en kan het vervaardigen van de deksloof onder optimale omstandigheden plaatsvinden. Met name de laatst beschreven uitvoering kan vooraf op voorraad vervaardigd worden, zodat een snel plaatsen van damwanden met een dergelijke constructie voorzien van volledige afwerking mogelijk is. De daarmee samenhangende voordelen zijn duidelijk.

Claims (7)

1. Werkwijze voor het vervaardigen van een afdekking voor een damwand of ander langwerpig uitstekend deel en het op het damwandeinde aanbrengen van een lichaam, met het kenmerk, dat het aanbrengen omvat: het prefabriceren van een betonlichaam voorzien van een sleuf voor het opnemen van het damwandeinde of einde van het andere langwerpige uitstekende deel, teneinde dit in aangebrachte toestand aan de bovenkant te bedekken en het plaatsen van het geprefabriceerde lichaam op het damwandeinde.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij na het aanbrengen van de damwand een "afdruk" van het einde vervaardigd wordt, aan de hand waarvan het betonlichaam vervaardigd wordt.

3. Werkwijze volgens conclusie 2, waarbij het nemen van een afdruk omvat: het plaatsen van een deel, gemakkelijk deformeerbaar materiaal, op het damwandeinde en het over een bepaalde afstand indrukken op het damwandeinde daarvan.

4. Werkwijze volgens conclusie 3, waarbij het makkelijk deformeerbare materiaal polyurethaan omvat.

5. Werkwijze volgens conclusie 3 of 4, waarbij het makkelijk deformeerbare materiaal een lage uitzettingscoëfficiënt heeft.

6. Werkwijze volgens een van de conclusies 2-5, waarbij de opening in het van afdruk voorziene deel met een uithardend vormmateriaal gevuld wordt en waarbij na het uitharden van het vormmateriaal en het verwijderen van het van afdruk voorziene deel, dit vorm materiaal met uithardend materiaal omgoten wordt en waarbij na het uitharden van dit materiaal het vormmateriaal verwijderd wordt.

7. Deksloof (2,12) vervaardigd met de werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, omvattende een met het damwandeinde overeenkomende sleuf (13) waarbij van een einde van de deksloof naar het andere einde de breedte van de sleuf toeneemt.