NL9400606A - Inrichting voor het vervaardigen van lintvormig verpakkingsmateriaal van gelaagd papier of dergelijke. - Google Patents

Description

Inrichting voor het vervaardigen van lintvormig verpakkingsmateriaal van gelaagd papier of dergelijke

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het vervaardigen van een lintvormig verpakkingsmateriaal uitgaande van gelaagd papier of dergelijke, welke inrichting omvat - een gestel met een behuizing, - een door het gestel gedragen voorraadspoel voor een rol van gelaagd papier, en althans in de behuizing opgenomen, - vouworganen voor het in langsrichting toevouwen i van een van de rol afgenomen strook, - snijmiddelen voor het van de gevouwen strook afsnijden van een bepaalde lengte verpakkingsmateriaal, - transportmiddelen voor het van de rol aftrekken, langs de vouw- en snijmiddelen en door een afvoeropening van i de behuizing heen voeren van de strook, en - besturingsmiddelen voor het in en buiten werking stellen van de transport- en snijmiddelen.

Een met een dergelijke inrichting verkregen verpakkingsmateriaal wordt bij de verpakkingsafdeling van een i bedrijf gebruikt om de lege ruimte in een doos rond het te verpakken produkt op te vullen, waardoor het produkt in de verpakking niet meer kan bewegen. Daartoe dient een bepaalde lengte van de verpakkingsstrook te worden vervaardigd en te worden afgezonderd door middel van de snijmiddelen, waardoor ; de verpakker telkens een voorgeschrevén standaardlengte verpakkingsmateriaal aangeboden krijgt. Om diverse redenen dient voorkomen te worden dat een vreemd voorwerp in de buurt van de snijmiddelen komt, waartoe in de bekende inrichting een relatief lange uitvoerweg is aangebracht, ) zodat een vreemd voorwerp de snijmiddelen niet kan aanraken.

De uitvinding beoogt een beter beveiligingssysteem aan te brengen, waardoor dit aanraken wordt vermeden.

De inrichting volgens de uitvinding onderscheidt zich doordat in de afvoeropening een sluitmechanisme is aangebracht, welke sluitmechanisme in tijdsafhankelijke relatie met de aansturing van de snijmiddelen is gestuurd.

De snijmiddelen zijn hierbij zodanig aangestuurd dat het sluitmechanisme dan gesloten is of althans een zodanige stand inneemt dat voorkomen wordt dat een vreemd voorwerp daar doorheen gaat. Het sluitmechanisme is daarbij dichtbij de snijmiddelen aan te brengen, zodat de behuizing aanzienlijk kan worden verkleind.

In de voorkeursuitvoeringsvorm is het sluitmechanisme uitgevoerd in de vorm van althans een door een aandrijf orgaan bewogen zwenkklep in de afvoeropening.

Volgens een verdere ontwikkeling zijn in de afvoeropening twee zwenkkleppen die naar elkaar toe en van elkaar af beweegbaar zijn in de afvoeropening aangebracht, waarbij de zwenkkleppen door een gemeenschappelijk koppel-mechanisme synchroon worden bewogen vanuit de geopende naar de gesloten stand.

Bij voorkeur is volgens de uitvinding in de besturing een sensor opgenomen die de stand van het sluitmechanisme waarneemt, en welke sensor bij aanspreken de aandrijving van de snijmiddelen buiten werking stelt.

Bovengenoemde en andere kenmerken van de uitvinding worden nader toegelicht in de hieronderstaande figuur-beschrijving van een tweetal uitvoeringsvoorbeelden van de inrichting volgens de uitvinding. In de tekening toont:

Fig. 1 een perspectivisch staand aanzicht van een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding, fig. 2 een schematische weergave van de verschillende onderdelen van de vouw-, snij- en transportmiddelen, welke in de behuizing zijn opgenomen, fig. 3 en 4 telkens een perspectivisch aanzicht van een tweetal uitvoeringsvormen van het sluitmechanisme volgens de uitvinding.

De in fig. 1 getoonde uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding bestaat in hoofdzaak uit een gestel 1 met een daarop aangebrachte behuizing 2, dat een aantal hieronder nader toe te lichten bewerkingsmiddelen voor het vervaardigen van het lintvormig verpakkingsmateriaal omvat. Opgemerkt wordt dat de uitvoering van het gestel en de behuizing kan zijn aangepast aan de bijzondere plaats waar de inrichting werkzaam zal zijn. In deze uitvoeringsvorm is het gestel opgebouwd uit een aantal profielen, welke in ieder geval een spoel 3 voor een rol verpakkingspapier R dient te dragen. Het verpakkingspapier wordt van de rol R afgewikkeld en via omkeerrollen 4 naar de open onderzijde van de behuizing 2 gevoerd. In deze behuizing 2 ondergaat de baan papier een vouwbewerking en wordt afgevoerd door de afvoeropening 5 bovenop de behuizing 2.

Fig. 2 toont de verschillende bewerkingen. Dezelfde referentiecijfers zijn gebruikt voor dezelfde onderdelen. In deze figuur is de behuizing 2 van fig. 1 weggelaten en zijn de in de behuizing opgenomen elementen getoond. Zo is boven de wikkelrol R een vouworgaan 6 met leibeugel 8 aangebracht, dat ervoor zorgt dat de langsranden van de van de rol R afgewikkelde baan aanvankelijk naar elkaar toe en vervolgens op elkaar worden gevouwen, zodat de dikte van de baan materiaal wordt verdrievoudigd. Indien er sprake is van drielaags papier dan liggen er negen lagen bovenop elkaar.

De baan wordt vervolgens door getande rollen 7 geleid, die ervoor zorgen dat de op elkaar geslagen lagen papier ten gevolge van de vervorming van de tanden op de rollen in elkaar hechten. Het is mogelijk deze getande rollen tevens te gebruiken om de baan materiaal omhoog te trekken in de richting van de pijl PI. De aandrijving van deze rollen is aangegeven door motor 16, welke willekeurig kan zijn uitgevoerd.

Boven het rollenpaar 7 is een snijmechanisme 9 aangebracht, bestaande uit een vast mes en een beweegbaar mes 11, dat door een motor 12 wordt aangedreven.

Ten slotte is boven de snijmiddelen 9 een sluitme-chanisme 10 in de vorm van een tweetal kleppen aangebracht, die zijn opgenomen in de afvoeropening 5 van de behuizing 2 uit fig. 1. De kleppen worden hieronder nader toegelicht aan de hand van de figuren 3 respectievelijk 4. De kleppen dienen om de opening 5 af te sluiten en zijn zodanig gesteld dat zij kunnen verzwenken in de behuizing met behulp van zwenkassen 13 respectievelijk 14, welke parallel aan elkaar gericht zijn. De kleppen hebben een stand welke slepend staat ten opzichte van de transportrichting PI en zullen een bepaalde opening tussen de vrije rand daarvan, ook in de gesloten stand van het door de kleppen gevormde sluitmecha-nisme dat de gevormde papierstrook daartussendoor kan worden weggetrokken, nadat dit deel door de snijmiddelen 9 is afgesneden. Het openen en sluiten van de kleppen 10 vindt plaats door een aandrijforgaan 15, dat eveneens hieronder aan de hand van de figuren 3 en 4 nader wordt toegelicht.

Ten slotte is een sensor 16 aangebracht, die de stand van het sluitmechanisme 10 respectievelijk de stand van de kleppen waarneemt en het signaal voor het weergeven van de open stand van het sluitmechanisme stuurt naar een besturingscircuit, hetwelk schematisch door een blok 17 in fig. 2 is weergegeven. Dit besturingscircuit dient tevens voor het aansturen van de motoren voor het transport 16, voor de snijmiddelen 12 en voor het sluitmechanisme 15.

Het sluitmechanisme 10 volgens fig. 3 bestaat uit een voorplaat 20 en een niet getoonde parallelle achterplaat, welke onderling zijn verbonden door afstandelementen 21. De zwenkassen 13, 14 welke parallel aan elkaar verlopen, zijn met een einde gelagerd in de platen 20 en steken daar voorbij uit teneinde te kunnen worden verbonden met telkens een arm 22 respectievelijk 23. De vrije einden van de armen 22, 23 zijn aan elkaar gekoppeld door een tussenarm 24. Op de voorplaat 20 is een motor M15 aangebracht in de vorm van een elektromotor, die via een kruk 25 en een krukarm 26 met de arm 23 scharnierbaar is verbonden. De motor wordt bekrachtigd en draait in een richting, zodat de kruk 25 in bijvoorbeeld pijl P3 wordt gedraaid. Dit levert een heen en weer gaande beweging van de krukarm 26 in de richting van de pijl P4 op. Daarmee wordt de arm 23 respectievelijk 22 op en neer bewogen en kunnen de op de zwenkas 13 aangebrachte kleppen in meer of mindere mate van elkaar worden bewogen, zodanig dat deze vanuit een gesloten stand, waarbij de vrije randen van de kleppen tegen elkaar liggen naar een open stand, waarbij de kleppen nagenoeg parallel aan elkaar staan, worden bewogen.

De motor wordt aangestuurd door het bedienings-circuit 17 volgens fig. 2.

Fig. 4 toont een met fig. 3 overeenkomende uitvoeringsvorm voor wat betreft het sluitmechanisme met de kleppen, echter is hier de aansturing van de kleppen welke zwenkbaar om de zwenkassen 13, 14 zijn aangebracht, anders uitgevoerd. Op de voorplaat 20 is een solenoide M' aangebracht, welke als motor dient voor het aandrijven van de met de zwenkarm 13, 14 verbonden armen 22, 23'. De armen 22, 23’ zijn hier uitgevoerd als tandsegmenten, waarvan de vertan-ding in aangrijping verkeert met een tandheugel 27, welke verbonden is met de solenoidepen 28. Het zal uit fig. 4 duidelijk zijn dat door het bekrachtigen van de solenoïde M' de pen 28 naar binnen wordt getrokken, onder meeneming van de tandheugel 27, welke de twee tandsegmenten 22' en 23' verdraaien en daarmee de kleppen van het sluitmechanisme 10.

In deze uitvoeringsvorm is de sensor 16 uitgevoerd als microschakelaar, waarvan de arm 29 via een rol 30 de stand van het tandsegment 22' waarneemt en daarmee vaststelt of de kleppen in de open respectievelijk gesloten stand verkeren .

De sensor 16 kan daarbij een signaal afgeven naar het centrale besturingscircuit 17 in fig. 2, welke bij de geopende stand van de kleppen van het sluitmechanisme 10 de bekrachtiging van de motor 12 van de snijmiddelen 9 buiten werking stelt. De motor 16 van de transportmiddelen voor het doorvoeren van de strook papier kan wel worden bekrachtigd, zodat een bepaalde strook door de opening heen kan worden afgevoerd. Bij de gewenste lengte wordt vervolgens door het besturingscircuit 17 de motor M16 gestopt, de motor M15 bekrachtigd voor het sluiten van de kleppen van het sluitmechanisme 10, en de motor M12 voor het bekrachtigen van de snijmiddelen. De gebruiker kan daarna de afgesneden strook wel tussen de kleppen 10 door naar buiten trekken, maar kan geen vreemd voorwerp door de opening 5 heen steken vanwege de sluitstand van de kleppen.

Nadat het besturingscircuit 17 de snijmiddelen, dat wil zeggen het snijblad 11 heeft teruggetrokken, kan de motor 15 worden bekrachtigd voor het openen van het sluitme-chanisme en kan de motor 16 weer worden gestart voor het opnieuw doorvoeren van een strook papier.

Ten slotte wordt opgemerkt, dat bij het verhinderen van het sluiten van de kleppen van het sluitmechanisme, bijvoorbeeld doordat er een vreemd voorwerp insteekt het besturingscircuit de motor M12 niet zal bekrachtigen, ondanks de mogelijkheid dat de motor M15 wel wordt bekrachtigd voor het sluitmechanisme.

De uitvinding is niet beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvormen.

Claims (7)

1. Inrichting voor het vervaardigen van een lintvormig verpakkingsmateriaal uitgaande van gelaagd papier of dergelijke, welke inrichting omvat - een gestel met een behuizing, - een door het gestel gedragen voorraadspoel voor een rol van gelaagd papier, en althans in de behuizing opgenomen, - vouworganen voor het in langsrichting toevouwen van een van de rol afgenomen strook, - snijmiddelen voor het van de gevouwen strook afsnijden van een bepaalde lengte verpakkingsmateriaal, - transportmiddelen voor het van de rol aftrekken, langs de vouw- en snijmiddelen en door een af voer opening van de behuizing heen voeren van de strook, en - besturingsmiddelen voor het in en buiten werking stellen van de transport- en snijmiddelen, met het kenmerk, dat in de afvoeropening een sluitmechanisme is aangebracht, welke sluitmechanisme in tijdsafhankelijke relatie met de aansturing van de snijmiddelen is gestuurd.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het sluitmechanisme in de vorm van althans een door een aandrijforgaan bewogen zwenkklep in de afvoeropening is uitgevoerd.

3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat twee zwenkkleppen in de afvoeropening zijn aangebracht, waarbij een koppelmechanisme op de twee onderling parallelle zwenkassen van de kleppen werkzaam is dat door het aandrijforgaan is bewogen.

4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het koppelmechanisme is gevormd door een met een zwenkas verbonden arm, waarvan de vrije einden zijn gekoppeld door een tussenarm en waarop een door een elektromotor aangedreven kruk met knikarm aangrijpt.

5. Inrichting volgens een der voorgaande conclu-* sies, met het kenmerk, dat in de besturing een sensor is opgenomen voor het waarnemen van de stand, in het bijzonder de open stand van het sluitmechanisme, welke sensor bij aanspreken de aandrijving van de snijmiddelen buiten werking stelt.

6. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat na de vouwmiddelen een hechtings-mechanisme is aangebracht voor het op elkaar hechten van de toegevouwen lagen van de strook verpakkingsmateriaal.

7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het hechtingsmechanisme is uitgevoerd als een paar op elkaar afrollende getande rollen.