NL9400025A - Droogtunnel voor pluimveemest. - Google Patents

Droogtunnel voor pluimveemest. Download PDF

Info

Publication number
NL9400025A
NL9400025A NL9400025A NL9400025A NL9400025A NL 9400025 A NL9400025 A NL 9400025A NL 9400025 A NL9400025 A NL 9400025A NL 9400025 A NL9400025 A NL 9400025A NL 9400025 A NL9400025 A NL 9400025A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
air
manure
drying
drying tunnel
tunnel
Prior art date
Application number
NL9400025A
Other languages
English (en)
Inventor
Antonius Gerardus Wilhel Aarts
Wilhelmus Petrus Josephu Derks
Original Assignee
K I P Electro Service V O F
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by K I P Electro Service V O F filed Critical K I P Electro Service V O F
Priority to NL9400025A priority Critical patent/NL9400025A/nl
Publication of NL9400025A publication Critical patent/NL9400025A/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F26DRYING
    • F26BDRYING SOLID MATERIALS OR OBJECTS BY REMOVING LIQUID THEREFROM
    • F26B17/00Machines or apparatus for drying materials in loose, plastic, or fluidised form, e.g. granules, staple fibres, with progressive movement
    • F26B17/02Machines or apparatus for drying materials in loose, plastic, or fluidised form, e.g. granules, staple fibres, with progressive movement with movement performed by belts carrying the materials; with movement performed by belts or elements attached to endless belts or chains propelling the materials over stationary surfaces
    • F26B17/08Machines or apparatus for drying materials in loose, plastic, or fluidised form, e.g. granules, staple fibres, with progressive movement with movement performed by belts carrying the materials; with movement performed by belts or elements attached to endless belts or chains propelling the materials over stationary surfaces the belts being arranged in a sinuous or zig-zag path
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01CPLANTING; SOWING; FERTILISING
    • A01C3/00Treating manure; Manuring
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F26DRYING
    • F26BDRYING SOLID MATERIALS OR OBJECTS BY REMOVING LIQUID THEREFROM
    • F26B23/00Heating arrangements
    • F26B23/001Heating arrangements using waste heat
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F26DRYING
    • F26BDRYING SOLID MATERIALS OR OBJECTS BY REMOVING LIQUID THEREFROM
    • F26B25/00Details of general application not covered by group F26B21/00 or F26B23/00
    • F26B25/001Handling, e.g. loading or unloading arrangements
    • F26B25/002Handling, e.g. loading or unloading arrangements for bulk goods
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02PCLIMATE CHANGE MITIGATION TECHNOLOGIES IN THE PRODUCTION OR PROCESSING OF GOODS
    • Y02P70/00Climate change mitigation technologies in the production process for final industrial or consumer products
    • Y02P70/10Greenhouse gas [GHG] capture, material saving, heat recovery or other energy efficient measures, e.g. motor control, characterised by manufacturing processes, e.g. for rolling metal or metal working

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Soil Sciences (AREA)
  • Sustainable Development (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Housing For Livestock And Birds (AREA)

Description

Droogtunnel voor pluimveemest.
De uitvinding heeft betrekking op een droogtunnel voor in het bijzonder pluimveemest welke een behuizing omvat met daarin aangebracht een aantal boven elkaar geplaatste transportbanden, waarbij elke volgende transportband de mest afkomstig van een bovenliggende transportband in tegengestelde richting transporteert, een mestaanvoer, een mestafvoer en een luchtaanvoer voor het over de transportbanden voeren van lucht en een luchtafvoer.
Dergelijke droogtunnels zijn reeds bekend in de pluimveehouderij en worden toegepast om het volume pluimveemest te verkleinen. Hierdoor kan de mest van een pluimveebedrijf economisch gunstiger afgevoerd worden.
Deze bekende droogtunnels zijn doorgaans naast een pluim-veestal of tussen twee evenwijdig aan elkaar verlopende pluimveestallen geplaatst, waarbij met behulp van één of meer transportbanden de pluimveemest uit de stallen naar de droogtunnel gebracht wordt. De mest wordt afgezet op het begin van de hoogst gelegen transportband, of wanneer aan beide uiteinden mest aangevoerd wordt, tevens aan het begin van de één na hoogste transportband, van waaruit de mest over nagenoeg de lengte van de tunnel getransporteerd wordt, vervolgens aan het eind van de transportband op een lager gelegen transportband gestort wordt en dan weer in tegengestelde richting de tunnel doorloopt.
Het aantal transportbanden dat op een dergelijke wijze boven elkaar geplaatst wordt, is sterk afhankelijk van de uitvoering van de droogtunnel, maar 10 of 12 transportbanden boven elkaar is een tamelijk gangbare opstelling.
De lucht waarmee de mest gedroogd wordt, is afkomstig uit de pluimveestallen en wordt aan de uiteinden de tunnel ingevoerd, langs de transportbanden gevoerd en via een in het midden van de tunnel aangebrachte uitlaat, welke voorzien is van een ventilator, naar buiten uitgestoten.
Het op deze wijze drogen van pluimveemest heeft als nadeel dat de als drooglucht gebruikte stallucht relatief vochtig is, waarbij de temperatuur van de stallucht gemiddeld relatief laag (22-23°C) is. In combinatie met een overwegend vochtig klimaat houdt dat in dat, afgezien van een korte periode in de zomer, het percentage droge stof dat bij droging verkregen kan worden maar laag blijft en niet boven de 45% uit zal komen. Daarbij is de verwerkingsduur voor een hoeveelheid mest afhankelijk van de omgevingsvochtigheid en temperatuur, zodat onder bepaalde omstandigheden grote hoeveelheden mest zich kunnen opeenhopen alvorens verwerkt te kunnen worden, hetgeen de nodige milieu-over-last veroorzaakt.
De op deze wijze gedroogde pluimveemest blijft volumineus en zou eigenlijk alleen lokaal nog economisch verantwoord afgezet kunnen worden, indien er daar een markt voor is, hetgeen echter bij het doorgaans in concentraties voorkomen van pluimveebedrijven een probleem is.
Het doel van de uitvinding is om in een droogtunnel voor pluimveemest te voorzien die deze nadelen niet heeft en waarmee de aangeboden hoeveelheid mest direkt verwerkt kan worden en waarbij de mest zover gedroogd kan worden, dat het mogelijk is om de gedroogde mest economisch rendabel af te zetten.
Dienovereenkomstig wordt er volgens de uitvinding in voorzien dat de transportbanden in twee of meer van elkaar gescheiden en boven elkaar gelegen afdelingen zijn geplaatst, waarbij de tunnel verder zodanig ingericht is dat drooglucht achtereenvolgens de verschillende afdelingen doorloopt. Hierbij is een ventilatie-orgaan aangebracht, waarmee buitenlucht als drooglucht de tunnel ingevoerd kan worden, en een verwarmingsorgaan voor het verwarmen van de ingevoerde buitenlucht.
Voordelig is het om de tunnel in twee afdelingen onder te verdelen, waarbij de aangezogen en verwarmde lucht eerst over de in de laagste afdeling geplaatste transportbanden gevoerd wordt en vervolgens over de transportbanden in de bovenliggende afdeling. In de laagste afdeling wordt dan met de verwarmde lucht de uiteindelijke droging bereikt nadat in de bovenste afdeling de mest voorgedroogd is.
Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding is er in voorzien dat een voorverwarmingseenheid is aangebracht, waarmee de binnenkomende luchtstroom voorverwarmd kan worden, bestaande uit een warmtewisselaar waarbij stallucht afkomstig uit één of meer pluimveestallen als warm-temedium gebruikt wordt.
De stallucht, die over het algemeen een temperatuur van om en nabij de 22°C zal hebben, kan vooral bij een lage buitentemperatuur bijzonder goed voldoen om de buitenlucht voor te verwarmen, waardoor een aanzienlijke besparing gemaakt kan worden op de verwarmingskosten.
Met de inrichting volgens de uitvinding kan de temperatuur van de drooglucht geregeld worden, zodat gedroogde mest met het gewenste drogestofgehalte verkregen kan worden. Daarbij moet gedacht worden aan mest met een drogestofgehalte van ongeveer 65-70%, die nog economisch rendabel over grotere afstanden te transporteren valt, en aan mest met een drogestofgehalte van ongeveer 85-90%, die bijzonder geschikt is voor het persen van mestkorrels. Vooral voor de geperste mestkorrels bestaat een grote markt, waarbij niet alleen aan grootafnemers en de export gedacht moet worden, maar ook aan hoeveelheden in handzame zakken voor de partikulie-re gebruiker.
De afzetmogelijkheden voor met de droogtunnel volgens de uitvinding te verkrijgen mest, waarbij dan vooral gedacht moet worden aan de mestkorrels waarvan het uiteindelijk volume zoveel kleiner is, zijn aanzienlijk vergroot ten opzichte van de mest verkregen met de bekende drooginrich-tingen. De prijs voor de verder gedroogde mest is zoveel beter dat deze ruimschoots opweegt tegen installatie- en verwarmingskosten.
Een bijkomend voordeel is dat de mest snel verwerkt kan worden, zodat het vrijkomen van ammoniak, dat meestal bij mestopslag pas na een dag echt op gang komt, goeddeels voorkomen kan worden.
De inrichting is verder nog voorzien van regelbare aansluitingen voor stallucht en buitenlucht. Deze aansluitingen bevinden zich tussen het verwarmingsorgaan en de droogtun-nel, zodat het mogelijk is om de verwarmde lucht te mengen met stallucht dan wel buitenlucht.
De verwarmde lucht zal met de buitenlucht gemengd worden wanneer de buitentemperatuur hoog is en niet al teveel verschilt van de gewenste temperatuur van de drooglucht. Bijmenging van stallucht is ook mogelijk, waarbij de voorwaarden dan zijn dat de temperatuur hoger is dan gemiddeld en ook dat de vochtigheid van de stallucht laag is.
Aan de voorwaarden voor bijmenging zal veelal slechts in de zomermaanden voldaan worden. Het voordeel is dat het te verwarmen volume buitenlucht kleiner kan zijn.
Ook is het natuurlijk mogelijk om in de zomermaanden eerst met buitenlucht en/of stallucht voor te drogen om dan vervolgens met verwarmde lucht de uiteindelijke droging te verkrijgen. Tijdens het voordrogen zouden de transportbanden dan stil gezet kunnen worden, en weer in beweging gezet worden bij de uiteindelijke droging.
Volgens een nadere uitwerking van de uitvinding is er verder in voorzien dat de lucht die de tunnel verlaat weer gedeeltelijk teruggevoerd kan worden. Deze uittredende lucht kan teruggevoerd worden naar het gedeelte direkt voor de tunnel en daar gemengd worden met de verwarmde lucht.
Ook is het mogelijk om deze uittredende lucht terug te voeren naar de voorverwarmingseenheid.
De uitvinding voorziet verder in een besturingssysteem waarmee de verschillende luchtstromen geregeld kunnen worden. Bij de regeling wordt gebruik gemaakt van de gemeten temperatuur en vochtigheid van de buitenlucht, de stallucht en de uit de tunnel komende lucht. Teneinde temperatuur en vochtigheid te kunnen bepalen zijn de nodige sensoren aangebracht.
Teneinde een goede en gelijkmatige droging van de mest te krijgen, is het belangrijk dat de mest gelijkmatig verdeeld op de transportband gebracht wordt in een laag niet dikker dan een voorafbepaalde waarde.
De uitvinding voorziet daartoe in een mestdoseerorgaan, dat uit een aan de bovenzijde open bak die aan tenminste één zijkant een opening heeft voor het op de band brengen van de mest. In de bak is een systeem aangebracht met evenwijdige kettingen waartussen schraapijzers zijn gemonteerd. De schraapij zers worden over de bodem van de bak in de richting van de opening gevoerd, waarbij in de open bak gestorte mest meegenomen wordt. Voor het bereiken van de opening komen de schraapijzers langs een in vertikale richting verstelbare schuif, waarmee de hoeveelheid meegevoerde mest beperkt wordt tot een voorafbepaalde hoeveelheid.
Door het regelen van de snelheid van de kettingen en de stand van de schuif kan de toevoer precies gecontroleerd worden. Tevens wordt met het doseerorgaan een zeer goede verdeling van de mest over de breedte van de band verkregen.
De uitvinding wordt in het volgende nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin fig.l schematisch gedeeltelijk in aanzicht en in doorsnede een zijaanzicht van de inrichting volgens de uitvinding toont; fig.2 schematisch gedeeltelijk in aanzicht en in doorsnede een vooraanzicht van de inrichting volgens de uitvinding toont; fig.3 schematisch gedeeltelijk in aanzicht en in doorsnede een bovenaanzicht van de inrichting volgens de uitvinding toont, en fig.4 schematisch een doorsnede van het mestdoseerorgaan toont.
In fig.l is met 1 de droogtunnel aangegeven die in het gegeven voorbeeld in twee afdelingen 2,3 is onderverdeeld, die elk een aantal transportbanden 4 omvatten.
De uit de pluimveestallen afkomstige mest wordt met behulp van niet verder aangegeven middelen via de laadopening 5 in de bak 6 van het mestdoseerorgaan 7 gebracht. Met behulp van het mestdoseerorgaan wordt de pluimveemest gelijkmatig verdeeld op de transportband gebracht. Aan het eind van de eerste lopende band 8 stort de mest omlaag en komt op de volgende transportband 9 terecht en wordt vervolgens in tegengestelde richting getransporteerd. Op deze wijze doorloopt de mest het gehele stelsel van transportbanden en wordt op eveneens niet verder aangegeven wijze aan het eind van de benedenste band verder afgevoerd voor, hetzij verdere verwerking, hetzij voor de direkte verkoop.
De snelheid waarmee de mest de tunnel doorloopt is vrij laag, hetgeen een periode van twee dagen kan beslaan.
Hoewel het mogelijk is om de transportbanden continu met een zeer lage snelheid te laten lopen, zal er in de praktijk meestal voor gekozen worden om de transportbanden gedurende korte tijden aan te drijven en dan met een enigszins hogere snelheid.
Tussen de gescheiden afdelingen is een opening 10 uitgespaard waardoor de mest van de bovenste afdeling 2 naar de benedenste afdeling 3 kan vallen. Aan de andere zijde is een opening 11 aangebracht waardoor de lucht van de onderste afdeling naar de bovenste afdeling gezogen kan worden.
De buitenste begrenzingen van de droogtunnel zijn geïsoleerd om warmteverlies te voorkomen.
Aan de luchtinlaatzijde, in fig.l de linkerzijde, is een warmtewisselaar 12 geplaatst. De in het voorbeeld toegepaste warmtewisselaar bestaat uit een groot aantal vertikaal verlopende smalle buisjes waardoor relatief warme stallucht naar beneden toe doorheen gezogen wordt. Langs en tussen de vertikaal verlopende buisjes door wordt de koude buitenlucht gezogen, die daarbij warmte van de buisjes opneemt.
De stallucht wordt via buizen 13,14 vanuit de pluimveestal-len aangevoerd, die zich aan weerszijden van de droogtunnel bevinden, zie fig.2,3.
De warmtewisselaar is voorzien van een reinigingssysteem, waarmee de smalle buisjes gereinigd kunnen worden. Reiniging van de buisjes is noodzakelijk vanwege het daar neerslaan van allerlei uit de stal afkomstige verontreinigingen. Het systeem bestaat uit een aantal sproeiers 15 die vanuit een waterreservoir 16 gevoed worden. Dit reservoir is verder voorzien van een niet nader weergegeven toevoer met vlotter en een overloop.
Vanuit de warmte wisselaar 12 komt de voorverwarmde lucht via een afgesloten gang 17 bij een verwarmingsorgaan 18. Hier wordt de lucht verwarmd tot de temperatuur die benodigd is om, al dan niet met bijmenging van stal-, buitenof uittredende lucht of een combinatie daarvan, bij de gegeven mest tot de gewenste droging te komen.
Via kamer 19 komt de lucht dan in de benedenste afdeling 3 transportbanden terecht waar de drooglucht gelijkmatig langs de daarin geplaatste transportbanden stroomt. De droging van de mest neemt toe naarmate de mest verder langs de banden omlaag getransporteerd wordt, om aan het eindpunt van de benedenste band zeker de tenminste gewenste droging te hebben verkregen.
Aan het eind van afdeling 3 kan de lucht via de in de scheiding aangebrachte opening 11 naar het bovenste gedeelte 2 stromen, waar eenzelfde werking als in het benedenste gedeelte plaats kan vinden, zij het dat de drooglucht inmiddels enigszins in temperatuur is gedaald en in vochtigheid is toegenomen.
De lucht wordt via stoffilter 20, ventilator-orgaan 21 (zie fig.2) en uitlaatbuis 22 naar buiten afgevoerd. In de uitlaatbuis 22 kunnen voorzieningen aangebracht zijn voor het terugvoeren van de uittredende lucht. Dit kan een aftakking van de buis 22 zijn, welke voorzien is van een regelbare klep, waarbij eveneens nog een ventilator-orgaan in de buis aangebracht kan zijn. De uittredende lucht kan via een dergelijke aftakking teruggevoerd worden naar de ruimte 19 tussen het verwarmingsorgaan 18 en het benedenste deel 3 van de tunnel 1, of naar de voorverwarmingseenheid 12. De genoemde voorzieningen zijn niet in de tekening weergegeven, maar zullen op zich duidelijk zijn.
De verwarmde lucht die het verwarmingsorgaan 18 verlaat, kan in de kamer gemengd worden met buitenlucht, uittredende lucht en/of stallucht, die respectievelijk aangevoerd kunnen worden via buis 23, via een aftakking van buis 22 en buizen 24,25. Al deze buizen zijn voorzien van regelbare klepsystemen, zodat de hoeveelheid en de herkomst precies geregeld kunnen worden.
Over het algemeen zal van deze voorzieningen, en dan met name het terugvoeren van stallucht en buitenlucht, in Nederland alleen in de zomermaanden gebruik gemaakt kunnen worden, en dan nog lang niet altijd. De lucht die bijgemengd wordt, zal voldoende warm en droog moeten zijn om zodanig in combinatie met de verwarmde lucht gebruikt te kunnen worden dat ook werkelijk een besparing op de verwar-mingskosten bereikt wordt.
In fig.2 is schematisch een vooraanzicht gegeven waaruit duidelijk de opstelling van de tunnel tussen twee pluimvee-stallen 26,27 blijkt en ook de opstelling van ventilator-orgaan 21 en afvoerbuis 22 terzijde van de tunnel. Zie ook fig.3.
Verder is in fig.2 (en 3) te zien dat de stallucht aangezogen via de buizen 13,14 door de warmtewisselaar over het water in reservoir 16 via de buis 28 naar buiten toe wordt gebracht. Hiervoor is in de, op een voet 30 geplaatste, afvoerbuis 28 een ventilator-orgaan 29 aangebracht.
Voor alle duidelijkheid zijn de buizen 24 en 25 afgebroken aangeduid. De buizen zijn op verschillende niveaus in de stallen 26 en 27 aangebracht, waardoor lucht van verschillende temperatuur aangezogen kan worden.
In fig.4 tenslotte is het mestdoseerorgaan 7 in doorsnede weergegeven. De bak 6 is aan de bovenkant open en heeft aan tenminste één van de zijkanten een opening waarlangs de mest op de eerste transportband gebracht kan worden. In de bak zijn twee rollen 31,32 gemonteerd over de uiteinden waarvan twee aan elkaar evenwijdige kettingen 33 lopen. Tenminste één van de rollen 31,32 is aangedreven. Aan de kettingen 33 zijn schraapijzers 34 gemonteerd die over de bodem van de bak schrapen en de mest vooruit naar de opening van de bak duwen.
Verder is voorzien in een in vertikale richting te verstellen schuif 35 nabij de opening van de bak. Met deze schuif 35 wordt de hoogte bepaalt van de door de schraapijzers voortgeschoven hoeveelheid pluimveemest.

Claims (14)

1. Droogtunnel voor in het bijzonder pluimveemest welke een behuizing omvat met daarin aangebracht een aantal boven elkaar geplaatste transportbanden, waarbij elke volgende transportband de mest afkomstig van een bovenliggende transportband in tegengestelde richting transporteert, een mestaanvoer, een mestafvoer en een luchtaanvoer voor het over de transportbanden voeren van lucht en een luchtaf-voer, met het kenmerk, dat de transportbanden in twee of meer van elkaar gescheiden en boven elkaar gelegen afdelingen zijn geplaatst, waarbij de tunnel verder zodanig ingericht is dat drooglucht achtereenvolgens de verschillende afdelingen doorloopt.
2. Droogtunnel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een ventilatie-orgaan aangebracht is waarmee buitenlucht als drooglucht de tunnel ingevoerd kan worden en dat een verwarmingsorgaan voor het verwarmen van de buitenlucht is aangebracht.
3. Droogtunnel volgens conclusie 1-2, met het kenmerk, dat een voorverwarmingseenheid is aangebracht, waarmee de binnenkomende luchtstroom verwarmd kan worden, bestaande uit een warmtewisselaar waarbij stallucht afkomstig uit één of meer pluimveestallen als warmtemedium gebruikt wordt.
4. Droogtunnel volgens conclusie 2-3, met het kenmerk, dat tussen het verwarmingsorgaan en de droogtunnel één of meer aansluitingen zijn aangebracht voor een regelbare toevoer van stallucht.
5. Droogtunnel volgens conclusie 2-3, met het kenmerk, dat tussen het verwarmingsorgaan en de droogtunnel een aansluiting is aangebracht voor een regelbare toevoer van buitenlucht.
6. Droogtunnel volgens conclusie 2-3, met het kenmerk, dat voorzieningen aangebracht zijn om en deel van de uit de droogtunnel uittredende lucht terug te voeren aan de droog-lucht en/of aan de warmtewisselaar.
7. Droogtunnel volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat een filter voor de buitenlucht is aangebracht voor de warmtewisselaar.
8. Droogtunnel volgens één of meer van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat boven het begin van de bovenste transportband een invoer- en doseerorgaan voor mest aangebracht is.
9. Mestdoseerorgaan dat toegepast kan worden bij een droogtunnel voor pluimveemest, met het kenmerk, dat deze een naar boven toe open bak heeft, met ten minste één opzij gericht opening, een horizontaal transportorgaan en een nabij de opening geplaatste, in vertikale richting verstelbare, schuif, waarbij met het transportorgaan en de schuif de toevoer van mest geregeld kan worden.
10. Mestdoseerorgaan volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat het transportorgaan twee assen heeft, waarvan tenminste één aangedreven is, waarover twee aan elkaar evenwijdige kettingen lopen, waarbij tussen de kettingen op afstand van elkaar schraapijzers zijn aangebracht, die over de bodem van de bak schrapen en onder de tussen de assen geplaatste schuif door gevoerd kunnen worden.
12. Werkwijze voor het drogen van pluimveemest, waarbij drooglucht langs een aantal boven elkaar geplaatste transportbanden voor pluimveemest gevoerd wordt, waarbij elke volgende transportband de mest afkomstig van een bovenliggende transportband in tegengestelde richting transporteert, met het kenmerk, dat buitenlucht onder gebruikmaking van stallucht voorverwarmd wordt, dat de voorverwarmde lucht vervolgens met een verwarmingsorgaan tot een vooraf bepaalde temperatuur verwarmd wordt, waarna de drooglucht achtereenvolgens langs transportbanden in opeenvolgende van elkaar gescheiden afdelingen transportbanden gevoerd wordt.
12. Werkwijze volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat aan de verwarmde lucht regelbare hoeveelheden stallucht en/of buitenlucht toegevoegd kunnen worden.
13. Werkwijze volgens conclusie 12-13, met het kenmerk, dat tenminste een deel van de uit de droogtunnel uittredende lucht wordt teruggevoerd en gemengd met de verwarmde lucht en/of door de voorverwarmingseenheid wordt gevoerd.
14. Werkwijze volgens conclusies 11-13, met het kenmerk, dat het toevoeren van buitenlucht en/of stallucht en het terugvoeren van uittredende lucht geregeld wordt in afhankelijkheid van tenminste de temperatuur en vochtigheid van buitenlucht, stallucht en uittredende lucht.
NL9400025A 1994-01-07 1994-01-07 Droogtunnel voor pluimveemest. NL9400025A (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9400025A NL9400025A (nl) 1994-01-07 1994-01-07 Droogtunnel voor pluimveemest.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9400025A NL9400025A (nl) 1994-01-07 1994-01-07 Droogtunnel voor pluimveemest.
NL9400025 1994-01-07

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9400025A true NL9400025A (nl) 1995-08-01

Family

ID=19863674

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9400025A NL9400025A (nl) 1994-01-07 1994-01-07 Droogtunnel voor pluimveemest.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL9400025A (nl)

Cited By (11)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO1997049961A1 (nl) * 1996-05-14 1997-12-31 Bruin Petrus Johannes Henricus Etagedroogsysteem voor het drogen van dierluke mest, bestaande uit ten minste een etage voorzien van een transportband en een orgaan voor het toevoeren van lucht en een orgaan voor het afvoeren van lucht, en werkwijze voor het drogen van dierkijke mest onder toepassing van een dergelijk etageroogsysteem
NL1011850C2 (nl) * 1999-04-21 2000-10-24 Waanders Beheer B V Werkwijze voor het drogen van drijfmest, spoelwater en industrieel effluent.
WO2006075920A1 (en) * 2005-01-13 2006-07-20 Hammer Asbjoern Device for drying material
WO2008135616A1 (es) * 2007-05-04 2008-11-13 Metalquimia, Sa Aparato para secado y maduración de productos alimenticios
ES2307431A1 (es) * 2007-05-04 2008-11-16 Metalquimia, S.A. Aparato para secado y maduracion de productos alimenticios.
WO2016008909A1 (en) * 2014-07-17 2016-01-21 Officine Facco & C. S.P.A. Drying machine for pasty and/or granular substances and spacer for rollers of conveyor belts for such drying machine
EP2995183A1 (de) * 2014-09-12 2016-03-16 Big Dutchman International GmbH Dosiervorrichtung
US9382070B2 (en) 2012-10-24 2016-07-05 Big Dutchman International Gmbh Conveyor and method to convey animal products in an agricultural business
CN106705614A (zh) * 2015-11-13 2017-05-24 李磊 一种改进结构的物料烘干机
PL424737A1 (pl) * 2018-02-09 2019-08-12 Majewski Sławomir Solarvolt Suszarnia zawilgoconych materiałów sypkich
US10842134B2 (en) 2016-09-27 2020-11-24 Big Dutchman International Gmbh Feeding device for poultry animals

Cited By (16)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO1997049961A1 (nl) * 1996-05-14 1997-12-31 Bruin Petrus Johannes Henricus Etagedroogsysteem voor het drogen van dierluke mest, bestaande uit ten minste een etage voorzien van een transportband en een orgaan voor het toevoeren van lucht en een orgaan voor het afvoeren van lucht, en werkwijze voor het drogen van dierkijke mest onder toepassing van een dergelijk etageroogsysteem
NL1011850C2 (nl) * 1999-04-21 2000-10-24 Waanders Beheer B V Werkwijze voor het drogen van drijfmest, spoelwater en industrieel effluent.
WO2001006191A1 (nl) * 1999-04-21 2001-01-25 Bioone Holding B.V Method for drying slurry, rinse water and industrial effluent and/or residues
US6672251B1 (en) 1999-04-21 2004-01-06 Bioone Holding, B.V. Method for drying slurry, rinse water and industrial effluent and/or residues
WO2006075920A1 (en) * 2005-01-13 2006-07-20 Hammer Asbjoern Device for drying material
WO2008135616A1 (es) * 2007-05-04 2008-11-13 Metalquimia, Sa Aparato para secado y maduración de productos alimenticios
ES2307431A1 (es) * 2007-05-04 2008-11-16 Metalquimia, S.A. Aparato para secado y maduracion de productos alimenticios.
US9382070B2 (en) 2012-10-24 2016-07-05 Big Dutchman International Gmbh Conveyor and method to convey animal products in an agricultural business
WO2016008909A1 (en) * 2014-07-17 2016-01-21 Officine Facco & C. S.P.A. Drying machine for pasty and/or granular substances and spacer for rollers of conveyor belts for such drying machine
US10337795B2 (en) 2014-07-17 2019-07-02 Officine Facco & C. S.P.A. Drying machine for pasty and/or granular substances and spacer for rollers of conveyor belts for such drying machine
EP2995183A1 (de) * 2014-09-12 2016-03-16 Big Dutchman International GmbH Dosiervorrichtung
US9834386B2 (en) 2014-09-12 2017-12-05 Big Dutchman International Gmbh Dosing apparatus
CN105417113A (zh) * 2014-09-12 2016-03-23 大荷兰人国际有限公司 分配设备
CN106705614A (zh) * 2015-11-13 2017-05-24 李磊 一种改进结构的物料烘干机
US10842134B2 (en) 2016-09-27 2020-11-24 Big Dutchman International Gmbh Feeding device for poultry animals
PL424737A1 (pl) * 2018-02-09 2019-08-12 Majewski Sławomir Solarvolt Suszarnia zawilgoconych materiałów sypkich

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL9400025A (nl) Droogtunnel voor pluimveemest.
US9939199B2 (en) Multiple product belt drier for drying pasty and/or powdery materials, particularly for drying sludges from treatment plants or biomass
US20080201978A1 (en) Device For Drying Material
WO2006066096A2 (en) Continuous horizontal grain drying system
US4813154A (en) Method and apparatus for conditioning fibrous materials
CA1041756A (en) Method and apparatus for conditioning tobacco
CN100473930C (zh) 谷物干燥机输送器
DE202007016918U1 (de) Universal-Trocknungseinrichtung
NL8602645A (nl) Werkwijze en inrichting voor het pelletiseren van mengvoer.
NL1011850C2 (nl) Werkwijze voor het drogen van drijfmest, spoelwater en industrieel effluent.
DE202008014503U1 (de) Einbandtrockner
JP4848549B2 (ja) 食品ゴミの乾燥方法及び装置
US5440825A (en) Method and apparatus for increasing dehydrator efficiency
RU2718107C1 (ru) Сушилка пророщенного зерна
US4555858A (en) Method and device for low energy consumption or granular products or the like containing moisture fixed or deposited at the surface with a constant yield
EP2218997A1 (de) Vorrichtung und Verfahren zum Trocknen von stückigem Gut, insbesondere von Holzspänen
US2641063A (en) Grain drier
US3279423A (en) Fruit treating apparatus and control means therefor
NL1008855C2 (nl) Werkwijze voor het in een stal huisvesten van te mesten gevogelte alsmede een dergelijke inrichting.
EP0749684A1 (en) Dung grid for the floor of a cattle shed and cattle shed comprising such dung grids
NL8001629A (nl) Werkwijze en inrichting voor het vanaf een vormmachine ter conditionering transporteren van blokken.
SU1196641A1 (ru) Устройство дл сушки зерна
JP2001050661A (ja) 試料穀物乾燥装置
US3971339A (en) Feeding system
NL1010441C2 (nl) Werkwijze en systeem van apparatuur voor het verwerken van mest, in het bijzonder pluimveemest.

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed