NL1010441C2 - Werkwijze en systeem van apparatuur voor het verwerken van mest, in het bijzonder pluimveemest. - Google Patents

Werkwijze en systeem van apparatuur voor het verwerken van mest, in het bijzonder pluimveemest. Download PDF

Info

Publication number
NL1010441C2
NL1010441C2 NL1010441A NL1010441A NL1010441C2 NL 1010441 C2 NL1010441 C2 NL 1010441C2 NL 1010441 A NL1010441 A NL 1010441A NL 1010441 A NL1010441 A NL 1010441A NL 1010441 C2 NL1010441 C2 NL 1010441C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
manure
compost
mixture
composting
dry matter
Prior art date
Application number
NL1010441A
Other languages
English (en)
Inventor
Hendrikus Johannes Josephus
Original Assignee
Wierko Raalte B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Wierko Raalte B V filed Critical Wierko Raalte B V
Priority to NL1010441A priority Critical patent/NL1010441C2/nl
Priority to PCT/NL1999/000672 priority patent/WO2000026159A1/en
Priority to EP19990971407 priority patent/EP1149062A1/en
Priority to AU11892/00A priority patent/AU1189200A/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1010441C2 publication Critical patent/NL1010441C2/nl

Links

Classifications

    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C05FERTILISERS; MANUFACTURE THEREOF
    • C05FORGANIC FERTILISERS NOT COVERED BY SUBCLASSES C05B, C05C, e.g. FERTILISERS FROM WASTE OR REFUSE
    • C05F3/00Fertilisers from human or animal excrements, e.g. manure
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C05FERTILISERS; MANUFACTURE THEREOF
    • C05FORGANIC FERTILISERS NOT COVERED BY SUBCLASSES C05B, C05C, e.g. FERTILISERS FROM WASTE OR REFUSE
    • C05F17/00Preparation of fertilisers characterised by biological or biochemical treatment steps, e.g. composting or fermentation
    • C05F17/10Addition or removal of substances other than water or air to or from the material during the treatment
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C05FERTILISERS; MANUFACTURE THEREOF
    • C05FORGANIC FERTILISERS NOT COVERED BY SUBCLASSES C05B, C05C, e.g. FERTILISERS FROM WASTE OR REFUSE
    • C05F17/00Preparation of fertilisers characterised by biological or biochemical treatment steps, e.g. composting or fermentation
    • C05F17/40Treatment of liquids or slurries
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02ATECHNOLOGIES FOR ADAPTATION TO CLIMATE CHANGE
    • Y02A40/00Adaptation technologies in agriculture, forestry, livestock or agroalimentary production
    • Y02A40/10Adaptation technologies in agriculture, forestry, livestock or agroalimentary production in agriculture
    • Y02A40/20Fertilizers of biological origin, e.g. guano or fertilizers made from animal corpses
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02PCLIMATE CHANGE MITIGATION TECHNOLOGIES IN THE PRODUCTION OR PROCESSING OF GOODS
    • Y02P20/00Technologies relating to chemical industry
    • Y02P20/141Feedstock
    • Y02P20/145Feedstock the feedstock being materials of biological origin
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02WCLIMATE CHANGE MITIGATION TECHNOLOGIES RELATED TO WASTEWATER TREATMENT OR WASTE MANAGEMENT
    • Y02W30/00Technologies for solid waste management
    • Y02W30/40Bio-organic fraction processing; Production of fertilisers from the organic fraction of waste or refuse

Landscapes

  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Organic Chemistry (AREA)
  • Chemical Kinetics & Catalysis (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Biochemistry (AREA)
  • Biotechnology (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • General Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Microbiology (AREA)
  • Molecular Biology (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Fertilizers (AREA)
  • Processing Of Solid Wastes (AREA)
  • Treatment Of Sludge (AREA)

Description

WERKWIJZE EN SYSTEEM VAN APPARATUUR VOOR HET VERWERKEN VAN MEST, IN HET BIJZONDER PLUIMVEEMEST
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en systeem van apparatuur voor het verwerken van mest, in het bijzonder het verwerken van rundvee, varkens, pluimvee, en ongeboren mest van voornoemde 5 diersoorten in vaste en vloeibare vorm (drijfmest) tot compost.
Onder composteren wordt verstaan: het proces waarbij met behulp van micro-organismen één of meer organische afvalstoffen worden afgebroken en omgezet tot 10 een zodanig stabiel eindproduct, dat daarin alleen nog langzame afbraak van humeuze verbindingen plaatsvindt.
De ophoping van mest is een groot probleem. De afvoer of verwerking van deze mest is zeer kostbaar en zelfs vaak duurder dan het houden van de dieren zelf.
15 Een doel van een onderhavige uitvinding is een werkwijze te verschaffen, die een oplossing biedt voor het bovengenoemde probleem.
Volgens een eerste aspect van de onderhavige uitvinding wordt er een werkwijze verschaft voor het 20 verwerken van mest, in het bijzonder pluimveemest, tot compost, omvattende de volgende stappen: - het periodiek verwijderen van natte mest uit een dierenverblijf, bijvoorbeeld een pluimveestal, en - het onder voorafbepaalde omstandigheden laten 25 verdrogen van de mest.buiten het dierenverblijf.
Daar bij de onderhavige uitvinding natte kippenmest uit de kippenverblijven verwijderd wordt alvorens gedroogd te worden, is het probleem van ammoniakuitstoot, stalklimaat en eventuele besmettingen aanzienlijk vermin-30 derd ten opzichte van stallen waarin natte mest tevens wordt gedroogd. Verder biedt de onderhavige uitvinding de volgende voordelen: - in hoofdzaak geen investeringen voor droging in de stal (banddroging en voersamenstelling) ; ü1 0 1 0 4 4 1 2 - door beter klimaat minder ziekte, en minder medicijngebruik (veronderstelling); - lager voerverbruik dan bij stal met banddro-ging als gevolg van hogere staltemperatuur (24^0) - per 5 °C bestaat de noodzaak om 1,5 gram/dier/dag extra voer ter beschikking te stellen tegen een kostprijs van fl. 40,—/100 kg voer; - in hoofdzaak geen onzekerheid wat betreft het resultaat in verband met jaargetijde.
10 Bij voorkeur wordt de natte mest naar een mestverwerkingsruimte getransporteerd welke omvat - een of meer composteringsruimtes, en - mesttransportmiddelen.
Bij voorkeur omvat de werkwijze de verdere 15 stappen van - het mengen van deze mest met een structuur-verbetermiddel voor het vergroten van het porievolume van de te verwerken mest in een voorafbepaalde verhouding, en - het laten composteren van dit mengsel gedu-20 rende een voorafbepaalde tijdsduur onder geconditioneerde composteringsruimten teneinde compost te verkrijgen.
Verder wordt er volgens de onderhavige uitvinding, een bruikbaar product verschaft, namelijk compost, dat een economisch voordeel biedt.
25 Verdere kenmerken van de onderhavige uitvinding zijn in conclusies 4-12 te vinden.
Volgens een tweede aspect van de onderhavige uitvinding wordt er compost verschaft, dat verkrijgbaar is door middel van de werkwijze volgens de onderhavige 30 uitvinding.
Volgens een derde aspect van de onderhavige uitvinding wordt er een systeem van apparatuur verschaft, voor het uitvoeren van de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding.
35 Volgens nog een verder aspect van de onderhavi ge uitvinding wordt er een kippenboerderij verschaft, die een dergelijk systeem van apparatuur omvat.
P1010441 3
De onderhavige uitvinding zal verder worden verduidelijkt aan de hand van de bijgaande beschrijving, voorbeelden, figuren, en tabellen.
Figuur 1 toont een stroomschema van een systeem 5 van apparatuur volgens de onderhavige uitvinding.
Figuur 2 toont een schematisch aanzicht van een composteringstunnel volgens de onderhavige uitvinding.
Figuur 3 toont een stroomdiagram van het productieproces volgens de onderhavige uitvinding.
10 1. Werkwijze 1.1 Composteren (zie figuur 1, tabel 6 en tabel 7)
De aangevoerde vaste mest wordt opgeslagen in 15 een sleufsilo (SI); de aangevoerde drijfmest wordt opgeslagen in een wegende tank met roerder (01) ; het uitgezeefde structuurverbetermiddel wordt opgeslagen in een sleufsilo (S7); het aangevoerde verse structuurverbetermiddel wordt opgeslagen in een sleufsilo (S2) .
20 De menger (03) wordt door middel van een shovel (A) gevuld met een bepaalde hoeveelheid vaste mest uit de sleufsilo (SI), een bepaalde hoeveelheid uitgezeefd structuurverbetermiddel uit sleufsilo (S7) en vers structuurverbetermiddel (houtchips, stro, houtvezel, hennep, 25 kunststof vormpjes) uit sleufsilo (S2) voor zover nodig ter aanvulling. Tevens wordt een bepaalde hoeveelheid drijfmest uit een tank (01) en een bepaalde hoeveelheid ammoniumsulfaatoplossing uit een tank (04) toegevoegd. De mengverhouding is afhankelijk van de structuur, de C/N-3 0 verhouding en het drogestofgehalte van de te verwerken producten.
Het mengsel wordt vervolgens uit de menger (03) door middel van een transportschroef (05) op een transportband (06) gedeponeerd, waarna het op een verrijdbare 35 transportband (08) boven de strooier (09) valt. Op deze lopende band boven de strooier (09) wordt eventueel een middel ter verbetering van het composteringsproces aan het mengsel toegevoegd. Deze transportband (08) is hori- p1 0 1 044 1 4 zontaai verrijdbaar en vult de strooier (09) op het juiste niveau, teneinde een goede verdeling van het mengsel in de strooier (09) te verschaffen. Dit niveau wordt bereikt door tegendruk van het mengsel met behulp 5 van een contragewicht (kg). Vanaf deze band (08) valt het mengsel op de bodemketting van de strooier (09) met draaiende walsen. Het mengsel wordt door de bodemketting in de strooier (09) getransporteerd, waarna het door de walsen wordt losgemaakt. Het doek achter de strooier (09) 10 zorgt voor zijn flexibiliteit voor een vlotte doorstroming van het mengsel (geen ophoping). Via lopende banden (06) en (10) gaat het mengsel naar een wandelaar (11) (verrijdbare lopende band).
Het mengsel wordt vervolgens door een verdeel-15 schijf (12) in één van de composteringstunnels (T1-T5) gelijkmatig verdeeld over een breedte van maximaal 5 meter (breedte van de tunnels). De verdeelschijf (12) (een geprofileerde ronde schijf, waarvan de draaisnelheid, de draairichting en de lengte en stand van de 20 pennen is te regelen) zit aan het einde van de band (11), welke in en uit de tunnels (T1-T5) schuift. Het mengsel wordt onder geconditioneerde omstandigheden gecomposteerd (computergestuurd). Nadat het mengsel voldoende gecomposteerd is, wordt het met een shovel (B) uit de tunnels 25 gehaald en naar een sleufsilo (S3-S6) gebracht voor tijdelijke opslag.
1.2 Nadroaen poeder
Het gecomposteerde mengsel (een mengsel van 30 mest en structuurverbetermiddel met een drogestofgehalte tussen de 60 en 70%) wordt met een shovel (B) uit een sleufsilo (S3-S6) gehaald en gestort in een bunker (13). Vanuit deze bunker gaat het gecomposteerde mengsel via transportschroeven (14) en een elevator (15) naar een 35 trommelzeef (16). Het structuurverbetermiddel wordt van de gecomposteerde mest gescheiden en valt in een sleufsilo (S7). De gecomposteerde mest, wordt via een elevator (19), transportbanden (18), een redler (20) en een wande- p1 0 1 0 4 4 1 5 laar (21) met een verdeelschijf (22) in de droogbunker (23) gebracht voor droging. De verdeelschijf zorgt voor de verdeling over een breedte van maximaal 2,5 m (breedte van de droogbunker). Na droging gaat de gedroogde gecom-5 posteerde mest via een transportband in de droogbunker (23) naar een zeef (25), die het restant aan structuur-verbetermiddel er uit zeeft. Vervolgens gaat de nagezeefde gecomposteerde mest via een elevator (19) en een redler (20) naar een intern transportmiddel (bijv. een 10 tractor met kipper), wat met behulp van een beladingsbalg (26) stofvrij wordt geladen (eventueel naar de perserij).
1.3 Nadrocrlna korrels
De nagezeefde gecomposteerde mest (poeder) kan 15 worden geperst tot korrels. Deze korrels worden gestort in een bunker (28) en gaan door middel van een transport-schroef (29) en een elevator (30) naar een banddroger (31) waar de korrels gedroogd worden. Na droging worden de korrels via een redler (32), een elevator (33), een 20 redler (32) en een beladingsbalg (34) stofvrij geladen voor aflevering (eventueel voor opzakken) .
1.4 Luchtstroom
Door een ventilator (36) wordt verse lucht door 2 5 de warmtewisselaar (35) gezogen. In de warmtewisselaar (35) vindt warmteoverdracht plaats, waardoor de luchtstroom (LI) wordt opgewarmd. Deze luchtstroom (LI) wordt door de ventilator (36) via een luchtkanaal en luchtklep (37) naar de banddrogers (31), de droogbunker (23) en de 30 tunnels (T1-T5) getransporteerd.
De luchtstroom (L2) vanaf de droogbunker (23) gaat door een luchtklep (38) en vervolgens door een filter (39), waar de luchtstroom van stof wordt ontdaan. De luchtstroom (L3) vanaf de banddrogers gaat door een 35 luchtklep (38) en wordt samengevoegd met de luchtstroom (L2). Vervolgens wordt deze gemengde luchtstroom (L2-L3) "aangeboden" aan de composteringstunnels (T1-T5) door een luchtklep (41) . De composteringstunnels (T1-T5) zijn P1 0 1 044 1 6 telkens voorzien van een ventilator (45) voor het beluchten van het mengsel in de tunnels met een luchtstroom (LI of L2-L3) door geperforeerde luchtkanalen (46) in de vloer van de tunnels (T1-T5). De composteringstunnels 5 (T1-T5) hebben telkens een uitlaat (47) waardoor de luchtstroom (L4) uitkomt op een luchtkanaal. Het restant van de luchtstroom (L2-L3) dat niet wordt opgenomen door de tunnels gaat door een overdrukklep (40) en wordt samengevoegd met de luchtstroom (L4). De gemengde lucht-10 stroom (L2-L3-L4), waar de ammoniak in zit, wordt aangezogen door een ventilator (48) en vervolgens via een luchtkanaal door de warmtewisselaar (35), de chemische wasser (49) en het koelblok (50) naar de biobedden (Bl-B12) getransporteerd.
15 In de warmtewisselaar (35) vindt een uitwisse ling van warmte plaats tussen de luchtstroom vanaf de tunnels (L2-L3-L4) en de aangevoerde verse lucht (LI).
1.5 Waterstroom 20
Waswater (Wl)
Waswater is een oplossing van leidingwater (55) en zwavelzuur in de chemische wasser (49) . In de chemische wasser (49) wordt de gemengde luchtstroom (L2-L3-L4) 25 gereinigd. Het zwavelzuur bindt zich aan de ammoniak uit de luchtstroom (L2-L3-L4) waardoor ammoniumsulfaat ontstaat. Hierdoor verandert de zuurtegraad en het soortelijk gewicht van het waswater.
Door pH-meting (54) en zuurdosering (56) wordt 30 de zuurtegraad van het waswater op peil gehouden. Afhankelijk van een vooraf ingestelde spui (57) (verversing van waswater) wordt het soortelijk gewicht en dus de kwaliteit van het waswater op peil gehouden. Het spuiwa-ter wordt via de spuiregeling waswater (57) via een 35 leiding getransporteerd naar de tank met ammoniumsulfaat-oplossing (04). Om een grote buffer van dit waswater te hebben, met beperkte fluctuaties in de samenstelling, »1 0 1 044 1 7 staat er een buffertank waswater (58) in verbinding met de voorraad waswater in de chemische wasser (49).
Condenswater (W2) 5 Condenswater ontstaat doordat warme luchtstroom (L2-L3-L4) met een hoge relatieve vochtigheid door een koelblok (50) gaat, waardoor de waterdamp condenseert.
Dit water wordt opgevangen en loopt naar een lager opgestelde tank (59).
10
Percolaatwater (W3)
Percolaatwater ontstaat doordat relatief warme luchtstroom (L2-L3-L4) met een hoge relatieve vochtigheid in de biofilters (B1-B12) afkoelt, waardoor de waterdamp 15 condenseert. Dit water wordt opgevangen en loopt naar de lager opgestelde tank (59).
Condens- en percolaatwater (W2-3)
Dit is een mengsel van condens- en percolaatwa-2 0 ter, wat door middel van toevoeging en beluchting geschikt wordt gemaakt voor koelwater. Het water uit de tank (59) wordt door middel van een pomp (60) naar de tanks (62) voor zuivering gepompt. Tijdens het verpompen wordt een middel voor biologische zuivering door middel 25 van een doseerinrichting (61) toegevoegd in de tanks (62). Hier vindt beluchting van het water plaats door middel van een blower (69). Het water verblijft daar 24 uur, waarna het wordt .aangewend als koelwater. Het wordt door middel van een pomp (68) naar de voorraadbak van de 30 koeltoren (64) getransporteerd om de voorraad koelwater aan te vullen in verband met verdamping door koeltoren.
Regenwater (W4)
Regenwater wordt opgevangen en loopt via een 35 zeefbocht (66) naar een tank (67).
Leidingwater (W5) P1 0 1044 1 8
Wanneer het water in de tank (67) onder een bepaald niveau komt wordt de voorraad aangevuld met leidingwater (W5) tot een minimale voorraad voor bijvoorbeeld 24 uur.
5
Regen- en Leidingwater (W4-5)
Dit is een mengsel van regen- en leidingwater, wat door middel van toevoeging en beluchting geschikt wordt gemaakt voor koelwater. Wanneer het water in de 10 tank (62) onder een bepaald niveau komt, wordt door middel van een pomp (63) de voorraad aangevuld met regenen leidingwater (W4-5).
Koelwater (W6) 15 Dit is biologisch gezuiverd condens- en perco- laatwater (W3-4) en/of het mengsel van regen- en leidingwater (W4-5).
2. Systeem van apparatuur 20 2.1 Composteren nr. apparatuur functie 1. Tank Opslag van drijfmest 25 2. Pomp met doseerinrichting Doseren van drijfmest 3. Menger (wegend) Mengen van mest, structuur- verbeteringsmiddel en ammo-niumsulfaat 4. Tank Opslag van ammoniumsulfaat- 30 oplossing 5. Transportschroef Transporteren van mengsel 6. Transportband (vast) Transporteren van mengsel 7. Tank met doseerinrichting Opslag en doseren van com- posteringsverbeterende pro-3 5 ducten 8. Transportband Transport van mengsel (verrijdbaar) »1 0 1044 1 9 9. Strooier (met bodemket- Losmaken van mengsel ting, walsen, doek en morsband) 10. Transportband Transporteren van mengsel 5 (verschuifbaar) 11. Wandelaar (transp. band Transporteren en verdelen verrijdbaar) van mengsel 12. Verdeelschijf Verdelen van mengsel in tunnel 10 2.2. Nadroaen poeder (qecomposteerde mest) (zie tevens figuur 2) 15 nr. apparatuur functie 13. Stortbunker Gecomposteerde mengsel op nieuw in systeem brengen 14. Transportschroef Transporteren van gecompos teerde mengsel 20 15. Elevator Transporteren van gecompos teerde mengsel 16. Trommelzeef Uitzeven van gecomposteerde mest uit gecomposteerde mengsel 25 17. Transportband Transporteren uitgezeefde structuurverbetermiddel (hergebruik) 18. Transportband _ Transporteren van gecompos teerde mest 30 19. Elevator Transporteren van gecompos teerde mest 20. Redler Transporteren van gecompos teerde mest 21. Wandelaar Transporteren en verdelen 35 van gecomposteerde mest 22. Verdeelschijf Verdelen van gecomposteerde mest in droogbunker P1010441 10 23. Droogbunker met Opslag en drogen van gecom- transportband posteerde mest en transpor teren 24. Transportschroef Transporteren gedroogde 5 gecomposteerde mest 25. Zeef Nazeven van gedroogde ge composteerde mest 26. Beladingsbalg Stofvrij beladen van een transportmiddel met nage- 10 zeefde gedroogde gecompos teerde mest 27. Transportband Transporteren van uit de gedroogde gecomposteerde mest gezeefde materialen 15 2.3 Nadroaen korrels nr. apparatuur functie 20 28. Stortbunker Korrels (geperste gecompos teerde mest) in het systeem brengen 29. Transportschroef Transporteren van de kor rels 25 30. Elevator Transporteren van de kor rels 31. Banddroger Drogen van de mestkorrels op een geperforeerde lopende band 30 32. Redler Transporteren van de ge droogde korrels 33. Elevator Transporteren van de ge droogde korrels 34. Beladingsbalg Stofvrij beladen van een 35 transportmiddel met ge droogde korrels P1 0 1044 ! 11 2.4 Luchtstroom nr. apparatuur functie 35. Warmtewisselaar Overdracht van warmte van 5 proceslucht aan verse lucht 36. Ventilator Transporteren van lucht van de warmtewisselaar naar de banddroger en de droogbun-ker 10 37. Luchtklep Afsluiter luchtaanvoer 38. Luchtklep Afsluiter luchtafvoer 39. Filter Lucht ontdoen van stof 40. Luchtklep Klep die zich opent indien de luchtdruk voor de klep 15 te hoog wordt 41. Luchtklep Regelt de aanvoer lucht van banddroger en droogbunker naar tunnel 42. Luchtklep Regelt de aanvoer lucht van 20 warmtewisselaar naar tunnel 43. Luchtklep Regelt de aanvoer van verse lucht naar tunnel 44. Luchtklep Regelt de recirculatie van lucht uit de tunnel 25 45. Ventilator Transporteren van lucht door het mengsel in de tunnel 46. Geperforeerd luchtkanaal Luchtverdeelsysteem in de tunnelvloer 30 47. Luchtklep uitlaat Regelt de afvoer van pro ceslucht 48. Ventilator (wasser) Transporteren van proces lucht 49. Chemische wasser Verwijderen van ammoniak 35 uit proceslucht 50. Koelblok Overdracht van warmte van proceslucht aan koelwater 1*1 0 1 044 1 12 51. Tank met doseerinrichting Opslag en dosering van producten ter behandeling van de proceslucht uit de bio-fliters 5 2.5 Waterstroom nr. apparatuur functie 10 52. Tank zwavelzuur Opslag van zwavelzuur 53. Zuurdoseerinrichting Doseren van zwavelzuur aan het waswater 54. pH-meting/regeling Besturing van de doseerin richting voor zwavelzuur 15 55. Volumeregeling waswater Op peil houden van de hoeveelheid waswater in de chemische wasser door middel van een vlotter 56. Recirculatiepomp Rondpompen van waswater in 20 de chemische wasser en buf- fertank en afvoer van spui-water 57. Spuiregeling Regeling van de hoeveelheid te spuien waswater 25 58. Buffertank waswater Uitbreiding opslag waswater 59. Tank Opslag condens- en perco- laatwater 60. Waterpomp . Transporteren van condens- en percolaatwater 30 61. Doseerinrichting Dosering van producten ter behandeling van het condens en percolaatwater 62. Tank Opslag met beluchting voor het zuiveren van condens- 35 en percolaatwater met toe voeging tot koelwater 63. Waterpomp Transporteren van regen- en leidingwater »1010441 13 64. Koeltoren Afkoelen van koelwater 65. Recirculatiepomp Rondpompen van koelwater tussen koeltoren en koel-blok 5 66. Zeefbocht Uitzeven van grove delen uit opgevangen regenwater 67. Tank Opslag met beluchting en zuiveren van regen- en leidingwater tot koelwater 10 68. Waterpomp Transporteren van koelwater 69. Blower Beluchting van water in tanks 15 2.6 Overicr nr. apparatuur functie B1-B12: biofilter Biologische reiniging van proceslucht 20 SI: sleufsilo Opslag vaste mest S2: sleufsilo Opslag vers structuurverbe- termiddel S3-S6: sleufsilo Opslag van het gecompos- teerde mengsel 25 S7: sleufsilo Opslag uitgezeefd struc- tuurverbetermiddel T1-T5: tunnel Compostering van het meng sel
Shovel A Transportmiddel ten behoeve 30 van vaste mest en het structuurverbetermiddel naar menger
Shovel B Transport van het gecompos- teerde mengsel van de tun- 35 nel naar de sleufsilo 1010441 14 3. Productieproces (zie figuur 3) 3.1 Aanvoer
Er wordt verse pluimveemest van leghennen (A) 5 (25-30% DS) aangevoerd (stroom 1). Tevens wordt er een structuurverbetermiddel (B) (60-70% DS) aangevoerd (stroom 2).
3.2 Mengen 10
In een vooraf bepaalde verhouding wordt er verse pluimveemest van leghennen (A) met een drogestof-gehalte van 25-30% (stroom 3), structuurverbetermiddel (B) met een drogestof-gehalte van 60-70% (stroom 4), uitgezeefd 15 structuurverbetermiddel (J) met een drogestof-gehalte van 60-70% (stroom 12), gecomposteerd mengsel met een drogestof-gehalte van 60-70% en de oplossing van ammoniumsul-faat met een soortelijk gewicht van 1,1 (stroom 5) in de menger (E) gebracht. De mengverhouding van het mengsel 20 (38-42% DS) is mest: structuurverbetermiddel: gecomposteerd materiaal: ammoniumsulfaatoplossing = 1:2:0,1. De verhouding is afhankelijk van de structuur, C/N-verhou-ding en het drogestofgehalte van de te verwerken producten.
25 3.3 Vullen
Voordat het mengsel (38-42% DS) (stroom 6) in een tunnel (G) wordt gebracht, kan het eerst besproeid worden (stroom 7) met biologische producten ter verbete-30 ring van het composteerproces. Daarna wordt het mengsel (stroom 7) losgemaakt (F) voor een juiste productverde-ling in de tunnel en een betere zuurstofdoorstroming om vervolgens een aërobe bacteriologische werking te verkrijgen (zuurstofverbruik). Daarna wordt dit mengsel naar 35 een tunnel getransporteerd (stroom 8) en verdeeld (G). De tunnel is nu met 400 m3 mengsel gevuld met een vulhoogte van 3.5 tot 4.0 m. Het besturingsprogramma voor deze »1010441 15 tunnel staat in fase 1.1 "vullen" (instellingen zie bijlage).
3.4 Composterinasoroces
Als de tunnel volledig gevuld is met een meng-5 sel (38-42% DS) dan wordt het besturingsprogramma in fase 1.2 "opwarmen" gezet waarna het mengsel in 8 uur (ingestelde tijd) opwarmt van 20°C naar 70°C. Als de temperatuur van 70°C is bereikt en de ingestelde tijd verstreken is schakelt het besturingsprogramma over naar fase 2.1 10 "pasteuriseren" waar het mengsel vervolgens gedurende 8 uur (ingestelde tijd) op 70eC wordt gehouden. Als deze tijd verstreken is schakelt het besturingsprogramma over naar fase 3.1 "afkoelen voor conditioneren" waar het mengsel wordt teruggekoeld gedurende 12 uur (ingestelde 15 tijd) van 70eC naar 65eC.
Als de temperatuur van 65°C is bereikt, schakelt het besturingsprogramma over naar fase 4.1 "conditioneren" . In deze fase is de begintemperatuur van het mengsel 65'C. Deze temperatuur wordt over een periode van 20 124 uur verlaagd van 65eC naar 61eC. In deze fase wordt de aanvoerlucht (mengsel van buiten- en tunnellucht) ingesteld op 55°C. De aanvoerlucht wordt over een periode van 124 uur gelijkmatig verhoogd van 55eC naar 55,5'C. In deze fase worden zuurstof minimum (14%) en maximum (22%) 25 ingesteld om eventueel de luchtklep te laten reageren, die ervoor zorgt dat er voldoende zuurstof wordt aangevoerd. Aerobe micro-organismen gebruiken zuurstof om organische stof af te.breken. Om deze zuurstof aan te voeren en de temperatuur van het mengsel zo homogeen 30 mogelijk te houden, wordt er een luchtstroom ingesteld van 6000 m3/uur, die door een ventilator (traploos regelbaar) gehandhaafd blijft. Een luchtstroom 1000-2000 m3/uur met een temperatuur van 65eC verlaat de tunnel. De luchtstroom (buitenlucht), met een temperatuur van 16eC en een 35 RV van 70%, die de tunnel binnenkomt zal ten opzichte van de luchtstroom (retourlucht), met een temperatuur van 65 eC en een RV van 100%, die de tunnel verlaat weinig water bevatten; er vindt dus waterverdamping plaats. Over 1 0 1044 1 16 een periode van 124 uur wordt er 50.000 liter water verdampt (gemiddeld 400 liter/uur).
Als de ingestelde tijd van 124 uur verstreken is en de ingestelde eindtemperatuur van 61'C bereikt is, 5 schakelt het besturingsprogramma over naar fase 5.1 "afkoelen voor leegmaken". In deze fase wordt het mengsel in een vooraf ingestelde tijd (16 uur) afgekoeld van 61°C naar 20°C. Er wordt lucht gebruikt, die door een warmtewisselaar wordt opgewarmd. Deze lucht heeft een groot 10 koelend en drogend effect. Tijdens deze afkoeling wordt er nog eens 5000 liter water verdampt (gemiddeld 300 liter/uur). Als de ingestelde tijd van 16 uur verstreken is en de ingestelde eindtemperatuur van 20ec bereikt is, schakelt het besturingsprogramma over naar fase 5.2 15 "gereed voor leegmaken".
3.5 Lecren
Het besturingsprogramma voor deze tunnel staat in fase 5.2 "gereed voor leegmaken". Het gecomposteerde 20 mengsel wordt met behulp van een shovel naar een nabewer-kingsopslag (H) gereden (stroom 9). Het mengsel heeft na compostering een droge-stofgehalte gekregen van 60-70%.
3.6 Zeven 25 Het gecomposteerde mengsel met een drogestof gehalte van 60-70% (gecomposteerde mest en structuurver-betermiddel) wordt vervolgens gezeefd (I), waarbij de gecomposteerde mest wordt gescheiden van het structuur-verbetermiddel. Het structuurverbetermiddel gaat naar een 30 opslag (J) (stroom 11) om vervolgens hergebruikt te worden.
3.7 Nadroaen poeder
De gecomposteerde mest (poeder) met een droge-35 stof-gehalte van 60-70% wordt in een droogbunker (K) gebracht (stroom 13) en vervolgens gedurende 16 uur gedroogd. Tijdens dit droogproces wordt er een luchtstroom, die door de warmtewisselaar is opgewarrod, van »1 0 1044 1 17 10.000-25.000 m3/uur met een temperatuur van 55°C en een RV van 5% door de gecomposteerde mest geblazen, waardoor er water wordt verdampt plaats. De gecomposteerde mest wordt ingedroogd tot een drogestof-gehalte tussen de 70-5 en 80%. Na droging wordt het poeder voor een tweede keer gezeefd (L) (stroom 14), waarbij het overige structuur-verbetermiddel wordt afgezeefd en getransporteerd (stroom 15) naar een opslag (J) voor hergebruik. Het materiaal is gereed voor aflevering in bulk (stroom 16), danwel om 10 geperst te worden tot korrels (stroom 17).
3.8 Nadrogen korrels
Er worden korrels (geperste gecomposteerde mest) met een drogestof-gehalte van 75-85% aangevoerd 15 (stroom 20), die gedurende 16 uur door middel van een banddroger (P) worden gedroogd. Tijdens dit droogproces wordt er een luchtstroom, die door de warmtewisselaar is opgewarmd, van 10.000-25.000 m3/uur met een temperatuur van 55eC en een RV van 5% door de korrels geblazen, 20 waardoor er water wordt verdampt. De korrels zijn ingedroogd tot een drogestof-gehalte van minimaal 90%. Daarna zijn de gedroogde korrels gereed voor aflevering in bulk (stroom 21), danwel om verpakt te worden (stroom 22).
Zowel compost verkregen door de werkwijze 25 volgens de onderhavige uitvinding, als de voorafgaande verse mest werd onderzocht bij het Bedrijfslaboratorium voor Grond- en Gewasonderzoek in Oosterbeek. De resultaten van dit onderzoek worden in onderstaande tabellen getoond.
1010441
Tabel 1 18
Datum ontvangst : 10 december 1996
Aanduiding : Verse mest 1 dag 5 Parameter Analyseresultaat Eenheid
Droge Stof 291 g/kg
Stikstof Totaal 36.7 g N/kg droge stof
Koolstof - Elementair 348.3 g/kg droge stof
Koolzure Kalk 138.1 g CaC03/kg droge stof 10 Ruwe as 341 g/kg droge stof
Organische stof 65.8 % v.d. droge stof »1010441
Tabel 2 19
Mestsoort: Droge mest
Monstername: eigen
Datum monstername: 14 oktober 1996 5 Analyseresultaat (kg/ton vers produkt)
Droge stof 619
Asrest 183
Organische stof 463
Ammoniakale N (NH3/NH4) 3.6 10 Nitriet N (N02) 0
Nitraat N (N03) <0.1
Organische stof N 10.6 N-totaal 14.2
Fosfaat (P205) 18.4 15 Kalium (K20) 19.3
Magnesium (MgO) 7.2
Natrium (Na20) 2.4
Kalk (CaO) 60.8
Zware metalen (mg/kg droge stof) 20
Arseen (As) < 2
Cadmium (Cd) 0.19
Chroom (Cr) 5
Koper (Cu) 42 25 Kwik (Hg) - <0.2
Nikkel (Ni) 5
Lood (Pb) 15
Zink (Zn) 263
Borium (Bo) 63 30 ” - »1 0 1044 1
Tabel 3 20
Partijaanduiding : Compost
Produkt : Compost 5 Monster genomen door : Derden
Datum monstername : l augustus 1997
Datum ontvangst : 4 augustus 1997
Parameter Resultaat Eenheid
Droge stof 667 g/kg produkt 10 Ruwe as 388 g/kg droge stof
Organische stof 61,2 % v.d. droge stof
Stikstof Kjeldahl 29,6 g N/kg droge stof
Fosfaat 43,1 g P205/kg droge stof
Kalium 31,0 g K20/kg droge stof 15 Calcium 125,0 g CaO/kg droge stof
Stikstof - ammoniak 7,6 g N - NH3/kg droge stof
Stikstof - organisch 22,0 g N/kg droge stof »1010441 21 5> G ra § T Ο < 2 1___4-)__
Go -νΓ G Ο fn .
φ I
4-> Μ jj W
CO CM---qj-- C c= 0 fc ε c c
φ N
I φ-- 5 n « <u P > Λ u O Ch _ jj
B -H
0 2 ___Λί s _ ^ 3
O U
___3 _ 73
CD O
0) h ® ^ mo ' a
\ I CM G
CD £ cm Cn L) ___J*__ £ Cn
CD I B
Λ! n cm
\ ÏG 'GO
CD £ co -HU
O
CO t-
Φ fO
E S
G ----- Φ a u a, o
G -H CD
Ο M S
0 ----- CO Φ U 4J C _ CO CO O ° Φ (0 4J o ' £ > \ ^
Cn « cm M----- CD *-> G Φ u· * E O ' Ό ^ •H G Λ m 3 Φ----- Ό - Φ j, G S-ι ο o (ΰ- Φ . I ° «ο > V : •η r* 0 2 m -h cn z n U U> 4-)-----
Go E
(β m O
* CM * ^ % ' o % CO H 4J ° ^ £ <ϋ υ----- w H 3 > P Ό ” G £ 2 s s
5 ΐ £ α S S
« O W Cn----- ^ W N co co Λί HG η !h \
r-i CO Φ cn P CD
Φ 'Z. T5 cn rfj co ja O G ^ !Z G co cn (¾ SO S rtj -H Q oo P1 0 1044 1 22
Monsteroegevens
Mestsoort: Droge compost
Monstername: eigen 5 Datum monstername: 14-10-1996
Tabel 5 Analyseresultaten
Analyseresultaat (kg/ton vers product) 10 Droge stof 619
Asrest 183
Organische stof 463
Ammoniakale N (NH3/NH4) 3,6
Nitriet N (N02) 0 15 Nitraat N (N03) <0,1
Organische N 10,6 N-totaal 14.2
Fosfaat (P205) 18,4
Kalium (K20) 19,3 20 Magnesium (MgO) 7,2
Natrium (Na20) 2,4 60,8
Zware metalen (mg/kg droge stof)
Arseen (As) <2 25 Cadmium (Cd) 0,19
Chroom (Cr) 5
Koper (Cu) 42
Kwik (Hg) < 0,2
Nikkel (Ni) 5 30 Lood (Pb) 15
Zink (Zn) 263
Borium (Bo) 63 *1 0 1044 1 23
Tabel 6 Stuklijst productieproces (zie figuur 3) A. Aanvoer mest 5 B. Aanvoer structuurverbetermiddel C. Opslag mest D. Opslag structuurverbetermiddel E. Mengen F. Losmaken 10 G. Composteren H. Leegmaken I. Zeven J. Opslag structuurverbetermiddel (uitgezeefd) K. Drogen 15 L. Nazeven M. Opslag poeder N. Persen O. Opslag korrel P. Drogen 20 Q. Opslag korrel R. Kruimelen S. Opslag kruimel T. Verpakken »1010441
Tabel 7 Stuklijst werkwijze 24 st Omschrijving Inhoud Vermogen Afmetingen Capaciteit nr m* kW in mm mVuur 5 1 Tank met roerder 40 7,5 2 Pomp met doseerinrichting - 0,75 - 7 3 Menger (wegend) 7 ] 00 4 Tank 40 0,75 - 7 · - 5 Transportschroef - 3,0 - 80 ^ 6 Transponband (vast) - 2,2 - 80 .
7 Tank met doseerinrichting 2 - - 8 Transportband (verrijdbaar) - 2,2 - 80 9 Strooier (met bodemketting, 8 51,1 - 60 walsen, doek en morsband) 15 10 Transportband (verschuifbaar) - 2,2 - 80 11 Wandelaar (transportband - 2,2 - 80 verrijdbaar) 12 Verdeelschijf - 1,1 o700 13 Stortbunker 3 6,0 - 80 2 0 14 Transportschroef - 3,0 - 80 15 Elevator - 3,0 - 80 16 TrommeLzeef - 30 σ1600x2500 80 17 Transportband - 2,2 - 80 18 Transportband - 2,2 - 80 25 19 Elevator - 3,0 - 80 . 20 Redler - 3,0 - 80 21 Wandelaar - 2,2 - 80 22 Verdeelschijf - 1,1 o700 23 Droogbunker met 60 6,0 3 0 transportband 24 Transportschroef - 3,0 - 80 25 Zeef - 20 o 1600x2500 80 26 Beladingsbalg - - o300 27 Transportband - 2,2 - 80 3 5------~ 28 Stortbunker 3,0 -__j_80_ »1010441 25 st Omschrijving Inhoud Vermogen Afmetingen Capaciteit nr m’ kW in mm mVuur 29 Transportschroef - 3.0 - 80 30 Elevator - 3,0 - 80 5 31 Banddroger 10 - 32 Redler - 3.0 - 80 33 Elevator - 3,0 - 80 34 Beladingsbalg - - c300 35 Warmtewisselaar - - 2500x200x1500 35000 Vuur ^ 36 Ventilator - 37 Luchtklep - - 800x800 38 Luchtklep - - 800x800 39 Filter 10000 - - 40 Luchtklep - - 800x800 15------ 41 Luchtklep - - 800x800 42 Luchtklep - - 800x800 43 Luchtklep - - 800x800 44 Luchtklep - - 800x800 20 45 Ventilator ...
46 Geperforeerd luchtkanaal - - o 160x20000 47 Luchtklep uitlaai - - 800x800 48 Ventilator (wasser) ...
49 Chemische wasser 35000 - - - 25 50 Koelblok - - 1500x1500x2000 25000 mVuur 51 Tank met doseerinrichting 3 52 Tank zwavelzuur 15 - 53 Doseerpomp zwavelzuur - 0,37 - 300 Iiter/uur 54 pH-regeling wasser ...
30------ 55 Volumeregeling waswater ...
56 Recirculatiepomp - 7,5 - 80 57 Spui regeling ...
58 Buffertank waswater 14 35 59 Tank 6 »1010441 26 st Omschrijving Inhoud Vermogen Afmetingen Capaciteit nr mJ kW in mm mVuur 60 Waterpomp - 1.1 - 7 61 Doseerinrichting ...
5 62 Tank ...
63 Waterpomp 1,1 8 64 Koeltoren ...
65 Recirculatiepomp - 7,5 - 80 66 Zeefbocht ... 20 10 67 Tank - - 68 Waterpomp - 1,1 - 8 69 Blower - 4,0 - 130 B1-B12 biofilter - - 12000x2500x2500 - 51 sleufsilo ...
15------ 52 sleufsilo ...
S3-S6 sleufsilo - S7 sleufsilo ...
T1-T5 tunnel ...
2 o Shovel A - - 20000x5000x5000
Shovel B ...
»1010441 27
Uit de proeven wordt geconcludeerd dat met de huidige nacomposteringstunnels (21x5x4m) een capaciteit aanwezig is voor de verwerking van de mest van 120.000 dieren. Uit 1 ton mest ontstaat 325 kg compost.
5 Het energieverbruik bedraagt ca. 25 kWh/ton verwerkte mest.
Deze compost voldoet aan de eisen van het Besluit Kwaliteit en Gebruik Overige Organische Meststoffen (BOOM), gepubliceerd op 20 november 1991.
10 De onderhavige uitvinding is niet beperkt tot de bovenstaande beschrijving; de gevraagde rechten worden bepaald door de navolgende conclusies.
p1 0 1Ö 4 4 1

Claims (18)

1. Werkwijze voor het verwerken van mest, in het bijzonder pluimveemest omvattende de volgende stappen: 5. het periodiek verwijderen van natte mest uit een dierenverblijf, bijvoorbeeld een pluimveestal, en - het onder voorafbepaalde omstandigheden laten verdrogen van de mest buiten het dierenverblijf.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij de 10 natte mest naar een mestverwerkingsruimte getransporteerd wordt, welke ruimte omvat: - een of meer composteringsruimtes, en - mesttransportmiddelen.
3. Werkwijze volgens conclusies 1 of 2 omvat-15 tende de verder stappen van: - het mengen van deze mest met een structuur-verbetermiddel voor het vergroten van het porievolume van de te verwerken mest in een voorafbepaalde verhouding, en - het laten composteren van dit mengsel gedu-20 rende een voorafbepaalde tijdsduur onder geconditioneerde composteringsomstandigheden in de composteringsruimten teneinde compost te verkrijgen.
4. Werkwijze volgens een conclusie 3, waarbij een voorafbepaalde hoeveelheid van deze compost terugge- 25 voerd wordt in het proces.
5. Werkwijze volgens conclusies 3 of 4, waarbij het toegevoegd structuurverbetermiddel van de compost wordt gescheiden.
6. Werkwijze volgens conclusie 5, waarbij dit 30 van de compost gescheiden structuurverbetermiddel, en/of een voorafbepaald deel van de compost, en/of natte mest-teruggevoerd wordt in het proces. »1 0 1044 1
7. Werkwijze volgens één der voorafgaande conclusies 3-6 waarbij het structuurverbetermiddel hout-chips omvat.
8. Werkwijze volgens één der voorafgaande 5 conclusies, waarbij composteringsbevorderingsmiddel, bijvoorbeeld bacteriën, toegevoegd wordt.
9. Werkwijze volgens één der voorafgaande conclusies 3-8, waarbij het mengsel gedurende maximaal ongeveer 20 uren met rust gelaten wordt, alvorens terug 10 in het proces gevoerd te worden.
10. Werkwijze volgens conclusie 9, waarbij het mengsel wordt gepermitteerd maximaal ongeveer 10 dagen, bij voorkeur ongeveer 5 dagen en meest bij voorkeur ongeveer 3 dagen te composteren in een aparte composte- 15 ringsruimte.
11. Werkwijze volgens conclusie 13, waarbij de compost een droge-stofgehalte heeft van ten minste 25%, bij voorbeeld ten minste 40%, bij voorkeur ten minste 50% en meest bij voorkeur ten minste 80%.
12. Werkwijze volgens één der voorafgaande conclusies, waarbij de compostering uitgevoerd wordt bij een temperatuur van minder dan ongeveer 70°C, bij voorkeur minder dan ongeveer 60‘C en meest bij voorkeur een temperatuur van ongeveer 52*C.
13. Compost verkrijgbaar door de werkwijze volgens één der voorafgaande conclusies.
14. Pluimveecompost volgens conclusie 13, omvattende ten minste.50% droge stof en bij voorkeur ten minste 60% droge stof.
15. Compost in het bijzonder pluimveecompost omvattende ten minste 50% droge stof en bij voorkeur ten minste 60% droge stof.
16. Systeem van apparatuur voor het uitvoeren van de werkwijze volgens één der voorafgaande conclusies, 35 omvattende: - mengmiddelen voor het mengen van natte mest en meststructuurverbetermiddelen, P1 0 10 4 4 1 - een composteringsruimte voor het laten com-posteren van dit mengsel, - en transportmiddelen voor het transporteren van het mengsel van de menger naar deze composterings- 5 ruimte.
17. Systeem volgens conclusie 16, waarbij de transportmiddelen en/of de mengmiddelen één of meer lopende banden en/of één of meer draaiende schroefinrichtingen omvatten.
18. Kippenboerderij, omvattende het systeem van apparatuur volgens conclusies 16 of 17. s1 0 1044 1
NL1010441A 1998-11-02 1998-11-02 Werkwijze en systeem van apparatuur voor het verwerken van mest, in het bijzonder pluimveemest. NL1010441C2 (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1010441A NL1010441C2 (nl) 1998-11-02 1998-11-02 Werkwijze en systeem van apparatuur voor het verwerken van mest, in het bijzonder pluimveemest.
PCT/NL1999/000672 WO2000026159A1 (en) 1998-11-02 1999-11-02 Method and system of apparatus for processing dung, especially poultry dung
EP19990971407 EP1149062A1 (en) 1998-11-02 1999-11-02 Method and system of apparatus for processing dung, especially poultry dung
AU11892/00A AU1189200A (en) 1998-11-02 1999-11-02 Method and system of apparatus for processing dung, especially poultry dung

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1010441A NL1010441C2 (nl) 1998-11-02 1998-11-02 Werkwijze en systeem van apparatuur voor het verwerken van mest, in het bijzonder pluimveemest.
NL1010441 1998-11-02

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1010441C2 true NL1010441C2 (nl) 2000-05-03

Family

ID=19768058

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1010441A NL1010441C2 (nl) 1998-11-02 1998-11-02 Werkwijze en systeem van apparatuur voor het verwerken van mest, in het bijzonder pluimveemest.

Country Status (4)

Country Link
EP (1) EP1149062A1 (nl)
AU (1) AU1189200A (nl)
NL (1) NL1010441C2 (nl)
WO (1) WO2000026159A1 (nl)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
RU2579787C1 (ru) * 2014-12-23 2016-04-10 Федеральное государственное автономное образовательное учреждение высшего профессионального образования "Уральский федеральный университет имени первого Президента России Б.Н. Ельцина" Система ускоренной аэробной переработки биомассы
WO2021154088A1 (en) * 2020-01-27 2021-08-05 Jordpro Tiller As A process of producing soil amendment from organic waste, and a fertilizer produced from same

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE2018465A1 (en) * 1970-04-17 1971-11-04 Bielenberg, Reimer, 2000 Norderstedt; Giesers, Erich, 5900 Siegen-Kaan-Marienborn Organic fertiliser contg manure and/or peat and minerals
US4710032A (en) * 1985-04-29 1987-12-01 Purac Ab Arrangement for preparing a charge of compositible material for a composting plant
EP0506139A1 (en) * 1991-03-28 1992-09-30 INOUE, Satoshi Method for manufacturing of organic fertilizers
US5558686A (en) * 1993-10-19 1996-09-24 Alpha-Omega Energia, Inc. Method for making a fuel product

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE2018465A1 (en) * 1970-04-17 1971-11-04 Bielenberg, Reimer, 2000 Norderstedt; Giesers, Erich, 5900 Siegen-Kaan-Marienborn Organic fertiliser contg manure and/or peat and minerals
US4710032A (en) * 1985-04-29 1987-12-01 Purac Ab Arrangement for preparing a charge of compositible material for a composting plant
EP0506139A1 (en) * 1991-03-28 1992-09-30 INOUE, Satoshi Method for manufacturing of organic fertilizers
US5558686A (en) * 1993-10-19 1996-09-24 Alpha-Omega Energia, Inc. Method for making a fuel product

Also Published As

Publication number Publication date
AU1189200A (en) 2000-05-22
EP1149062A1 (en) 2001-10-31
WO2000026159A1 (en) 2000-05-11

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CN1162063C (zh) 饲养场中牲畜粪便的清除方法和实施该方法的装置
US7334345B2 (en) Biomass converters and processes
EP0210196B1 (de) Verfahren und vorrichtung zum trocknen und konditionieren von hühnermist oder ähnlichen pastösen stoffen
US6659042B2 (en) Composite clumping cat litter
US9663392B2 (en) Amendment-free sludge composting
DE2723581A1 (de) Verfahren zum aeroben verrotten organischer feststoffe und vorrichtung zur ausfuehrung des verfahrens
NL9200763A (nl) Milieuvriendelijk en energiebesparend dierenverblijf voor bijvoorbeeld varkens.
EP0498084A1 (en) A method for processing manure
US6895896B1 (en) Composite cat litter granule containing entrapped small size silica gel particles
NL1004887C2 (nl) Stalsysteem voorzien van een primaire scheidingsinrichting en geïntegreerde emissie-arme verwerking van de gescheiden fracties op het bedrijf.
NL1010441C2 (nl) Werkwijze en systeem van apparatuur voor het verwerken van mest, in het bijzonder pluimveemest.
KR0170039B1 (ko) 축산시설에 있어서의 오탁물 처리방법
NL1002119C1 (nl) Werkwijze en inrichtingen voor een volledige en milieuvriendelijke verwerking van mest op kleine schaal.
JPH0243712B2 (nl)
Sanaullah et al. Mitigation and actions toward nitrogen losses in Pakistan
Hay et al. Alternative bulking agent for sludge composting
JPH1081579A (ja) 有機系廃棄物の堆肥・液肥化処理方法
RU2281273C2 (ru) Способ получения удобрения и линия для его осуществления
KR0182839B1 (ko) 가축분뇨의 밀폐형 층상 반응조 퇴비화 시스템
PL236690B1 (pl) Sposób produkcji mączki surowcowej, ilastego granulatu suszonego oraz ilastego granulatu wypalanego oraz linia produkcji mączki surowcowej, ilastego granulatu suszonego oraz ilastego granulatu wypalanego
US11999668B2 (en) Double drum systems and processes for converting biosolids to fertilizer
RU2221761C1 (ru) Способ получения комплексного органоминерального удобрения из отходов солодки голой и технологическая линия для его осуществления
RU2246468C1 (ru) Способ получения гранулированного органоминерального удобрения и устройство для его осуществления
KR19980033719A (ko) 음식물 쓰레기 재활용 장치
KUTER et al. Composting Food Processing Wastes

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20050601