NL9302062A

NL9302062A - Offsetdrukmachine.

Info

Publication number: NL9302062A
Application number: NL9302062A
Authority: NL
Original assignee: Drent H H Maschf Bv
Priority date: 1993-11-29
Filing date: 1993-11-29
Publication date: 1995-06-16
Also published as: EP0657283A1

Description

Offsetdrukmachine.

De uitvinding heeft betrekking op een offsetdrukmachineomvattende een plaatcilinder voor het opnemen van het cli¬ché, een bij de plaatcilinder aangebracht inktwerk, eenrubberdoekcilinder en een tegendrukcilinder die dient om hette bedrukken materiaal tegen de rubberdoekcilinder aan tedruk- ken, waarbij ten minste één der cilinders zodanig doorhet frame van de machine wordt ondersteund dat hij tenopzichte van de andere cilinder of cilinders instelbaar is.

Een degelijke machine is bekend uit EP-A-0 453 850. Bijdeze machine wordt de rubberdoekcilinder aan de beide eindenondersteund door lagers aangebracht in excenterbussen, diezijn opgenomen in knie-hefbomen. Met behulp van de excenter¬bussen kan de rubberdoekcilinder worden ingesteld ten op¬zichte van de andere cilinders en met de kniehefbomen is decilinder verstelbaar voor het in- en uitschakelen van demachine.

Door de aanwezigheid van overgangen zowel tussen plaat¬cilinder en cliché als bij de einden van het op de rubber¬doekcilinder aangebrachte rubberdoek kunnen bij hoge druk¬snelheden trillingen optreden. Dit verschijnsel is bijvoor¬beeld beschreven in EP-A-0 131 813, al worden dan bij dezebekende machine twee plaatcilinders en twee daarmee samen¬werkende rubberdoekcilinders toegepast voor het tweezijdigbedrukken van materiaal.

Het optreden van trillingen wordt in dit geval tegenge¬gaan door het iets schuin plaatsen van de ene rubberdoekci¬linder. Dit brengt uiteraard met zich mee, dat de afstandtussen de cilinders niet over de gehele lengte gelijk is.

Volgens de uitvinding is nu gebleken, dat het optredenvan trillingen in het bijzonder kan worden tegengegaan doorer in te voorzien, dat de rubberdoekcilinder door vast inhet frame van de drukmachine aangebrachte lagers wordtondersteund en dat de plaatcilinder en de tegendrukcilinderzodanig door het frame worden ondersteund, dat zij tenopzichte van de rubberdoekcilinder instelbaar zijn.

Verrassenderwijs kan het optreden van trillingen dusworden tegengegaan door de rubberdoekcilinder zeer stabiel in het frame van de machine te ondersteunen, terwijl deandere cilinders instelbaar kunnen zijn.

Daar de afstand waarover de plaatcilinder instelbaarmoet zijn slechts gering is zal het instelbaar zijn daarvangeen bezwaren opleveren voor wat betreft de opstelling vanhet inktwerk.

Bij voorkeur zal er in worden voorzien, dat de hartlij¬nen van de drie cilinders nagenoeg in één vlak liggen. Door¬dat de plaatcilinder en de tegendrukcilinder instelbaar zijnten opzichte van de rubberdoekcilinder kan een afwijking vandit vlak plaats vinden, maar deze afwijking zal slechts zeergering zijn daar ook de cilinders slechts zeer weinig behoe¬ven te worden versteld voor het verkrijgen van een optimaalresultaat.

Het optreden van trillingen kan verder nog wordentegengegaan door het rubberdoek nagenoeg naadloos vast aante brengen op een klembus, die door een geringe uitzettingervan op de rubberdoekcilinder kan worden geschoven en zichdaarna vast op de cilinder klemt.

Op zich is het bekend om dergelijke klembussen bijdrukmachines toe te passen voor het op de plaatcilindervastzetten van clichés.

Voor het monteren en demonteren van dergelijke dunwan-dige klembussen kan de cilindermantel zijn voorzien vanopeningen waardoorheen perslucht kan worden aangevoerd.Hierdoor kan de diameter van de klembus in zeer geringe mateworden vergroot zodat verschuiving van de klembus op decilinder mogelijk is.

Om gemakkelijke montage en demontage van een dergelijkeklembus op de rubberdoekcilinder mogelijk te maken kan er inworden voorzien, dat het lager waardoor ten minste het eneeinde van de rubberdoekcilinder in het frame van de machinewordt ondersteund, is opgenomen in een aan het machineframete bevestigen onderdeel, dat een opening in het frame over¬brugt, welke opening zo groot is dat na het wegnemen van hetonderdeel de bus door de opening heen kan worden bewogen bijhet van de rubberdoekcilinder verwijderen dan wel op decilinder aanbrengen ervan.

De rubberdoekcilinder behoeft dan dus niet zelf uit de machine te worden verwijderd bij het monteren of demonterenvan een klembus.

De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand vaneen uitvoeringsvoorbeeld, getoond in de tekening, waarin:

Fig. 1 Schematisch een dwarsdoorsnede toont over eenoffsetdrukmachine volgens de uitvinding; en

Fig. 2 schematisch een aanzicht toont van een deel vande machine van fig. 1.

De in de tekening getoonde drukmachine omvat het frame1, waarin de plaatcilinder 2, de rubberdoekcilinder 3 en detegendrukcilinder 4 worden ondersteund.

Op de plaatcilinder 2 is het cliché 5 bevestigd waaropinkt kan worden aangebracht door middel van het inktwerk 6.De inkt wordt overgebracht op het rubberdoek 7 van de rub¬berdoekcilinder 3. Zoals gezegd kan het rubberdoek 7 zichbevinden op een enigszins flexibele bus 8, die op de hierboven beschreven wijze op de cilinder 3 kan worden vastge¬klemd .

Bij het gebruik van de machine wordt de inkt vanaf hetrubberdoek 7 overgebracht op het te bedrukken materiaal 9,dat anderzijds aanligt tegen de tegendrukcilinder 4. Voorhet geleiden van het materiaal 9 zullen verdere op zichbekende middelen aanwezig zijn.

De as 10 van de rubberdoekcilinder 3 wordt ondersteunddoor het lager 11, dat op zich is opgenomen in een ring 12,die vast met het frame 1 wordt verbonden, zoals door middelvan bouten 13, waarvan slechts de hartlijn is aangegeven. Dering 12 overbrugt een opening 14 in het frame 1, welkeopening 14 zo groot is, dat na het wegnemen van de ring 12de bus 8 door de opening 14 heen kan worden bewogen bij hetvan de rubberdoekcilinder 3 verwijderen dan wel op de cilin¬der aanbrengen er van.

De assen 15 en 16 van respectievelijk de plaatcilinder2 en de tegendrukcilinder 4 worden ondersteund in excenter-bussen 17 respectievelijk 18 zoals dit is beschreven inreeds genoemd EP-A-0 453 850. Van een verdere beschrijvingvan deze constructie wordt dus afgezien.

Zoals blijkt uit de beschreven wijze van ondersteuningvan de cilinders 2, 3 en 4 wordt de rubberdoekcilinder vast ondersteund in het frame 1 en zijn de plaatcilinder en detegendrukci1inder instelbaar voor het bepalen van de juisteafstand tussen deze cilinders en de rubberdoekcilinder.Daarbij zullen de hartlijnen 19, 20 en 21 van respectieve¬lijk de plaatcilinder 2, de rubberdoekcilinder 3 en detegendrukci1inder 4 nagenoeg in één vlak 22 liggen.

Daarbij zullen de assen bij de andere einden van deplaatcilinder 2 en van de tegendrukci1inder 4 op gelijkewijze worden ondersteund als aangegeven in fig. 2. De as vanhet andere einde van de rubberdoekcilinder kan eenvoudigerzijn uitgevoerd, daar aan deze zijde in het frame 1 geenopening aanwezig behoeft te zijn voor het doorlaten van deklembus 8.

Het zal duidelijk zijn, dat slechts een mogelijkeuitvoeringsvorm van een offsetdrukmachine volgens de uitvin¬ding in de tekening is getoond en hierboven beschreven endat vele wijzigingen kunnen worden aangebracht zonder buitende uitvindingsgedachte te vallen.

Claims

1. Offsetdrukmachine omvattende een plaatcilinder (2) voorhet opnemen van het cliché (5), een bij de plaatcilinderaangebracht inktwerk (6), een rubberdoekcilinder (3) en een i tegendrukcilinder (4) die dient om het te bedrukken materi¬aal (9) tegen de rubberdoekcilinder (3) aan te drukken,waarbij ten minste één der cilinders (2,3,4) zodanig doorhet frame (1) van de machine wordt ondersteund dat hij tenopzichte van de andere cilinder of cilinders instelbaar is,i met het kenmerk, dat de rubberdoekcilinder (3) wordt onder¬steund door vast in het frame (1) van de drukmachine aange¬brachte lagers (11) en dat de plaatcilinder (2) en de tegen¬drukcilinder (4) zodanig door het frame worden ondersteunddat zij ten opzichte van de rubberdoekcilinder (3) instel-i baar zijn.

2. Offsetdrukmachine volgens conclusie 1, met het kenmerk,dat de hartlijnen (19,20,21) van respectievelijk de plaatci¬linder (2), de rubberdoekcilinder (3) en de tegendrukcilin¬der (4) nagenoeg in één vlak (22) liggen.

3. Offsetdrukmachine volgens conclusie l of 2, met hetkenmerk, dat het rubberdoek (7) nagenoeg naadloos vast isaangebracht op een klerabus (8), die door een geringe uitzet¬ting ervan op de rubberdoekcilinder (3) kan worden geschovenen zich daarna op de cilinder vast klemt.

4. Offsetdrukmachine volgens conclusie 3, met het kenmerk,dat het lager (11) waardoor ten minste het ene einde van derubberdoekcilinder (3) in het frame (1) van de machine wordtondersteund, is opgenomen in een aan het machineframe (1) tebevestigen onderdeel (12), dat een opening (14) in het frame) (1) overbrugt welke opening zo groot is dat na het wegnemenvan het onderdeel (12) de klembus (8) door de opening heenkan worden bewogen bij het van de rubberdoekcilinder (3)verwijderen dan wel op de cilinder aanbrengen ervan.