NL9301922A - Koppeling tussen twee voorwerpen. - Google Patents

Description

Koppeling tussen tvee voorwerpen

De uitvinding heeft betrekking op een koppeling tussentwee voorwerpen. Bekend is een koppeling, waarbij elk van detwee voorwerpen voorzien is van een gat, in welke beide gateneen koppelelement is gefixeerd, bijvoorbeeld door lijm ofandere geschikte middelen.

Het is een doel van de uitvinding, een koppeling tussentwee voorwerpen te bieden, die volledig spelingvrij is,gemakkelijk vanuit een werkzame in een onwerkzame toestand enomgekeerd kan worden gebracht en eenvoudig en daardoorgoedkoop te vervaardigen is.

Met het oog hierop verschaft de uitvinding eenkoppeling tussen twee, elk van een gat voorziene voorwerpen,door middel van een in beide gaten ingestoken en daarinfixeerbaar of gefixeerd koppelelement, waarin elk gat een naar buiten toe verwijdende vorm bezit,het koppelelement een aan het verwijdende deel van hetgat complementaire vorm bezit het koppelelement door middel van van buitenafbedienbare fixatiemiddelen ten opzichte van het voorwerp naarbinnen wordt getrokken tegen de wand van het verwijdende deelvan het gat, en in de toestand, waarin het koppelement ten opzichte vanbeide voorwerpen is gefixeerd, deze voorwerpen uitsluitendvia het koppelelement krachtenoverbrengend met elkaarverbonden zijn.

Een specifieke uitvoering is die, waarin defixatiemiddelen een zich dwars op de langsrichting van hetgat uitstrekkende schroef omvatten, die bij aandraaien eentoenemende kracht uitoefent op een aan het koppelelementaanwezig schuin vlak, zodanig dat daardoor het koppelelementten opzichte van het voorwerp naar binnen wordt getrokken.

Produktietechnisch het meest eenvoudig is dieuitvoering waarin het koppelelement eenomwentelingssymmetrische vorm bezit. Het voordeel van omwentelingssymmetrische vormen is, dat deze zeer eenvoudigdoor freezen op een draaibank kunnen worden vervaardigd.

Tevens heeft de uitvinding betrekking op onderdelen,die kennelijk bestemd zijn voor een koppeling van het typevolgens de uitvinding, in het bijzonder een koppelelement.

De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand vanbijgaande tekening. Hierin tonen: figuur 1 een opengewerkt perspectivisch aanzicht vaneen koppeling volgens de uitvinding; figuur 2 een opengewerkt perspectivisch aanzicht vanhet koppelelement dat deel uitmaakt van de koppeling volgensfiguur 1; figuur 3 een gedeeltelijk weggebroken perspectivischaanzicht van een variant; en figuur 4 een gedeeltelijk opengewerkt perspectivischaanzicht van een andere variant.

Figuur 1 toont twee buizen 1, 2. In deze buizen zijnproppen respectievelijk 3, 4 ingestoken. Deze proppen passenstrak in de buizen 1, 2 en zijn elk voorzien van eendoorgaand gat, beide met 5 aangeduid. In deze doorgaandegaten past een langwerpig koppelelement 6. Dit vertoont inzijn middengebied een verbreding 7, bestaande uit tweeafgeknot-kegelvormige delen 8, 9. Aan de smalle eindendaarvan strekken zich pennen 10, 11 uit. De vorm van de gaten5 corresponderen met de beschreven vorm van het koppelelement6. Zodanig, dat het koppelelement 6 in de gaten 5 inlangsrichting beweegbaar is. De pennen 10, 11 vertonen eenomtreks-verdieping 12, 13. Deze verdiepingen 12, 13 dienenvoor fixatie van het koppelelement 6 door middel vanschroeven 14, 15. Zoals figuur 1 toont, grijpt de schroef metzijn afgeronde einde 16, 17 aan aan het meest naar buitengelegen deel van de ongeveer half-toroïdale verdieping 12, 13. Bij het aandraaien van de betreffende schroef volgenspijl 18 vindt derhalve een naar binnen trekken van hetkoppelelement 6 in de prop 3, 4 plaats volgens pijl 19.Hierdoor komt een spelingvrij contact tussen de afgeknot-kegelvormige delen 8, 9 en het corresponderend gevormde, zichverwijdende deel van de wand van het gat 5 tot stand,waardoor spelingvrijheid is gegarandeerd.

Zoals figuur 1 toont, zijn de schroeven 14, 15 viagaten 20, 21 in de buizen 1, 2 ingestoken in draadgaten 22, 23 in de proppen 3, 4. Terwille van de duidelijkheid isaangeduid, dat de koppen 24, 25 buiten de buizen 1, 2uitsteken. Praktisch kan het zijn, een variant te gebruiken,waarin de koppen 24, 25 verzonken zijn, zodat er aan debuitenzijde van de buizen 1, 2 geen kop uitsteekt.

Tussen de buizen 1, 2 bestaat in de in figuur 1getoonde gekoppelde toestand een tussenruimte 26. Op dezewijze zijn de buizen uitsluitend via het koppelelement 6 metelkaar gekoppeld, waardoor spelingvrijheid is gegarandeerd.

Het zal duidelijk zijn, dat het koppelelementgeïntegreerd kan zijn met een van beide buizen 1, 2. Hetkoppelelement kan in dat geval door draaien, gieten of elkeandere geschikte bewerking in één geheel met hetdesbetreffende voorwerp zijn gevormd. Het andere voorwerpdient dan wel van een complementair gevormd gat te zijnvoorzien voor koppeling met het koppelelement.

Figuur 2 toont op vergrote schaal het koppelelement 6.

Figuur 3 toont, dat de koppeling volgens de uitvindingniet alleen geschikt is voor koppeling van buizen. Een ring27 kan met gebruikmaking van de uitvinding worden gekoppeldmet zich axiaal, radiaal of andere richtingen uitstrekkendebuizen. De buis 2 is met gebruikmaking van het koppelelement6 met de ring 27 verbonden. Na de uiteenzetting metbetrekking tot figuur 1 behoeft deze structuur geen naderetoelichting. De buis 2 strekt zich radiaal ten opzichte vande ring 27 uit.

Twee buizen 28, 29 zijn zodanig met de ring 27gekoppeld dat ze zich beide in axiale richting uitstrekken.Daartoe is gebruik gemaakt van een koppelelement 30, dattussen de afgeknot-kegelvormigde delen 8 en 9 een cilindrischdeel 31 vertoont met een axiale lengte, die correspondeertmet de axiale lengte van de ring 27. Voor het overige is de: koppeling gelijk aan die als hiervoor beschreven. In de tekening is aangeduid, dat door middel van een schroef 32 hetkoppelelement 30 is vastgezet ten opzichte van de ring 27.

Dit is niet strikt noodzakelijk, daar de beide buizen 28, 29in gefixeerde toestand de positie van het koppelelement 30 ten opzichte van de ring 27 bepalen. Bij het plaatsen enverwijderen van de koppeling kan de schroef 32 evenwel zijnnut hebben.

Ook in de uitvoering volgens figuur 3 geldt, dat bijvoorkeur alle schroeven zodanig zullen zijn uitgevoerd, datze verzonken zijn geplaatst.

Figuur 4 toont een variant, die in zoverre afwijkt vande uitvoering volgens figuur 1, dat de buizen 33, 34 eenrechthoekige, in het bijzonder vierkante dwarsdoorsnede .vertonen. Elk van de buizen 33, 34 vertoont intern een prop36, 37, waarin het naar buiten toe toelopende koppelelementstrak past. Overeenkomstig de in figuur 1 getoonde structuurvertoont het koppelelement 35 een schuin vlak 38, dat dientvoor samenwerking met de fixatieschroef 39, zodanig dat bijaandraaien van de schroef 39 een naar binnen trekken in deprop 37 van het koppelelement 35 plaatsvindt. In deaangekoppelde toestand vertonen de buizen 33, 34 detussenruimte 26.

Het wezenlijke verschil tussen de koppeling volgensfiguur 4 en die volgens figuur 1 is gelegen in het feit, datde koppeling volgens figuur 1 volledigomwentelingssymmetrisch is, hetgeen het plaatsen van debuizen kan vergemakkelijken, omdat de hoekpositie indifferentis, anders dan bij de koppeling volgens figuur 4.

De beschreven koppelingen zullen in het algemeen inmetaal zijn uitgevoerd. Het zal duidelijk zijn, dat aan hetkoppelelement eisen met betrekking tot mechanische sterkte enstijfheid worden gesteld.

Claims (4)

1. Koppeling tussen twee, elk van een gat voorzienevoorwerpen, door middel van een in beide gaten ingestoken endaarin fixeerbaar of gefixeerd koppelelement, waarin elk gat een naar buiten toe verwijdende vorm bezit, het koppelelement een aan het verwijdende deel van hetgat complementaire vorm bezit het koppelelement door middel van van buitenafbedienbare fixatiemiddelen ten opzichte van het voorwerp naarbinnen wordt getrokken tegen de wand van het verwijdende deelvan het gat, en in de toestand, waarin het koppelement ten opzichte vanbeide voorwerpen is gefixeerd, deze voorwerpen uitsluitendvia het koppelelement krachtenoverbrengend met elkaarverbonden zijn.

2. Koppeling volgens conclusie 1, waarin defixatiemiddelen een zich dwars op de langsrichting van hetgat uitstrekkende schroef omvatten, die bij aandraaien eentoenemende kracht uitoefent op een aan het koppelelementaanwezig schuin vlak, zodanig dat daardoor het koppelelementten opzichte van het voorwerp naar binnen wordt getrokken.

3. Koppeling volgens conclusie 1, waarin hetkoppelelement een omwentelingssymmetrische vorm bezit.

4. Onderdelen, kennelijk bestemd voor een koppelingvolgens een der voorgaande conclusies.