NL8802463A - Botfixatie-apparaat. - Google Patents

Description

Botf ixatie-apparaat

De uitvinding heeft betrekking op een botfixatie-apparaat bestaande uit telescopisch schuifbare binnen- en buitenhuizen die elk aan een einde via fixeerbare kogelscharnieren zijn verbonden met van klembouten voorziene klemhelten met halfcirkelvormige uitsparingen voor het vastzetten van botpennen die in een gebroken bot kunnen worden geschroefd, en een afneembaar en van een schroefspilconstructie voorzien mechanisme om de helften nauwkeurig te kunnen positioneren.

Een dergelijk botfixatie-apparaat, dat dient voor het uitwendig vastleggen van twee botdelen van één gebroken bot, is bekend uit het Europese octrooischrift 0011258. De kogelscharnieren van dit bekende apparaat worden gefixeerd met behulp van excentrisch deel van een bout, welk excentrische deel een drukkracht kan uitoefenen op een met de kogel in aanraking zijnde zittingsschaal. Deze zittingsschaal kan bij het hanteren van het apparaat gedurende een operatie echter uit het apparaat vallen. Dat onderdeel is dan niet meer steriel en mag dan verder niet worden gebruikt. Het opnieuw steriliseren van het betreffende deel respectievelijk het ervoor in de plaats brengen van een vooraf gesteriliseerde zittingsschaal betekent tijdverlies en ergenis die bij een dergelijke operatie niet mogen voorkomen.

De uitvinding beoogt in het voorgaande verbetering te brengen. Volgens de uitvinding is dit bereikt, doordat de kogelscharnieren bestaan uit een seharnierhuis met een boring waarin een zuiger is opgenomen, welke zuiger enerzijds is voorzien van een zitting voor de kogel van het kogelscharnier en anderzijds van een radiale boring voor het kunnen opnemen van een spie met kegelvormig buitenoppervlak, welke spie zelf is voorzien van een doorgaand schroefgat dat kan samenwerken met een door de zuiger te steken trekbout.

Het is doelmatig als de zuiger in twee verschillende standen kan worden gebruikt en dit wordt volgens de uitvinding bereikt als de radiale boring van de zuiger naar beide einden ding bereikt als de radiale boring van de zuiger naar beide einden trap sbreder wordend is uitgevoerd.

Voor de goede werking is het wel essentieel, dat de spie slechts van één zijde door het scharnierhuis kan worden gestoken.

De kogel wordt bij voorkeur in het scharnierhuis opgesloten met een bajonetring.

De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin bij wijze van voorbeeld een uitvoeringsvorm van een botfixatie-apparaat volgens de uitvinding is weergegeven. In de tekening toont:

Figuur 1 een exploded view van het hotfixatie-appa-raat, een hoorbuis, en een verminderingsbus voor een boor, en

Figuur 2 een vertikale langsdoorsnede van het apparaat van figuur 1.

Het botfixatie-apparaat bestaat uit een buitenhuis 1, een telescopisch in een boring 2 van het buitenhuis schuifbaar binnenhuis 3, kogelscharnieren 4 en 5 aan de van elkaar afgelegen einden van de buiten- en binnenhuizen 1 en 3, en aan weerszijden van die kogelscharnieren 4 en 5 gelegen klemorganen 6 en 7 met elk drie paren halfcirkelvormige uitsparingen 8, 8' voor het op bekende wijze met klembouten 9 opnemen van botpennen 10. De klemorganen bestaan hiertoe uit een vast met een onderdeel van de kogelkoppeling verbonden klemhelft, en een via de klembouten 9 met de vaste klem-helft te verbinden wegneembare klemhelft.

Het buitenhuis 1 en het binnenhuis 3 kunnen vrij in en uit elkaar worden geschoven na het lossen van een klembout 11 die via gaten in het buitenhuis 1 is gestoken door een axiale sleuf 12 in het binnenhuis 3 en aan het van zijn kop afgekeerde einde samenwerkt met een klemring 13.

Voor het nauwkeurig onderling positioneren van de huizen 1 en 3 wordt een mechanisme 14 gebruikt.

Het mechanisme 14 bestaat uit een bijna halfringvormig huis 15, waarbij de kromtestraal van zijn binnenoppervlak in hoofdzaak gelijk is aan de kromtestraal van het buitenoppervlak van het buitenhuis 1. Uit het huis 15 steekt in axiale richting een worm 15 die via een spleet 17 van het buitenhuis 1 in ingrijping kan komen met een op het binnenhuis 3 aangebrachte vertanding 18. Aan de van de worm 16 af gekeerde zijde van het mechanismehuis 15 steekt een zeskant 19 uit, waarmee de worm 16 in rotatie kan worden gebracht om de huizen 1 en 3 ten opzichte van elkaar te laten verschuiven .

Het mechanismehuis 15 moet in axiale richting ten opzichte van het buitenhuis 1 kunnen afsteunen. Hiertoe kan het huis 15 passen tussen twee (niet weergegeven) flenzen op het buitenhuis 1, maar het mechanismehuis 15 kan ook zijn voorzien van een pen 20 om het mechanismehuis 15 te kunnen vasthaken aan het buitenhuis 1. Om het mechanisme 14 gedurende langere tijd aan het apparaat te kunnen bevestigen, is een fixeerschroef 21 aangebracht. Dezè moet, om goed te kunnen werken, op zo groot mogelijke hoekaf-stand van de pen 20 liggen. Zijn aangrijpingspunt op het buitenhuis 1 ligt in het cirkeltje 22.

De kogelscharnieren 4 en 5 zijn demonteerbaar, om goed te kunnen worden gesteriliseerd, en uiteraard fixeerbaar om de hen toebedeelde functie goed te laten vervullen. Aangezien beide kogelscharnieren in hoofdzaak aan elkaar gelijk zijn, wordt hieronder alleen kogelscharnier 5 besproken.

Het kogelscharnier 5 bestaat uit een scharnierhuis 23 dat één geheel vormt met het binnenhuis 3, en een aan het van het binnenhuis afgekeerde einde toegankelijke boring bezit waarin een zuiger 24 is opgenomen. De zuiger 24 is voorzien van een radiaal doorgaand gat met een uiterlijk dat is aangepast op het kunnen opnemen van een spie 25 met kegelvormig oppervlak. Die spie 25 is zelf voorzien van een doorgaand schroefgat dat kan samenwerken met een trekbout 26. Het is een kwestie van bedieningsgemak om de kop van de trekbout 26 in één rij te laten liggen met de koppen van de klembouten 9 en 11.

Het van het binnenhuis 3 afgekeerde kopvlak van de zuiger 24 is komsegmengtvormig uitgevoerd om als aanligvlak te fungeren voor een kogel 27 die verbonden is met het klemorgaan 7. Een in het versmalde gedeelte tussen het klemorgaan 7 en de kogel 27 opgesloten bajonetring 28 kan de koppeling tot stand brengen tussen het klemorgaan 7 en het buitenhuis 3. In de plaats van een bajonet-verbinding, zou hier natuurlijk ook sprake kunnen zijn van een schroefverbinding.

Het scharnierhuis 23 bezit een gat voor het laten passeren van de trekbout 26 en diametraal daartegenover een groter gat voor het laten passeren van de spie 25. Indien de trekbout 26 wordt aangehaald zal de zuiger 24 de kogel 27 stevig tegen de bajonetring 28 drukken en is het kogelscharnier 5 voldoende gefixeerd. Het direct met de kogel 27 in aanraking zijnde vlak van de bajonetring 28 heeft uiteraard bij voorkeur een kromtestraal die gelijk is aan de kromtestraal van de kogel 27 zelf.

Het bijzondere van dit kogelscharnier 5 is dat er tijdens een operatie geen losse onderdelen uit kunnen vallen.

Met het uitgevonden apparaat kan als volgt worden gewerkt.

Eerst worden in het deel van het gebroken bot een aantal botpennen 10 vastgezet. Begonnen wordt met hoorbuizen 29 in de uitsparingen 8 en 8' van het klemorgaan 7 vast te zetten door het aanhalen van de klembouten 9. In deze hoorbuizen 29 wordt een verminderingsbus 30 gestoken, zodat op de juiste onderlinge afstand kleine gaatjes in het botdeel kunnen worden geboord. Na het lossen van de klembouten 9 en het verwijderen van de hoorbuizen 29 kunnen de botpennen 10 via de uitsparingen 8 en 8* worden ingeschroefd en vervolgens in de klemorganen 6 en 7 worden vastgeklemd. De van de buiten- en binnenhuizen ontkoppelde klemorganen 6 en 7 worden dus op doelmatige wijze tevens als een soort mal gebruikt bij het positioneren van de hoorbuizen 29 en het richten van de botpennen 10.

Door de bajonetring 28 kan de kogel 27 eenvoudig met het binnenhuis 3 worden verbonden. Vervolgens pleegt men dezelfde handelingen bij het klemorgaan 6 aan het andere gebroken botgedeelte. De beide kogelscharnieren 4 en 5 worden nu "los" gezet door de trekbouten 26 los te draaien, zodat in beide scharnieren de spie 25 ten dele uit de zuiger 24 beweegt, waardoor de kogel 27 niet meer in de bajonetzitting van de zuiger 24 wordt gedrukt. Tevens wordt de klembout 11 losgedraaid, waardoor de klemring 13 loskomt van een afgeplat oppervlak 31 op het verder cilindrische binnenhuis 3. Nu kan de breuk tussen de botdelen worden "gezet" en daarna worden de beide kogelscharnieren 4 en 5 en de buiten-en binnenhuizen 1 en 3 gefixeerd.

Heeft men voor het uitschuiven of inschuiven van de buiten- en binnenhuizen 1 en 3 ten behoeve van het uit elkaar of het tegen elkaar drukken van de botdelen teveel kracht nodig, dan kan het mechanisme 14 op het buitenhuis 1 worden geplaatst en kan de gewenste beweging worden verkregen door te draaien aan het zeskant 19, waardoor de worm 16 die in de vertanding 18 grijpt, deze verplaatsing verzorgt.

Binnen het kader van de conclusies vallen ook andere uitvoeringsvormen dan degene die in de tekening is weergegeven.

Claims (5)

1. Botfixeerapparaat bestaande uit telescopisch schuifbare binnen- en buitenhuizen die elk aan een einde via fixeerbare kogelscharnieren zijn verbonden met van klembouten voorziene klemhelften met halfcirkelvormige uitsparingen voor het vastzetten van botpennen die in een gebroken bot kunnen worden geschroefd, en een afneembaar en van een schroefspilconstructie voorzien mechanisme can de helften nauwkeurig te kunnen positioneren, et het kenmerk, dat de kogelscharnieren bestaan uit een schar-nierhuis (23) met een boring waarin een zuiger (24) is opgenomen, welke zuiger enerzijds is voorzien van een zitting voor de kogel (27) van het kogelschamier en anderzijds van een radiale boring voor het kunnen opnemen van een spie (25) met kegelvormige buitenoppervlak, welke spie zelf is voorzien van een doorgaand schroefgat dat kan samenwerken met een door de zuiger te steken trekbout (26).

2. Apparaat volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de radiale boring van de zuiger (24) naar beide einden taps breder wordend is uitgevoerd.

3. Apparaat volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de spie (25) slechts van $én zijde door het schar-nierhuis (23) kan worden gestoken.

4. Apparaat volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de kogel (27) in het scharnierhuis (23) kan worden opgesloten met een bajonetring (28).

5. Apparaat zoals weergegeven in de tekening en/of besproken aan de hand daarvan.