NL9301616A - Opbergdoos voor compactdisc. - Google Patents

Description

Titel: Opbergdoos voor compactdisc.

Achtergrond van de uitvinding:

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een doos voor het opbergen van een compactdisc, meer in het bijzonder op een doos die geopend wordt met een schuifbeweging.

In de praktijk zijn opbergdozen voor het opbergen van een compactdisc bekend, waarbij de compactdisc wordt ingébracht in de doos en dan bedekt met een buitendeksel dat apart gehouden wordt. Een dergelijk type doos is echter bijzonder onhandig.

Ook zijn opbergdozen bekend die aan hun randen zijn voorzien van transversale scharnierpunten, zodat de deksels van deze dozen worden geopend door een verticale optilbewe-ging. Wanneer een compactdisc uit een dergelijke doos verwijderd moet worden moet de doos horizontaal gehouden worden, hetgeen ongemakkelijk is in het gebruik. Bovendien is het mogelijk om de compactdisc te beschadigen wanneer het openen geforceerd wordt.

Samenvatting van de uitvinding:

De onderhavige uitvinding beoogt de bovengenoemde problemen op te lossen of althans te verzachten.

De kenmerken en voordelen van de onderhavige uitvinding zullen worden verduidelijkt door de hierna volgende beschrijving van voorkeursuitvoeringsvoorbeelden onder verwijzing naar de tekeningen.

Korte beschrijving van de tekeningen:

Fig.l is een perspectiefaanzicht van een opbergdoos.

Fig.2 is een perspectiefaanzicht van de bevestigings-component van de in fig.l weergegeven doos.

Fig.3 is een bovenaanzicht van de in fig.2 getoonde bevestigingscomponent.

Fig.4 is een dwarsdoorsnede langs de lijn IV-IV in fig.3, en een compactdisc in relatie tot de bevestigingscomponent toont.

Fig.5 is een perspectivisch onderaanzicht van de bovenkast.

Fig.6 is een andere uitvoeringsvorm van de onderkast.

Fig.7 is een perspectiefaanzicht van de in fig.6 getoonde onderkast in een geassembleerde toestand.

Fig.8 is een perspectiefaanzicht van de in fig.7 weergegeven onderkast, schuifbaar ingebracht in een bovenkast. Beschrijving van de voorkeursuitvoeringsvorm:

In de in fig.l weergegeven uitvoeringsvorm bestaat de opbergdoos voor een compactdisc uit een bovenkast (10) en een onderkast (20). Op de zijwanden van de onderkast (20) is symmetrisch een paar schuifrails (25) aangebracht. Juist onder de rails (25) is symmetrisch een paar uitsteeksels (22) aangebracht. Op het voorste bovenvlak is een driehoekig merkteken (23) aangebracht dat de uittrekrichting van de onderkast (20) uit de bovenkast (10) aanduidt.

Op het bovenvlak van de onderkast (20) is een bevestigingscomponent (24) aangebracht. De bevestigingscomponent (24) is, met regelmatige onderlinge afstanden, voorzien van smalle longitudinale openingen (24A).

Een gedetailleerd aanzicht van de bevestigingscomponent (24) is getoond in fig.2 - 4. Zoals getoond in fig.4 is het uitstekende bovenvlak van bevestigingscomponent (24) enigszins getand en bijgevolg springt de omtrek van het uitstekende bovenvlak enigszins uit. De smalle longitudinale openingen (24A) reiken van het uitstekende bovenvlak naar het bodemvlak waarop de bevestigingscomponent (24) is aangebracht. De zijwand (24B) van de bevestigingscomponent (24) is voorzien van twee paren uitsteeksels (24C) tussen de longitudinale openingen (24A).

Wanneer een compactdisc (1) wordt aangebracht op de bevestigingscomponent (24) kan de schijf met zekerheid zetelen. De bevestigingscomponent (24) verschaft ook een elastisch middel dat het mogelijk maakt om de compactdisc op gemakkelijke wijze los te nemen. Bijgevolg wordt aanbrengen van een compactdisc (1) op de bevestigingscomponent (24) en/of het losnemen van de compactdisc (1) van de bevestigingscomponent (24) eenvoudig tot stand gebracht door middel van de openingen (24A), en is een stevige plaatsing van de compactdisc mogelijk.

De bovenkast (10), waarin de onderkast (20) wordt ingébracht, is voorzien van railgroeven (11) zodat de rails (25) van de onderkast (20) naar binnen of naar buiten kunnen glijden.

Fig.5 is een onderaanzicht van de in fig.l getoonde bovenkast (10) . Een raakplaats (12) is gevormd bij de binnenkant van het achterste deel van de bovenkast (10), waar het verbonden is met de binnenkant van het achterste gedeelte van de onderkast. Nabij de railgroeven in het inbrengdeel van de buitenwand van de bovenkast (10) bevindt zich een paar groeven (13). Er bevindt zich een paar uitsteeksels (17) bij het intreegedeelte waarin de onderkast (20) wordt ingebracht, zodat, wanneer de onderkast (20) uit de bovenkast (20) wordt geschoven, de onderkast (20) niet eenvoudig van de bovenkast (10) wordt losgenomen.D.w.z. het achterste gedeelte (26) van de onderkast (20) is verbonden met de uitsteeksels (14) van de bovenkast (10).

Fig.6 is een ander voorbeeld van de onderkast. Zoals getoond is de onderkast verdeeld in twee gedeelten, nl. een binnenkast (30) en een bodemkast (40) .

Fig.7 toont de in fig.6 weergegeven onderkast in een geassembleerde toestand, en fig.8 toont die kast in een geopende toestand.

De binnenkast (30) is voorzien van een bevestigingscomponent (24), een uitstekende boogwand (21), vier uitsteeksels (31) aan de zijkant, en een gehoekt gedeelte (32) aan de voorkant. De bodemkast (40) heeft een bodemvlak en een lage zijwand zodat de vlakke binnenkast (30) kan worden opgenomen. De bodemkast (40) is voorzien van een paar rails (25) en vier gaten (41) onder de rails (25) . De gaten (41) vallen samen met de uitsteeksels (31) van de binnenkast (30).

Zoals getoond in fig.l wordt de compactdisc geplaatst op de bevestigingscomponent (24) van de onderkast (20) en dan wordt de onderkast (20) in de bovenkast (10) geschoven. Omgekeerd, wanneer de compactdisc wordt uitgenomen voor gebruik wordt de onderkast (20) uit de bovenkast (10) genomen langs de railgroeven (11).

De in de fig.6 - 8 weergegeven uitvoeringsvorm wordt op dezelfde wijze geopend.

In deze uitvoeringsvorm echter maakt de binnenkast (30) het mogelijk dat de opbergdoos stijver wordt geconstrueerd zodat meer veiligheid voor de compactdisc wordt verschaft.

Volgens de onderhavige uitvinding is het eenvoudig om de compactdisc te openen en te beschermen. Hoewel in het voorgaande specifieke kenmerken van de onderhavige uitvinding onder verwijzing naar de tekening zijn beschreven, zal het duidelijk zijn dat de onderhavige uitvinding niet tot die specifieke uitvoeringsvormen beperkt is en dat verschillende veranderingen en modificaties kunnen worden uitgevoerd zonder van de geest of de omvang van de onderhavige uitvinding af te wijken.

Claims (4)

1. Opbergdoos voor een compactdisc, omvattende: een in zijn algemeenheid rechthoekige bovenkast met een in hoofdzaak vlakke bovenwand, een achterwand die vanaf genoemde bovenwand naar beneden reikt, een paar evenwijdige zijwanden die vanaf genoemde bovenwand naar beneden reiken en met de achterwand zijn verbonden, waarbij elke zijwand een railgroef omvat, en waarbij'de bovenwand verder is voorzien van een paar omlaag reikende uitsteeksels op gedeelten daarvan die van de achterwand verwijderd zijn en zich bevinden in de nabijheid van de respectieve zijwanden; een onderkast met een in hoofdzaak vlakke bodemwand, een paar van tegenover gelegen evenwijdige zijwanden die vanaf de bodemwand omhoog reiken, welke zijwanden van de onderkast elk zijn voorzien van naar buiten daarvan uitstekende langwerpige rails die schuifbaar kunnen samenwerken met de respectieve railgroeven van genoemde bovenkast zodat de onderkast schuifbaar is in een vlak ten opzichte van de bovenkast, waarbij de respectieve boven- en bodemwanden van de boven- en onderkasten in hoofdzaak evenwijdig zijn, welke onderkast voorts een van genoemde bodemwand omhoog uitstekende achterwand omvat die de zijwanden verbindt, welke achterwand van de onderkast is aangebracht tussen genoemde achterwand van de bovenkast en genoemde uitsteeksels van de bovenkast zodat genoemde uitsteeksels van de bovenkast aangrijpen op genoemde achterwand van de onderkast om een volledige schuivende scheiding van de boven- en onderkasten te voorkomen; en een bevestigingscomponent die in hoofdzaak centraal is aangebracht op’genoemde bodemwand van de onderkast en naar boven daarvan uitsteekt naar de bovenwand van de bovenkast welke bevestigingscomponent een in hoofdzaak cilindrische zijwand omvat en een concave bovenwand die over genoemde boven wand reikt, een aantal in hoofdzaak evenwijdige sleuven die over de concave bovenwand en de cilindrische zijwand reiken, zodat door genoemde evenwijdige sleuven gedefinieerde sectoren van de bevestigingscomponent elastisch vervormbaar zijn voor het daarop vasthouden van een compactdisc, waarbij tenminste enkele uitgekozen sectoren van genoemde cilindrische zijwand van de bevestigingscomponent zijn voorzien van uitsteeksels voor het losmaakbaar vasthouden van een compactdisc op genoemde bevestigingscomponent.

2. Compactdisc volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de genoemde bevestigingscomponent voorts is voorzien van een vlakke basis die naar buiten reikt vanaf de in hoofdzaak cilindrische zijwand daarvan, waarbij genoemde evenwijdige sleuven reiken tot in gedeelten van genoemde basis naast genoemde cilindrische zijwand, welke basis stevig is bevestigd aan de bodemwand van de onderkast.

3. Opbergdoos voor een compactdisc, omvattende: een in zijn algemeenheid rechthoekige bovenkast met een in hoofdzaak vlakke bovenwand, een achterwand die vanaf genoemde bovenwand naar beneden reikt, een paar evenwijdige zijwanden die vanaf genoemde bovenwand naar beneden reiken en met de achterwand zijn verbonden, waarbij elke zijwand een railgroef omvat, en waarbij de bovenwand verder is voorzien van een paar omlaag reikende uitsteeksels op gedeelten daarvan die van de achterwand verwijderd zijn en zich bevinden in de nabijheid van de respectieve zijwanden; een onderkast met een in hoofdzaak vlakke bodemwand, een paar van tegenover gelegen evenwijdige zijwanden die vanaf de bodemwand omhoog reiken, welke zijwanden van de onderkast elk zijn voorzien van naar buiten daarvan uitstekende langwerpige rails die schuifbaar kunnen samenwerken met de respectieve railgroeven van genoemde bovenkast, zodat de onderkast schuifbaar is in een vlak ten opzichte van de bovenkast, waarbij de respectieve boven-en bodemwanden van de boven- en onderkasten in hoofdzaak evenwijdig zijn, welke on- derkast voorts een van genoemde bovenwand omhoog uitstekende achterwand omvat die de zijwanden verbindt, welke achterwand van de onderkast is aangebracht tussen genoemde achterwand van de bovenkast en genoemde uitsteeksels van de bovenkast zodat genoemde uitsteeksels van de bovenkast aangrijpen op genoemde achterwand van de onderkast om een volledige schuivende scheiding van de boven- en onderkasten te voorkomen; een binnenkast omvattende een vlakke plaat die is bevestigd in de nabijheid van de bodemwand van de onderkast tussen de zijwanden en de achterwand daarvan, welke vlakke plaat is voorzien van een naar boven daarvan, naar de bovenkast toe, uitstekende boogwand die een aantal boogsegmenten van een cirkel omvat voor het daarin ontvangen van de compactdisc, welke binnenkast voorts is voorzien van een voorwand die op een hoekige wijze is verzet om uit te steken voorbij de onderkast om een greep te definiëren voor het schuifbaar bewegen van genoemde onderkast ten opzichte van de bovenkast; en een bevestigingscomponent die in hoofdzaak centraal is aangebracht op genoemde vlakke plaat van de binnenkast en naar boven daarvan uitsteekt naar de bovenwand van de bovenkast welke bevestigingscomponent een in hoofdzaak cilindrische zijwand omvat en een concave bovenwand die over genoemde bovenwand reikt, een aantal in hoofdzaak evenwijdige sleuven die over de concave bovenwand en de cilindrische zijwand reiken, zodat door genoemde evenwijdige sleuven gedefinieerde sectoren van de beverstigingscomponent elastisch vervormbaar zijn voor het daarop vasthouden van een compactdisc, waarbij tenminste enkele uitgekozen sectoren van genoemde cilindrische zijwand van de bevestigingscomponent zijn voorzien van uitsteeksels voor het losmaakbaar vasthouden van een compactdisc daarop.

4. Compactdisc volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de genoemde- bevestigingscomponent voorts is voorzien van een vlakke basis die naar buiten reikt vanaf de in hoofdzaak ci- lindrische zijwand daarvan, waarbij genoemde evenwijdige sleuven reiken tot in gedeelten van genoemde basis naast genoemde cilindrische zijwand, welke basis stevig is bevestigd aan de vlakke plaat van genoemde binnenkast.