NL9301578A

NL9301578A - Inrichting voor het masseren van een vleesportie.

Info

Publication number: NL9301578A
Application number: NL9301578A
Authority: NL
Original assignee: Stork Protecon Bv
Priority date: 1993-09-13
Filing date: 1993-09-13
Publication date: 1995-04-03
Also published as: EP0643918A1; US5492499A

Description

INRICHTING VOOR HET MASSEREN VAN EEN VLEESPORTIE

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het masseren van een vleesportie, welke inrichting een gestel, en een in dat gestel ondersteunde, om een liggende as roteerbaar aangedreven vat, welk vat een zich rond de draaiingsas uitstrekkende langswand en twee eind-wanden heeft, in welke wand een laad- en/of losopening is aangebracht.

Een dergelijke inrichting is in velerlei uitvoeringsvormen bekend, waarbij echter de dwarsdoorsnede van het vat een cirkelvormige gestalte heeft. Het vat is aan de binnenzijde voorzien van schoepen of bladen, die onafhankelijk van de rotatie van het vat beweegbaar zijn, en derhalve een massage op het vlees uitoefenen. Het bezwaar van dergelijke elementen in het vat is dat deze het lossen van het vat, en het daaropvolgend reinigen bemoeilijken. Bovendien zijn de in het vat aanwezige elementen tamelijk gecompliceerd qua constructie.

De uitvinding beoogt bovengenoemde bezwaren te ondervangen door een inrichting te verschaffen, die zich onderscheid doordat, de langswand in dwarsdoorsnede een onronde vorm heeft, zodanig dat het momentaan onder de rotatieas gelegen deel van de dwarsdoorsnede qua gestalte verandert van een nauwe vorm tot een brede vorm en omgekeerd.

Dankzij de onronde dwarsdoorsnede van het vat, zal het deel van het vat, gewoonlijk het deel dat zich onder de rotatieas bevindt, voortdurend qua vorm veranderen, welke vormverandering een massage op de vleesportie uitoefent, omdat de dwarsdoorsnede van de vleesportie eveneens verandert. Dit brengt reeds de vereiste massage op het vlees teweeg, hetgeen niettemin kan worden bevorderd door het aanbrengen van zich op de binnenwand van het vat uitstrekkende elementen, die met het vat meedraaien. De constructie van dergelijke elementen kan zeer eenvoudig worden uitgevoerd.

Bij voorkeur zijn de elementen gevormd als rechte platen, die zich volgens een verdere ontwikkeling onder een hoek ten opzichte van de rotatieas uitstrekken. Hiermee wordt een transport in de langsrichting van het vat op het vlees veroorzaakt, hetgeen eveneens bijdraagt tot een betere massage.

In de voorkeursuitvoeringsvorm is de dwarsdoorsnede van het vat elliptisch, en zijn de plaatvormige elementen langs die delen van de binnenzijde van het vat aangebracht, welke de grootste kromtestraal hebben. Hiermee wordt bereikt dat in een bepaalde stand, wanneer de ellipsvorm rechtop staat, het vat zonder problemen kan worden geledigd, omdat het vlees geen hinder van de elementen in het vat ondervindt. Bovendien ontstaat bij een gelijk volume ten opzichte van een cirkelvormige dwarsdoorsnede, een grotere stahoogte in het vat, hetgeen de reiniging daarvan vergemakkelijkt.

Bovengenoemde en andere kenmerken van de uitvinding zullen in de hieronderstaande figuurbeschrijving van een uitvoeringsvoorbeeld nader worden toegelicht. In de bijgaande tekening toont: fig. 1 een perspectivisch bovenaanzicht van een inrichting volgens de uitvinding, fig. 2a, b telkens een staand zij-aanzicht van het vat uit figuur 1 in een andere werkstand, fig. 3a, b, c en d telkens een dwarsdoorsnede van een mogelijke vatvorm geschikt voor het masseren van een vleesportie volgens de uitvinding, fig. 4 een perspectivisch detailaanzicht van een voorkeursuitvoeringsvorm.

In fig. 1 is met het cijfer 1 het gestel weergegeven, dat op willekeurige wijze kan zijn opgebouwd, en hier bestaat uit een vast gestel 2 en een ten opzichte daarvan kantelbaar gestel 3. Het gestel 2 bestaat uit een rechthoekig raamwerk, dat op de vier hoeken is ondersteund door op een bodem te plaatsen poten 4. De poten links in fig. 1 zijn verlengd met een post 5, aan de boveneinden waarvan een scharnier 6 is aangebracht voor het opnemen van het linker einde van het beweegbare gestel 3.

Het rechter einde van het vaste gestel 2 is uitgevoerd met ogen 7, waarin een drijfas 8 is gelagerd, die aangedreven door een motor 9. De drijfas 8 is aan weerszijden van het vaste gestel 1 uitgevoerd met een haakse overbrenging 10 voor het doen verdraaien van een schroefspil 11, die samenwerkt met een moerlichaam 12, dat op overeenkomstige wijze in ogen 13 zwenkbaar zijn gelagerd. Op deze wijze is het rechter einde van het beweegbare gestel 3 op en neer beweegbaar. Het beweegbare gestel is aan weerseinden voorzien van een bok 14, waarvan de in fig. 1 links getekende bok 14 is voorzien van loopwielen 15 voor het ondersteunen van een loopkrans 16, waarin een einde van het massagevat 17 is ondergebracht. De in fig. 1 getekende rechter bok 14 steunt een rotatieas, die wordt aangedreven door een aandrijfmotor 18, waarbij het linker einde van de rotatieas is bevestigd aan de eindwand 19 van het vat 17.

Het vat 17 bestaat uit een langswand 20, die aan een einde aansluit op de eindwand 19 en aan het andere einde is voorzien van een kegelvormig eindwanddeel 22 met laad- en losopening 23, welke door een deksel 24 afsluitbaar is. De kegelvormige eindwand 22 omvat tevens een cilindrisch deel 25, waaromheen de krans 16 is aangebracht. Het zal duidelijk zijn, dat de laad- en losopening 23, wanneer deze voorzien is van geschikte aansluitmidde-len, aansluitbaar is op een bron van vacuüm, overdruk, of op een toevoer van gas, bijvoorbeeld van C02 , zodat de betreffende atmosfeer naar het vat kan worden overgebracht, of onder deze atmosfeer gevuld of geledigd kan worden.

Uit het bovenstaande zal duidelijk zijn dat door het aandrijven van de motor 18 het vat 17 om een liggende as, hetwelk in fig. 1 met A-A is weergegeven roteerbaar is, waarbij de hellingshoek van de liggende as A-A instelbaar is door middel van het aandrijfmechanisme 4-13. De stand kan derhalve veranderen van de louter horizontale stand volgens fig. 2a naar een achteroverhellende stand volgens fig. 2b en een niet getoonde stand tegengesteld aan de hellingshoek van fig. 2b, waarbij de eindwand 19 hoger dan de laat- en losopening 23 komt te liggen. Deze standen worden bereikt door het roteren van de schroef-spillen 11 en de verplaatsing van de moerblokken 12 ten opzichte van die spillen 11. Aan één zijde van het vat, tegen de achterwand 21 aan, op zo groot mogelijke afstand van het centrum is een spoelopening aangebracht, die door een dop 50 wordt afgesloten. Door het vat in de juiste stand te zetten, zal spoelwater door deze opening heen weglopen.

Volgens het kenmerk van de uitvinding is de dwarsdoorsnede van het vat 17 onrond, en in de voorkeursuitvoeringsvorm ellipsvormig, zoals getoond in fig. 3a en 3b. In fig. 3a en 3b is schematisch weergegeven dat een vleesportie V in de stand volgens fig. 3a gevat ligt in een relatief nauwe dwarsdoorsnede, bepaald door de smalle einden van de ellipsvorm. Bij een verdraaiing over 90° zal het vlees zich uitspreiden over het brede gedeelte van de elÜPs/ en neemt qua dwarsdoorsnede een andere vorm aan. Het zal duidelijk zijn dat bij het voortdurend roteren de vleesportie V voortdurend van dwarsdoorsnede verandert, hetgeen een massagewerking daarop uitoefent.

Opgemerkt wordt, dat langs de binnenzijde van de langswand 20 van het vat 17 plaatvormige elementen 30 zijn aangebracht, die een recht verloop hebben en in de in fig. 1 getoonde uitvoeringsvorm een van 90° afwijkende hoek met de rotatieas A-A insluiten. De platen 30, zie fig. 3a, sluiten dichtend aan langs die binnenzijde van de ellipsvorm, welke de grootste kromtestraal heeft, waarbij de vrije rand 31 een recht verloop heeft en parallel loopt aan die van de tegenoverliggende plaat 30. Dankzij deze schuine stand zal de hoeveelheid vlees, welke zich tussen de platen 30 bevindt ook een kracht in langsrichting, dat wil zeggen parallel aan de rotatieas A-A ondervinden, waardoor deze vleesportie zich verplaatst. Door de tegengestelde hellingshoek van de tegenoverliggende platen wordt dit vlees teruggebracht bij de rotatiegang van het vatf zodat een voortdurend omwentelen en daarbij samendrukken en verspreiden van de vleesportie plaatsvindt.

Binnen het kader van de uitvinding zijn andere dwarsdoorsneden mogelijk. Zo vertoont fig. 3c een uitvoering, waarbij het vat een langswand vertoont dat in dwarsdoorsnede een nagenoeg rechthoekige vorm met afgeronde hoeken heeft. Langs de lange binnenzijde zijn de platen 30 aangebracht.

Fig. 3d toont een vierkante of ruitvormige uitvoering, waarbij de platen 30 langs de hoeken zijn aangebracht.' De werking van het verdichten en verspreiden van de vleesportie gebeurt op dezelfde wijze als hierboven beschreven aan de hand van de ellipsvormige dwarsdoorsnede.

Voorts wordt opgemerkt dat de toegang tot het in het bijzonder ellipsvormige vat kan plaatsvinden door de los- en laadopening 23, zodat de monteur in het vat kan komen voor reinigings- of reparatiedoeleinden. De monteur is in staat om het vat rechtop te bewerken, zonder hinder te ondervinden van de platen 30, indien het vat in de stand volgens fig. 3a staat.

Doordat de roerelementen tegen de wanddelen zijn bevestigd, die dicht bij elkaar zijn gelegen, blijft tussen de roerelementen en de wanddelen die ver van elkaar af zijn gelegen een ruimte over, die door een monteur of schoonmaker gemakkelijk kan worden betreden, mogelijkerwijze zelfs staand.

Ten slotte wordt opgemerkt dat de inhoud van het vat kan worden gekoeld door een koelsysteem aangegeven met de leiding 40, die langs de eindwand 19 vanaf een roteerbare vloeistofkoppeling 41 met een toe- en afvoerleiding 42 is verbonden. De leiding 40 staat in verbinding met leidingen of kanalen, welke een onderdeel zijn van de elementen 30 en die zich langs de vatwand 17 uitstrekken.

De in fig. 4 afgebeelde uitvoeringsvorm wijkt af van de voorgaande uitvoeringsvormen door de constructie van de roerelementen. Bij de in fig. 4 getoonde uitvoeringsvorm worden de roerelementen 30 gevormd door gevouwen platen, die zodanig zijn gevouwen, dat hun vouw zich tenminste gedeeltelijk aan de binnenzijde van het vat bevindt. Belangrijker is echter, dat zich aan de binnenzijde van het vat geen lasnaden bevinden. Hiermee wordt het gevaar van lekken van koelvloeistof zoveel mogelijk tegengegaan; bij het lekken van koelvloeistof in het vat gaat immers de inhoud van het vat, die veelal een grote waarde heeft, verloren. Bij een eventuele lekkage die in een lasnaad buiten het vat optreedt, zijn de gevolgen niet zo desastreus. De gevouwen platen worden aan hun niet gevouwen zijde gesloten door een strook 43, die door middel van lasnaden 44 met de omgevouwen plaat zijn verbonden. In de plaat zijn verder openingen 45 aangebracht voor verbindingen met toe- en afvoerleidingen 42 voor koelvloeistof. Deze strekken zich uiteraard aan de buitenzijde van het vat uit.

Binnen het kader van de uitvinding zijn andere uitvoeringsvormen mogelijk. Zo behoeven de in het vat op de binnenzijde daarvan uitstaande elementen 30 niet bepaald recht te zijn, maar kunnen deze ook een gebogen vorm of schroeflijnvorm hebben. Ook kunnen de elementen tand-vormig of schoepvormig zijn.

Claims

1. Inrichting voor het masseren van een vleespor-tie, welke inrichting een gestel en een in dat gestel ondersteunde, om een liggende as roteerbaar aangedreven vat, welk vat een zich rond de draaiingsas uitstrekkende langswand en twee eindwanden heeft, in welke wand een laad- en/of los-opening voor het vlees en/of schoonmaakvloeistof is aangebracht, met het kenmerk, dat de binnenzijde van de langswand van het vat is voorzien van een patroon van daarop staande roerelementen, welk patroon althans een zich vanaf de opening bij voorkeur axiaal uitstrekkende wandstrook zonder die roerelementen heeft ter vorming van een vrije stroombaan voor de te masseren vleesmassa of spoelvloeistof.

1. Inrichting voor het masseren van een vlees-portie, welke inrichting een gestel, en een in dat gestel ondersteunde, om een liggende as roteerbaar aangedreven vat, welk vat een zich rond de draaiingsas uitstrekkende langswand en twee eindwanden heeft, in welke wand een laad en/of losopening is aangebracht, met het kenmerk, dat de langswand in dwarsdoorsnede een onronde vorm heeft, zodanig dat het momentaan onder de rotatieas gelegen deel van de dwarsdoorsnede qua gestalte verandert van een nauwe vorm tot een brede vorm en omgekeerd.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de roerelementen zijn gevormd door hoofdzakelijk vlakke lichamen.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de binnenzijde van de langswand van het vat is voorzien van roerelementen.

3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de roerelementen zich onder een van 90 graden afwijkende hoek ten opzichte van de rotatieas uitstrekken.

3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de roerelementen zijn gevormd door hoofdzakelijk vlakke lichamen.

4. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de plaatvormige elementen zijn voorzien van koelkanalen voor het doorvoeren van een koelvloeistof .

4. Inrichting volgens conclusie 1-3, met het kenmerk, dat de dwarsdoorsnede een ellipsvorm heeft.

5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de roerelementen gevormd worden door holle lichamen, waarvan de sluitrand zich buiten het vat bevindt.

5. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de roerelementen tenminste gedeeltelijk langs de zijden met een grote afstand tot het centrum van de dwarsdoorsnede is aangebracht.

6. Inrichting volgens conclusie 4 en 5, met het kenmerk, dat de roerelementen gevormd worden door gevouwen platen, waarbij de vouw zich tenminste gedeeltelijk in het vat bevindt en de randen van de gevouwen platen buiten het vat door middel van een ingelaste strook zijn gesloten.

6. Inrichting volgens een der conclusies 1-5, met het kenmerk, dat de roerelementen zich onder een van 90 graden afwijkende hoek ten opzichte van de rotatieas uitstrekken.

7. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de langswand in dwarsdoorsnede een onronde vorm heeft, zodanig dat het momentaan onder de INRICHTING VOOR HET MASSEREN VAN EEN VLEESPORTIE De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor *et masseren van een vleesportie, welke inrichting een gestel en een in dat gestel ondersteunde, om een liggende as roteerbaar aangedreven vat, welk vat een zich rond de draai-ingsas uitstrekkende langswand en twee eindwanden heeft, in welke wand een laad- en/of losopening voor het vlees en/of schoonmaakvloeistof is aangebracht. Een dergelijke inrichting is in velerlei uitvoeringsvormen bekend, waarbij echter de dwarsdoorsnede van het vat een cirkelvormige gestalte heeft. Het vat is aan de binnenzijde voorzien van schoepen of bladen, die onafhankelijk van de rotatie van het vat beweegbaar zijn, en derhalve een massage op het vlees uitoefenen. Het bezwaar van dergelijke elementen in het vat is dat deze het lossen van het vat, en het daaropvolgend reinigen bemoeilijken. Bovendien zijn de in het vat aanwezige elementen tamelijk gecompliceerd qua constructie. De uitvinding beoogt bovengenoemde bezwaren te ondervangen door een inrichting te verschaffen, die zich onderscheidt doordat de binnenzijde van de langswand van het vat is voorzien van een patroon van daarop staande roerele-menten, welk patroon althans een zich vanaf de opening bij voorkeur exiaal uitstrekkende wandstrook zonder die roerele-menten heeft ter vorming van een vrije stroombaan voor de te masseren vleesmassa of spoelvloeistof. Dankzij het vrije wandgedeelte, dat als een strookdeel van de binnenwand zich naar en vanaf de vul- en laadopening uitstrekt, kan de gemasseerde vleesmassa respectievelijk de spoelvloeistof vrij naar die opening wegstromen bij het ledigen van het vat. De opening voor het toevoeren van de spoelvloeistof kan ook de opening voor het laden en lossen van de vleesmassa zijn, echter ook apart daarvan in het vat zijn aangebracht. Zie verder oorspronkelijke beschrijving pag. 1, regel 25 rotatieas gelegen deel van de dwarsdoorsnede qua gestalte verandert van een nauwe vorm tot een brede vorm en omgekeerd .

7. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de roerelementen zijn voorzien van koelkanalen voor het doorvoeren van een koelvloeistof.

8. Inrichting volgens conclusie 1-3, met het kenmerk, dat de dwarsdoorsnede een ellipsvorm heeft.

8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de roerelementen gevormd worden door holle lichamen, waarvan de sluitrand zich buiten het vat bevindt .

9. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de roerelementen gevormd worden door gevouwen platen, waarbij de vouw zich tenminste gedeeltelijk in het vat bevindt en de randen van de gevouwen platen buiten het vat door middel van een ingelaste strook zijn gesloten.

9. Inrichting volgens conclusie 1-3, met het kenmerk, dat de dwarsdoorsnede een ellipsvorm heeft en de plaatvormige roerelementen langs de zijden met een grote kromtestraal zijn aangebracht.